BulletPointsamenvatting bij de 8e druk van Intieme Relaties - Miller

Bulletpoint Samenvatting bij Intimate Relationships van Miller -

Wat zijn de basiselementen van relaties met andere mensen? - BulletPoints 1

  • Intieme relaties verschillen van ‘normale’ contacten op zeven punten: kennis, zorg, onderlinge afhankelijkheid, wederkerigheid, vertrouwen, toewijding en responsiviteit. De behoefte aan het hebben van intieme relaties is menselijk, dit komt voort uit een need to belong.

  • Cultuur, ervaringen, individuele verschillen, de menselijke aard en interactie kunnen invloed hebben op het vormen en in stand houden van relaties. Culturele normen vormen de basis voor onze relaties, doordat ze vorm geven aan onze verwachtingen en bepalen wat we normaal vinden. De afgelopen jaren zijn de culturele normen en de invloed ervan op relaties flink veranderd.

  • Invloed van ervaringen gaat over hechtingsstijlen. Deze worden in de kindertijd aangeleerd en in de meeste gevallen zie je dezelfde stijl terug in het volwassen leven, dit hoeft echter niet altijd zo te zijn. In de kindertijd zijn er drie hechtingsstijlen (veilig, angstig-ambivalent en vermijdend), in bij volwassenen worden er vier onderscheiden (veilig, gepreoccupeerde, angstig en afwijzend).

  • Individuele verschillen hebben te maken met sekseverschillen, genderverschillen, persoonlijkheid, zelfwaardering en seksuele oriëntatie.

  • Invloed van menselijke aard gaat over evolutionaire invloed, waarbij drie basisassumpties gelden:

    • Seksuele selectie heeft ons gemaakt tot de mensen die we nu zijn.

    • Mannen en vrouwen verschillen op die punten waar ze historisch gezien verschillende problemen tegen kwamen.

    • Culturele invloeden bepalen of ontstane patronen adaptief zijn.

  • Het aangaan en hebben van intieme relaties brengt risico’s met zich mee. Wanneer mensen gehecht zijn aan anderen, zijn ze ook kwetsbaar voor afwijzing. Mensen gaan deze risico’s aan omdat wij ‘sociale wezens’ zijn en elkaar nodig hebben.

Welke methoden bestaan er om relaties te onderzoeken? - BulletPoints 2

  • Sinds 35 jaar is er wetenschappelijk onderzoek naar relaties, waarbij een van de belangrijkste ontwikkelingen binnen de sociale psychologie de toenemende invloed van laboratoriumexperimenten was.

  • Er zijn doorgaans twee typen onderzoeksvragen. De ene zoekt naar een beschrijving van één of meerdere gebeurtenissen, de andere zoekt causale verbanden tussen gebeurtenissen en hun uitkomsten.

  • Participanten kunnen op twee verschillende manieren geworven worden, de verschillende samples heten convenience sample en reprensentative sample. Convenience is een gemakssteekproef en representative is representatief voor de populatie die relevant is voor de onderzoeksvraag.

  • De meeste onderzoeken binnen de sociale cognitie zijn uitgevoerd met participanten uit ‘WEIRD’ culturen: Western, well-Educated, Industrialized, Rich en Democratic. Dit kan een probleem zijn voor de generaliseerbaarheid.

  • Bij zowel convenience als bij een representative sample kunnen onderzoekers risico op een volunteer bias lopen. Dit ontstaat als de participanten verschillen van mensen die niet participeren. Ook nu kunnen problemen ontstaan met betrekking tot generaliseerbaarheid.

  • Er zijn twee ontwerpen besproken: Correlationeel en Experimenteel ontwerp. Correlaties worden aangegeven met getallen van -1.00 – +1.00, hoe groter het getal, des te sterker de correlatie. Een positieve relatie betekent dat de variabelen in dezelfde richting veranderen, een negatieve betekent veranderende variabelen in tegengestelde richting. Correlaties geven geen causale verbanden! Experimenten leveren rechtstreekse info over oorzaken en hun effecten. Ze geven een duidelijker causale verbanden aan dan andere ontwerpen. Het kan niet altijd gebruikt worden, omdat variabelen controleerbaar moeten zijn en gemanipuleerd moeten kunnen worden

  • Er zijn verschillende omgevingen mogelijk waar het onderzoek plaats kan vinden. Natuurlijke setting, onderzoek in laboratorium en simulatie/rollenspellen worden als mogelijkheden genoemd. Een nieuwe manier is immersive virtual environments.

  • Natuur van de data gaat over meetmethoden. Er zijn vier veelgebruikte manieren van meten: zelfrapportages, observaties, fysiologische metingen en archiefmateriaal.

  • Bij zelfrapportage beschrijven mensen hun eigen gedachten, gevoelens en gedrag. Echter kunnen zij de vragen van de onderzoekers verkeerd opvatten, last hebben van een gebrekkig geheugen of sociaal wenselijk gaan antwoorden (social desirability biases).

  • Bij observaties wordt er gebruikt gemaakt van event-sampling. Observatie vermijdt de problemen van zelfrapportage maar ze zijn duur om te ‘ontwikkelen’ en reactiviteit kan een probleem zijn: participanten gaan zich anders gedragen omdat zij geobserveerd worden.

  • Fysiologische metingen meten lichamelijke veranderingen die indiceren hoe interne staat geassocieerd is met sociale interacties.

  • Het voordeel van archiefmateriaal is dat het niet-reactief is, het helpt onderzoekers het heden met het verleden te vergelijken.

  • Participeren in wetenschappelijk onderzoek naar relaties kan er voor zorgen dat je eigen attitude over relaties veranderd. Onderzoekers proberen het welzijn van de participanten te beschermen.

  • Statistische analyse bepaalt de kans dat de resultaten zouden hebben voorgedaan bij toeval. Wanneer deze kans erg laag is, wordt een resultaat significant genoemd. Toch zijn er soms twijfels over deze resultaten. Een meta-analyse, een combinatie van resultaten uit verschillende studies, kan betrouwbare uitkomsten bieden.

Hoe vormt aantrekkingskracht de basis voor een relatie? - BulletPoints 3

  • De eerste stap naar een relatie is altijd het zelfde: interpersoonlijke aantrekking en het verlangen om iemand te benaderen.

  • De basis van aantrekking gaat over interpersoonlijke aantrekking tot iemand en de mate waarin de aanwezigheid van deze persoon belonend voor ons is.

