Inleiding Europees Recht - Recht - UL - B1 - Oefenbundel
- 3322 reads
Als een richtlijn rechtstreekse werking heeft…
Als gevolg van het arrest Marleasing (C- 106/89 Marleasing SA tegen La Comercial Internacional de Alimentacion SA)
Als gevolg van het arrest Plaumann (Case 25/62 Plaumann & Co. tegen Commissie van de Europese Economische Gemeenschap) …
Op grond van artikel 267 VWEU…
Wanneer het EHRM oordeelt over de ontvankelijkheid van een klacht, gebeurt doormiddel van…
Op wie is het EVRM van toepassing?
Sinds het Verdrag van Lissabon heeft het Handvest de status van primair Unierecht gekregen.
Wat is het hoofddoel van het Europees Stelsel van Centrale Banken?
Het Bierarrest (C-178/84 Commissie v Duitsland) geeft een goed voorbeeld van hoe het HvJ EU gebruikt maakt van positieve integratie ten behoeve van de interne markt.
In het arrest C-345/95 Frankrijk t, Europees Parlement erkende het HvJ EU dat lidstaten de bevoegdheid hebben om de zetel van de instellingen, ook die van het Europees Parlement, vast te stellen.
Stelling I: Een individuele Eurocommissaris (lid van de Europese Commissie) kan door het Europees Parlement gedwongen worden om op te stappen.
Stelling II: Per 1 januari 2016 zal Nederland voorzitter zijn van de Raad van de EU voor 6 maanden. Nederland zal tijdens het voorzitterschap de strategische agenda van de Europese Raad uitvoeren.
Casus voor vraag 12 en 13: in juni 2014 is het burgerinitiatief “Act 4 Growth” bij de Europese
Commissie ingediend. Daarbij werd de Commissie gevraagd om een wetgevingsvoorstel uit te werken met als onderwerp het stimuleren van vrouwelijk leiderschap. De Commissie besluit hierop in te gaan en stelt Richtlijn 2015/03 voor. Daarbij wordt lidstaten minimumquota voor vrouwelijke bestuursleden opgelegd. De lidstaten moeten maatregelen treffen om zowel in private als in publieke ondernemingen een minimumquota van 40% vrouwen te hanteren.
Welke stelling is de juiste?
Wat kan het Europese Parlement doen als zij niet akkoord gaat met het voorstel van de Commissie, omdat zij vindt dat de Commissie niet bevoegd is in deze materie?
Welke stelling is de juiste?
Als een richtlijn onder de speciale wetgevingsprocedure wordt aangenomen hoeft deze niet te worden geïmplementeerd in de nationale wet.
Artikel 288 VWEU vormt de rechtsbasis van alle richtlijnen, verordeningen en besluiten.
In Van Gend & Loos (C-26/62 Van Gend & Loos tegen Nederlandse Administratie der Belastingen) oordeelde het Hof dat…
Wat volgt uit het arrest Faccini Dori (C-91/92 Faccini Dori tegen Recreb Srl)?
In Francovich (gevoegde zaken C-6/90 en C-9/90 Francovich en Bonifaci tegen Italië) bepaalde het Hof dat…
Sander Been is een Harlingse turfsteker. Doordeweeks verdient hij zijn brood met het steken van turf. In het weekend verdient Sander een centje bij als palingvisser. De Commissie besluit een paling-richtlijn uit te vaardigen om het palingbestand op peil de houden. De richtlijn voorziet in een weekendverbod op het vangen van paling om zo de vangst enigszins te kunnen beperken. Sander is razend en komt in actie. Welke stelling is juist?
Wie zijn de semi-geprivilegieerde actoren bij een beroep tot nietigverklaring?
Op 1 januari 2015 heeft elektronicabedrijf PineApple een boetebeschikking ontvangen van de Commissie omdat zij de mededingingsregels heeft overtreden. Wat is juist?
Casus voor vraag 23 en 24: begin 2012 was er in Xinistan, dat partij is bij het EVRM, hevige discussie naar aanleiding van een wetsvoorstel rond de legalisatie van cannabis om medische redenen. Niels over de Rooie, destijds minister van volksgezondheid, had zich openlijk zeer sterk tegen het voorstel verzet. In juni 2012 publiceert de organisatie ‘Free the Herb’ een pamflet. Daarop staat een foto van over de Rooie waarop hij een joint rookt. De foto is genomen op een privéfeest. Over de Rooie vraagt de nationale rechter om een onmiddellijk publicatieverbod. Dit wordt hem toegekend en wordt ook bevestigd tot het hoogste beroep in november 2014. ‘Free the Herb’ vindt echter dat de publicatie van deze foto in deze context onder vrijheid van meningsuiting valt. Zij dient een klacht in bij het EHRM op basis van schending van artikel 10 EVRM.
