Samenvatting Interplay: The Process of Interpersonal Communication (Adler)

Hoofdstuk 1: Interpersoonlijk proces

Iedereen communiceert, en blijft dit voor de rest van zijn of haar leven doen. Waarom wordt communiceren als activiteit bestudeerd? Er zijn drie redenen: ten eerste omdat studies over communicatie ons nieuwe inzichten verschaffen over een vertrouwd onderwerp. Ten tweede omdat we een zeer grote hoeveelheid tijd van onze levens stoppen in het doen van communiceren en het daarom de moeite waard is te begrijpen hoe dit werkt. Als laatste reden omdat wij van studies over communicatie zelf ook leren om effectiever te communiceren.

Waarom communiceren wij?

Er wordt als sinds de 13 eeuw n. Chr. Onderzoek gedaan naar het belang van communiceren. Keizer van het heilige roomse rijk Frederik de II deed al onderzoek naar communicatie, al dan niet op een wat barbaarse manier. Hedendaagse onderzoekers hebben gelukkig minder barbaarse methoden ontwikkeld om communicatie te bestuderen.

In een bepaald onderzoek over isolatie werden vijf deelnemers betaald om individueel opgesloten te worden in een kamer. Eén deelnemer hield het acht dagen vol, twee deelnemers tweede dagen en één hield het na twee uur al voor gezien. Ook buiten het lab kan bewezen worden dat het niet kunnen communiceren met andere mensen zeer vervelend is. Dit zijn bijvoorbeeld mensen die er bewust voor hebben gekozen om de eenzaamheid op te zoeken zoals W. Carl Jackson (een avonturier die in zijn eentje de Atlantische Oceaan over zeilde). Hij was 51 dagen alleen en vond dit achteraf bijna ondragelijk en stelde dat een leven zonder anderen betekenisloos was.8.2

De behoefte aan contact en gezelschap is bij iedereen in zekere mate aanwezig. Het is natuurlijk zo dat iedereen wel eens alleen wil zijn, bijvoorbeeld na een hectische dag op het werk. Hier staat tegenover dat iedereen ook een punt heeft waarop hij of zij niet meer alleen willen zijn, na dit punt veranderd eenzaamheid van een aangename conditie in een pijnlijke conditie. Kort samengevat: iedereen heeft andere mensen nodig, en we voelen allemaal de behoefte om te communiceren.

Fysieke behoefte

Communicatie is zo belangrijk dat als dit er niet is, dit een negatieve weerslag kan hebben op de fysieke gezondheid. In extreme gevallen kan het gebrek aan communicatie zelfs een kwestie van leven of dood zijn. Vele onderzoeken tonen aan dat communicatie van levensbelang is door de volgende punten:

  • Een meta-analyse over ca. 150 onderzoeken met totaal 300.000 deelnemers toont aan dat sociaal verbonden/aangesloten personen (personen met een sterk netwerk van vrienden en familie) een dergelijk 3.7 jaar langer leven.
  • Individuen met sterke relaties hebben een significant lager risico om coronaire ziektes op te lopen.
  • Gescheiden en weduwe geworden personen hebben een grotere kans op mentale/psychologische kwalen, in tegenstelling tot diegene die wel een partner hebben.
  • Zwangere vrouwen onder stress die geen steun hebben van vrienden/familie of partner hebben drie keer zo veel kans op complicaties dan zwangere vrouwen die leiden onder dezelfde stress maar wel steun krijgen.
  • Studenten die betekenisvolle relaties hebben met anderen hebben minder last van psychische problemen dan diegene die dit niet hebben.

Deze onderzoeken tonen aan dat betekenisvolle persoonlijke relaties zeer belangrijk zijn, en het verklaard de conclusie van sociale wetenschappers dat communicatie essentieel is. Niet iedereen heeft dezelfde hoeveelheid contact met anderen nodig en de kwaliteit is minstens, dan niet belangrijker dan de kwantiteit van de communicatie. Dit gezegd hebbende blijft het zo dat communicatie in welke mate of vorm dan ook van essentieel belang is voor ons welzijn.

Identiteitsbehoefte

Communicatie doet meer dan ons in leven houden, het is ook de manier waarop wij ons zelf leren kennen. Onze identiteit bepalen we op basis van de interactie die wij hebben met andere mensen. Zijn we slim of dom, aantrekkelijk of lelijk, handig of onhandig? De antwoorden op deze vragen verkrijgen we niet door in de spiegel te kijken, nee we bepalen wie we zijn gebaseerd op hoe anderen op ons reageren.

Als de mogelijkheid van communicatie er niet is, dan zouden we totaal geen idee hebben van wat identiteit is. Onderzoek toont aan dat communicatie een essentiële rol speelt in het vormen van iemands identiteit. Allemaal komen we op deze wereld zonder een idee te hebben van onze identiteit. We vormen ons een idee over onszelf doordat anderen om ons heen ons op een bepaalde manier zien, definiëren. Wij baseren onze identiteit dus op hoe anderen ons door de jaren heen definiëren. Als we jong zijn, worden we nog het meest gevormd door de manier waarop anderen mensen ons definiëren, maar het vormen van je identiteit stopt niet na je jeugd, dit is een proces wat heel je leven door gaat.

Sociale behoefte

Communicatie is naast een hulpmiddel bij het creëren van onze identiteit ook de voornaamste manier waarop wij relaties aangaan met anderen. Het is niet in te denken dat er relaties kunnen bestaan zonder enige communicatie. De communicatie zorgt ervoor dat er aan bepaalde behoeften voldaan wordt zoals het geven en ontvangen van affectie, lol hebben, het helpen van anderen en het geven van een gevoel van eigenwaarde. Omdat relaties met anderen van zo’n vitaal belang zijn, bestaan er theoretici die zover gaan door te stellen dat het primaire doel van het menselijke bestaan communicatie is.

Er bestaat een sterke link tussen de kwaliteit van communicatie en het succes van de relaties die ontstaan uit die communicatie. Goed kunnen socialiseren draagt bij aan een leuker leven, meer nog dan andere activiteiten als winkelen, relaxen, eten, sporten, televisie kijken of bidden.

Communicatie uit praktische overwegingen

Communicatie speelt ook in het dagelijks leven een belangrijke rol, zowel op werk als daarbuiten. Communicatie is essentieel bij het opbouwen van een succesvolle carrière, maar ook bij het onderhouden van een relatie of huwelijk. Maslov (1968) oppert dat menselijke behoeftes onder te brengen zijn in vijf categorieën. De meest basale behoeftes zijn ten eerste fysiek: lucht, water, voedsel, kunnen uitrusten en zich kunnen voortplanten. De tweede categorie is veiligheid: we willen ons kunnen beschermen voor alles wat ons potentieel leed kan brengen. De derde categorie zijn de sociale behoeftes. De vierde is zelfvertrouwen/eigenwaarde/zelfrespect. De laatste categorie behelst zelfactualisatie: het verlangen om het allerbeste uit jezelf te halen.

Het communicatie proces

Tot nu toe is er over het construct communicatie gesproken of de betekenis ervan geheel helder en duidelijk was. Dit is helaas niet het geval, wetenschappers discussiëren als jaren over wat nou precies communicatie betekend. Ondanks hun vele onenigheden zijn de meeste het er met elkaar erover eens dat in essentie communicatie gaat over het gebruiken van boodschappen om zo betekenissen te genereren. In deze sectie van hoofdstuk één zal uitgelegd worden hoe boodschappen en betekenissen binnen interpersoonlijke relaties worden geschapen. Ten tweede zullen de vele factoren die betrokken zijn bij dit complexe proces besproken worden.

Een communicatie model

Op blz. 9 is het communicatie model te zien. Het ontwikkelen van een dergelijk model begon al in de jaren 50 van de vorige eeuw. Deze waren echter nogal simplistisch en konden beter massacommunicatie verklaren dan op interpersoonlijk niveau. De vroege modellen karakteriseerden communicatie als een eenrichtingsverkeer, een lineaire gebeurtenis. Iets dat de zender ‘doet’ en codeert in de vorm van een bericht wordt door een passieve ontvanger ontvangen die het decodeert. Dit eenrichtingsverkeer lijkt op een boogschutter (de zender) die een pijl (de boodschap) schiet naar een doel (de ontvanger). Soms gaat dit lineaire model ook op voor interpersoonlijke communicatie (denk aan een email die jij aan iemand verstuurd).

