Somatoforme en dissociatieve stoornissen - SheetNotes (2019/2020)

 Sheetnotes 19/20

Welke onderwerpen worden behandeld in het hoorcollege? 

In dit hoorcollege worden twee stoornissen besproken: somatische symptoom stoornis en verwante stoornissen en dissociatieve stoornis. Dit is te koppelen aan H6 van Abnormal Psychology: An integrative approach. 

Welke onderwerpen worden besproken die niet worden behandeld in de literatuur? 

Er worden verschillende soorten behandelingen genoemd die recent onderzocht worden.

Welke recente ontwikkelingen in het vakgebied worden besproken?

Nieuwe behandelingen voor DIS, zie de hoorcollege aantekeningen. 

Welke opmerkingen worden er tijdens het college gedaan door de docent met betrekking tot het tentamen?

Er worden geen opmerkingen gemaakt over het tentamen.

Welke vragen worden behandeld die gesteld kunnen worden op het tentamen? 

Er worden geen tentamenvragen behandeld. 

Hoorcollege aantekeningen 19/20

Het zijn allebei complexe ziektebeelden en beide een vorm van afweer, om iets weg te houden van je beleving. 

Somatische symptoomstoornis en verwante stoornissen

Somatische symptoom stoornis en verwante stoornissen = prominente aanwezigheid van lichamelijke klachten die in significante mate gepaard gaan met lijdensdruk en beperkingen in het dagelijks functioneren. Mensen gaan naar de huisarts met vage klachten, gaan dingen vermijden om de klachten niet te ervaren. 

Diagnostiek

De eerste stap is het uitsluiten van lichamelijke ziekten die deze symptomen kunnen verklaren. Hierbij moet je onderscheid maken tussen medisch verklaarde klachten en medisch onvoldoende verklaarde klachten. Nagaan of de klachten een uiting kunnen zijn van psychiatrische klachten, zoals angst, depressie of trauma. Daarnaast is het belangrijk om te onderzoeken hoe de persoon zijn klachten interpreteert. Dit is afhankelijk aan hoeveel last je ervan hebt. Dit maakt het zo dat je klachten breed exploreert. In het biopsychosociale model word je geholpen hoe je de klachten moet onderzoeken. Dit model bestaat uit drie factoren:

  • Voorbeschikkende factoren = seksueel misbruikt
  • Uitlokkende factoren = trauma nog een keer ervaren waardoor klachten toenemen
  • Onderhoudende factoren = rampgedachten, angst, ongerustheid, klachten niet accepteren. 

DSM-categorieën

In de DSM-5 staan minder somatische symptoom stoornissen dan in de DSM-4. 

  1. Somatisch-symptoomstoornis 
  2. Ziekteangststoornis 
  3. Conversiestoornis (functioneel-neurologisch- symptoomstoornis) 
  4. Psychische factoren die somatische aandoeningen beïnvloeden
  5. Nagebootste stoornis (pathomimie)
  6. Andere gespecificeerde somatisch- symptoomstoornis of verwante stoornis 
  7. Ongespecificeerde somatisch-symptoomstoornis of verwante stoornis 

Somatische symptoomstoornis

Hierbij hebben mensen een beeld waarbij mensen één of meer lichamelijke klachten hebben plus excessieve abnormale gedachte, gevoelens en gedragingen in reactie op die klachten. De mensen zijn alleen maar bezig met de klachten. Ze hebben voornamelijk pijn. De stoornis is persistent. Een somatische aandoening en somatische symptoomstoornis hoeven elkaar niet uit te sluiten. Het komt meer voor bij vrouwen en een lagere SES. Heel veel patiënten hebben ook een angst en stemmingsstoornis. Behandeling is moeilijk. De opties zijn CGT, psychodynamische therapie, ACT. Je kan richten op het leren omgaan met de klachten of de in standhoudende factoren te verminderen. 

Ziekteangststoornis (voorheen hypochondrie)

Hierbij zijn patiënten excessief bezig met het hebben of krijgen van een ernstige ziekte, terwijl de lichamelijke klachten niet aanwezig zijn. Hoge mate van angst en zorgen maken over het hebben van een ziekte. Er zijn zorgzoekend (veel naar huisarts) en zorgmijdend(huisarts vermijden) type. Het komt bij 1-5% bij de mensen voor. Er zijn ook cultuurspecifieke syndromen, zoals Koro (angst om niet vruchtbaar te zijn, China) en Dhat (angst om zaad te verliezen, India). Oorzaak is niet bekend, er wordt gedacht aan bepaalde stressor of levensgebeurtenis in het leven. 

Conversiestoornis (functioneel-neurologisch-symptoomstoornis)

Conversie = omzetten. Psychische klachten worden omgezet in een lichamelijk component. Een of meerdere symptomen van veranderingen in de willekeurige motorische of sensorische functies. Ze lijken vaak op een neurologische aandoening, zoals epilepsie, verlamming. Neurologisch onderzoek is nodig om te bevestigen dat er geen neurologische aandoening is. Bij veel patiënten is de conversie een gevolg van stress van een bepaalde levensgebeurtenis waar men niet mee om kan gaan. Veel mensen verwonden zichzelf. Conversiestoornis kan worden behandeld met CGT, katalepsie inductie (lichaam weer in actie brengen), psychodynamische psychotherapie of trauma gerichte behandeling. 

