Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>

TentamenTests bij Statistical Methods for the Social Sciences van Agresti - 6e druk

Wat zijn statistische methoden? - TentamenTests 1

Meerkeuzevragen bij hoofdstuk 1

MC vraag 1

Welk soort data beschrijft de populatie?

  1. De parameter
  2. De statistiek
  3. De steekproef
  4. De regressie

Open vragen bij hoofdstuk 1

Open vraag 1

Wat is het verschil tussen beschrijvende en inferentiële statistiek?

Open vraag 2

Lydia doet onderzoek naar de invloed van kauwgum kauwen op concentratie bij jongeren. Ze selecteert deelnemers op verschillende middelbare scholen om mee te doen aan haar experiment. Wat is hier de populatie en wat is de steekproef?

Open vraag 3

Myrthe kijkt naar de jaarlijkse uitgaven van gezinnen in verschillende regio’s in Nederland over de periode 1980 tot afgelopen jaar. Gebruikt zij inferentieel of beschrijvende statistiek?

Open vraag 4

Een arbeidspsycholoog doet onderzoek naar werkstress bij startende ondernemers. Hij gebruikt gegevens van de Kamer van Koophandel en vindt dat 62% van de ondernemers man is, en 38% vrouw. Van de ondernemers die aan zijn onderzoek meedoen, rapporteert 73% van de vrouwen bovengemiddelde stress, tegenover 45% van de mannen. Hij voorspelt dat vrouwelijke ondernemers vaker last zullen krijgen van burn-outklachten. Welk deel in het onderzoek is beschrijvende statistiek, en welk deel is inferentieel?

Open vraag 5

Hoe wordt de vorm van statistiek genoemd die zich bezig houdt met het trekken van conclusies?

Open vraag 6

Wat is het verschil tussen een parameter en een statistiek?

    Antwoorden Meerkeuzevragen bij hoofdstuk 1

    MC vraag 1

    A. De parameter

    Antwoordsuggesties Open vragen bij hoofdstuk 1

    Open vraag 1

    Beschrijvende statistiek wordt gebruikt om data samen te vatten. De beschrijvende statistiek heeft betrekking op de hele populatie. De beschrijvende data wordt eerst besproken in een wetenschappelijk artikel om een beeld te krijgen van de gegevens. Inferentieel statistiek wordt gebruikt om voorspellingen te doen en om de opgestelde hypotheses te testen. Beschrijvende statistiek en inferentieel statistiek staan tegenover elkaar.

    Open vraag 2

    De populatie: jongeren
    Steekproef: de geselecteerde deelnemers op middelbare scholen

    Open vraag 3

    Beschrijvende statistiek. Als ze met haar onderzoek voorspellingen zou doen over de uitgaven van gezinnen in het huidige jaar, dan zou het inferentiële statistiek zijn.

    Open vraag 4

    De verdeling mannelijke/vrouwelijke ondernemers is beschrijvend, evenals het percentage ondernemers in beide groepen dat bovengemiddelde stress rapporteert. De voorspelling over burn-outklachten is inferentieel.

    Open vraag 5

    Inferentiële statistiek. Deze methode gaat ervan uit dat de onafhankelijke variabele effect heeft gehad, wanneer het verschil tussen de gemiddelden van de condities groter is dan dat we zouden verwachten op basis van alleen toeval. We vergelijken daarom de groepsgemiddelden die we gevonden hebben met de groepsgemiddelden die we verwachtten te vinden als er alleen sprake zou zijn van errorvariantie. Deze methode geeft helaas geen zekerheid. We kunnen alleen de kans vaststellen dat de verschillen in groepsgemiddelden het gevolg zijn van errorvariantie.

    Open vraag 6

    Een parameter staat voor een waarde die de populatie beschrijft. Denk hierbij aan de gemiddelde schoolprestatie in de populatie. Een statistiek beschrijft, in tegenstelling tot een parameter, gegevens over een steekproef. Meestal wordt gebruik gemaakt van een kanssteekproef.

    Welke soorten steekproeven en variabelen zijn er? – TentamenTests 2

    Meerkeuzevragen bij hoofdstuk 2

    MC vraag 1

    In een demografische vragen bij hoofdstuklijst wordt naar opleidingsniveau geOpen vraagd, waarbij de antwoordopties zijn: basisschool, voortgezet onderwijs, middelbaar onderwijs en hoger onderwijs. Wat voor soort variabele is ‘opleidingsniveau’ in dit geval?

