Werkgroepopdrachten (2017/2018) Strafrecht 1 - RUG
- 2531 reads
Beschrijf de casuspositie.
Wie stelt cassatieberoep in en op welk onderdeel van noodweer is het cassatiemiddel gericht?
Waarom heeft het hof, volgens de steller van het cassatiemiddel, dit aspect van noodweer onjuist beoordeeld?
Hoe beoordeelt de Hoge Raad het voorgestelde cassatiemiddel op dit punt?
Waarom heeft het hof het beroep op noodweer c.q. noodweerexces verworpen?
Heeft, blijkens het arrest van de Hoge Raad, het hof het beroep op noodweer terecht verworpen?
Geef in uw eigen woorden weer waarom de HR het arrest van het hof casseert.
Annotator Mulder maakt een onderscheid tussen intensief noodweerexces en extensief noodweer exces. Wat is het verschil tussen deze vormen?
Extensief noodweerexces kan zich ook weer in twee vormen voordoen. Welke zijn dat? Om welke vorm ging het in het onderhavige arrest?
De uit Bangkok afkomstige Kiradech J. heeft in zijn arcadehal aan de Piet Heinstraat te Den Haag met een briefopener de eveneens uit Bangkok afkomstige Sonchai A. lichamelijk letsel toegebracht. Kiradech wordt vervolgd ter zake van eenvoudige mishandeling (art. 300 lid 1 Sr). Tijdens de terechtzitting doet Kiradech een beroep op noodweer(exces). Hij vertelt het volgende: “Ik ben uitbater van arcadehal ‘Krung Thep Cineplex’ aan de Piet Heinstraat. Op maandagochtend rond elf uur, nog voor openingstijd, stond Sonchai A. ineens voor mijn neus. U moet weten dat Sonchai en ik niet de beste verstandhouding hebben. Die maandagochtend eiste hij enige aandelen in mijn arcadehal. Ik zei dat hij voor die aandelen zou moeten betalen (€ 1.500,- per aandeel), maar dat weigerde hij. Toen ik vervolgens richting mijn kantoor liep, zag ik dat Sonchai mij achtervolgde en een woeste blik in de ogen had. Ik was erg bang dat hij mij iets wilde aandoen, aangezien hij nogal opvliegend is van karakter en ik weet dat hij de vernietigende vechtsport muay thai beoefent. Inmiddels stonden we in mijn kantoor en ik kon geen kant op. Ik griste toen een briefopener van het bureau en heb daarmee meermalen uitgehaald naar Sonchai uit zelfverdediging.”
Heeft het beroep op noodweer(exces) kans van slagen? Motiveer uw antwoord.
Stel dat de rechter het beroep op noodweer accepteert. Tot welke einduitspraak zal hij dan komen?
Stel dat de rechter het beroep op noodweerexces accepteert. Tot welke einduitspraak zal hij dan komen?
Ivana krijgt tot haar grote verbazing een dagvaarding uitgereikt om op 10 januari 2018 te verschijnen op de zitting van de politierechter in Groningen. Ten laste is gelegd dat zij: ‘Op of omstreeks 22 juni 2017 op de Grote Markt te Groningen, heeft mishandeld een persoon, te weten Milan de Jong, door hem met een glas in het gezicht te slaan, waardoor voornoemd slachtoffer letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden (art. 300 lid 1 Wetboek van Strafrecht).’
Ter zitting wordt duidelijk wat er zich die avond allemaal heeft afgespeeld. Op 22 juni 2017 gaat Ivana met haar twee vriendinnen uit in de binnenstad van Groningen. Het is erg druk in café Der Witz, waar het drietal zich vestigt voor de rest van de avond. Tegen een uur of één komt Milan op Ivana af en biedt haar een drankje aan. Ivana bedankt beleefd, maar Milan laat zich niet zomaar afschepen. Hoewel Ivana hem meerdere keren duidelijk maakt dat ze niet van zijn opdringerigheid is gediend, houdt Milan vol. Hij geeft het pas op als Ivana zich hoogst geïrriteerd tot de barkeeper wendt met het verzoek Milan uit het café te verwijderen. Milan kiest weliswaar eieren voor zijn geld, maar reageert zijn frustraties af op een jongedame, Sanne, die het tafereel geamuseerd op een kruk in de hoek van het café heeft gadegeslagen en hem met een nauwelijks verholen grijns uitlacht. Milan geeft Sanne - die door de drukte in het café niet meer kan wegduiken - een flinke duw, zodat ze achterwaarts van haar kruk valt, en gaat er vervolgens als een haas vandoor. Ivana, die nog steeds behoorlijk geïrriteerd is over zijn toenaderingspogingen, bedenkt zich geen moment en slaat Milan in het voorbijgaan met het glas dat ze in haar handen heeft, in zijn gezicht.
Ivana stelt op de zitting het volgende: ‘Het is toch niet mogelijk dat ik veroordeeld wordt voor mishandeling?! Ik verdedigde immers dat andere meisje, want hij had haar geslagen. Ik beroep mij op noodweer. En mocht dat verweer niet slagen, dan doe ik een beroep op noodweerexces.’