  • We selecteren onze vrienden en vijanden op basis van nabijheid. Dit heeft twee redenen: gemak en bekendheid.

    • Mensen in je nabije omgeving is makkelijker. Nabijheid is de moeite waard, afstand is kostbaar (en moeilijker).

    • Mensen die bekend overkomen, voelen betrouwbaarder. Herhaald contact (mere exposure) zorgt er doorgaans voor dat mensen elkaar meer mogen. Hier zit een limiet aan. Bekendheid versterkt gevoelens over anderen, zowel positief als negatief.

  • Online daten is de nummer één van manieren waarop lesbische en homoseksuele mensen elkaar ontmoeten. Echter zitten hier nadelen aan, er wordt snel een vervormd beeld geschetst.

  • Fysieke aantrekkelijkheid heeft een grote invloed op eerste indrukken. Meestal gaan mensen uit van het What’s beautiful is good stereotype. Dit gaat waarschijnlijk automatisch en is afhankelijk van de cultuur. Deze bias for beauty kan leiden tot het verwarren van schoonheid met talent.

  • Er is over het algemeen overeenstemming in de perceptie van schoonheid. Vrouwen beoordelen mannen anders gedurende de menstruatiescyclus. Er zijn voorkeuren voor gezichten, geur en lichaam, waarbij de WHR (Waist-to-Hip Ratio) belangrijk is. Ze voldoen over het algemeen aan de assumpties van de evolutionaire psychologie.

  • Sommige wetenschappers zijn overtuigd van de evolutionaire basis voor fysieke schoonheid, aan de andere kant wordt de standaard hiervoor ook beïnvloedt door economische en culturele omstandigheden en de normen kunnen verschillen tussen etnische groepen. Waarschijnlijk is het een combinatie van menselijke aard en omgevingsinvloeden.

  • Partners in romantische relaties zijn vaak ongeveer even aantrekkelijk, een fenomeen dat matching wordt genoemd.

  • Wederkerigheid heeft te maken met je mate value, je algemene aantrekkelijkheid als potentiële partner. De aantrekkelijkheid van een potentiële partner beoordelen we waarschijnlijk door deze formule:

    • Aantrekkelijkheid partner = zijn/haar fysieke aantrekkelijkheid * kans dat hij/zij je accepteert.

  • De balanstheorie stelt dat mensen streven naar consistentie in gedachten, gevoelens en sociale relaties, wanneer twee mensen elkaar mogen, matchen hun gevoelens en zijn ze in ‘balans’.

  • Gelijkheid gaat uit van soort zoekt soort op verschillende vlakken: demografische overeenkomst, overeenkomst in attitudes, normen en waarden en overeenkomst in persoonlijkheid.

  • Tegenpolen trekken elkaar over het algemeen niet aan, dit komt doordat matching een breed proces is, het ontdekken van ongelijkheden tijd kost en dat mensen soms een misperceptie van gelijkheid hebben.

  • Er zijn barrières die op invloed zijn van de mate waarin we anderen als aantrekkelijk beoordelen, deze hebben te maken met de neiging van de mens om datgene te willen wat hij niet kan krijgen (in overeenstemming met de theory of reactance).

  • Er zijn drie universele thema’s waarop mensen hun potentiële partners beoordelen: warmte & loyaliteit, aantrekkelijkheid & vitaliteit en status & middelen.

Hoe vormt sociale cognitie ons wereldbeeld en gedrag? - BulletPoints 4

  • Eerste indrukken beïnvloeden ons door het feit dat iedereen die we ontmoeten in een stereotyperende categorie past. Hier wordt onbewust en automatisch gebruik van gemaakt. De eerste indrukken worden bevestigd door het primacy effect en door confirmation bias.

  • Zowel onze eigen waarneming als de waarneming van een partner kan erg invloedrijk zijn. Zo idealiseren mensen vaak hun partners, zij maken positieve illusies. Het beeld van de ideale partner wordt aangepast op zo’n manier dat onze eigen partner er aan voldoet.

  • Attributies zijn de verklaringen die we geven aan gebeurtenissen. Zij verschillen interen/extern, stabiel/instabiel en controleerbaar/oncontroleerbaar. Hieruit komen verschillende verklaringen voor een gebeurtenis. Er zijn twee veel voorkomende patronen: actor/observer effect en self-serving bias.

  • Hechtingsstijlen blijken van invloed te zijn op de attributiestijlen van mensen. Er zijn twee typen attributiepatronen van koppels: relationship-enhancing en distress-maintaining attributions.

  • Relaties worden ook beïnvloed door reconstructief geheugen (reconstructive memory): de manier waarop onze herinneringen constant herzien en aangepast worden als we nieuwe informatie krijgen. Hierdoor kunnen partners het gevoel krijgen dat hun relaties stabieler en meer voorspelbaar zijn geweest dan ze in werkelijkheid zijn.

  • Mensen gaan een relatie aan met overtuigingen over hoe relaties er uit zien, een voorbeeld hiervan is romanticisme. Sommige overtuigingen zijn disfunctioneel, wat ertoe leidt dat mensen niet constructief met problemen omgaan. Er kan onderscheid gemaakt worden tussen destiny beliefs en growth beliefs.

  • Ons zelfconcept bevat alle overtuigingen en gevoelens die we over onszelf hebben. Tijdens sociale interactie vervult ons zelfconcept twee functies: self-enhancement en self-verification. Een negatief zelfconcept kan een negatief effect hebben op relaties, ook positief kan problematisch zijn maar dit is minder snel het geval.

  • Impression management is het proberen om de indrukken die anderen over ons vormen te beïnvloeden. Hier zijn vier verschillende manieren voor: ingratiation, self-promotion, intimidation, supplication. De laatste twee worden snel vermeden, omdat we onszelf graag goed en gerespecteerd zien.

  • Er zijn twee specifieke kenmerken van impression management, de eerste betreft de motivatie ervoor waarbij de eigenschap self-monitoring een grote rol in speelt. Mensen die hoog scoren zullen meer vrienden hebben maar oppervlakkiger zijn in het contact. Een lage score betekent meer moeite om vriendschapen aan te gaan maar meer betrokken. Het tweede kenmerk gaat over de moeite die gedaan moet worden om de indrukken te behouden.