    1. Interval
    2. Ordinaal
    3. Nominaal
    4. Ratio

    MC vraag 2

    Joost doet een opiniepeiling onder studenten en trekt een steekproef op iedere universiteit in Nederland. Wat voor soort steekproeftrekking is dit?

    1. Systematisch
    2. Cluster
    3. Gestratificeerd
    4. Gelaagd

    MC vraag 3

    Welke van de volgende variabelen zijn zowel discreet als kwantitatief:

    1. Aantal hoofdsteden in Europa dat je binnen een minuut op kunt noemen
    2. Tijd die studenten nodig hebben om statistiek te leren begrijpen
    3. Bij welke studentenvereniging studenten zitten
    4. Aantal keer per jaar dat Spongebob op tv is

    MC vraag 4

    Iemand beweert over een bepaalde variabele dat de score van Elise twee keer zo groot is als die van Adriaan. Welk meetniveau moet de variabele ten minste hebben om deze uitspraak te kunnen doen?

    1. Interval
    2. Ordinaal
    3. Nominaal
    4. Ratio

    MC vraag 5

    In een onderzoek wordt de variabele Intelligentie op de volgende manier gemeten:

    1 = IQ lager dan 70

    2 = IQ tussen 71 en 90

    3 = IQ tussen 91 en 110

    4 = IQ tussen 111 en 120

    5 = IQ hoger dan 120

    Welk meetniveau heeft deze variabele?

    1. Interval
    2. Ordinaal
    3. Nominaal
    4. Ratio

    Open vragen bij hoofdstuk 2

    Open vraag 1

    Wat is het verschil tussen een continue en een discrete variabele?

    Open vraag 2

    Noem de drie typen bias die kunnen ontstaan in een steekproef.

    Open vraag 3

    Wat is het verschil tussen een onafhankelijke en een afhankelijke variabele? Beschrijf beide begrippen?

    Antwoorden Meerkeuzevragen bij hoofdstuk 2

    MC vraag 1

    B. Ordinaal

    MC vraag 2

    A. Systematisch

    MC vraag 3

    A. Aantal hoofdsteden in Europa dat je binnen een minuut op kunt noemen en D. Aantal keer per jaar dat Spongebob op tv is

    MC vraag 4

    D. Ratio

    MC vraag 5

    B. Ordinaal

    Antwoordsuggesties Open vragen bij hoofdstuk 2

    Open vraag 1

    Een variabele is discreet wanneer de mogelijke waarden alleen bepaalde, afzonderlijke nummers zijn. Een variabele is continu wanneer de waarden alle mogelijke waarden kunnen aannemen.

    Open vraag 2

    Sampling bias, response bias en nonresponse bias.

    Open vraag 3

    De afhankelijke variabele is de variabele waarover een voorspelling wordt gedaan. Er wordt een voorspelling gedaan over de afhankelijke variabele. De afhankelijke variabele wordt ook wel de uitkomst genoemd. De onafhankelijke variabele wordt gebruikt om een voorspelling op te baseren. Dit is de predictor. Een onderzoeker verwacht dat de onafhankelijke variabele invloed heeft op de afhankelijke variabele.

    Hoe werkt beschrijvende statistiek? - TentamenTests 3

    Meerkeuzevragen bij hoofdstuk 3

    MC vraag 1

    Welke centrummaat kun je gebruiken voor categorische variabelen?

    1. Het gemiddelde
    2. De mediaan
    3. De module
    4. De modus

    MC vraag 2

    Welke weergave kan worden gebruikt om de observaties van een kwantitatieve variabele in kaart te brengen?

    1. Scatterplot
    2. Contingency table
    3. Regressieanalyse
    4. Staafdiagram

      Open vragen bij hoofdstuk 3

      Open vraag 1

      Wat wordt bedoeld met het begrip de interkwartielafstand?

      Open vraag 2

      Welke maat beschrijft de typische afstand tot het gemiddelde in een distributie?

      Open vraag 3

      Mireille heeft in haar eerste studiejaar 8 vakken gevolgd en met succes afgerond. Hieronder zie je de eindresultaten van haar tentamens. Wat is haar gemiddelde cijfer en wat is de standaarddeviatie?

