Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>

TentamenTests bij Testtheorie: Inleiding in de theorie van de psychologische test en zijn toepassingen van Drenth en Sijtsma - 4e druk

Hoe verloopt de historische testontwikkeling van het testen? - TentamenTests 1

Meerkeuzevragen bij hoofdstuk 1

MC vraag 1

De chronologische leeftijd zoals die gebruikt wordt bij de berekening van het kalenderleeftijd Binet staat eigenlijk voor:

  1. De behaalde testscore omgezet in maanden.
  2. De behaalde testscore gecorrigeerd voor het aantal maanden.
  3. De volgens kalenderleeftijd verwachte testscore.
  4. De leeftijd in maanden met een maximum van 180 maanden.

Antwoorden Meerkeuzevragen bij hoofdstuk 1

MC vraag 1

C. De volgens kalenderleeftijd verwachte testscore.

Wat zijn de definitie, kenmerken en toepassingen van de test? - TentamenTests 2

Open vragen bij hoofdstuk 2

Open vraag 1

Wanneer is een test objectief?

Open vraag 2

Beschrijf de opzet van een normeringsonderzoek. Houd bijvoorbeeld rekening met doelstelling van de test, beschrijving van de populatie, steekproeftrekking, en statistische analyse van de onderzoeksgegevens.

Open vraag 3

Hoe kan standaardisatie worden vergeleken met een experimentele controle?

Open vraag 4

Waarom is de beoordeling van personen met betrekking tot een psychologische eigenschap op basis van gedrag dat in het dagelijks functioneren wordt getoond, niet efficiënt?

Open vraag 5

Waarom is standaardisatie van de testprocedure belangrijk?

Open vraag 6

Wat is de functie van normen en normtabellen?

Open vraag 7

Noem zo veel mogelijk voorbeelden van testmateriaal, in aanvulling op een schriftelijke test of toets die uit een serie vragen of opgaven bestaat.

Open vraag 8

Hoe kan de objectiviteit van sterk subjectieve beoordelingsprocedures – een projectietest,maar ook de beoordeling van een opstel als onderdeel van een taaltoets – worden verbeterd?

Open vraag 9

Hoe komt het dat fysische metingen in het algemeen betrouwbaarder zijn dan psychologische metingen?

Open vraag 10

Wat wordt verstaan onder de validiteit van een test?

Open vraag 11

Als de getalswaarden die aan personen zijn toegekend alleen dienen om aan te geven tot welke groep iemand behoort, wat is dan het schaaltype van deze getallen?

Open vraag 12

Stel, ik tel testscores bij elkaar op. Van welk type schaaltypen ga ik dan zeker niet uit?

Open vraag 13

Als patiënt A volgens een test tweemaal zo rigide is als patiënt B, wat is dan het veronderstelde schaaltype van deze testscores?

Open vraag 14

Geeft u eens commentaar op uitspraken van het type als gedaan in opdracht 13.

Open vraag 15

Als een testprestatie aanleiding geeft tot de uitspraak dat de rekenvaardigheid van een leerling er op vooruitgegaan is, wat is dan het minimaal veronderstelde schaaltype van de testscore?

Open vraag 16

Wat wordt bedoeld met de uitspraak dat het nulpunt van een intervalschaal arbitrair is?

Antwoordsuggesties Open vragen bij hoofdstuk 2

Open vraag 1

Objectiviteit; de onafhankelijkheid van storende invloeden vanuit de persoon van de waarnemer, beoordelaar of interpretator. Voor de testinterpretatie houdt dit in dat men mag aannemen dat het proces van het registreren en verwerken van het testgedrag van de onderzochte tot score, beoordelingscategorie of classificatie, vrij is van aan de testleider gebonden invloeden.Het mag dus niet uitmaken wie de beoordelaar is. verder impliceert objectiviteit openheid en reproduceerbaarheid.

Open vraag 2

In het normeringsonderzoek is op z’n minst een rangorde vastgesteld van zeer goede tot zeer slechte prestaties, zodat iemands prestatie door middel van een plaatsbepaling in deze rangorde kan worden beoordeeld. Men is hierbij afhankelijk van de groep proefpersonen. Er ontstaat een discrete verdeling, die kan benaderd worden met een normale verdeling. Hiermee kunnen steekproeffouten gladgestreken worden.

Open vraag 3

Er is bij zowel bij standaardisatie als bij experimentele controle sprake van het onder controle houden van variabelen. Beiden zijn ook opnieuw uit te voeren, en wel dusdanig dat er dezelfde resultaten uitkomen.

Open vraag 4

Standaardisatie is belangrijk voor een test. Omdat je alleen iets verstandigs kan zeggen overeen testprestatie als deze vergelijkbaar zijn met de prestaties van anderen.