Dissociatieve stoornissen

Dissociatie = een verstoring in de normale, integratieve functies van bewustzijn, waarneming, oriëntatie, geheugen en identiteit. Normaalgesproken werken deze cognitieve functies samen als een geïntegreerd geheel, echter is dit niet zo bij mensen met een dissociatieve stoornis. De symptomen zijn identiteitsverwarring (in de war zijn wie je bent), wisseling van identiteit, depersonalisatie (lichaam als vreemd waarnemen), derealisatie (omgeving waarnemen alsof het niet echt is) en amnesie (geheugenverlies). DSM-5 maakt onderscheid tussen de dissociatieve identiteitsstoornis (DIS), dissociatieve amnesie, depersonalisatie, andere gespecificeerde dissociatieve stoornis en ongespecificeerde dissociatieve stoornis. 

Kenmerken DIS

Aanwezigheid van twee of meer verschillende identiteiten of persoonlijkheidstoestanden. Deze nemen om de beurt het gedrag over. Gaten in het geheugen (dissociatieve amnesie). De persoonlijkheidstoestanden worden ook wel alters genoemd. Therapeuten hebben de opvatting over DIS dat het een gevolg is van een ernstig trauma, zoals fysieke mishandeling, seksueel misbruik, psychologische mishandeling of affectieve verwaarlozing. Het trauma begint voor het 7e levensjaar. Wanneer er geen goede behandeling is, is de stoornis levenslang. De grootste problemen zijn de gaten in het geheugen; amnesie (geheugenverlies) tussen deelpersoonlijkheden. Men weet niet meer wat die heeft gedaan in een ander persoonlijkheid. 

Behandeling

Model van structurele dissociatie = pragmatisch model die handvatten biedt om deze stoornis beter te begrijpen. De persoonlijkheid van deze mensen is op een speciale manier georganiseerd. De behandeling moet zich richten om de verschillende persoonlijkheden meer te integreren tot één persoonlijkheid. 

  • Primair: vaak met PTSS, één kant van het persoon zit nog vast in het trauma en het andere deel is het ‘normale’ deel wat nog het dagelijks leven doet. 
  • Secundair: een intensere traumatische ervaring, waarbij er nog steeds iemand is die in het dagelijks leven functioneert, maar daarnaast nog meerdere personen die verschillende trauma’s beleven. 
  • Tertiar: hierbij zijn meerdere persoonlijkheden in het dagelijks leven en meerdere personen vanuit de traumatische gebeurtenis.

Kritiek op TAU is dat het erg intensief is, een hoge drop-out, de meesten komen niet verder dan fase 1 (slechts 33% bereikt volledige integratie), het duurt lang en er is vrijwel geen onderzoek naar effectiviteit. 

Wat weten we concreet?

Etiologie, visie 1: trauma model à verschillende theorieën stellen dat de oorzaak een trauma is. Er is alleen nog geen bewijs voor de amnesie. 

Etiologie, visie 2: socio-cognitief model à DIS is geen neurologisch fenomeen, maar een cultuurgebonden fenomeen. Door de veranderende cultuur kan men DIS uiten. 

Onderzoek 1: cultuurgebonden fenomeen? à mensen zijn suggestibel, slachtoffer van therapeuten die suggestieve vragen voorleggen. 

Ervaren van trauma

Om de waarheid van een trauma te kunnen beoordelen, is er een onderzoek uitgevoerd waarbij de psychobiologische karakteristieken werden gemeten tijdens het blootstellen aan een neutraal verhaal of trauma verhaal van hunzelf. Hierbij werd gevraagd of de persoon bij het blootstellen van de verschillende verhalen te wisselen van normaal naar emotioneel geladen persoon. Bij het neutrale verhaal, waren er geen fysiologische reacties. Bij het traumatische verhaal, waren er fysiologische reacties alleen bij de emotionele identiteit en niet bij de normale identiteit.  

Amnesie bij inter-identiteit

Centrale concept bij DIS is dat mensen geheugenverlies ervaren. De vraag is of dit objectief vast te stellen is. Hieruit blijkt dat er geen bewijs is voor inter-identiteit amnesie op expliciete en impliciete geheugentaken voor zowel neutraal materiaal, trauma-gerelateerd materiaal en autobiografisch materiaal. Bij DIS-patiënten sprak ook interferentie op bij het onthouden van lijsten met woorden, terwijl je aan zou nemen dat er geheugenverlies is wanneer er geswitcht wordt naar een andere persoonlijkheid bij het leren van de tweede lijst. Dit bleek bij zowel actieve als passieve taken. 

Onderzoek: schematherapie bij DIS (nieuwe behandeling)

De ervaring van switchen tussen ‘identiteiten’ wordt erkend, maar nadruk ligt op modi i.p.v. dissociatieve persoonlijkheidsdelen. Er zijn voorzichtig positieve resultaten van de eerste onderzoeken. De focus ligt op zelfbeleving = verschillende manieren van zichzelf ervaren en beleven. Het doel is om zelfbeleving dichter bij elkaar te brengen.

Image

Access: 
Public

Image

Image

 

 

Contributions: posts

Help other WorldSupporters with additions, improvements and tips

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.

Image

Spotlight: topics

Image

Check how to use summaries on WorldSupporter.org

Online access to all summaries, study notes en practice exams

How and why use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?

  • For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
  • For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
  • For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
  • For compiling your own materials and contributions with relevant study help
  • For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.

Using and finding summaries, notes and practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Use the summaries home pages for your study or field of study
  2. Use the check and search pages for summaries and study aids by field of study, subject or faculty
  3. Use and follow your (study) organization
    • by using your own student organization as a starting point, and continuing to follow it, easily discover which study materials are relevant to you
    • this option is only available through partner organizations
  4. Check or follow authors or other WorldSupporters
  5. Use the menu above each page to go to the main theme pages for summaries
    • Theme pages can be found for international studies as well as Dutch studies

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance

Main summaries home pages:

Main study fields:

Main study fields NL:

Follow the author: Psychology Supporter
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Statistics
1821