Het EHRM moet eerst beoordelen of de klacht wel ontvankelijk is. Welke over de ontvankelijkheidsvoorwaarden is onjuist?
Als de klacht volgens het EHRM ontvankelijk is, volgt een inhoudelijke beoordeling. Welke uitspraak is de juiste?
De Groningse evangelische kerkgemeenschap wil meer doen om te zorgen dat studenten naar de kerk gaan. Omdat studenten volgens haar te lang uitslapen, wordt besloten om de studenten te wekken door elke zondagochtend om 6 uur ’s ochtends de kerkklokken te laten luiden. De gemeente is hier niet blij mee. Zij legt de kerkgemeenschap een boete op wegens het schenden van een APV, waarin staat dat kerken pas de klokken mogen luiden vanaf 8 uur ’s ochtends. De kerkgemeenschap meent te worden geschaad in haar vrijheid van religie, art. 9 EVRM. Zij procedeert eerst voor de nationale rechter en vervolgens voor het EHRM.
Welk van onderstaande mogelijke verweren van de Nederlandse regering heeft de meeste kans van slagen voor het EHRM?
Nicolaas is een Russisch schrijver van romans en toneelstukken. Sinds 2002 heeft hij een verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd in Nederland. Hij wil zijn echtgenote Marie, met wie hij in 2011 getrouwd is, naar Nederland halen op grond van de gezinsherenigingsrichtlijn 2003/86/EG.
Zij denken aan alle voorwaarden van de richtlijn te hebben voldaan. Echter, de IND weigert de aanvraag op grond van openbare orde. Dit vanwege de bekoelde diplomatieke relaties met Rusland. Nicolaas wendt zich met een gebroken hart tot de Nederlandse rechter. Hij wil zich beroepen op zijn recht op eerbiediging van het gezinsleven.
Welke stelling over de toepassing van het Handvest is juist?
Het Handvest van Grondrechten van de Europese Unie…
Hoeveel EU lidstaten vormen deel van de Eurozone?
Welke van de onderstaande stellingen staat niet in de Schuman-verklaring van 1950?
Welke van de onderstaande functies en bevoegdheden is geen taak van de Hoge Vertegenwoordiger van de Unie voor Buitenlandse Zaken en veiligheidsbeleid?
Welk van de volgende taken is geen bevoegdheid van de Europese Commissie?
Wat is mogelijk tijdens de gewone wetgevingsprocedure?
Wie is de nieuwe voorzitter van de Europese Raad sinds 1 december 2014?
Welke van de onderstaande instellingen heeft geen bevoegdheid tot wetgeving?
Wat heeft het HvJ EU beslist in het Tabaksreclame-arrest (C-376/98 Bondsrepubliek Duitsland tegen Europees Parlement en Raad van de Europese Unie)?
Welke stelling over wetgevingsprocedures is juist?
Gedurende de gewone wetgevingsprocedure geldt dat…
Het Europees Parlement en de Raad willen een verordening aannemen inhoudende dat het EHRM kan oordelen of de EU zich houdt aan de mensenrechten uit het EVRM. Echter, volgens het HvJ EU verzetten het Handvest, het VEU en het VWEU zich hiertegen. Welke stelling is de juiste?
De voorrang van het recht van de EU…
Het constitutioneel hof van Syldavië, een EU-lidstaat, stelt in een rechtszaak dat een bepaling uit de Syldavische grondwet rechtstreeks indruist tegen het EU-recht. In de grondwet is namelijk vastgelegd dat vrouwen altijd twee keer zoveel salaris behoren te ontvangen als mannen voor hetzelfde werk.
Welke stelling is de juiste?