Heeft het beroep op noodweer kans van slagen? Motiveer uw antwoord.
Op 15 september 2017 neemt de 21-jarige Vivian van Vliet aan het einde van een mooie zomerse dag op een Gronings recreatieterrein de bus van haar werk naar huis. Al likkend aan een ijsje en met oordopjes in de oren stapt Vivian de bus in en haalt haar OV-kaart langs de scanner. Omdat haar muziek te luid staat, hoort Vivian niet dat de buschauffeur, Harm Zijlstra, aan haar vraagt of ze haar ijsje wil weggooien. Als Vivian met het ijsje de bus in loopt, wordt Harm boos. Hij staat op van zijn stoel en loopt achter Vivian aan. In het gangpad pakt hij Vivian vast en roept: ‘Als je niet luistert, dan rot je maar op. Jij gaat nu mijn bus uit.’ Daarop probeert Harm om Vivian aan haar shirt uit de bus te trekken. Vivian weet niet wat haar overkomt en verzet zich. Ze duwt Harm met een slaande beweging van zich af. Hierdoor wordt Harm nog bozer. Hij verliest zijn zelfcontrole, begint te schreeuwen en haalt wild naar Vivian uit. Vivian duwt eerst nog terug, maar merkt al snel dat ze fysiek geen partij is voor de veel grotere en sterkere Harm. Harm slaat haar met harde vuistslagen op het hoofd, wat bij Vivian veel pijn veroorzaakt. Ze wordt duizelig. Omdat ze vaststaat tussen de stoelen en Harm haar blijft slaan, wordt ze bang dat de gevolgen ernstig zullen zijn als ze niet snel iets doet. Ze grijpt onmiddellijk in haar jaszak en haalt daar haar knipmes uit. In een vloeiende beweging klapt ze het mes open en zwaait ermee terwijl de scherpe punt naar voren is gericht, om Harm zo van zich af te houden. Als Harm echter opnieuw uithaalt, snijdt hij zijn arm aan het mes. Dat doet hem zo veel pijn, dat hij meteen ophoudt en wegloopt. Een passagier houdt Vivian vast en een andere passagier belt de ambulance. De wond in Harms arm is niet ernstig, maar moet wel worden gehecht in het ziekenhuis.
Een paar maanden later ontvangt Vivian een dagvaarding waarin ten laste wordt gelegd dat zij: ‘op of omstreeks 15 september 2017 aan het Kardingerplein te Groningen opzettelijk Harm Zijlstra (in de functie van buschauffeur) heeft mishandeld, bestaande die mishandeling uit het éénmaal of meermalen met een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, steken en/of snijden in, althans het raken van, een arm en/of vinger, in elk geval in het lichaam van voornoemde Harm Zijlstra, waardoor deze letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden (art. 300 lid 1 Sr).’
Stel, de rechtbank onderzoekt ambtshalve of de verdachte heeft gehandeld uit noodweer of noodweerexces. Heeft Vivian in uw ogen gehandeld uit noodweer dan wel noodweerexces? Motiveer uw antwoord.
Twee agenten gaan af op melding. Er is een vrouw aangetroffen in bed. De vrouw pakt een mes en begint te dreigen hiermee. Agent waarschuwd en geeft een waarschuwing. De agenten kunnen geen kant op en schieten de vrouw neer. Het hof heeft in hoger beroep de verdachte ontslagen van alle rechtsvervolging ter zake van het bewezenverklaarde “doodslag”.
Het beroep is ingesteld door de Procureur-Generaal bij het Hof Amsterdam. Het schieten op de vrouw was disproportioneel.
Verontschuldigingsoverwegingen, verdachte subjectief (opleiding) betreffend, worden aldus ingevoerd in het door objectiviteit (de feiten) gekenmerkt klimaat van de noodweer en leiden op die wijze tot het misleidende resultaat van het aannemen van een rechtvaardigingsgrond.
R.o. 6.7 en 6.8: HR stelt dat je kan kijken naar subjectieve benadering: dat zijn ook leeftijd, opleiding en capaciteiten. Hof heeft dus juist gehandeld.
Nu niet aannemelijk is geworden dat verdachte ter noodzakelijke verdediging de ander heeft geslagen faalt het beroep op noodweerexces eveneens.
R.O. 5.3;
Nee, de HR stelt dat het hof de verwerpen van het beroep op noodweerexces niet naar de eis der wet met redenen heeft omkleed.
(gaan slechts in op noodweerexces)
R.O. 5.3;
Het hof heeft volgens de HR de mogelijkheid opengelaten dat het bewezen verklaarde een onmiddellijk gevolg is van een hevige gemoedsbeweging die is ontstaan door de (voorafgaande) aanranding. Hierbij zijn de grenzen van de noodzakelijke verdediging overschreden. Maar bij Noodweerexces is het mogelijk dat men zich nog steeds in een hevige gemoedsbeweging bevindt, het noodweerexces is door het hof dus niet goed gevoerd.
Intensief noodweerexces = men grijpt naar een te zwaar verdedigingsmiddel in verhouding tot de aanranding
Extensief noodweerexces = de situatie waarin men te lang is doorgegaan in de zelfverdediging dan strikt noodzakelijk.