Open vraag 5

Het is niet efficiënt, omdat het alleen zin heeft als de onderzochte ten aanzien van die eigenschap wordt vergeleken met anderen. Hierbij kan gedacht worden aan een kleine, selecte groep, die in dezelfde omstandigheden verkeert. Dit is niet mogelijk als het gaat om gedrag in het dagelijks functioneren. De storende variabelen zijn niet controleerbaar.

Open vraag 6

Functie van normtabellen; de score kan vergeleken worden met de prestaties van meer of minder representatieve normgroepen. Deze mogelijkheid tot vergelijking vormt een voorwaarde voor een nadere interpretatie en evaluatie van de testprestatie of het testgedrag.

Open vraag 7

Verschillende voorbeelden van testmateriaal:

  • Een testboekje met opgaven die ter oplossing worden voorgelegd.
  • Bouwstenen.
  • Legpuzzels.
  • Tekenpapier.
  • Platen.
  • Foto’s.
  • Onvolledige zinnen.

Open vraag 8

Door het gebruik van meerdere beoordelaars. De overeenstemming tussen de beoordelaars kan dan gebruikt worden

Open vraag 9

Fysische metingen zijn over het algemeen objectiever. Er is minder sprake van interpretatie van de beoordelaar. Bij psychologische metingen is meer sprake van interpretatie van de beoordelaar.

Open vraag 10

Validiteit; de mate waarin een test meet wat hij beoogt te meten.

Open vraag 11

Nominaal.

Open vraag 12

Nominaal.

Open vraag 13

Interval.

Open vraag 14

Het is vaak niet terecht om dit op deze manier te zeggen.

Open vraag 15

Er is sprake van een vooruitgang, dus men moet iets kunnen vergelijken. De nominale schaal valt dus af. Bij de ordinale schaal is wel sprake van rangorde, maar nog niet van een ‘hoeveelheid vooruitgang’. Er is dus sprake van de intervalschaal of van de verhoudingsschaal.

Open vraag 16

Het arbitraire nulpunt is het punt vanaf waar men zich concentreert.

Welke indelingen, onderscheidingen en begrippen zijn er omtrent testtheorie? - TentamenTests 3

Open vragen bij hoofdstuk 3

Open vraag 1

Wat is een test voor prestatieniveau?

Open vraag 2

Wat is een test voor gedragswijze?

Open vraag 3

Wat is een enkelvoudige algemene niveautest (‘general ability test’)?

Open vraag 4

Wat zijn veelvoudige algemene niveautests? Waarin verschillen deze tests van enkelvoudigealgemene niveautests?

Open vraag 5

Waaraan moeten we denken bij het woord ‘geschiktheid’ in een testbatterij voor geschiktheden(‘multiple aptitude test’)?

Open vraag 6

Wat is de relatie tussen geschiktheidsfactoren en intelligentiefactoren?

Open vraag 7

Noem de drie specifieke problemen van het meten van gedragswijzen in vergelijking met hetmeten van prestatieniveaus.

Open vraag 8

Bij observatietests worden indirecte gegevens verzameld. In welk opzicht zijn de gegevensindirect?

Open vraag 9

Men neemt de antwoorden van onderzochten bij zelfbeoordeling doorgaans serieus. Hoewordt ermee omgegaan bij evaluatie van de persoonlijkheid?

Open vraag 10

Wat is de methode van de semantische differentiaal?

Open vraag 11

Wat geeft de score op een kwalitatieve prestatietest aan?

Open vraag 12

Waarom zijn de eisen aan de betrouwbaarheid van een test die wordt gebruikt inwetenschappelijk onderzoek minder streng dan die voor een test die wordt gebruikt voorindividuele diagnostiek?

Open vraag 13

Noem een voordeel en een nadeel van de groepstest.

Open vraag 14

Noem drie voordelen van de individuele test.

Open vraag 15

Noem een gevaar van de grotere hoeveelheid informatie die men kan verkrijgen via deindividuele wijze van testen in de context van beoordeling van de persoonlijkheid.

Open vraag 16

Geef aan hoe snelheid en nauwkeurigheid van werken met elkaar samenhangen.

Open vraag 17

Is snelheid van werken bij veel tests van belang? Licht het antwoord toe.

Open vraag 18

Zijn er tests die volledig cultuurvrij zijn? En zijn er tests die volledig cultuurbepaald zijn? Lichtuw antwoorden toe.

Open vraag 19

Wat wordt bedoeld met ‘skills’ in de context van testen?

Open vraag 20

Leg uit hoe de invloed van ‘skills’ op de testprestatie kan worden verminderd.

Open vraag 21

Wat wordt verstaan onder en indirecte test?

Open vraag 22

Noem enkele typen tests die als direct kunnen worden gekenschetst.