  • In een intieme relatie hebben partners vaak een geïdealiseerd beeld ven elkaar, er zijn zeven factoren die de juistheid van deze beoordeling beïnvloeden: kennis, motivatie, stemming, leesbaarheid, waarnemingsvaardigheid, bedreigende percepties, beïnvloeding.

Wat is de impact van communicatie op een relatie? - BulletPoints 5

  • Ongelukkige koppels verschillen niet van gelukkige koppels wat betreft de inhoud van hun boodschap, maar de impact, hoe de partners het ontvangen, is kritischer en minder respectvol. Zowel in omzetten van bedoeling naar de boodschap als het omzetten van de boodschap naar de interpretaties kunnen fouten en onbegrip ontstaan, er is dan sprake van een interpersonal gap.

  • Nonverbale communicatie bevat alle communicatie, behalve gesproken woorden en zinsvolgorde:

    • Gezichtsuitdrukking (display rules kunnen mensen hun ware uitdrukking laten verbergen, toch kan je dan soms zien bij micro-expression)

    • Oogcontact (VDR vergelijkt het percentage tijd dat de spreker de luisteraar aankijkt met het percentage dat de luisteraar kijkt naar de spreker)

    • Lichaamstaal (moeilijker te controleren dan gezichtsuitdrukkingen, minder informatie)

    • Fysiek contact (mensen raken elkaar meer aan als ze intiemer worden)

    • Interpersoonlijke afstand (onderverdeeld in vier zones: intieme, persoonlijke, sociale en publieke zone)

    • Geur (verschillende emoties veroorzaken verschillende chemosignalen met een diversiteit aan aroma’s, sommige herkennen we)

    • Paralanguage (alle variaties in iemands stem, stem is onderdeel van onze mate value)

    • Combinatie van componenten (verschillende kanalen versterken elkaar doorgaans en geven samen consistente informatie over iemands gevoelens en bedoelingen)

  • Non-verbale sensitiviteit voorspelt hoe gelukkig een relatie verloopt. Er is een verschil tussen gebrek aan vaardigheid of gebrek aan uitvoering. Vrouwen zijn doorgaans beter in non-verbale communicatie.

  • Verbale communicatie gaat vooral over self-disclosure. Dit is het proces van persoonlijke informatie onthullen aan iemand anders en is essentieel voor het hebben van intiem contact.

  • Volgens de social penetration theory is de ontwikkeling van een relatie nauw verbonden met systematische verandering in de communicatie, wat in twee aspecten gebeurt: breedte en diepte. Hoe intiemer de relatie, des te groter de aspecten.

  • Zelfs in de intiemste relaties blijft enige privacy gewenst. Mensen zullen alleen bepaalde geheimen onthullen als ze anderen of hun relatie niet schaden. Als het echter lastiger is om een geheim te bewaren dan het te delen, zal het geheim wel worden onthuld.

  • De communicatie van gelukkige, intieme koppels bevat eigen codes en metaforen, bevatten meer persoonlijke self-disclosure en zijn meer ontspannen.

  • Qua self-disclosure is een genderverschil sterker geassocieerd met genderrollen dan biologische sekse. De mate van iemands intieme interacties is afhankelijk van de mate ven expressiviteit.

  • Dysfunctionele communicatie heeft vaak te maken met het feit dat partners niet goed zijn in zeggen wat ze bedoelen en/of niet goed luisteren en checken of de ander hen begrijpt en/of het tonen van negatieve affectie naar elkaar.

  • Een XYZ statement is een handige vorm om te zeggen wat we bedoelen, het gaat als volgt: Als je X doet in situatie Y, dan voel ik mij Z.

Wat houdt wederzijdse afhankelijkheid in een relatie in? - BulletPoints 6

  • Met wederzijdse afhankelijkheid wordt ons vertrouwen in anderen, en hun vertrouwen in ons voor interpersoonlijke beloningen bedoeld.

  • Sociale uitwisseling: de interdependence theory geeft een economische blik op relaties die de suggestie doet dat mensen zoeken naar de maximale beloningen tegen de minimale kosten. De interdependence theory onderscheidt vier typen relaties en lijkt aan te nemen dat het succes of falen van een relatie kan worden gereduceerd tot opbrengsten en kosten. Het lijkt erop dat de intimiteit en wederzijdse afhankelijkheid in een relatie mensen toestemming geeft om onbeleefd te zijn.

  • Mensen hebben vergelijkingsniveau ’s (Comparising Levels, CL’s), welke hun verwachtingen over interactie met anderen reflecteren. Wanneer de interactie boven hun CL valt zijn mensen blij, wanneer onder dan niet.

  • Ook heeft ieder een eigen vergelijkingsniveau voor alternatieven (comparison level for alternatives, CLalt), de waarde voor de uitkomst die we denken te krijgen als we onze huidige partner verlaten en naar het beste alternatief gaan.

  • Grote investeringen verminderen de globale aantrekkelijkheid van het beëindigen van een relatie en verminderen dus CLalt. Ook wordt de CLalt bepaald door wat iemand denkt en factoren als zelfwaardering, learned helplessness en hoeveelheid informatie waarover je beschikt beïnvloeden iemands perceptie.

  • De formule voor (on)afhankelijkheid is te beschrijven als: (on)afhankelijkheid = uitkomsten – CLalt.

  • Verschillende redenen voor het grote aantal ongelukkige relaties is het verschil in interpretatie van de mening in de bedoeling en waarde van beloningen die de een aan de ander verstrekt en het niet opmerken van liefhebbend gedrag.

  • Er is sprake van twee verschillende motivaties voor het omgaan met relaties: approach motivation en avoidance motivation. Wanneer de motivatie bij avoidance ligt, betekent dit vaak meer conflicten en onzekerheid. Huidige status van een relaties wordt bepaald door de mate waarin zowel toenaderend als vermijdend gedrag voorkomt.

  • Er zijn verschillende redenen waarom het maken van dit onderscheid belangrijk is: het wel/niet vervullen van behoeftes bepaalt de levendigheid van de relatie (flourishing, distressed, precarious of dull). Ook zijn er verschillen in de approach/avoidance sterkte.

  • Daarnaast wijst de onafhankelijke werking van de twee motivaties op het nodig zijn van andere mechanismen om gelukkig te zijn, wat weer terug te zien is in het self-expansion model (zich aangetrokken voelen tot partners die onze breedte aan interesses, vaardigheden en ervaringen vergroten).

