Staatsrecht 2 - RUG - Werkgroepopdrachten 2018/2019 - Week 3

 

Vragen

Vraag 1

In de hoofdstukken 13 en 36 van het Handboek wordt onder meer geschreven over de (rol van de rechter bij de) interpretatie van de Grondwet.
A: Wat wordt bedoeld met ‘’tweesporigheid’’ in de uitleg van de Gw?
B: Wat is het verband tussen het toetsingsverbod van art. 120 Gw en de vanaf p. 849 beschreven grenzen aan de rechtsvormende taak van de rechter?

Vraag 2

Verhey en Aal bespreken in hun artikel Delegatie van regelgevende bevoegdheid in Nederland: tijd voor herbezinning de grenzen die het Nederlandse staatsrecht stelt aan delegatie van de bevoegdheid tot regelgeving.

A: Wat wordt verstaan onder een zelfstandige algemene maatregel van bestuur?

B: Het uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) is een zelfstandig bestuursorgaan dat belast is met onder meer de uitvoering van de Werkloosheidwet en de Ziektewet. Daartoe heeft het UWV bij wet de bevoegdheid gekregen om algemeen verbindende voorschriften vast te stellen over de wijze van inning van premies. Artikel 73, tweede en derde lid van de Wet financiering sociale verzekeringen bepaalt daarover:

1. Het UWV kan nadere regels stellen met betrekking tot de premie.

2. De door het UWV op grond van het tweede lid gestelde regels behoeven de goedkeuring van onze Minister.

Wat is de staatsrechtelijke verklaring voor het bestaan van het derde lid?

C: In de moderne verhoudingen is de praktijk van het opnemen van ruime delegatiegrondslagen een groter probleem dan de uitgifte van zelfstandige algemene maatregelen van bestuur. Welke bezwaren kunnen worden ingebracht tegen zulke ruime delegatie?

D: Hoe kunnen de bezwaren zoals geformuleerd naar aanleiding van vraag 2c worden ondervangen?

Vraag 3

 In 1989 wees de HR het Harmonisatiewet-arrest.

A: De Hoge Raad bespreekt diverse argumenten die steun geven aan het oordeel de rechter bevoegd te achten een wet in formele zin te toetsen. Welke rol speelt de kwaliteit van het proces van wetgeving in dit verband?

B: In het arrest worden ook argumenten besproken die tot de conclusie voeren dat de rechter niet bevoegd is een wet in formele zin te toetsen. Welke zijn dat?

C: Acht de Hoge Raad rechterlijke toetsing van de formele wet aan fundamentele rechtsbeginselen onder alle omstandigheden uitgesloten?

Vraag 4

In het geschil dat leidde tot het Faunaverordening Fryslan-arrest werd een zogeheten bevel tot wetgeving geëist.
A: Welke staatsrechtelijke bezwaren kunnen worden ingebracht tegen een rechterlijk bevel tot wetgeving?

B: Gaan de argumenten die de Hoge Raad er in deze zaak toe brengen de vordering af te wijzen, in gelijke mate op wanneer gevorderd wordt dat de rechter de vaststelling van een amvb of een ministeriele regeling zou bevelen?

Vraag 5

De Wet Algemene regels herindeling (Wet Arhi) bepaalt onder meer dat het provinciebestuur aan de minister van Binnenlandse zaken een voorrstel kan doen voor een gemeenschappelijke herindeling. De daadwerkelijke herindeling vindt plaats bij wet. Enkele jaren geleden nam het bestuur van de provincie Groningen het initiatief voor een fusie van de gemeenten Haren, Ten Boer en Groningen. Vooral in Haren bestond daartegen veel verzet. Een burgercomité heeft geprobeerd de herindeling via de burgerlijke rechter tegen te houden. Het vorderde daartoe dat de rechter de pronvincie Groningen zou ‘verbieden verdere (juridische of feitelijke) stappen te zetten in het proces dat is gericht op het in een formele wet vastleggen van een herindelingsvoorstel, waarbij behalve de gemeente Groningen en de gemeente Ten Boer ook de gemeente Haren zal zijn betrokken (…)’, totdat aan bepaalde voorwaarden zou zijn voldaan. Eind december 2016 wees de rechtbank de vordering af. Het rechtbankvonnis is in mei 2017 in hoger beroep bekrachtigd. Tegen het arrest van het Hof is geen cassatie ingesteld. De fusie is uiteindelijk per 1 januari 2019 gerealiseerd. Leg uit waarom de rechterlijke beslissingen in deze procedure naar Nederlands staatsrecht niet zo verrassend zijn.

Vraag 6

In het Knooble b.v./Stat der Nederlanden-arrest draait het om de status van zogeheten NEN-normen.