Antwoordsuggesties Open vragen bij hoofdstuk 3

Open vraag 1

Bij een prestatieniveau test is er van te voren altijd een norm van wat ‘goed’ of ‘fout’ is. Prestatieniveau tests worden onderverdeeld in: enkelvoudige algemene niveautest (diebestaat uit: individuele ontwikkelingstests, individuele intelligentietests voor volwassenen,algemene collectieve intelligentietests), veelvoudige algemene niveautests (testbatterijen voorintelligentiefactoren, testbatterijen voor geschiktheden), speciale niveautests (tests voorspeciale intelligentiefactoren, tests voor speciale geschiktheden, tests voor speciale niet-intelligentiefactoren) en vorderingentests.

Open vraag 2

Bij een test voor gedragswijze is er van te voren niet een ‘goed/fout’-sleutel beschikbaar. Hetgaat hierbij vooral om de Open vraag hoe iemand iets doet of op welke wijze de prestatieplaatsvindt. Test voor gedragswijze kunnen onderverdeeld worden in: observatietests(individuele observatietests, groepsobservatietests), somatofysiologische methoden(morfologisch onderzoek, fysiologisch onderzoek), zelfbeoordelingen (interessetests, waarde-en attitudetests, biografische vragenlijsten, persoonlijkheidsvragenlijsten), kwalitatieveprestatietests; bestaande uit niveautests voor gedragswijze (experimentele tests,motoriektests, intelligentietests, ‘karakter’tests, cognitieve/perceptuele stijlen) en projectietets(perceptietests, interpretatietests, expressietests, constructietests, associatietests,keuzetests).

Open vraag 3

Bij deze type test gaat het vooral om een algemeen beeld. Er wordt niet gekeken naar diversedimensies of aspecten die gemeten kunnen worden.

Open vraag 4

Bij deze test gaat het juist wel om een differentiatie van het te meten begrip, er wordt hier duswel gekeken naar de diverse dimensies en aspecten. De belangrijkste voorwaarde voord dezetest is dat de deeltests afzonderlijk gezien voldoende betrouwbaar en onafhankelijk zijn.

Open vraag 5

‘Geschiktheden’ worden hierbij gerefereerd aan een maatschappelijke taak of een schooltaak.Het pretendeert de vermogens te meten die iemand in staat stellen zich voor eenmaatschappelijke taak of schooleisen te bekwamen. Geschiktheid in deze in is dus vooral‘leergeschiktheid’.

Open vraag 6

Soms zijn geschiktheidsfactoren samengesteld uit diverse intelligentiefactoren. Technisch-mechanisch inzicht bestaat bijvoorbeeld uit ‘reasoning’, ruimtelijk inzicht en soms numeriekevaardigheid. In een testbatterij voor geschiktheden zijn deze eigenschappen in één technisch-inzichttest samengevoegd.

Open vraag 7

  1. Ten eerste zijn metingen van het prestatieniveau vaak zonder veel moeite te generaliserenvan een kunstmatige testsituatie naar het praktische of maatschappelijke functioneren, bijgedragswijzen is dit niet zo gemakkelijk te doen.
  2. Ten tweede zijn er bij prestatietests vaak welobjectieve gegevens die als criterium kunnen dienen, bij de gedragswijzen zijn er niet veelobjectieve criteria.
  3. Ten derde zijn persoonlijkheidstrekken in vergelijking met capaciteiten vaak minder stabiel, minder over situaties generaliseerbaar en minder gelijkmatig van invloed opgedrag.

Open vraag 8

Het is indirect omdat de informatie steeds van een onafhankelijke beoordelaar komt die deonderzochte observeert.

Open vraag 9

Er wordt gekeken naar de antwoorden die gegeven worden op bepaalde uitspraken. De scoredie hieruit voortvloeit kan bijvoorbeeld vergeleken worden met de ‘ideale’ persoon

Open vraag 10

Hierbij wordt de onderzochte geOpen vraagd een serie eigenschappen, gebeurtenissen of objectente beoordelen op een aantal bipolaire dimensies, zoals ‘mooi/lelijk’, ‘glad/ruw’ en ‘sterk/zwak’.

Open vraag 11

Bij een kwalitatieve prestatietest gaat het niet om de Open vraag of de opdracht goed of fout wordtuigevoerd, maar om de wijze waarop deze wordt uitgevoerd, hetgeen dan informatief zou zijnmet het oog op een bepaalde persoonlijkheidstrek of een klinisch syndroom. De score geeftdus een indicatie van de trek of het syndroom, en niet van de juistheid van de oplossing.