  • Het relational turbulence model stelt dat een periode van aanpassing en onrust te verwachten is wanneer nieuwe partners te maken krijgen met toenemende wederzijdse afhankelijkheid, de sterkte van tevredenheid ten opzichte van het begin van de relatie neemt af en dit heeft verschillende redenen: routines en plannen kunnen verstoord worden, de omgeving kan weerstand bieden en er kan onzekerheid en twijfel ontstaan wanneer men aan elkaar gehecht raakt.

  • Na het eerste jaar van een huwelijk daalt de tevredenheid vaak, wat kan komen door gebrek aan inspanning van (een van) de partner(s), de wijze waarop onderlinge afhankelijkheid kleine irritaties vergroot en andere invloeden zoals ongewenste verrassingen onrealistische verwachtingen.

  • Er zijn twee typen relaties te onderscheiden met betrekking tot normen van uitwisseling: uitwisselingsrelaties en gemeenschappelijke relaties. Mensen zijn hier pas van bewust wanneer de relatietevredenheid afneemt.

  • De rechtvaardigheidstheorie (equity theory) stelt dat mensen het meest tevreden zijn in relaties waar sprake is van proportionele rechtvaardigheid, wat betekent dat elke partner voordelen ontvangt die in verhouding staan tot zijn investering. Een relatie is evenwichtig als de verhouding tussen beide partners gelijk is aan elkaar. Wanneer dit niet zo is kan er sprake zijn van een overbenefited of underbenefited gevoel. Dit kan hersteld worden.

  • De kwaliteit met van uitkomsten zijn over het algemeen een betere voorspeller voor relatiegeluk dan de mate van rechtvaardigheid. Samengevat zijn mensen het gelukkigst in een relatie als de beloningen hoog zijn en de kosten laag, maar omdat we afhankelijk van onze partners zijn voor beloningen is het belangrijk om hen ook tevreden te houden.

  • Hechtingsstijlen hebben ook invloed op wederzijdse afhankelijkheid. Vergeleken met veilig gehechte mensen besteden mensen die hoog scoren op vermijding (avoidance) meer aandacht aan alternatieven en hun CL-alts zijn doorgaans hoger.

  • Tevredenheid vergroot verbondenheid. Er zijn drie typen verbondenheid: persoonlijke verbondenheid, verbondenheid door beperking en morele verbondenheid. Persoonlijke is doorgaans de sterkste, de andere twee kunnen ook veel invloed hebben. De gevolgen hiervan zijn dat partners elkaar beter kunnen tolereren in moeilijke periodes. Relatie-onderhoudsmechanismen worden door verbondenheid versterkt.

Wat zijn de verschillen tussen vriendschappen en liefdesrelaties? - BulletPoints 7

  • Goede vriendschappen zijn oprechte, intieme relaties. Kenmerken ervan zijn affectie, gemeenschappelijkheid en gezelligheid. Ze verschillen van romances omdat ze doorgaans minder gepassioneerd zijn, ze brengen respect, vertrouwen, versterking, toeschietelijkheid en sociale steun.

  • Sociale steun wordt in vier typen onderscheiden: emotionele steun, fysieke steun, adviserende steun en materiële steun. Sociale steun kan waardevol zijn maar brengt complexiteiten met zich mee.

  • De kwaliteit van de steun wordt beïnvloedt door iemands hechtingsstijl, de beste steun past bij onze behoeften en voorkeuren. Uiteindelijk gaat het niet om wat anderen voor je doen maar wat je denkt dat ze voor je doen. Persoonlijkheidseigenschappen beïnvloeden de perceptie op sociale steun.

  • Vriendschappen verschillen qua sociale context, de hoeveelheid intimiteit, de leeftijd en sekse van de deelnemers. Ze veranderen ook qua karakter naarmate de tijd verstrijkt.

  • Jeugd: kleuters hebben favoriete speelmaatjes, naarmate kinderen ouder worden kunnen zij zich steeds beter het perspectief van de ander innemen. Behoeftes veranderen ook: kleuters hebben met name acceptatie nodig, pre-adolescenten intimiteit, en tieners seksualiteit. De manier waarop we vriendschappen vormen in onze jeugd zorgt vaak voor betere relaties op latere leeftijd.

  • Adolescentie: tieners brengen meer tijd door met vrienden voor het vervullen van interpersoonlijke behoeften. Hechtingstheoretici onderscheiden vier elementen van hechting: nabijheid zoeken, protesteren tegen scheiding, veilige haven en zekere en veilige basis.

  • Jongvolwassenheid: volgens Erikson het stadium van intimiteit versus isolatie. Er wordt geleerd langdurige, hechte relaties te ontwikkelen. Wanneer men gaat studeren verschuift er veel in het sociale netwerk. Na het studeren is er minder interactie, maar er zijn wel diepere en hechtere relaties met de vrienden die overblijven.

  • Volwassenheid: wanneer stellen gaan settelen, treedt er dyadische terugtrekking op. Er wordt meer tijd doorgebracht met (schoon)familie.

  • Ouderdom: de sociale netwerken krimpen, wat voornamelijk komt doordat ouderen selectiever zijn.

  • Er zijn een aantal genderverschillen in vriendschappen. Vriendschappen van vrouwen worden meestal gekenmerkt door het delen van emoties en self-disclosure en worden ook wel face-to-face genoemd, terwijl vriendschappen van mannen meestal draaien om gemeenschappelijke activiteiten, kameraadschap en plezier en daarom side-by-side genoemd worden.

  • Er zijn ook individuele verschillen in vriendschap die vriendschap beïnvloeden: self-monitoring, behoefte aan intimiteit en relational self-construal.

  • Moeilijkheden in vriendschappen zijn verlegenheid en eenzaamheid.

  • Eenzaamheid ontstaat als er een discrepantie is tussen het aantal en de kwaliteit van relaties dat we willen en dat we krijgen. Volgens Weiss zijn er twee vormen: sociale isolatie en emotionele isolatie.

  • Sommige mensen zijn chronisch verlegen, er zijn drie karakteristieken die hen onderscheiden van anderen: angst voor negatieve beoordeling, negatief zelfbeeld en slechtere sociale vaardigheden. Zij maken helaas juist vaak de negatieve indruk die ze willen vermijden, door hun verlegenheid.