Latere modellen representeerden communicatie als meer als een tenniswedstrijd waarbij individuen boodschappen zenden, maar hierop ook reageren in de vorm van verbale feedback. Dit zorgt voor een over-en-weer keten van boodschappen tussen zender en ontvanger. Naarmate de tijd verstreek is men dit model steeds meer gaan uitbreiden en werd steeds geavanceerder. Dit leidde tot transactionele communicatie modellen.

Inzichten verkregen door het communicatie model

Het model in fig.1.1 (p.9) is een afspiegeling van een aantal belangrijke karakteristieken van transactionele communicatie. Enkele inzichten door dit model verkregen zijn:

Het zenden en ontvangen vind bijna altijd tegelijkertijd plaats.

Sommige vormen van interpersoonlijke communicatie zoals bij een email of voicemail gebeuren niet gelijktijdig. Je stuurt iets op, en de ander ontvangt iets. Hier is de zender en ontvanger duidelijk uit elkaar te houden, omdat er een vertraging tussen de boodschap en de reactie zit. Als men oog in oog met elkaar communiceert is het veel moeilijker om de zender en ontvanger uit elkaar te houden. De zender ontvangt tegelijkertijd terwijl hij of zij de boodschap stuurt, ook meteen een reactie, dit kan verbaal of non-verbaal zijn. Omdat het maar al te vaak onmogelijk is om zender en ontvanger uit elkaar te houden worden deze term ook wel vervangen door communicator. Mensen zijn als zij oog in oog met elkaar staan tegelijkertijd de zender als de ontvanger.

Betekenissen bestaan in en onder individuen

De boodschappen of deze nu verbaal of non-verbaal zijn hebben geen betekenis uit zichzelf. De betekenissen die wij aan boodschappen geven, maken wij zelf. Wij zelf zijn de diegene die ze interpreteren en uitten. Aan elke boodschap zitten dus meerdere, uiteenlopende betekenissen, het is daarom ook van beland dat diegene waar jij een boodschap naar zend, enigszins op één lijn ligt met jou betekenis van de boodschap, of deze in ieder geval begrijpt.

De omgeving en ‘ruis’ (noise) hebben invloed op de communicatie

De omgeving, of context behelst niet enkel de fysieke, bestaande locatie waar de communicatie plaats vindt, maar gaat ook over de persoonlijke ervaringen en culturele achtergrond die deelnemers met zich meedragen als zij met personen een gesprek aangaan. Het model van fig.1.1 laat zien dat de omgevingen van A en B overlappen. Deze overlap representeert de achtergrond die beide met elkaar gemeen hebben. Als deze overlap niet zou bestaan, zou communicatie zeer moeilijk dan wel onmogelijk zijn.

Een andere beslissende factor binnen de omgeving, of context is dat wat wetenschappers ‘noise’ of ruis noemen. Ruis betekend alles wat kan zorgen voor een storing bij het zenden of ontvangen van een boodschap. Er zijn drie types ruis: 1) externe ruis, 2) fysiologische ruis en 3) psychologische ruis.

Kanalen maken een groot verschil binnen communicatie.

Communicatie wetenschappers gebruiken de term kanaal om het medium waardoor de communicatie plaatsvindt te beschrijven, Naast oog in oog, kan men ook communiceren over de telefoon, internet, sms’jes etc. dit zijn allemaal kanalen. Elk soort boodschap heeft een bepaald kanaal wat de zenders passend achten voor de boodschap. Bijvoorbeeld, als je een relatie wilt verbreken vind men het over het algemeen niet correct om dit te doen met een sms, whatsapp of email, maar vindt men dat dit persoonlijk moet gebeuren, oog in oog, hoe lastig dit ook is.

Principes betreffende communicatie

Naast de inzichten uit het model bestaan er enkele andere principes betreffende communicatie die onze kennis hierover vergroot:

  • Communicatie is transactioneel.
  • Communicatie heeft een inhoudelijke dimensie en een relationele dimensie.
  • Communicatie kan opzettelijk maar ook onopzettelijk zijn.
  • Communicatie is onomkeerbaar.
  • Communicatie is niet herhaalbaar.

Misconcepties over communicatie

Er bestaan over communicatie ook een aantal misconcepties:

  • Niet alle communicatie hoeft begrepen te worden/inzichtelijk worden gemaakt.
  • Meer communicatie is niet altijd beter.
  • Communicatie zal niet de oplossing zijn voor alle problemen.
  • Effectieve communicatie zit niet van nature in ons systeem, dit doen we niet uit onszelf.

Interpersoonlijke communicatie gedefinieerd

Kwantitatieve en kwalitatieve definities

Interpersoonlijke communicatie wordt door wetenschappers op twee manieren gekarakteriseerd:

1)Kwantitatief (aan de hand van hoeveel personen die betrokken zijn bij de desbetreffende communicatie) Sociale wetenschappers noemen de communicatie tussen twee personen een dyad, en de communicatie wordt omschreven als ‘dyadic’. Bij de kwantitatieve invalshoek kunnen de termen dyadische communicatie en interpersoonlijke communicatie door elkaar heen gebruikt worden. Dyadische communicatie verschilt van de communicatie die plaatsvindt in grote groepen (zoals tussen een professor en de studenten in een hoorcollege). Deze dyadische communicatie betekend volgens vele niet dat dit al het interpersoonlijk communicatie zich op deze manier voltrekt. Dyadische communicatie is vaak zeer robotachtig, oppervlakkig.(bijvoorbeeld als een caissière telkens onpersoonlijk hetzelfde riedeltje afdraait tegen klanten of als iemand op straat de weg vraagt) Dit soort gesprekken zijn heel anders dan de gesprekken die men voert met een goede vriend of familielid. De kwaliteit van de communicatie maakt het verschil binnen interpersoonlijke communicatie.

2) Kwalitatief (Door de aard van de communicatie tussen de personen), De communicatie is dan uniek, onvervangbaar, van elkaar afhankelijk, inter-afhankelijk en intrinsiek belonend. Zoals hierboven al gezegd, interpersoonlijke communicatie is te onderscheiden door de kwaliteit van de communicatie. Als men uitgaat van de kwalitatieve eigenschappen van communicatie, komt interpersoonlijke communicatie voor als de mensen binnen het gesprek elkaar zien als unieke individuen, ongeacht de context/locatie of hoeveel mensen er meedoen aan de communicatie. Kwalitatieve interpersoonlijke communicatie komt minder voor want het is nogal een klus om persoonlijke relaties met mensen op te bouwen waarin deze vorm van communicatie plaatsvindt. We hebben niet de tijd om met iedereen die we tegenkomen een diepe hechte band op te bouwen. Hiernaast is het ook nog zo dat diepe persoonlijke gesprekken zelfs in hechte vriendschappen niet vaak plaats vinden. Dit is niet erg want om deze reden is interpersoonlijke communicatie zo veel meer waard. Het is speciaal omdat het niet veel voorkomt.

Persoonlijke en onpersoonlijke communicatie

We hebben dus kwalitatieve persoonlijke en onpersoonlijke communicatie, maar het is maar de vraag of persoonlijke beter is. De meeste relaties zijn niet of geheel persoonlijk of onpersoonlijk. Meestal vallen ze ergens tussen twee extremen. Zelfs in de meest onpersoonlijke situaties kan wel degelijk een persoonlijk element zitten. Het tegenovergestelde is ook waar, zelfs in de meest hechte relaties, in persoonlijke communicatie zit ook een onpersoonlijk element. Er zit dus een onpersoonlijke kant aan de relaties met de mensen die ons het meest dierbaar zijn. Iedereen maakt wel eens een alledaags praatje over het weer o.i.d. Hiernaast zijn we ook weleens te moe, afgeleid, of te druk om altijd maar op een persoonlijk niveau met elkaar te communiceren. Interpersoonlijke communicatie op persoonlijk niveau is net als alles, zeer fijn als het maar met mate is. Te veel is ook niet goed. De mix van persoonlijke en onpersoonlijke communicatie verschilt per relatie en stage waarin de relatie zich bevindt.

Competentie in communicatie

Misschien wel de belangrijkste vraag binnen communicatiewetenschappen is hoe kun je communicatie verbeteren? Er zijn al veel antwoorden op deelvragen binnen deze vraag beantwoord die ons leren hoe je communicatie beter kan laten verlopen.