      • Inleiding in de psychologie: 8.8
      • Statistiek en methoden 1: 7.2
      • Hersenen en gedrag: 7.0
      • Ontwikkelingspsychologie: 7.4
      • Sociale psychologie: 6.4
      • Statistiek en methoden 2: 6.8
      • Psychopathologie 1: 7.8
      • Toegepaste psychologie: 7.1

      Antwoorden Meerkeuzevragen bij hoofdstuk 3

      MC vraag 1

      C. De module

      MC vraag 2

      A. Scatterplot

      Antwoordsuggesties Open vragen bij hoofdstuk 3

      Open vraag 1

      Het verschil tussen het eerste en derde kwartiel.

      Open vraag 2

      Standaarddeviatie.

      Open vraag 3

      Gemiddelde cijfer = 7.3 Standaarddeviatie = 0.01

      Hoe gebruik je kansverdelingen voor statistische inferentie? - TentamenTests 4

      Meerkeuzevragen bij hoofdstuk 4

      MC vraag 1

      Hoe kan de kansverdeling van een discrete variabele het beste worden weergegeven?

      1. In een histogram
      2. In een curve
      3. In een boxplot
      4. Scatterplot

      Open vragen bij hoofdstuk 4

      Open vraag 1

      Stel dat 94% van de Nederlandse bevolking Sinterklaas viert met cadeaus en 60% geeft cadeaus met Kerstmis. Hoe groot is de kans dat iemand zowel Sinterklaas als Kerst viert met cadeaus?

      Open vraag 2

      De IQ-distributie heeft een gemiddelde van 100 en een standaarddeviatie van 15. Wat is de z-score van iemand met een IQ van 120?

      Open vraag 3

      Stel, er wordt een onderzoek gedaan naar het aantal keren dat fietsers in Utrecht per dag een stoplicht passeren. De steekproef bestaat uit 700 mannelijke fietsers en 800 vrouwelijke fietsers. Het gemiddelde is 20 en de standaarddeviatie is 10. Wat is de standaardfout?

      Open vraag 4

      De verdeling van inkomens in India is rechtsscheef. Hoe ziet een steekproefverdeling eruit volgens de centrale limiettheorie als er een grote steekproef wordt gebruikt?

      Antwoorden Meerkeuzevragen bij hoofdstuk 4

      MC vraag 1

      A. In een histogram

      Antwoordsuggesties Open vragen bij hoofdstuk 4

      Open vraag 1

      0.94 x 0.60 = 0.564 = 56,4%

      Open vraag 2

      z = (100-120) / 15 = 1,33

      Open vraag 3

      10: de wortel van 1500 = 0,26

      Open vraag 4

      Normaalverdeeld

      Hoe maak je schattingen voor statistische inferentie? - TentamenTests 5

      Meerkeuzevragen bij hoofdstuk 5

      MC vraag 1

      Hoe wordt de waarde die het meest consistent is met de geobserveerde data genoemd?

      1. Puntschatting
      2. Intervalschatting
      3. Maximale waarschijnlijkheidsschatting
      4. Minimale waarschijnlijkheidsschatting

      Open vragen bij hoofdstuk 5

      Open vraag 1

      In een marktonderzoek naar online winkelgedrag zegt 79% van een steekproef van 1200 personen regelmatig online producten te bestellen. Bereken het 95% betrouwbaarheidsinterval.

      Open vraag 2

      In een onderzoek naar de houding van jongeren tegenover het vuurwerkverbod wordt een steekproef gedaan. In de steekproef van 500 middelbare scholieren is 56% voor en 44% tegen. Bereken het 99% betrouwbaarheidsinterval.

      Open vraag 3

      Hoe kun je het betrouwbaarheidsinterval verkleinen?

      Open vraag 4

      Een vrouwenblad plaatst een poll met de stelling ‘Mijn vriendinnen gaan voor mijn familie’. 883 lezeressen nemen deel aan de poll. Wat is de geschatte standaardfout als 36% het eens is?