  • Mensen hebben een need to belong. Wanneer iemand zich te weinig verbonden voelt met sociale contacten, is dit schadelijk voor de gezondheid. Eenzame mensen hebben chronisch een hogere bloeddruk en meer stresshormonen. Meestal is eenzaamheid een tijdelijke staat, maar ongeveer 50 procent van de individuele verschillen in eenzaamheid is erfelijk. Eenzaamheid kan leiden tot depressie.

Hoe uit zich liefde door de geschiedenis heen en in het nu? - BulletPoints 8

  • In de geschiedenis van liefde verschillen attitudes erover op ten minste vier vlakken: culturele waarde, seksualiteit, seksuele oriëntatie en huwelijk. Tegenwoordig vinden veel jongvolwassenen in het westen dat liefde een voorwaarde is voor het huwelijk.

  • Sternberg stelt dat een combinatie van drie aspecten verschillende soorten liefde vormen:

    1. Intimiteit: gevoelens van warmte, begrip, communicatie, steun.

    2. Passie: gekenmerkt door fysieke arousal en verlangen

    3. Verbondenheid: aangaan en behouden van een relatie

  • Intimiteit is emotioneel van aard, passie motivationeel en verbondenheid cognitief. De drie componenten kunnen veranderen na verloop van tijd, er kunnen meerdere soorten liefde voorkomen gedurende een relatie. Elk component wordt gereguleerd door een ander hersengebied. Er zijn drie gerelateerde maar te onderscheiden biologische systemen: lust, aantrekking en hechting.

  • Romantische, gepassioneerde liefde is geworteld in twee factoren: fysieke arousal en de overtuiging dat de ander de oorzaak hiervan is. Romantische liefde wordt gekenmerkt door hoge intimiteit, afhankelijkheid en zorg en is vooral van vriendschap te onderscheiden door een hogere intensiteit en drang om hieraan te voldoen.

  • Volgens het self-expansion model zorgt liefde ervoor dat onze zelfconcepten veranderen en zich uitbreiden door nieuwe ervaringen die onze partner ons brengt.

  • Vriendschappelijke liefde is een comfortabele, geaffectioneerde, en vertrouwende liefde voor een partner, gebaseerd op een diep gevoel van vriendschap, kameraadschap en het delen van activiteiten, interesses en humor. De fysieke basis is anders dan romantische liefde.

  • Meedogende liefde combineert intimiteit (vertrouwen en begrip) met zorgzaamheid (empathie, nederigheid en opoffering). Meedogende liefde zorgt voor een meer accuraat begrip van de sterke en zwakke punten van onze partners.

  • Er zijn zes stijlen van liefde te onderscheiden: eros, ludus, storge, mania, agape, pragma. Het best zijn ze te beschouwen als thema’s in liefdeservaringen. De soorten liefde van Sternberg zijn positief gerelateerd aan agape en eros, en negatief aan ludus. De liefdesstijlen van Lee wijzen ons op de individuele verschillen die zich vaak voordoen.

  • Liefde is veel hetzelfde over de hele wereld, toch bestaan er culturele nuances. Westerse landen besteden bijvoorbeeld meer aandacht aan uiterlijk en gelijkheid, en oosterse landen aan persoonlijkheid, meningen en fysieke arousal.

  • Veilig gehechte mensen genieten meer van de vier elementen van liefde dan onveilig gehechte mensen. De vier elementen zijn: intimiteit, passie, verbondenheid, zorg geven en ontvangen.

  • Wanneer mensen ouder worden merken zij minder intense maar wel meer positieve gevoelens.

  • Mannen en vrouwen zijn meer gelijk dan verschillend wanneer het aankomt op liefde. Vrouwen kiezen hun geliefde zorgvuldiger dan mannen, zij worden ook minder snel verliefd.

  • Romances en passie vergen fantasie, nieuwsgierigheid en arousal. Deze drie componenten vervagen wat met de tijd.

  • Vriendschappelijke liefde is heel plezierig en meer stabiel dan romantische liefde. Wanneer geliefden hun best doen om verveling te voorkomen en goede vrienden zijn, vergroten zij de kans op een langdurige, goede relatie.

Hoe vormt seksualiteit de aard en staat van relaties? - BulletPoints 9

  • Onze romantische relaties hebben vaak een seksueel component en ons seksuele gedrag en tevredenheid zijn vaak afhankelijk van de aard en staat van onze relatie.

  • De meeste mensen vinden dat seks voor het huwelijk toegestaan is, maar de meeste keuren seks buiten eigen relatie wel af. Er lijkt dus sprake te zijn van tolerantie op voorwaarde van affectie.

  • Er is een grotere kans dat mannen gemeenschap hebben zonder intimiteit dan vrouwen, daarnaast hebben zij een tolerantere houding tegenover seks voor het huwelijk dan vrouwen. Daarentegen worden vrouwen harder en wreder beoordeeld dan mannen als ze seksueel ervaren of tolerant zijn. Deze ongelijkheid wordt ook wel de sexual double standard genoemd.

  • Een hookup is een seksuele interactie die vaak niet langer stand houdt dan één nacht. Zowel mannen als vrouwen hebben niet de intentie om een langdurige relatie aan te gaan na de hookup.

  • Attitudes tegenover homoseksualiteit zijn veel negatiever dan tegenover heteroseksualiteit. Beoordelingen lijken sterk af te hangen van de overtuiging waarom iemand homoseksueel is: homoseksualiteit wordt meer geaccepteerd als aangenomen wordt dat de oorzaak biologisch is in plaats van een eigen keuze.

  • 95% van de mensen heeft gemeenschap gehad voor het huwelijk en de gemiddelde leeftijd is 17 jaar voor zowel mannen als vrouwen.

  • Er zijn verschillende redenen voor seks binnen een relatie, vier onderliggende thema's voor deze redenen zijn: emotioneel, fysiek, pragmatisch, onzekerheid.

  • De benadering van sociaal-seksuele oriëntatie beschrijft de overtuigingen en gedragingen die onze gevoelens over seks beschrijven. Zo bestaat er een restricted (alleen seks in een hechte, affectieve relatie) en een unrestricted sociaal-seksuele (hechte, affectieve relatie niet nodig) oriëntatie.

  • De good genes hypothesis geeft de suggestie dat sommige vrouwen profiteren van een tweevoudige paringstrategie (dual mating strategy) waarin ze (1) een lange termijnpartner zoeken die middelen levert om het nageslacht te beschermen en verzorgen en (2) bij andere mannen goede genen zoeken voor hun nageslacht.