Communicatie competentie gedefinieerd

Communicatie competentie is niet gemakkelijk te definiëren maar de meeste wetenschappers zijn het erover eens dat communicatie competentie zowel effectief als passend/toepasselijk/juist moet zijn. Het is het vermogen om zowel effectief als passend te zijn. (‘to get the desired results from others in a manner that maintains the relationship on terms that are acceptable to everyone’ p.26)

Deze twee dimensies versterken elkaar en zijn beide even belangrijk maar zij moeten wel juist gebalanceerd worden. Er volgen nu enkele belangrijke karakteristieken over competente communicatie:

  • Er is niet één enkele ideale of effectieve manier om te communiceren

  • Competentie is afhankelijk van de situatie

  • Competentie kan geleerd worden

Karakteristieken van competente communicatie

Er zijn enkele gemeenschappelijke kenmerken die effectieve communicatie in de meeste contexten karakteriseren:

  • Een groot arsenaal aan communicatie vaardigheden.
  • Groot aanpassingsvermogen
  • Het vermogen om vakkundig te handelen
  • Hoge mate van betrokkenheid maakt communicatie effectiever.
  • Inlevingsvermogen/Het kunnen zien vanuit verschillende perspectieven.
  • Cognitieve complexiteit. Dit is het vermogen om diverse kaders te maken om zo het onderwerp vanuit meerdere perspectieven te kunnen bekijken.
  • Zelfcontrole, de term gebruiken psychologen om het proces te beschrijven waarin individuen kunnen reflecteren op hun eigen gedrag zodat zij hun eigen gedrag kunnen aanpassen. Dit doen ze door observaties over hun eigen gedrag op dat moment te maken.

Hoofdstuk 2: Interpersoonlijke communicatie in een veranderende wereld: cultuur en netwerk

In dit hoofdstuk zal worden onderzocht hoe communicatie functioneert in een wereld waarin mensen uit verschillende culturen steeds meer interactie met elkaar hebben. Met de komst van het internet en mobiele telefonie is iedereen instaat om vanuit zijn huis met de hele wereld in contact te komen. Internet en telefonie zijn beide goed betaalbaar en efficiënt. Informatie kan steeds gemakkelijker en sneller met elkaar gedeeld worden.

Interpersoonlijke communicatie in een diverse wereld

Als mensen met verschillende culturele achtergronden met elkaar communiceren, kan dit leiden tot interessante obstakels die niet zo snel zullen voorkomen als mensen uit dezelfde cultuur met elkaar in gesprek gaan.

De grondslagen van cultuur

Paar belangrijke begrippen die aan bod zullen komen: interculturele communicatie en culturele communicatie. Ook zal er besproken worden wat interculturele communicatie anders maakt dan interpersoonlijke communicatie.

Cultuur en Co-cultuur/gemeenschappelijke cultuur

Het is lastig om cultuur samen te vatten in een korte betekenis, maar L. Samovar (2007) biedt ons een heldere en veelomvattende definitie voor cultuur: ‘de taal, waarden, overtuigingen, tradities, gewoontes en gebruiken die mensen delen en leren’. Deze definitie toont aan dat cultuur tot op zekere hoogte een kwestie van perceptie en definitie is.

Wanneer jij jezelf ziet als lid van een bepaalde cultuur, moet je ook kunnen verklaren waarom jij hoort bij deze cultuur. Daarvoor moet je de karakteristieken van de cultuur kennen, en deze in jou maar ook in anderen om jou heen herkennen. Zie je deze karakteristieken dan kun je ook diegene herkennen die deze niet hebben, en dus daarom in een andere cultuur vallen. We zien deze als ‘anders’ en de cultuur waarin jij zit als ‘ons’. De groepen die een cultuur en diegene daarin als de ‘zijne’ zien worden ook wel ‘in-groups’ genoemd. De personen die hier buiten vallen, de anderen, zijn de ‘out-groups’.

Een cultureel ‘lidmaatschap’ bij een ‘in-group’ draagt bij aan ieders sociale identiteit. Sociale wetenschappers gebruiken de term ‘co-culture’ om de perceptie van dat lidmaatschap bij een bepaalde cultuur te beschrijven. De leden van een ‘co-culture’ ontwikkelen vaak unieke patronen van communicatie. Leden hebben een sterk ontwikkelde identiteit zowel onderling als naar de buitenwereld toe. Dit samenhorigheidsgevoel reflecteert zich in een eigentaal maar ook in non-verbale kenmerken als kleding. Het lid zijn van een bepaalde co-cultuur kan een bron van verrijking en trots zijn, maar als een groep in een kwaaddaglicht staat kan lidmaatschap helemaal niet zo leuk zijn.

Interculturele communicatie

Nu cultuur gedefinieerd is, kunnen we ook de term interculturele communicatie definiëren. Interculturele communicatie is het proces wat zich voordoet wanneer leden van twee of meerdere culturen of co-culturen boodschappen met elkaar uitwisselen. Deze boodschappen zijn beïnvloed door hun eigen culturele percepties en symbolen systeem, zowel verbaal als non-verbaal.

Omdat ieder individu in meerdere ‘co-cultures’ hoort, kan je jezelf afvragen of niet alle communicatie tot op zekere hoogte altijd intercultureel is. Het antwoord is nee, en om twee redenen:

  1. Zelfs en een zeer diverse wereld bestaan er nog genoeg relaties tussen mensen die uit dezelfde culturele achtergrond komen.

  2. Zelfs mensen met verschillende culturele achtergronden communiceren en de verschillen hoeven niet altijd een belangrijke factor te zijn.

In plaats van communicatie te classificeren als intercultureel en andere communicatie als vrij van andere culturele invloeden is het beter om te spreken in termen van de mate van de culturele significantie. Elke ontmoeting kan op een andere plaats van het interculturele spectrum vallen. Interculturele communicatie hoeft niet plaats te vinden wanneer mensen van andere culturele achtergronden elkaar ontmoeten.

De culturele achtergrond, percepties en symbolen systeem van de deelnemers binnen één cultuur moeten al een significante impact op de uitwisseling hebben voordat we kunnen zeggen dat cultuur een verschil heeft gemaakt. Sociale wetenschappers gebruiken de term sailliantie om aan te geven in welke mate een persoon zich hecht aan een ander persoon of aan een fenomeen.

Wat is de relatie tussen interculturele communicatie en interpersoonlijke communicatie? Gudykunst & Kim(2002) suggereren dat interpersoonlijke en interculturele factoren samen een twee bij twee matrix vormen. Hierin vormt het belang van interpersoonlijke communicatie een dimensie en interculturele significantie de tweede dimensie (zie.2.1 p. 35). Dit model laat zien dat sommige interpersoonlijke communicatie bijna geen enkele interculturele elementen vertonen. Andere ontmoetingen zijn bijna geheel intercultureel, zonder de aanwezigheid van de persoonlijke dimensie.

Communicatie van verscheidene culturen verschillen op veel verschillende vlakken. Sommige variaties kunnen significant zijn, maar het is belangrijk om te onthouden dat culturele gedragingen/praktijken niet totaal anders zijn van elkaar. Mensen van verschillende culturele achtergronden hebben vaak genoeg met elkaar gemeen om toch een goede relatie met elkaar aan te gaan. Er zijn tussen alle mensen op aarde altijd meer overeenkomsten dan verschillen. Er zijn vaker grotere verschillen in de groep dan tussen verschillende groepen. Binnen elke cultuur vertonen de leden een zeer uitgebreid arsenaal aan verschillende communicatie stijlen. Om deze redenen is het belangrijk om te onthouden dat generalisaties nooit voor iedereen binnen een groep opgaan.

Culturele waarden en normen

Waarden en normen kunnen een zeer grote invloed hebben bij het vormen van de manier waarop leden van een bepaalde cultuur denken en handelen. Hieronder worden vijf van deze waarden en normen behandeld die de manier waarop leden communiceren beïnvloedt:

  • Hoge vs. Lage context

  • Individualisme versus collectivisme

  • ‘Power distance‘ term bedacht door Hofsteede(1984)

  • Onzekerheidsvermijding

  • Prestatie vs verzorgen.

Na deze opsomming van culturele waardes zie je dat deze niet alleen voorkomen tussen mensen van verschillende culturele achtergronden of landen. In een steeds verder globaliserende wereld waarin samenlevingen meer een meer multicultureel worden vinden deze ontmoetingen steeds vaker plaats binnen het land wat zij delen.