      Open vraag 5

      Een onderzoeker wil onderzoeken of het gemiddelde IQ van personen met een smal hoofd (mu smal) groter is dan 100. De nulhypothese wordt verworpen vanaf een gemiddelde van 107.5. Het is bekend dat de IQ scores in de populatie normaal verdeeld zijn met standaarddeviatie 15; dit geldt zowel onder de nulhypothese als onder de alternatieve hypothese. De onderzoeker heeft de beschikking over een aselecte steekproef (SRS) van n = 20 personen uit de populatie personen met een smal hoofd. Het gemiddelde IQ in de steekproef was gelijk aan 91.

      Welk significantieniveau heeft de onderzoeker hier gebruikt?

      Open vraag 6

      Een beroepskeuzebureau hanteert een genormeerde IQ-test voor HAVO leerlingen uit de hoogste klas. Deze test heeft een variantie van 225. De scores die hiermee verkregen worden, zijn normaal verdeeld. Een steekproef van 25 leerlingen uit de groep die zich bij dit bureau voor advies heeft aangemeld, scoort op deze test gemiddeld 119. Wat is het 95% betrouwbaarheidsinterval van het populatiegemiddelde?

      Open vraag 7

      We berekenen het gemiddelde cijfer voor het vak Inleiding in de psychologie. Dit gemiddelde bedraagt 6.5 met een standaarddeviatie van 1.67. We nemen aan dat de cijfers normaal zijn verdeeld. Hoeveel procent van de leerlingen heeft een 7 of ho-ger behaald?

      Antwoorden Meerkeuzevragen bij hoofdstuk 5

      MC vraag 1

      C. Maximale waarschijnlijkheidsschatting

      Antwoordsuggesties Open vragen bij hoofdstuk 5

      Open vraag 1

      Se = wortel van (0.79)(0.21)/1200 = 0.012. Dit is de standaardfout. 0.012 x 1.96 = 0.02. Het 95% betrouwbaarheidsinterval is 0.79 ± 0.02, dus 77 tot 81% in de bevolking bestelt weleens producten online.Se = 0.012. Dit is de standaardfout. 0.012 x 1.96 = 0.02. Het 95% betrouwbaarheidsinterval is 0.79 ± 0.02, dus 77 tot 81% in de bevolking bestelt weleens producten online.

      Open vraag 2

      Se = wortel van (0.56)(0.44)/500 = 0.022. Dit is de standaardfout. 0.022 x 2.58 = 0.06. Het 99% betrouwbaarheidsinterval voor het percentage jongeren dat voor het vuurwerkverbod is, is 0.56 ± 0.06, dus 50 tot 62% van de totale populatie is voor.

      Open vraag 3

      Door een grotere steekproef te gebruiken.

      Open vraag 4

      Se = wortel van (0.36)(0.64)/883 = 0.016

      Open vraag 5

      Het significantieniveau is 0.0125

      Open vraag 6

      113.12 ≤ gemiddelde ≤ 124.88

      Open vraag 7

      38%

      Meer TentamenTests - Hoofdstuk 6 t/m 15 (Exclusief voor wie volledige online toegang heeft)

      Exclusive section of this page (for members with extra services and online access)

      Image

      Access: 
      Public

      Image

      Image

       

       

      Contributions: posts

      Help other WorldSupporters with additions, improvements and tips

      Add new contribution

      CAPTCHA
      This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
      Image CAPTCHA
      Enter the characters shown in the image.

      Image

      Spotlight: topics

      Check the related and most recent topics and summaries:
      Study fields and working areas:

      Image

      Check how to use summaries on WorldSupporter.org

      Online access to all summaries, study notes en practice exams

      How and why use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?

      • For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
      • For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
      • For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
      • For compiling your own materials and contributions with relevant study help
      • For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.

      Using and finding summaries, notes and practice exams on JoHo WorldSupporter

      There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

      1. Use the summaries home pages for your study or field of study
      2. Use the check and search pages for summaries and study aids by field of study, subject or faculty
      3. Use and follow your (study) organization
        • by using your own student organization as a starting point, and continuing to follow it, easily discover which study materials are relevant to you
        • this option is only available through partner organizations
      4. Check or follow authors or other WorldSupporters
      5. Use the menu above each page to go to the main theme pages for summaries
        • Theme pages can be found for international studies as well as Dutch studies

      Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

      Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance

      Main summaries home pages:

      Main study fields:

      Main study fields NL:

      Submenu: Summaries & Activities
      Follow the author: Vintage Supporter
      Statistics
      3532 1
      Search for summaries and study assistance

      Select any filter and click on Apply to see results