Ongeval St. Oedenrode - Arrest

 HR 23 oktober 1992, NJ 1992, 813 (Ongeval St. Oedenrode)

Relevante artikelen

Art. 150 Rv ( Art 177 oud Rv)

Casus

Verloofden Van der Velden en Van der Pasch rijden terug naar huis na een verjaardag. Van der Pasch heeft alcoholhoudende dranken genuttigd en om die reden bestuurt Van der Velden de personenauto. Na een ruime bocht raakt bestuurder de macht over het stuur kwijt. Met als gevolg dat de auto van de weg raakt en tegen een boom aan rijdt. Van der Pasch loopt hierbij ernstige letsel op, hij raakt blind aan één oog.

Van der Pasch spreekt samen met zijn Ziekenfonds zijn verloofde/toenmalige verloofde aan op grond van aansprakelijkheid wegens onrechtmatige daad. De bedragen lopen hoog op.

Van der Velden voert hiertegen verweer. De rechtbank biedt haar de mogelijkheid om getuigenbewijs te leveren. Van der Velden gaat hiertegen in beroep. Het hof vernietigd het vonnis en geeft nu Van der Pasch en het Ziekenfonds de mogelijkheid om getuigenbewijs te leveren. Mede op grond van het horen zeggen van verbalisanten, wordt door het hof geoordeeld dat de kans bestaat dat de fout toegerekend kan worden aan een ander dan Van der Velden.

Van der Pasch en het Ziekenfonds gaan hiertegen in cassatie.

Rechtsvraag

Op welke manier dient de hoofdregel ‘Wie stelt, moet bewijzen’ toegepast te worden in verkeerssituaties waarbij de passagier naast de bestuurder letsel overhoudt?

Hoge Raad

Op grond van artikel 150 Rv valt te stellen dat een andere bewijslastverdeling had moeten plaatsvinden dan het hof heeft geoordeeld. M.b.t. de hoofdregel ‘Wie stelt, moet bewijzen’ kan gesteld worden dat Van der Pasch en het Ziekenfonds de bewijslast dragen van de door hen gestelde feiten. Van der Velden is dan op haar beurt gehouden de feiten te bewijzen die zij aanvoert ter motivering van betwisting van de eerder aangevoerde feiten die naar voren zijn gebracht door haar wederpartij.

Van der Velden kan enkel worden belast met de bewijslast van de door haar gestelde feiten. Vereist is op feitelijke grond dat de eisers de door hen aangevoerde feiten afdoende hebben bewezen. Indien sprake is van de gronden, genoemd in het slot van bovengenoemd artikel, dan kan Van der Velden ook belast worden met de bewijslast.