Open vraag 12

Bij wetenschappelijk onderzoek heeft men te maken met een minder hogemeetnauwkeurigheid. Weliswaar dient de testscore nog steeds behoorlijk betrouwbaar te zijn,maar om bijvoorbeeld nauwkeurig verschillen tussen groepen te kunnen bepalen, is vooral degrootte van de steekproef van proefpersonen van belang. Voor individueel testgebruik wordenhogere eisen gesteld dan voor gebruik in wetenschappelijk onderzoek. Daarom moeten testsdie zijn bedoeld voor individueel gebruik nauwkeuriger zijn, dus meer items bevatten.

Open vraag 13

  • Voordeel: veel personen worden tegelijk getest, wat een besparing aan tijd en geld betekent.
  • Nadeel: het kan niet gerealiseerd worden bij kinderen jonger dan een jaar of vijf.

Open vraag 14

  1. Ten eerste is er de mogelijkheid bij individueel testen dat je de onderzochte kunt stimuleren alsde indruk ontstaat dat hij zijn best niet doet.
  2. Ten tweede kan men beter nagaan of deonderzochte de opgave heeft begrepen.
  3. Ten derde biedt de individuele test meermogelijkheden om de onderzochte te observeren.
  4. Ten vierde verzamelt men hierbij allerleikwalitatieve gegevens over diens gedrag en prestatie.

Open vraag 15

Het verkrijgen van meer informatie kan bezwaarlijk zijn omdat deze informatie niet op eengestandaardiseerde wijze wordt verkregen. Men loopt dan het gevaar dat allerlei toevalligegedragingen en reacties serieus worden genomen. Uit nogal wat empirisch onderzoek isgebleken dat het meenemen van dit soort van subjectieve informatie in het oordeel niet totbetere voorspellingen leidt (en soms zelfs tot slechtere) in vergelijking met de voorspelling opbasis van de testuitslagen alleen.

Open vraag 16

Naarmate iemand vaardiger is, of meer inzicht heeft, kan hij de vragen en opdrachten snelleren beter uitvoeren. Dit houdt in dat onder verschillende tijdcondities naar verwachting dezelfdepersonen hoog of laag scoren.

Open vraag 17

Nee, bij de bepaling van bijvoorbeeld iemands woordenschat, kennisniveau, en sensorische ofartistieke vaardigheden is het snelheidselement niet belangrijk. Bij eigenschappen waarbijsnelheid wel een belangrijk element is, is het de Open vraag in welke mate het snelheidskarakter inde test moet worden geaccentueerd.

Open vraag 18

Uitvoerige ervaring met het testen van cultuur uiteenlopende populaties rechtvaardigt deconclusie dat zuivere cultuurvrije tests niet bestaan. Daarentegen bestaan cultuurbepaaldetests wel.

Open vraag 19

Het reageren op de items in een test via een bepaalde actie of het beantwoorden ofinvullen van vragen vereist in het algemeen, behalve de beoogde eigenschappen,vaardigheden of ‘skills’ die men niet wil meten. Een voorbeeld van ‘skills’ is het kunnen horenvan een instructie en het kunnen zien van de opgaven.

Open vraag 20

Het is noodzakelijk om ervan uit te gaan of ervoor te zorgen dat de vereiste ‘skills’ volledigworden beheerst, zodat ze geen variatie in testscores veroorzaken. Dit kan men bereiken op drie manieren:

  1. De individuele verschillen in ‘skills’ kunnen zelf worden gereduceerd door bijvoorbeeld deinstructie uit te breiden en meer oefenopgaven te geven.
  2. De interpretatie van de testscores kan worden beperkt tot het gedeelte van de populatie datde vereiste ‘skills’ bezit.
  3. De invloed van de verschillen in ‘skills’ kunnen worden verminderd door het ontwikkelen van‘skill-reduced’ tests.

Open vraag 21

Als de betekenis van de test, datgene wat men wil meten of voorspellen, aan de onderzochte NIET bekend is, spreken we van een indirecte test.

Open vraag 22

Vele prestatieniveautests, zoals: vorderingentests, biografische informatielijsten,opinievragenlijsten en attitudetests. Bij een directe test begrijpt de onderzochte het doel vande test en dit is in overeenstemming met de bedoeling van de testleider.

Meer TentamenTests - Hoofdstuk 4 t/m 10 (Exclusief voor wie volledige online toegang heeft)

Exclusive section of this page (for members with extra services and online access)

Image

Access: 
Public

Image

This content is used in:

Tentamens: oude tentamens voor Psychodiagnostiek en psychopathologie, oefenmateriaal en tentamentips

Click & Go to more related summaries or chapters

Image

 

 

Contributions: posts

Help other WorldSupporters with additions, improvements and tips

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.

Image

Spotlight: topics

This content is also used in .....

Image

Check how to use summaries on WorldSupporter.org
Submenu: Summaries & Activities
Follow the author: Psychology Supporter
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Statistics
Search for summaries and study assistance

Select any filter and click on Apply to see results