Extensief exces in de 2e graad; in dit geval begint de verdediging pas nadat de aanranding reeds is geëindigd; ook wel tardief noodweerexces;
Er is geen sprake van een ogenblikkelijke aanranding en dus zal beroep op noodweer niet slagen. Ook geen beroep op noodweerexces mogelijk omdat de ratio van de strafuitsluitingsgrond noodweerexces verban houdt met die van noodweer. Er kan alleen van noodweerexces worden gesproken indien er een ogenblikkelijke, wederrechtelijke aanranding heeft plaatsgehad. Uit vraag a volgt dan de aanranding echter niet ogenblikkelijk is waardoor er ook geen sprake kan zijn van noodweerexces.
Art. 41 lid 1 Sr: Noodweer betreft een rechtvaardigingsgrond; een gedraging, die normaal gesproken een strafbaar feit zou hebben ingehouden, haar wederrechtelijk karakter verliest. Het gaar hier om eenvoudige mishandeling artikel 300 lid 1 Sr; Stilzwijgend bestanddeel deze moet dus worden bewezen. Er volgt vrijspraak.
Art. 41 lid 2 Sr;
Noodweerexces betreft een schulduitsluitingsgrond; degene die de grenzen overschrijdt is dus niet strafbaar. De grensoverschrijding op zichzelf blijft wederrechtelijk.
Het gaar hier om eenvoudige mishandeling artikel 300 lid 1 Sr;
Schuld is geen bestanddeel van art. 300 lid 1 Sr maar een element. De tenlastelegging kan worden bewezen. Het feit kan worden gekwalificeerd. De schulduitsluitingsgrond neemt de schuld van de verwijtbaarheid weg dus volgt er OVAR wegens niet strafbaarheid van de dader (art. 350 SV)
Dit is het geval namelijk van het lijf van Sanne; Milan duwt Sanne waardoor zij achterwaarts van haar kruk valt.
Nee; De aanranding moet “bestaan” op het moment waarop men zich verdedigt. Deze eis betekent niet alleen dat de aanranding moet zijn begonnen, maar ook dat de aanranding op het moment van verdediging niet geëindigd mag zijn. Dit is in casu wel het geval. Nadat Milan aan sanne een flinke duw heeft gegeven gaat hij er als een haas vandoor. Er is geen sprake meer van een ogenblikkelijke aanranding.
Ja; sprake van een persoon en de aanvaller staat niet in zijn recht om Sanne te duwen, geen sprake van toestemming.
Nee; geen sprake meer van een verdedigende reactie, eerder sprake van wraak aangezien zij nog behoorlijk geïrriteerd is over zijn toenaderingspogingen.
Geen sprake van een noodweersituatie aangezien er geen sprake is van een ogenblikkelijke aanranding, waardoor er geen sprake is van artikel 41 lid 1 Sr.
Wil er sprake zijn van een noodweersituatie (art. 41 Sr) dienen de volgende vragen te worden beantwoord:
Ja er was sprake van aanranding van Vivian haar eigen lijf. Harm haalt meerdere malen naar Vivian uit. Hij slaat haar vervolgens met harde vuistslagen op het hoofd.
Ja, op het moment dat Vivian zich verdedigt met het mes om Harm van zich af te houden is er nog steeds een aanval gaande.
Ja, het gaat om een aanranding van een persoon namelijk Harm. Harm stond niet in zijn recht om Vivian te slaan.
Het betreft een verdedigende reactie op het slaan van Harm. Doordat Vivian geen kant op kan terwijl er op haar hoofd wordt geslagen wordt ze bang dat de gevolgen ernstig zullen zijn als ze niet snel iets doen. Ze grijpt hierop onmiddellijk het mes uit haar jaszak. kan. Het kan niet van de verdachte worden gevergd dat zij zich op een andere manier aan de aanranding kon onttrekken aangezien Vivian geen kant op.
Er is dus sprake van een noodweersituatie;
Er is sprake van een redelijke verhouding tussen de wijze van verdediging en ernst van de aanranding. Er kan worden gesteld dat Vivian om hulp moest vragen aan andere passagiers, echter kan het zo zijn dat zij tevens bang zijn voor Harm waardoor zij niet in actie komen. Hierbij komt dat ze het mes open klapt en ermee zwaait om Harm van zich af te houden. Zij steekt bijvoorbeeld niet direct op Harm in. Wanneer Harm zelf vervolgens opnieuw uithaalt snijdt hij zijn arm aan het mes.
Er is dus sprake van een noodweer art. 41 lid 1 Sr;
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
Deze bundel bevat de werkgroepopdrachten uit 2017/2018 bij het vak Strafrecht 1 aan de Rijksuniversiteit Groningen.
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Main summaries home pages:
Main study fields:
Business organization and economics, Communication & Marketing, Education & Pedagogic Sciences, International Relations and Politics, IT and Technology, Law & Administration, Medicine & Health Care, Nature & Environmental Sciences, Psychology and behavioral sciences, Science and academic Research, Society & Culture, Tourisme & Sports
Main study fields NL:
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
2346 |
Add new contribution