Kasper Kopje is in 1981 in dienst getreden bij de Zuidhollandse Locomotieflijn (ZHL) als treinbestuurder op de Groenehartlijn. Als gevolg van de liberalisering van het spoorvervoer werd in 2009 het personenvervoer op de Groenehartlijn niet langer door de ZHL uitgevoerd, maar door de private onderneming Interconnection. Kasper stapte over naar Interconnection en trad daar in dienst op 1 september 2010, omdat Interconnection treinbestuurders betere werk- en rusttijden en een aantrekkelijker basissalaris bood dan de ZHL. Na enkele maanden stelt Kasper vast dat werkervaring die hij bij ZHL opgebouwd heeft, niet in rekening gebracht worden bij de bepaling van zijn salaris door Interconnection. Een vriend vertelt hem echter dat er een Europees instrument is – ‘Richtlijn 2007/XXL/EU ter bevordering van de arbeidsmobiliteit voor werknemers en ter voltooiing van de interne markt voor personen’ – op basis waarvan elke werknemer die overstapt naar een andere onderneming om aldaar een gelijke of soortgelijke functie uit te oefenen, recht heeft op de verrekening van zijn beroepsanciënniteit in die functie door de nieuwe werkgever. Het probleem is echter dat de Richtlijn door Nederland vrolijk genegeerd werd. Deze moest op 1 december 2009 omgezet worden in nationaal recht, wat niet is gebeurd. De richtlijn werd niet omgezet en in de Nederlandse wetgeving wordt met geen woord over de verrekening van beroepsanciënniteit in geval van verandering van onderneming gerept.
Kasper daagt Interconnection voor de rechter om toch een verhoging van zijn salaris te krijgen omdat hij dit alles niet vindt kunnen. In eerste aanleg en in beroep is wordt zijn vordering echter steeds afgewezen. Voor de Hoge Raad voert hij aan dat het HvJ EU zich uit dient te spreken over de toepasselijkheid de van Richtlijn. De Hoge Raad vindt deze zaak duidelijk en lijkt weinig zin te hebben om het HvJ EU in deze kleine zaak te betrekken. Alvorens een beslissing te nemen, wordt u, nieuw benoemd Advocaat-Generaal bij de Hoge Raad, door de Hoge Raad verzocht om een advies over deze zaak. Behandel in je advies alle stappen en mogelijkheden en verwijs, indien mogelijk, naar de rechtspraak van het HvJ EU. Behandel en onderscheid daarbij de drie volgende juridische problemen:
a. Kan of moet het HvJ EU in deze zaak worden betrokken en wat zijn de gevolgen van dergelijke betrokkenheid?
b. Kan het weigeren van het betrekken van het HvJ EU in deze zaak gevolgen hebben voor de aansprakelijkheid van het Koninkrijk der Nederlanden en/of de Hoge Raad? Zo ja, waar kan Kasper een claim indienen en onder welke voorwaarden?
c. Kan Kasper Richtlijn 2007/XXL/EU inroepen tegen Interconnection? Wat zijn de voorwaarden? Welke rol moet de nationale rechter hierin spelen? Verwijs naar relevante jurisprudentie van het HvJ EU in je antwoord.
A
A
B
A
A
B
A
B
B
A
B
B
B
B
B
B
C
A
C
D
B
C
B
C
D
A
B
B
A
A
D
geen antwoordindicatie beschikbaar
D
C
C
B
D
D
B
A
a. Kan of moet het HvJ EU in deze zaak worden betrokken en wat zijn de gevolgen van dergelijke betrokkenheid? (2 punten)
Op grond van artikel 267 VWEU mag elke nationale rechter een prejudiciële vraag stellen ter uitlegging van secundair Unierecht. Hier mag de Hoge Raad dus in principe om uitleg vragen (of zelfs de geldigheid laten vaststellen. Je moet één van de twee soorten vragen aanhalen in je antwoord) (0,5).
Vindplaats: Hoofdstuk 9 - Indirecte acties van de particulier.
Het tweede lid van die bepaling omvat de verplichting hiertoe wanneer in dat verband geen hoger beroep mogelijk is. Bij een zaak voor de Hoge Raad mag je uit de gegevens uit de casus afleiden dat er geen hoger beroep meer mogelijk is (0Vindplaats: indirecte acties van de particulier.
Uitzonderingen op deze verplichting bestaan evenwel. Een acte clair is een voldoende heldere bepaling, maar wordt vrij strikt geïnterpreteerd. Dit kan evenwel een rechtvaardiging voor de Hoge Raad zijn; een acte éclairé: Het HvJ EU sprak zich al eerder uit over de zaak; dit kan een reden tot het niet stellen van een prejudiciële vraag zijn. (je moet de termen vermelden, want ze zijn op die manier in het college aan bod gekomen!!)