  • De kans is groter dat vrouwen met een partner met overeenkomende genen vreemd gaan met een man met verschillende genen als ze vruchtbaar zijn. Verschillende genen geven een sterker immuunsysteem aan de kinderen. Vrouwen voelen zich meer aangetrokken tot andere mannen in de periode dat ze vruchtbaar zijn.

  • Een ander perspectief op ontrouw richt zich op de relatiekwaliteit. Zoals te verwachten zijn mensen meer geneigd ontrouw te zijn als ze ontevreden zijn met de huidige relatie en de kwaliteit van hun alternatieven hoog is.

  • Mannen hebben over het algemeen een groter seksueel verlangen. Hierdoor ontstaat het principle of lesser interest: vrouwen kunnen seks gebruiken als ruilmiddel omdat zij minder afhankelijk zijn van hun seksuele verlangen. Ook kunnen er problemen ontstaan door deze verschillen.

  • De meeste mensen gebruiken geen condoom als ze seks hebben, zowel bij een tijdelijke partner als in een relatie. Hiervoor zijn verschillende redenen:

    • Het onderschatten van het (cumulatieve) risico (wat groter is dan gedacht wordt). Daarbij worden mensen beïnvloed door een illusie van unieke onkwetsbaarheid (illusion of unique invulnerability): het idee dat de kans groter is dat andere mensen nare dingen overkomen dan onszelf.

    • Verkeerde keuzes maken, waarvan seksuele opwinding, gebruik van alcohol en/of drugs oorzaken kunnen zijn.

    • Meervoudige onwetendheid.

    • Machtsverschillen.

    • Onthoudingseducatie wat verteld dat condooms niet werken (wat natuurlijk niet waar is).

    • Verminderde intimiteit en plezier. Dit is de belangrijkste reden.

  • Onafhankelijk van frequentie zijn seksuele interacties het meest belonend als ze de basisbehoeftes van de mens voor autonomie, bekwaamheid (competence) en verbondenheid (relatedness) vervullen. Motivaties voor seksuele interactie beïnvloeden eveneens onze tevredenheid.

  • Duidelijke communicatie over seks wordt geassocieerd met grotere tevredenheid. Hechtingsstijl heeft ook invloed op seksualiteit. Mensen met een veilige hechtingsstijl hebben over het algemeen het meeste zelfvertrouwen, een betere manier van communiceren en ervaren een grotere tevredenheid met hun seksleven dan mensen met een andere stijl.

  • Goede seks is ook afhankelijk van de vervulling van behoeftes van beide personen door een partner die de specifieke seksuele verlangens van de ander begrijpt en respecteert, de ander op waarde te schatten en toegewijd zijn aan de relatie, genieten van bij elkaar zijn, zowel in als buiten het bed.

  • Seksuele dwang bestaat als iemand met opzet de ander overhaalt, provoceert, onder druk zet of zelfs dwingt tot seksuele activiteit tegen diens wil in.

Wat is het effect van stress en problemen op relaties? - BulletPoints 10

  • Vanuit onze need to belong, hechten de meeste mensen veel waarde aan wat hun partner van hun vindt, dit wordt ook wel relation evaluation genoemd.

  • Over tijd worden we geconfronteerd met zeven verschillende maten van acceptatie en afwijzing (maximale inclusie, actieve inclusie, passieve inclusie, ambivalentie, passieve exclusie, actieve exclusie, maximale exclusie). Uitsluiting kan om positieve en negatieve redenen zijn.

  • Er bestaat een complexe relatie tussen acceptatie, uitsluiting en evaluatie. Ook blijkt dat ons gevoel van zelfwaarde nauwelijks meer verandert naar mate men meer afgewezen of geaccepteerd wordt. Maximale exclusie doet dus niet meer pijn dan ambivalentie. Hechtingsstijlen en zelfwaardering hebben invloed op gevoelens van hurt.

  • Uitsluiting is krachtig en pijnlijk omdat het sociale basisbehoeften bedreigt: need to belong, zelfwaarding en een gevoel van controle over interacties. Het brengt mensen in een lethargische staat.

  • Pijn, woede en angst definiëren samen jaloezie. Er zijn twee typen jaloezie: reactieve en wantrouwende jaloezie. Reactieve jaloezie (reactive): Als iemand zich bewust wordt van een werkelijke bedreiging van een waardevolle relatie. Wantrouwende jaloezie (suspicious): Als iemand jaloers is zonder dat er een aanleiding of reden voor is.

  • Een belangrijke voorspeller van jaloezie is afhankelijkheid van de relatie (lage CLalt) en wordt ook versterkt door inadequaatheid in een relatie. Hechtingsstijlen, persoonlijkheidstrekken (neuroticisme) en traditionele genderrollen hebben ook voorspellende waarde voor jaloezie.

  • We zijn voornamelijk vatbaar voor concurrentie van onze vrienden, ex-liefdes en mensen die ons overtreffen op vlakken die we belangrijk vinden. Concurrenten met een hoge mate value waarbij we slechter zijn in vergelijking, zijn bedreigend.

  • Mannen zijn wat seksuele ontrouw betreft jaloerser, vrouwen zijn gevoeliger voor jaloezie omtrent emotionele ontrouw aldus het evolutionaire perspectief.

  • Mate poaching is gedrag dat bedoeld is om iemand aan te trekken die al in een relatie verwikkeld is.

  • Belangrijk voor het verminderen van jaloezie is het verminderen van de connectie tussen exclusiviteit binnen een relatie en zelfwaardering. Hiervoor zijn twee technieken: vertrouwen op eigen kracht en zelfondersteuning.

  • In de meeste interacties is de meest voorkomende leugen één die voordelig is voor de leugenaar door beschaming of onzekerheid te voorkomen of om goedkeuring of middelen te verkrijgen.

  • Mensen met goede sociale vaardigheden en degenen die zich zorgen maken om de indruk die ze maken, vertellen meer leugens dan minder extraverte mensen. Mensen met een onveilige hechtingsstijl vertellen ook meer leugens. Zij zijn vooral te herkennen aan non-verbaal gedrag.

  • Verraad kan gedefinieerd worden als onaangename, pijnlijke acties door mensen die we vertrouwen en van wie we een dergelijke actie niet verwacht hadden. Het is gedrag dat de normen van loyaliteit, respect en betrouwbaarheid in een intieme relatie overtreedt.