Codes en cultuur

De uitdagingen die voorkomen als twee mensen met elkaar proberen te communiceren worden alleen maar groter wanneer er bij de communicatie gebruik wordt gemaakt van verschillende verbale en non-verbale communicatie systemen.

De codes die door leden van een cultuur gebruikt worden zijn vaak de meest herkenbare factoren die de communicatie vormt tussen mensen van verschillende achtergronden. Er zijn verbale en non-verbale codes.

Verbale codes zijn te taal die gesproken wordt en het wereldbeeld wat hiermee gevormd is als ook de verbale communicatie stijl die hierdoor ontwikkeld is.

Non-verbale codes zijn de gezichtsuitdrukkingen en andere gebaren (deze non-verbale uitingen kunnen ook een universele betekenis hebben zoals huilen). Binnen verschillende culturen kunnen deze non verbale codes sterk van elkaar verschillen. Elke cultuur heeft zo geeft zo weer zijn eigen betekenis aan een bepaald gebaar, zo kan een gebaar wat bij ons onschadelijk is, een in ander land een grote belediging zijn.

Competente interculturele communicatie

Wat maakt het onderscheidt tussen competente en incompetente interculturele communicatie? Tot op zekere hoogte is het antwoord op deze vraag hetzelfde als bij interpersoonlijke communicatie. Het is bij interculturele communicatie net zo belangrijk om over een breed scala van gedragingen te beschikken en om bekwaam te zijn in het kiezen welke gedraging er in welke situatie gepast is. Naast het beschikken over deze fundamentele kwaliteiten, zijn er nog een aantal andere kwaliteiten die uniek en zeer belangrijk zijn bij interculturele communicatie:

Motivatie en houding

mensen die in hoge mate bereidheid zijn  om te communiceren met mensen uit andere culturen hebben vaak meer vrienden met verschillende culturele achtergronden dan degenen die minder bereid zijn om met mensen uit andere culturen te communiceren.  Naast motivatie is ook houding/ gedrag zeer belangrijk om succesvol intercultureel te communiceren.  Je moet bereid zijn om te accepteren dat mensen uit andere culturen ook anders denken en hierop moet je jouw houding aanpassen.

Tolerantie voor dubbelzinnigheid

Als je als toerist of bezoeker in een ander land communiceert met mensen die uit een andere cultuur komen is het van belang dat je inziet dat er nogal wat dubbelzinnigheid zal optreden. Denk alleen al aan het spreken in een andere taal, dit kan voor nogal wat problemen zorgen omdat jij misschien niet weet hoe je jezelf moet uitdrukken in een andere taal. Je moet deze dubbelzinnigheid als het ware ‘omarmen’ en er tolerant tegenover staan.

Ruimdenkendheid

Het is dus van belang als je met mensen uit andere culturen communiceert dat je vertrouwd bent met en je niet opgelaten voelt bij dubbelzinnige situaties.  Je kan dan nog zo tolerant tegenover dubbelzinnigheid staan, als je geen onbevooroordeelde houding aanneemt komt je alsnog nergens. Het is van belang dat jij jezelf ruimdenkend opstelt als je succesvol wilt communiceren met mensen uit een andere cultuur. Er zijn drie karaktertrekken die je in ieder geval niet zullen helpen:

Etnocentrisme (dat je vindt dat jouw eigen cultuur superieur is )

Etnocentrisme leidt tot  vooroordelen. Als je met een bevooroordeelde blik naar andere culturen kijkt komt dit kortzichtig over.

Stereotypering

Vooroordelen veroorzaken stereotyperingen.  Een stereotypering is een overdreven beeld van een groep mensen die vaak niet (volledig) overeenkomt met de werkelijkheid.

Kennis en vaardigheid

Met alleen tolerantie en ruimdenkendheid ben je er nog niet, het is ook van belang dat je enigszins kennis hebt over een andere cultuur voordat je succesvol met mensen uit deze cultuur kan communiceren.  Je kan zulke  cultuurspecifieke kennis opdoen door middel van ‘mindfulness’(bewuste aandacht). Dit is dat je bewust bent van zowel je eigen als andermans gedrag. Het tegenovergestelde van ‘mindfulness is mindlessly ( gedachteloos). Als je gedachteloos en onoplettend een nieuwe cultuur binnen loopt, ben je er zelf niet van bewust dat jou gedrag als aanstootgevend kan worden opgevat, en jij kan het gedrag van mensen uit andere culturen weer niet goed plaatsen waardoor je ze eerder ‘vreemd’ en ‘gek’ vindt overkomen.

Sociale media

In de vorige generatie was het essentieel om oog in oog met elkaar in contact te komen om überhaupt relaties te starten, maar ook om deze te onderhouden. Telefonie en brieven waren er eigenlijk voor om tijdelijke afwezigheid zo goed mogelijk op te vullen, en werden vaak gebruikt om afspraken te maken om elkaar in persoon zo snel mogelijk weer te zien. Voor interpersoonlijke communicatie leek fysieke nabijheid toen nog een vereiste.

Nu zijn de dingen heel anders. Natuurlijk is elkaar in het echt ontmoeten nog net zo belangrijk maar technologie speelt nu een grote rol in het opbouwen en onderhouden van relaties. Alle kanalen die persoonlijke relaties op een grote afstand kunnen beheren worden sociale media genoemd (tweeten, facebooken, whats appen etc.). In 2010 gebruikte 75 % van alle Amerikanen onder de 30 sociale netwerk sites en in bijna alle andere landen is het nummer net zo hoog.

Karakteristieken van Sociale Media

Op vele vlakken vertonen sociale media en ‘oog in oog’ communicatie overeenkomsten. Vele vertonen dezelfde elementen die ook omschreven zijn in hoofdstuk 1: boodschappen, kanalen, ruis etc. Beide worden gebruikt om dezelfde fysieke, identiteits-, sociale en praktische behoeftes te bevredigen. Ondanks deze overeenkomsten zijn er ook vele verschillen:

De rijkheid van het bericht/de boodschap is minder want weinig tot geen non-verbale communicatie

Sociaalwetenschappers gebruiken de term ‘rijkheid’ om de grootsheid van non-verbale signalen te beschrijven. Deze non-verbale signalen dragen in grote mate bij aan de helderheid van een boodschap. Als je direct met elkaar communiceert (face-to-face)  zit zo’n gesprek vol met non-verbale communicatie (gebaren, gezichtsuitdrukkingen). Met sociale media valt deze non-verbale communicatie  voor een groot gedeelte weg en dit zorgt ervoor dat mensen hun identiteit zeer goed kunnen regelen. Hierdoor kunnen individuen in sociale media een geïdealiseerd en onrealistisch beeld van zichzelf neerzetten wat misleidend kan zijn.

Er is geen sprake van synchrone communicatie (zoals bij directe communicatie) maar van asynchrone communicatie.

Bij sociale media als smsen, whatsappen etc. zit tussen de berichten een langere reactie tijd dan bij directe communicatie. Je reageert dus met een pauze (waarin je langer kan nadenken hoe je iets wil zeggen). Dit in tegenstelling tot directe communicatie waar je toch altijd wel meteen moet reageren, en ook al doe je dit niet verbaal, dan doe je dit wel non-verbaal.

Communicatie met sociale media heeft een permanente karakter.

Als je een persoonlijk direct gesprek met iemand hebt is datgene wat je zegt niet blijvend. Het wordt niet opgeslagen zoals dit wel het geval is bij smsjes, emails, video berichten etc.

Sociale media en relationele kwaliteit

Op het eerste gezicht lijkt de communicatie door sociale media inferieur aan oog in oog interactie. Pessimisten beargumenteren dat er een donkere kant zit aan het telkens maar weer vertrouwen op bemiddelende kanalen( sociale media). Het zou leiden tot meer oppervlakkige relaties en dat een internet connectie een gevoel van samenhorigheid in de weg staat. Ondanks zulke beweringen zijn er ook onderzoeken die suggereren dat sociale media ook rijk en bevredigend kan zijn.

Sociale netwerk sites als Facebook worden door de meeste niet gezien als vervanging voor de ‘offline’ relaties die men in het dagelijks leven heeft. Verder is het zo dat personen die veel met elkaar spreken door middel van sociale media hun relatie hechter vinden. Lange afstandsrelaties lijken het ook beter te doen en vaker voor te komen door de komst van de sociale media die hen in staat stelt om met elkaar in contact te blijven. De meeste zien de sociale media ook als een verrijking op hun al bestaande relaties en stelt hen in staat om nieuwe vriendschappen te sluiten. Als laatste mensen die zowel online als offline contact met elkaar hebben voelen zich minder eenzaam dan diegene die geen sociale media gebruiken om met vrienden in contact te blijven.