Vindplaats: Hoofdstuk 9 - Indirecte acties van de particulier
b. Kan het weigeren van het betrekken van het HvJ EU in deze zaak gevolgen hebben voor de aansprakelijkheid van het Koninkrijk der Nederlanden en/of de Hoge Raad? Zo ja, waar kan Kasper een claim indienen en onder welke voorwaarden?
Het niet stellen van een prejudiciële vraag door de rechter in laatste aanleg kan aansprakelijkheid van de lidstaat met zich meebrengen ; de nationale rechter dient zich er dus van te overtuigen dat het stellen van die vraag echt niet nodig is; dit is bevestigd door HvJ EU in het Köbler arrest.
Vindplaats: Hoofdstuk 9 - Indirecte acties van de particulier.
De verzoeker moet een eventuele aansprakelijkheidsvordering dan opnieuw voor de nationale rechter in eerste aanleg instellen (0,5), dus niet voor Hoge Raad zelf of voor het HvJ EU. De staat kan aansprakelijk gesteld worden als aan deze drie voorwaarden werd voldaan (je moet het arrest Brasserie en/of Francovich noemen) (0,5):
Een voldoende gekwalificeerde schending van een norm van EU recht (0,5): het niet stellen van een prejudiciële vraag zou hieronder kunnen vallen indien dit wel nodig zou zijn geweest. Het niet omzetten van een Richtlijn valt automatisch onder de categorie van voldoende gekwalificeerdheid (0,5; leg de link met de richtlijn om dit halve punt te krijgen, tenzij je aantoont dat je ‘voldoende gekwalificeerd’ begrijpt – dit hangt ook samen met vraag c) dus indien een verwijzing naar de niet-omzetting richtlijn als voldoende gekwalificeerde schending in vraag c genoemd wordt, wordt het punt ook toegekend).
Schade
Causaal verband
Vindplaatsen: Hoofdstuk 9 - Indirecte acties van de particulier, Hoofdstuk 8 - Staatsaansprakelijkheid.
c. Kan Kasper Richtlijn 2007/XXL/EU inroepen tegen Interconnection? Wat zijn de voorwaarden? Welke rol moet de nationale rechter hierin spelen? Verwijs naar relevante jurisprudentie van het HvJ EU in je antwoord.
De inroepbaarheid richtlijnen:
Kan na het verstrijken van de omzettingstermijn en bij niet-omzetting of foutieve omzetting. In dit geval is sprake van niet-omzetting, dus aan die voorwaarde is voldaan
Verticale rechtstreekse werking betekent dat sprake is van inroepbaarheid tegen overheid; dit wordt ruim geïnterpreteerd in het licht van het arrest Marshall. ZHL zou een staatsonderneming zijn; Interconnection is dat echter niet, dus kan geen gebruik worden gemaakt van het leerstuk van verticale rechtstreekse werking
Richtlijnen hebben geen horizontale rechtstreekse werking, zoals bepaald door HvJ EU in Faccini Dori; zoniet dan zouden richtlijnen dezelfde werking als verordeningen hebben alhoewel art. 288 VWEU een duidelijk onderscheid maakt
In dit geval kan de Richtlijn niet worden ingeroepen tegen Interconnection, maar niettemin heeft de nationale rechter de plicht om het nationale recht zo ver als mogelijk richtlijnconform te interpreteren (zie het arrest Marleasing) De nationale rechter mag leemtes opvullen aan de hand van voordelen toegekend in de richtlijn, zonder daarbij uitdrukkelijk tegen de nationale wet in te gaan. Hij mag niet contra legem interpreteren.
Indien er geen rechtstreekse werking is en geen richtlijnconforme interpretatie rest de mogelijkheid van staatsaansprakelijkheid
Vindplaatsen: Hoofdstuk 8 - Rechtsverhoudingen bij rechtstreekse werking - Conforme interpretatie - Staatsaansprakelijkheid.
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
Deze bundel bevat oefententamens bij het vak Inleiding Europees Recht aan de Universiteit Leiden.
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Main summaries home pages:
Main study fields:
Business organization and economics, Communication & Marketing, Education & Pedagogic Sciences, International Relations and Politics, IT and Technology, Law & Administration, Medicine & Health Care, Nature & Environmental Sciences, Psychology and behavioral sciences, Science and academic Research, Society & Culture, Tourisme & Sports
Main study fields NL:
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
2208 |
Add new contribution