A: Wat zijn NEN-normen?

B: Waarom zijn NEN-normen niet aan te merken als algemeen verbindende voorschriften?

C: Welke staatsrechtelijke bezwaren kunnen worden ingebracht tegen de verwijzingspraktijk die bij de NEN-normen is gehanteerd?

Antwoordindicatie

Vraag 1

A: De tweesporigheid heeft betrekking op de uitleg van de rechter met betrekking tot de grondwet. Hoe de rechter de Grondwet interpreteert kan verschillen van de uitleg die staatsorganen geven. 

B: De rechter treedt niet in de beoordeling van de grondwettigheid van wetten en verdragen, volgens art. 120 GW. Zou hij dit wel doen, dan zou hij verder gaan dan zijn rechtsvormende taak en op de stoel van de wetgever gaan zitten. De democratische legitimatie kom dan in het geding! Die is wel aanwezig bij de wetgever, we kiezen de Staten-Generaal, maar de wetgever is niet democratisch gekozen.

Vraag 2

A: Een zelfstandige algemene maatregel van bestuur heeft geen wettelijke grondslag. R.o. 3.1.

B: Antwoord niet bekend

C: Ruime delegatie kan afbreuk doen aan het legaliteitsbeginsel, en daaruit volgend ook aan het primaat van de wetgever. Par. 3.3.

D: Kernelementen dienen in de regeling te worden opgenomen. Daarnaast zie je in par 3.2. dat vage begrippen open normen etc. zoveel mogelijk moeten worden vermeden. Tot slot 3.7: bij delegatie heb je ook een vorm van parlementaire betrokkenheid, voorhang.

Vraag 3

A: r.o. 3.4. : het derde argument betoogt: ‘Het parlementaire stelsel wordt steeds meer monistisch en de uitvoerende macht krijgt een overwicht. Hierdoor groeit de behoefte aan rechterlijke toetsing’.

B: r.o.3.5: Ze zijn besproken in het parlement maar niet weersproken. Daarnaast vind je een argument in r.o. 3.5/3.6 : het toetsingsverbod is wezenlijk voor de traditionele plaats van de rechter in ons staatsstelsel, er is geen verandering ontstaan.

C: Nee, dit blijkt uit r.o. 3.4 en ook uit het sclerose arrest.

Vraag 4

A: r.o. 3.3.4: De rechter mag niet ingrijpen in de procedure van politieke besluitvorming en afweging van belangen. Er worden hiervoor vier argumenten gegeven in r.o. 3.3.

B: Ja, r.o. 3.3.5: ook dan treedt de rechter op in de politieke besluitvorming, en dit is voorbehouden aan de gekozen vertegenwoordigers

Vraag 5

Wanneer een rechter beslist over het maken van wetgeving gaat de rechter op de stoel van de wetgever zitten. Ook als de rechter beslist dat er wetgeving gemaakt moet worden, gaat de rechter op de stoel van de wetgever zitten.

Vraag 6

A: NEN-normen zijn technische normen die omschrijven hoe aan bepaalde eisen moeten worden voldaan. Ze zijn in het kader van NNI tot stand gekomen, r.o. 3.1.

B: NEN-normen zijn privaatrechtelijk, ze  moeten ook gekocht worden. Het NNI is niet bij of krachtens de wet bevoegd om algemeen verbindende voorschriften te maken. Ze zijn dus ook geen algemeen verbindende voorschriften. R.o. 3.8.

C: Het kenbaarheidsvereiste en de onbetrokkenheid van de Staten-Generaal.

Image

Access: 
Public

Image

Join WorldSupporter!
Search a summary

Image

 

 

Contributions: posts

Help other WorldSupporters with additions, improvements and tips

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.

Image

Spotlight: topics

Check the related and most recent topics and summaries:
Institutions, jobs and organizations:
Activity abroad, study field of working area:

Image

Check how to use summaries on WorldSupporter.org

Online access to all summaries, study notes en practice exams

How and why use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?

  • For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
  • For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
  • For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
  • For compiling your own materials and contributions with relevant study help
  • For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.

Using and finding summaries, notes and practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Use the summaries home pages for your study or field of study
  2. Use the check and search pages for summaries and study aids by field of study, subject or faculty
  3. Use and follow your (study) organization
    • by using your own student organization as a starting point, and continuing to follow it, easily discover which study materials are relevant to you
    • this option is only available through partner organizations
  4. Check or follow authors or other WorldSupporters
  5. Use the menu above each page to go to the main theme pages for summaries
    • Theme pages can be found for international studies as well as Dutch studies

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance

Main summaries home pages:

Main study fields:

Main study fields NL:

Follow the author: Law Supporter
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Statistics
1601