  • Vergeving is een beslissing om het waargenomen of werkelijke recht om een rekening te vereffenen met degene die je onrecht heeft aangedaan op te geven

Welke conflictsituaties kunnen voortkomen uit relaties? - BulletPoints 11

  • Een interpersoonlijk conflict bestaat als de motieven, doelen, overtuigingen, meningen of gedragingen van de één onverenigbaar zijn of interfereren met die van de ander. Er is sprake van ongelijkheid.

  • Tegenstrijdige motieven worden ook wel dialectics genoemd. Vier belangrijke zijn: autonomie vs. verbondenheid, openheid vs. geslotenheid, stabiliteit en verandering en integratie en separatie.

  • Er zijn een aantal factoren van invloed op de frequentie van conflicten: persoonlijkheid, hechtingsstijl, levensfase, gelijkheid, alcohol.

  • Conflicten kunnen over elk onderwerp gaan, er zijn vier veelvoorkomende categorieën: kritiek, onrechtvaardige eisen, afwijzingen, cumulatieve irritaties.

  • Een andere bron van verschil van mening zijn de verschillende perspectieven van beide partners. Actor-observer effecten leiden tot verschillende verklaringen voor dezelfde acties en self-serving biases leiden tot het positiever beoordelen van de eigen acties.

  • Het aangaan van het conflict (engagement) ken leiden tot onderhandeling (negotiation) of tot escalatie (escalation).

  • Wanneer mensen in een conflict lelijke dingen zeggen, kan dit op twee typen manieren: directe tactieken met expliciete opmerkingen en indirecte tactieken, met meer subtiele opmerkingen.

  • Een veelvoorkomend interactiepatroon is het zogenaamde demand/withdraw patroon, waarbij de één (de vrager/demander) kritiek levert, zeurt, dingen vraagt van de ander, terwijl de partner (de terugtrekker/withdrawer) confrontatie vermijdt, zich terugtrekt en zich defensief gedraagt. Verklaringen hiervoor zijn genderverschillen en social structure hypothese.

  • Meestal is in een conflict de uiteindelijke fase die van onderhandeling, partners verkondigen hun posities en proberen een oplossing te vinden. Ook hier zijn directe tactieken en indirecte tactieken.

  • Rusbult onderscheidt vier soorten van reactie op conflict: uiting, loyaal, beëindigend of verwaarlozend. Zij zijn constructief of destructief en actief of passief van aard.

  • De voorbijgaande, bevestigende en vermijdende benadering van een conflict leiden tot een stabiel huwelijk. De vijandige benadering kan schadelijk zijn voor de relatie.

  • Er zijn vijf uitkomsten van conflicten beschreven door Peterson: afzondering, overheersing, compromis, geïntegreerd akkoord en structurele verbetering.

  • Een techniek die kan helpen om negatieve interactie te voorkomen is de speaker-listener technique. Deze geeft structuur in kalm en duidelijk communiceren over gevoelige onderwerpen die actieve luistervaardigheden bevordert en de kans vergroot dat partners elkaar begrijpen en bevestigen ondanks hun verschil van mening.

Hoe beïnvloedt het uiten van sociale macht een relatie? - BulletPoints 12

  • Sociale macht is de mogelijkheid om het gedrag van anderen te beïnvloeden en hun invloed op ons te weerstaan.

  • Volgens de interdependencey theory is macht gebaseerd op de controle van waardevolle middelen. Als iemand iets bezit dat je graag wil, ben je bereid om je in zekere mate te schikken naar de wensen van diegene.

  • Volgens de interdepencency theory zijn er twee soorten macht: fate control en behaviour control.

  • Volgens French en Raven zijn er zes soorten machten: door beloning, door dwang/bestraffing, door de wet, door toewijzing, door expertise en door informatie.

  • Vele relaties hebben een machtsverschil welke sterk beïnvloedt wordt door culturele normen en waarbij de man vrijwel altijd de dominante partner is.

  • Ons taalgebruik en onze stijl van paralanguage zijn twee zeer subtiele en doordringende processen van macht.

  • In de strategieën die gebruikt worden om te beïnvloeden zijn twee thema’s te onderscheiden: manier van uiten van de wens en de mate waarin mensen hun doelen proberen te bereiken via interactie met hun partner.

  • Homoseksuele koppels gebruiken dezelfde strategieën, terwijl binnen heteroseksuele koppels verschillen bestaan: mannen maken meer gebruik van directe en bilaterale strategieën en vrouwen meer van indirecte en unilaterale strategieën.

  • Met de Conflict Tactics Scale (CTS) beschrijven mensen hun gebruik van psychologische en fysieke agressie tegen hun partner.

  • Mate-guarding is het proberen de toegankelijkheid van alternatieve partners die een bedreigen kunnen vormen te controleren en reduceren.

  • Johnson stelt dat er drie soorten van geweld zijn in liefdesrelaties welke ontstaan vanuit verschillende bronnen: situationeel koppelgeweld, intiem terrorisme en gewelddadige weerstand.

  • Op situationeel koppelgeweld zijn volgens Vinkel drie verschillende soorten invloeden: aanstichtende, versterkende en remmende invloeden.

  • Versterkende en remmende invloeden zijn er van vier soorten: achtergrond, dispositioneel, relationeel en situationeel.

  • Mensen die gebruik maken van intiem terrorisme doen dit ofwel omdat ze onhandig en meelijwekkend zijn: het geweld is een manier om te voorkomen dat hun partners ze verlaten, ofwel omdat ze boosaardig, antisociaal en/of narcistisch zijn: het geweld is één van de manieren om te krijgen wat ze willen.

  • Stalking is het opdringerig volgen van iemand die dat niet wil. Het omvat herhaaldelijk, kwaadwillig volgen en storen en kan de vorm aannemen van telefoontjes, brieven, observatie en andere inbreuk van privacy.

Hoe om te gaan met de beëindiging en het verlies van relaties? - BulletPoints 13

  • Slechts de helft van de volwassen populatie is momenteel getrouwd, een van de gevolgen van het hoge scheidingspercentage is dat ongeveer een vierde van de kinderen opgroeit in een eenoudergezin, meestal met de moeder.

  • Wanneer mensen getrouwd zijn, zijn ze eerder geneigd om bij elkaar te blijven dan wanneer ze ‘slechts’ samenwonen, omdat deze relaties moeilijker te verbreken zijn. Een huwelijk biedt vaak meer mogelijkheden om bijvoorbeeld het geld eerlijker te verdelen, dan een andere vorm van samenzijn.