Bekwaam, vakkundig communiceren door middel van sociale media

Ook al zijn de sociale media zeer gebruiksvriendelijk, schuilt er toch nog potentieel gevaar als je niet goed oplet. De volgende richtlijnen kunnen helpen bij het verstandig gebruiken van sociale media:

  • Wees voorzichtig met wat je allemaal online post

  • Wees discreet

  • Respecteer andermans behoefte voor volledige aandacht

  • Wees altijd beleefd

  • Hou rekening met bijstanders

  • Hou een gezonde balans tussen  het online (‘mediated’) en offline (in levende lijve mensen ontmoeten) zijn.

Hoofdstuk 3: Communicatie en de ‘Zelf’

Communicatie en het concept van de ‘zelf’

Het zelfconcept bestaat uit een relatief stabiele verzameling percepties die jij over jezelf hebt gevormd en waarvan jij gelooft dat deze  het beste jouw persoonlijkheid reflecteren.  Zelfverzekerdheid is ook een onderdeel van de zelfconcept. Deze zelfverzekerdheid ontwikkeld zich door het evalueren van je eigenwaarde. Jou mate van zelfverzekerdheid hang af van in hoeverre jij gelukkig  bent met de verzameling percepties die jij over jezelf hebt opgesteld, wat voor een waarde jij jou kwaliteiten geeft,  hoog of laag.

Veel  of weinig zelfverzekerdheid heeft een grote invloed op het communicatiegedrag (fig.3.1 p.67). Ook al  heeft een veel zelfvertrouwen zo zijn voordelen, betekend dit niet dat je meteen succesvol bent op interpersoonlijk gebied. Mensen met veel zelfvertrouwen denken dan wel dat ze een goede eerste indruk maken, betere vriendschappen en liefdesleven hebben, maar dit is nog nooit wetenschappelijk bewezen. Bovendien  kunnen mensen met een laag zelfbeeld dit nog veranderen door te beginnen zichzelf positiever  te evalueren. Positieve zelfevaluaties kunnen het beginpunt zijn van positievere communicaties met anderen. 

Hoe het concept van de ‘zelf’ ontstaat

Onderzoekers zijn het over het algemeen met elkaar eens dat het zelfconcept nog niet bestaat bij het moment van de geboorte. Een baby die in zijn wieg ligt heeft nog geen enkel flauw benul over zijn eigen identiteit of de ‘zelf’. Als een baby ongeveer 6 a 7 maanden oud is begint het zijn of haar ‘zelf’ te herkennen. Als het kind ouder wordt ontwikkeld dit primitieve gevoel van eigen identiteit steeds verder . Het kind vormt een steeds complexer en completer idee over zijn of haar zelfconcept.  Deze evolutie is bijna in zijn geheel een product van sociale interactie. Twee complementaire theorieën beschrijven hoe sociale interacties de manier waarop individuen naar zichzelf kijken vormen: ‘reflected appraisal’ en ‘social comparison’.

Reflected appraisal:’ A mirroring of the judgements of those around her of him’. Sociale wetenschappers noemen de persoon diens evaluaties veel invloed heeft de ‘significant other’ p.69

Social Comparison: ‘evaluating ourselves in terms of how we compare with others. We decide whether we are superior or inferior and similar and different by comparing ourselves to what social scientists call reference groups (those people we use to evaluate our own characteristics)’ p.69

Karakteristieken van het ‘zelf’-concept

  • Het zelfconcept is subjectief.

  • Een gezond zelfconcept is flexibel.

  • Het zelfconcept verzet zich tegen verandering. De neiging om informatie te zoeken die overeenstemt met een al bestaand zelfconcept is gelabeld als: ‘cognitief            conservatisme’

Wanneer een zelfconcept zich diep geworteld heeft, moet je wel van hele goede huize komen wil dit nog veranderen. Een beoordeling of evaluatie moet dan voldoen van ten minste vier eisen voldoen:

  • De persoon die deze beoordeling geeft moet iemand zijn die competent achten om zo’n oordeel te geven.

  • De beoordeling moet als hoogst persoonlijk opgevat worden.

  • De beoordeling moet redelijk zijn, en overeenkomen met wat we al geloven over onszelf.

  • Beoordelingen die consistent zijn en vaak terugkomen zijn overtuigender.

‘Zichzelf waarmakende voorspelling’ (selffulfilling prophecy) en communicatie

Het zelfconcept heeft zo’n grote invloed op de persoonlijkheid dat het niet alleen bepaald hoe jij jezelf ziet in het heden, maar ook in de toekomst.  Zulke voorvallen komen voor door het fenomeen wat we selffulfilling prophecy zijn gaan noemen. 

Een selffulfilling prophecy komt voor wanneer een persoon bepaalde verwachtingen heeft over een gebeurtenis. Deze verwachtingen zorgen ervoor dat de persoon zijn gedrag zo gaat afstemmen op deze verwachtingen dat de kans dat deze uitkomen alleen maar groter worden, terwijl de kans dat deze uitkomst uiteindelijk zo uitkomen al vrij realistisch was. Een selffulfilling prophecy heeft vier stages:

  • Het hebben van een bepaalde verwachting.

  • Je gaat je gedragen in overeenstemming met die verwachting.

  • De verwachting vindt plaats.

  • Versterking van de oorspronkelijke verwachting.

Er zijn twee soorten selffulfilling prophecies:

  1. ‘Self imposed prophecies

  2. A second category of self-fulfilling prophecies occurs when one’s person expectations govern another’s actions whether those expectations are positive or negative’ p.75.

Veranderen van je ‘zelf’-concept.

Je kan een onbevredigend zelfconcept veranderen, als je jouw ‘zelf’ concept wil veranderen moet in ieder geval beschikken over:

  • Realistische verwachtingen

  • Een realistische perceptie over jezelf

  • De wil om te veranderen

  • De vaardigheid om te veranderen

Het presenteren van de ‘zelf’: communicatie en identiteit management

Tot zover is er uitgelegd hoe communicatie de manier waarop communicatoren zichzelf zien vormt. Nu draaien we dit om en ligt de focus op  het onderwerp van identiteitsmanagement.  Identiteitsmanagement zijn communicatie strategieën die mensen gebruiken om de manier waarop anderen hen zien te beïnvloeden.

De Zelf in Publieke en privé sferen

Om te begrijpen waarom identiteitsmanagement bestaat moet er eerst nog ingegaan worden op de ‘zelf’. Tot nu toe gingen we uit alsof iedereen maar één identiteit en dus één zelf heeft. Dit is niet het geval, iedereen heeft meerdere identiteiten, meerdere ‘zelven’.  Er is de ‘waargenomen zelf’ en de ‘gepresenteerde zelf’.

De ‘waargenomen zelf ‘ is diegene die jij denkt te zijn op momenten van eerlijke zelfreflectie. De waargenomen zelf hoeft niet altijd accuraat te zijn (je kan bijvoorbeeld denken dat je veel of minder intelligenter bent dan een test zou kunnen uitwijzen).accuraat of niet, de waargenomen zelf is sterk omdat jij gelooft dat dit is wie jij op dat moment bent. De waargenomen zelf kunnen we ook de privé zelf noemen omdat het onwaarschijnlijk is dat je deze ‘zelf’ vaak aan anderen zal laten zien. 

In contrast op de waargenomen zelf is  de ‘presenting self’  juist de zelf die je publiekelijk laat zien. Dit is de ‘zelf’  waarvan je wilt dat anderen deze zien.  Deze zelf is een ‘socially approved image’ zoals  de hardwerkende student, de liefdevolle ouder etc. Goffman gebruikte het woord ‘gezicht’ om dit beeld aan te duiden . Om de verbale en non-verbale manieren waarop wij handelen om deze zelf in stand te houden heeft Goffman de term ‘gezichtswerk’ bedacht.  Hij beargumenteerde dat iedereen een soort toneelschrijver is die voor zichzelf rollen bedenkt waarvan we willen dat deze geloofwaardig overkomen. Hiernaast zijn we ook de acteurs die de rollen spelen. Goffman stelde dat iedereen een ‘gezicht’ of masker opzet als we bij anderen in de buurt zijn. In contrast is de manier waarop we ons gedragen als we alleen zijn vaak heel anders.