  • Volgens Levinger zijn er drie soorten invloeden van het beëindigen van een relatie geïdentificeerd: aantrekking (versterkt door beloningen die een relatie biedt en verminderd door kosten van de relatie), alternatieven (alle alternatieven voor huidige relatie) en barrières die het verlaten van een relatie bemoeilijken (psychisch of materieel).

  • Het vulnerability stress adaption model is een algemeen model van huwelijksinstabiliteit dat drie invloeden benadrukt die de kans op een scheiding verhogen: durende kwetsbaarheden, stressvolle gebeurtenissen en aanpassingsprocessen.

  • Het PAIR project (Processes of Adaption in Intimate Relationships) is een longitudinaal onderzoek dat zich richtte op de manier waarop partners zich aanpassen aan hun gezamenlijke leven. Over het algemeen daalde huwelijkstevredenheid over tijd. Mogelijkheden hiervan zijn uitgewerkt in drie modellen:

    1. Enduring dynamics model

    2. Emergent distress model

    3. Disillusionment model

  • Het years of marriage project focust zich op de sociale condities die koppels tegenkomen en die hun huwelijken kunnen beïnvloeden: culturele context, persoonlijke context en relationele context.

  • Hoewel vaak een lange periode van ongelukkigheid en leed voorafgaat aan een scheiding, besluiten mensen doorgaans echter pas te scheiden als ze ervan overtuigd raken dat ze beter af zijn zonder hun partner.

  • De meest voorkomende manier waarin een voorechtelijke relatie eindigt, is door een geleidelijke toename in ontevredenheid waardoor één van de twee herhaalde pogingen doet om de relatie te beëindigen zonder ooit die intentie bekend te maken en zonder pogingen te doen de relatie te verbeteren. Dit patroon wordt aanhoudende indirectheid (persevering indirectness) genoemd.

  • Duck stelt vijf algemene fases tijdens het verbreken van de meeste relaties: persoonlijke fase, dyadische fase, sociale fase, rouwfase en opstandingsfase.

  • Narratieven zijn verhalen die een verklaring van iemands ervaring vormen en zijn gevuld met beschrijvingen, gevoelens, interpretaties, verwachtingen, handelingen en verklaringen van gebeurtenissen, en brengen vaak orde in een opeenvolging van gebeurtenissen. Zij zijn erg informatief.

  • Chuming is het bij elkaar terug komen na een break up. Meestal pakt dit niet goed uit.

  • Er zijn vier soorten na-huwelijkse relaties: vurige vijanden, boze deelnemers, samenwerkende collega’s en perfecte maatjes.

  • Scheiding kan voor kinderen leiden tot een aantal invloedrijke stressoren: financiële problemen, verlies van een ouder, ouderlijke stress en familieconflicten.

Wat komt kijken bij het onderhoud en herstel van relaties? - BulletPoints 14

  • Relatieonderhoud mechanismen (relationship maintenance mechanisms) zijn strategische handelingen die mensen vertonen om hun relaties te steunen. Er zijn cognitieve en gedragsmatige onderhoudsmechanismen.

  • Cognitieve onderhoudsmechanismen kunnen zijn: cognitieve wederzijdse afhankelijkheid, positieve illusies, waargenomen superioriteit, onoplettendheid voor alternatieven en vermindering van aantrekkelijke alternatieven.

  • Onderhoudsmechanismen in gedrag zijn bereidheid tot opoffering, het Michelangelo fenomeen, accommodatie, spel en vergeving.

  • Canary en Stafford onderscheiden negen strategieën die helpen de relatie te onderhouden: positiviteit, openheid, bevestiging, delen van sociaal netwerk, eerlijke taakverdeling, vermijding, steun, humor en gezamenlijke activiteiten. De belangrijkste blijken positiviteit, bevestiging en eerlijke taakverdeling te zijn.

  • Het onderhouden van relaties helpt om ze in een goede conditie te houden. Dit geeft natuurlijk geen garantie, zij kunnen nog steeds afbreken of moeten gerepareerd worden. Dit kun je zelf doen, preventief of in relatietherapie.

  • Preventief onderhouden kan gedaan worden via het Prevention and Relationship Enhancement Program (PREP) is een van de bekendste preventieprogramma’s. Het duurt doorgaans vijf sessies waarin verschillende onderwerpen behandeld worden.

  • Gedragstherapie met koppels (behavioral couple therapy, BCT) motiveert koppels om aangenamere en meer belonende partners te worden. Het richt zich op huidige interacties en probeert negatief en bestraffend gedrag te vervangen door meer positief en vrijgevig gedrag. Twee varianten hierop zijn cognitive-behavioral couple therapy (CBCT) en integrative behavioral couple therapy (IBCT)

  • Bij IBCT gaat het om acceptatie van elkaars imperfecties, dit wordt bereikt door drie technieken: empathische verbinding, uniforme afstandelijkheid en tolerantie bouwen.

  • Andere relatietherapieën zijn: emotionally focused couple therapy (EFCT): afgeleid van de hechtingstheorie, insight-oriented couple therapy (IOCT).

Image

Access: 
Public

Image

This content refers to .....
Psychology and behavorial sciences - Theme

Image

 

 

Contributions: posts

Help other WorldSupporters with additions, improvements and tips

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.

Image

Spotlight: topics

Check the related and most recent topics and summaries:
Activity abroad, study field of working area:

Image

Check how to use summaries on WorldSupporter.org

Online access to all summaries, study notes en practice exams

How and why use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?

  • For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
  • For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
  • For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
  • For compiling your own materials and contributions with relevant study help
  • For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.

Using and finding summaries, notes and practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Use the summaries home pages for your study or field of study
  2. Use the check and search pages for summaries and study aids by field of study, subject or faculty
  3. Use and follow your (study) organization
    • by using your own student organization as a starting point, and continuing to follow it, easily discover which study materials are relevant to you
    • this option is only available through partner organizations
  4. Check or follow authors or other WorldSupporters
  5. Use the menu above each page to go to the main theme pages for summaries
    • Theme pages can be found for international studies as well as Dutch studies

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance

Main summaries home pages:

Main study fields:

Main study fields NL:

Follow the author: Vintage Supporter
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Statistics
2872 1