Karakteristieken van identiteit management

Hier volgen enkele karakteristieken van het identiteit management proces:

  • We streven ernaar om meerdere identiteiten de vormen

  • Identiteit management gaat in samenwerkingsverband

  • Identiteit management kan zowel bewust als onbewust gedaan worden

  • Per persoon verschilt het in welke mate zij doen aan het managen/regelen van hun identiteit. 

Waarom impressies managen?

We managen onze impressies ( het sociale masker wat we dagelijks opzetten)  omdat we de sociale regels willen volgen. Je leert  als kind al dat je in bepaalde situaties je jezelf op een bepaalde manier dient te gedragen. We ontwikkelen een reeks omgangsvormen/manieren die handig van pas kunnen komen bij bepaalde sociale gelegenheden.  Identiteit management wordt ook gedaan om bepaalde relationele doelen te bereiken.

Hoe managen we impressies?

Je maakt/creëert een publiek gezicht deels door voor een bepaald kanaal te kiezen.

  • ‘Face to face’ identiteit management

  • Identiteit management d.m.v. sociale media

Identiteitsmanagement en eerlijkheid

Op het eerste gezicht lijkt het managen van je identiteit als manipulatief en nep. In sommige gevallen is dit ook zo en wordt het managen van je identiteit misbruikt en kan  het onethische en misleidend zijn.  Het is goed om stil te staan bij ethische vraagstukken omtrent identiteitsmanagement.

Openbaren van de ‘zelf’. Wat wel en niet te onthullen?

Wat we wel en niet over onszelf  openbaren/onthullen is een belangrijk component binnen identiteitsmanagement. Je zou kunnen zeggen dat elk verbale of non-verbale gedraging iets onthult over jouw zelf, over je persoonlijkheid. Elke keer als je jouw mond opentrekt geef je iets weg over jezelf: meningen, smaak, overtuigingen etc. Wat maakt zelfonthulling dan zo anders dan alle andere vormen van communicatie?

Cozby(1973) stelt dat communicatie pas zelfonthullend is als de communicatie 1) persoonlijke informatie bevat over de zender, 2) de zender deze informatie verbaal verzendt en 3) een ander persoon deze persoonlijke verbale boodschap incasseert/ontvangt.  Diegene die de informatie zendt, is de ‘zelf’ en de zelf kiest er zelf voor om deze informatie doelbewust te zenden.  Deze definitie laat wel weg dat niet alle doelbewuste uitspraken niet altijd zelfonthullend zijn.

Modellen van zelfonthulling

Er bestaan twee modellen over zelfonthulling:

  1. De ‘social penetration model’ van Taylor & Altman, 1987.

  2. De ‘ Johari Window Model’ ontwikkeld door Luft en Ingham.

Voor en nadelen van zelfonthulling

Zowel alles onthullen of alles voor jezelf houden  is niet wenselijk. Relaties kunnen eronder leiden wanneer iemand de belangrijke informatie voor zichzelf houdt. Aan de andere kant kan het onthullen van zeer persoonlijke informatie de stabiliteit van je relatie schade aanrichten. Communicatie wetenschappers gebruiken de term privacy management om de keuzes die mensen maken om sommige informatie wel en sommige informatie niet te onthullen te beschrijven.

Er zitten enkele voor en nadelen aan het jezelf openstellen naar anderen:

Voordelen:

  • Catharsis

  • Opheldering, duidelijkheid over jezelf

  • Zelfbevestiging

  • Wederkerigheid

  • Soms onthullen we persoonlijke informatie om onszelf aantrekkelijker te laten lijken.

  • Goed voor het onderhouden en behouden van relaties

  • Morele obligatie.

  • Sociale beïnvloeding

  • Zelfverdediging

Nadelen:

  • Afwijzing

  • Afnemen van relationele tevredenheid

  • Verlies van invloed

  • Verlies van de controle

  • Kan de andere persoon pijn doen

Richtlijnen voor zelfonthulling

Zelfonthulling is een speciale vorm van delen die zeker niet voor elke situatie gepast is. Hieronder enkele richtlijnen voor zelfonthulling:

  • Is de persoon belangrijk voor jou?

  • Hoe groot is het risico van de informatie die je bekend wilt maken?

  • Is de zelfonthulling  passend?

  • Wordt ze zelfonthulling beantwoord door de andere persoon? Deelt deze zijn diepste gevoelens ook met jou?

  • Zal het effect van de onthulling constructief zijn?

Alternatieven voor zelfonthulling

Zelfonthulling speelt een belangrijke rol binnen interpersoonlijke relaties, maar het is niet de enige manier om  te communiceren.  Soms komen er situaties voor waarin het geheel eerlijk zijn niet altijd de beste optie is. Je kan ook niet altijd de situatie uit de weggaan als je denkt dat eerlijkheid niet gepast is. Zelfs de personen die het beste met je voor hebben zullen af en toe het gevoel krijgen dat eerlijkheid op dat moment de situatie alleen maar oncomfortabel zou maken.   Er bestaan vier bekende alternatieven voor zelfonthulling:

  1. Stilte

  2. Liegen

  3. Dubbelzinnigheid

  4. Laten doorschemeren, ergens naar hinten

Ethiek omtrent ontwijking

Het is niet moeilijk om te begrijpen waarom men in sommige sociale situaties kiest voor ontwijking in plaats van zelfonthulling waarbij eerlijkheid hoog in het vaandel staat. Ontwijking in de vorm van stilte, liegen, dubbelzinnigheid of iets laten doorschemeren zijn over het algemeen ethische alternatieven voor zelfonthulling/het openbaar maken van iets zeer persoonlijks of dit nu een mening is, of iets over jezelf wat je liever niet verteld.  Het is goed om je af te vragen of de indirecte boodschap in de vorm van een ontwijking het beste voorheeft met de ontvanger en of dit soort ontwijking de enige effectieve manier is.  Om te kijken of een leugen verdedigbaar is, kan het zeer nuttig zijn om na je in te denken hoe diegene waaraan je de leugen verteld jou redenen om je waarheid te verzwijgen zouden pikken (Bok 1978).

Hoofdstuk 4: Hoe men de ‘Ander’ waarneemt

Bijna elk interpersoonlijke situatie kan vanuit verschillende perspectieven bekeken worden. De communicatie  die je hebt met anderen wordt beïnvloed door je eigen percepties. In dit hoofdstuk word er gesproken over perceptuele verschillen die voorkomen bij communicatie. Ten eerste zal er worden uitgelegd dat realiteit door communicatie  wordt vormgegeven.  Vervolgens worden er redenen gegeven waarom het zo is dat iedereen de wereld anders ziet. Als laatste zal er worden uitgelegd hoe je door middel van communicatie de perceptuele kloof kan overbruggen.

Het perceptie proces

Realiteit bestaat niet, deze is gemaakt

De meeste wetenschappers zijn het er met elkaar over eens dat de wereld zoals wij die kennen niet ‘echt’ bestaat. We maken allemaal onze eigen realiteit en doen dit door samen met anderen te communiceren. 

Er zijn twee niveaus van realiteit:

  • ‘First-order realities’
    Fysiek observeerbare kwaliteiten van een object of situatie (bijvoorbeeld dat je oma je altijd een knuffel geeft, dit kan elke observeerder met zijn eigen ogen zien)

  • ‘Second-order realities’
    Dit zijn de betekenissen die wij zelf geven/hangen aan een object of situatie. Deze betekenissen zijn niet inherent aan het object of situatie maar zitten in ons eigen hoofd. (bijv je oma geeft jou een knuffel, dan is de second-order realiteit dat het normaal is dat grootouders hun kleinkinderen een knuffel geven.

Communicatie wordt lastig als de personen die met elkaar communiceren niet dezelfde second-order realiteit delen. Het wordt helemaal lastig als we hiernaast ook niet inzien dat deze realiteiten zeer subjectief zijn. 

Stappen binnen het perceptie proces

Aan onze ervaringen hangen we een betekenis. Dit doen we in vier stappen:

  • Selectie: We krijgen dagelijks ontzettend veel input van stimuli, we selecteren hieruit wat wijzelf het belangrijkst vinden. Met dit selecteren beginnen we al aan het vormgeven van een perceptie. Er zijn verschillende factoren waarom we sommige informatie wel en sommige niet opslaan.

  • Organisatie: Nadat informatie  geselecteerd is, moet het worden geordend. Met dit ordenen plaatsten we de informatie zo dat het betekenis heeft.  De ‘ruwe’ ongeordende informatie kan op meerdere manieren in een perceptueel schema geordend worden. Er zijn vier type schema’s: 1) fysieke constructen, 2)rol constructen, 3)interactie constructen en 4) psychologische constructen. Naast perceptuele verschillen classificeren we ook specifieke communicatie transacties. Deze organisatorische schema’s kunnen een grote invloed hebben op relaties. Met de term punctuatie wordt bedoeld: de determinatie van oorzaken en effecten in een serie interacties.

  • Interpretatie: Als de informatie geselecteerd  is en de percepties geordend zijn, interpreteren we deze op een manier dat ze iets gaan betekenen. Interpretatie speelt in iedere interpersoonlijke communicatie een rol. Er zijn verschillende factoren die ervoor zorgen dat we bepaald gedrag interpreteren: relationele bevrediging, verwachting, en vooraannames over menselijk gedrag.

  • Onderhandelen: Een betekenis aan een communicatieve handeling wordt altijd gevormd zowel in jezelf als met anderen mensen. Tot nu toe zijn voornamelijk de stappen in het    perceptieproces besproken (selectie, ordenen en interpreteren) die in jezelf plaatsvinden.  Onderhandelen is de stap waarbij een perceptie betekenis krijgt door de interactie met andere mensen. Onderhandelen is het proces waarbij  communicatoren door te communiceren invloed hebben op elkaars perceptie. Geleerden noemen de verhalen die wij gebruiken om onze persoonlijke wereldvisie uit te leggen narratieve.

Wat beïnvloed de perceptie

Hoe we selecteren, organiseren, interpreteren en onderhandelen wordt beïnvloed door een groot aantal factoren. Deze zijn onder te verdelen in fysiologische, psychologische, sociale en culturele invloeden.

Fysiologische invloeden

  • Door de zintuigen. We zien, ruiken, horen, ruiken, en voelen alle stimuli allemaal op een verschillende manier. Deze verschillen kunnen de inter-persoonlijke relatie         beïnvloeden.

  • Leeftijd. Oudere mensen zien de wereld anders dan jongeren vanwege een grotere reikwijdte en meer ervaringen.

  • Gezondheid en moeheid. Gezondheid kan een grote impact hebben op de manier waarop jij met anderen omgaat. Moeheid kan ook een grote invloed hebben. Als je slecht of weinig geslapen hebt kan je de wereld soms heel anders gaan ervaren dan mensen die wel goed en lang geslapen hebben.

  • Honger. Als je honger hebt wordt je dikwijls chagrijniger tegen mensen, en als je teveel gegeten hebt wordt je moe en reageer je ook anders op andere personen.

  • Biologische cycli: Iedereen heeft een bepaalde dagelijkse cyclus. Deze cycli kunnen de manier waarop we omgaan met anderen beïnvloeden.

  • Neurobehavioral Challenge: Sommige verschillen in percepties worden veroorzaakt door neurologie. Mensen met ADHD zijn makkelijk afgeleid en hebben weinig geduld.  Als je dit weet is het voor de hand liggen dat iemand met ADHD een lang hoorcollege al snel saai gaat vinden terwijl andere mensen het juist erg interessant vinden.

Psychologische Invloeden

Onze psychische gesteldheid beïnvloed ook de manier waarop wij anderen waarnemen:

  • Ons humeur

Onze emotionele staat beïnvloed sterk de manier waarop wij andere mensen waarnemen en daarom ook hoe wij communiceren.  Er bestaat bewijs wat aantoont dat perceptie leidt tot bevrediging. In andere woorden: de houding of verwachting die wij met ons meebrengen naar een bepaalde situatie bepaald de mate waarin wij blij of niet blij zijn. Als dit proces eenmaal in werking is getreden kan het een spiraal worden. Bijv. als je blij bent met je relatie, zul je het gedrag wat je partner nu vertoont eerder zien als goed wat weer kan leiden tot meer gelukzaligheid/blijheid etc. (dit proces kan natuurlijk ook andersom plaatsvinden).

  • Het zelfconcept

Het zelfconcept is een andere psychologische factor die de perceptie beïnvloed. De manier waarop wij over onszelf denken en voelen beïnvloed sterk de manier waarop wij andermans gedrag interpreteren.

Sociale invloeden

Het perspectief wat wij binnen een maatschappij/cultuur innemen speelt een grote rol in het maken van percepties. Sociale wetenschappers hebben de ‘standpoint’ theorie ontwikkeld. Deze theorie wordt gebruikt om te achterhalen hoe de maatschappelijke positie van een persoon  zijn of haar visie over enerzijds de maatschappij in het algemeen vormt en anderzijds over individuen vormt.  Maatschappelijke positie beïnvloed  zowel de perceptie/ visie  over de maatschappij in het algemeen als over specifieke personen.

De standpoint theorie wordt vaak gebruikt bij:

  1. verschillende perspectieven tussen geprivilegieerde sociale groepen met veel macht en geld en achtergestelde groepen met weinig macht en geld.

  2. Verschillende perspectieven tussen mannen en vrouwen.

  3. Sekse en Gender rollen

Uiteenlopende perspectieven tussen manen en vrouwen worden niet enkel beïnvloed door fysiologische of psychologische factoren, ook sociale verwachtingen en persoonlijke ervaringen spelen een belangrijke rol . Mannen en vrouwen beoordelen dezelfde gedragingen vaak anders. Zo kan een man verbale en non- verbale gedragen als flirterig bestempelen terwijl een vrouw deze  gedragingen totaal niet als flirterig ziet. 

Sandra Bern (1974) suggereerde al vroeg dat stereotiep mannelijk of vrouwelijk gedrag niet tegenovergestelde polen binnen hetzelfde continuüm zijn.  Zij beargumenteerde dat mannelijk en vrouwelijk gedrag twee los van elkaar staande sets gedragingen zijn. Hierdoor kan iemand zich mannelijk of vrouwelijk gedragen,  en staat dit los van zijn of haar biologische sekse. Een persoon kan zich ook zowel deels mannelijk als vrouwelijk gedragen. Er zijn vier psychologische sekse types:

  1. Mannelijk

  2. Vrouwelijk

  3. Androgeen (zowel mannelijk als vrouwelijk)

  4. Ongedifferentieerd (geen van beide)

Het woord ‘gender’ is een ander woord voor een psychologische sekse. Als de vier genders of psychologische seksen worden gecombineerd met de biologische sekse komen hier vier categorieën uit voor mannen: 1) mannelijke mannen, 2)vrouwelijke mannen, 3)androgene mannen en 4)ongedefinieerde mannen.  Dit geld ook voor het combineren van psychologische sekse met de biologische sekse vrouw.  Er zijn dus in het totaal 8 psychologische/biologische sekse waar je als biologische man of vrouw in kan vallen. Elk van deze 8 types heeft een andere waarneming/perspectief over interpersoonlijke relaties.

  • Beroepsrollen

Het beroep wat je uitoefent heeft ook  een grote invloed op onze percepties over de wereld. Het meest dramatische voorbeeld die dit illustreert is het Stanfordprison experiment van Zimbardo(1971,2007). Het lijkt erop dat wat wij zijn tot op zekere hoogte bepaald wordt door wat wij denken wat de samenleving wil dat wij zijn.

  • Relationele rollen

Rollen die wij spelen zoals: een vriend, partner, huisgenoot, dochter of zoon, vader of moeder etc. beïnvloeden ook onze perceptie. Een goed voorbeeld is de rol die ouders aannemen. Veel ouders zullen zeggen dat het krijgen van een kind alles in een ander perspectief plaatste en zij de wereld nu anders zien.

Culturele invloeden

Cultuur beïnvloed selectie, ordening, interpretatie en onderhandelen.  Verder heeft cultuur een grote invloed op de manier waarop wij  de ander zien. Bijvoorbeeld wanneer men een emotie beoordeeld letten Japanners meer op de toon waarop iets gezegd wordt, terwijl een Nederlanders meer bezig is met de gezichtsuitdrukking.  Perceptuele verschillen komen niet alleen voor tussen inwoners van verschillende landen, maar ook tussen de inwoners van een land zelf. Een land is vaak onderverdeeld in vele regionale en etnische subculturen en allemaal hebben zij een eigen beeld bij realiteit.

Cultuur speelt een belangrijke rol in ons vermogen om de perspectieven van andere te begrijpen. Onderzoek wijst uit dat personen die zijn opgevoed in individualistische landen waar onafhankelijkheid hoog in het vaandel staat vaak minder goed zijn in het innemen van een perspectief dan de personen uit collectivistische culturen. Bij deze culturen is juist afhankelijkheid een belangrijk goed.

Veelvoorkomende tendensen binnen percepties

Sociale wetenschappers gebruiken de term attributie/toeschrijving om het proces te beschrijven waarbij personen een betekenis geven aan een gedraging.  We geven zowel een betekenis aan onze eigen gedragingen als over andermans gedragingen. In het proces van betekenis toeschrijven gebruiken we wel andere maatstaven als het gaat om andermans gedrag. Onderzoek heeft uitgewezen dat er een aantal perceptuele neigingen zijn die kunnen leiden tot inaccurate toeschrijvingen/attributies:

  • We oordelen te snel.

  • We houden vast aan eerste indrukken,

  • We beoordelen onszelf vaak beter/welwillender dan dat we anderen beoordelen.

  • In het beoordelen van anderen worden we beïnvloed door onze verwachtingen.

  • We worden beïnvloed door het voor de hand liggende.

  • We nemen aan dat anderen lijken op ons.

Percepties op één lijn krijgen

Het is nogal voor de hand liggend dat het inaccuraat beoordelen van iemands gedrag kan leiden tot inaccurate percepties over een persoon en dit weer zorgt voor een moeizame communicatie. Wat we nodig hebben zijn hulpmiddelen die ons kunnen helpen om onze eigen en andermans percepties te leren begrijpen.  Twee hulpmiddelen zijn:

  • Het checken van percepties.

  • Opbouwen van empathie.

Hoofdstuk 5: Taal

Taal is misschien wel het belangrijkste element voor menselijke communicatie. In dit hoofdstuk wordt het verband tussen woorden en ideeën nader toegelicht . Verder worden er belangrijke karakteristieken van taal besproken  en wordt er aangetoond dat deze de alledaagse communicatie aantast/beïnvloed. Verder wordt er stilgestaan bij enkele sociale situaties waarbij taal problematisch is. Als laatste zal er besproken worden wat de invloed van gender is ons gebruik van taal.

De aard van taal

Hieronder enkele karakteristieken van taal:

  • Taal is symbolisch. Woorden zijn arbitraire symbolen die uit zichzelf niets betekenen.

  • Taal wordt beheerst door regels.  De enige reden waarom de symbolen van een taal wel iets betekenen en samen woorden/zinnen/verhalen etc. vormen die iets betekenen komt omdat wij afspraken maken over wanneer we een woord gebruiken.  De lingistieke afspraken die communiceren mogelijk maken kunnen worden gecodificeerd in regels. Er bestaan verschillende taalregels:

  • Fonologische regels ( hoe de symbolen moeten worden uitgesproken, wel klank er hoort bij welke woorden. Hoe een woord moet worden uitgesproken)

  • Syntactische regels( Hoe de symbolen (woorden) moeten worden gecombineerd om woorden of zinnen te maken, hoe een zin een goede zinsstructuur krijgt dus.)

  • Somatische regels ( syntactische regels houden zich bezig met structuur, somatische regels bepaald de betekenis van woorden.)

  • Pragmatische regels (somatische regels helpen ons bij de betekenis van individuele woorden maar deze regels laten zich niet uit over de betekenis van het woord in het dagelijks leven. Een bepaald statement kan namelijk verschillende boodschappen met zich meedragen.

Deze betekenissen achterhalen doen we door pragmatische regelgeving. Deze regels vertellen ons op welke verschillende manieren we een boodschap kunnen interpreteren en op welke manieren we die kunnen gebruiken.

De CMM (Coordinated Management of Meaning)  theorie beschrijft de verschillende type pragmatische regels die tijdens communicatie in ons dagelijks leven veel gebruikt worden. Deze theorie suggereert dat wij regels op verschillende niveaus gebruiken om zo onze eigen boodschappen/berichten te  maken en die van anderen te kunnen interpreteren.

  • Taal is subjectief.

Mensen geven individueel allemaal weer hun eigen betekenis aan woorden en statements/uitspraken. Dit zorgt voor communicatie problemen. Ogden & Richards(1923) illustreren dit aan de hand van hun ‘triangle of meaning’ (5.1, p.146). Dit model is eigenlijk te eenvoudig omdat niet alle woorden refereren naar fysieke objecten of referenten. Sommige referenten zijn abstracte ideeën (zoals liefde ) en sommige zijn niet eens zelfstandige naamwoorden (Boos of opgewonden). Ondanks dit is het model toch zeer nuttig omdat het zeer helder een belangrijk principe demonstreert: ‘Betekenissen zitten in mensen, niet in woorden’ p.164).

  • Ons perspectief/visie/wereldbeeld over culturen wordt gevormd en gereflecteerd door de taal die gesproken wordt( linguïstisch relativisme).

Met de Sapir-Whorf hypothese  (opgesteld door Worf en Sapir ) hebben onderzoekers kunnen vaststellen dat de taal die gesproken wordt door Hopi indianen in Amerika  een hele andere vorm van realiteit representeert dan het realiteitsbeeld bij de meeste andere talen.

Het kwam er op neer dat de Hopi-indianen geen onderscheid maken tussen zelfstandige naamwoorden en werkwoorden. Hierdoor zullen deze indianen de hele wereld beschrijven als constant in beweging. Dit in tegenstelling tot mensen die Engels spreken.  Deze gebruiken zelfstandige naamwoorden om mensen en objecten te karakteriseren. De mensen en objecten worden hierdoor dan gezien als constant en gefixeerd. De Hopi indiaan beschrijft objecten en mensen dus door middel van werkwoorden die constant in beweging zijn. De Engels sprekenden zien hierdoor de wereld als een collectie van snapshots, terwijl de indianen de wereld zien als een speelfilm. 

Het komt ook vaak voor dat er voor een term geen Engelse equivalent bestaat. Het is mogelijk om toch een idee te hebben wat dit soort concepten betekenen ook al is daar geen specifiek woord voor. Het is echter wel zo dat linguïstisch relativisme aantoont dat termen en woorden vormgeeft aan de manier waarop wij denken en handelen. 

De impact van taal

Naast het feit dat taal de wereld om ons heen beschrijft, maakt taal ook een grote impact op onze percepties en hoe wij met anderen omgaan. Hieronder enkele manieren waarop taal een impact heeft op ons:

  • Benoemen, iets een naam geven en identiteit

Onderzoek heeft uitgewezen dat namen meer zijn dan een hulpmiddel bij identificatie. De naam die je krijgt vormt de manier waarop jij naar anderen en naar jezelf kijkt en de manier waarop je  handelt, jezelf gedraagt.  Onderzoek toonde aan dat individuen met zeldzame en vreemde namen  vaak aan psychologische en emotionele spanningen lijden. Ook als een naam op een rare manier gespeld is kan dit leiden tot een negatief beeld over die persoon.

Natuurlijk verschilt het per generatie welke namen als vreemd worden gezien.  Sommigen vinden dat unieke, vreemde namen eerder opvallend dan ongewoon zijn.  Mensen met unieke namen worden vaker eerder onthouden of herkent dat dan mensen met gewone  veelvoorkomende namen.  Soms is de keuze van een naam op de culturele identiteit van die persoon gebaseerd.  Namen zijn niet alleen een  reflectie van culturele identiteit, ze kunnen ook een indicator van status zijn.  Het is dus mogelijk om enkel met een naam en geboorte datum de speculeren over iemands socio-economische status in de maatschappij.

  • Verwantschap, aansluiting

Taal kan gebruikt worden om solidariteit met anderen op te bouwen of aan te tonen.  Veel onderzoek toont aan dat communicatoren die het samen goed kunnen vinden de manier waarop zij met elkaar praten  op verschillende manieren aanpassen (vocabulaire, snelheid, etc. ). Door gebruik te maken van de dezelfde vocabulaire zet je jezelf en deze persoon of personen apart van anderen. Hierdoor herinner je jezelf en de rest van de wereld dat jullie een speciale band hebben. Ditzelfde proces gaat op voor grotere groepen. Communicatie wetenschappers noemen dit proces convergentie.  Tegenovergesteld, als twee of meerdere communicatoren zich juist van de rest willen onderscheiden als zij omringt zijn door  mensen die anders spreken blijven zij hun eigen taal en manier van spreken aanhouden. Zo  benadruk je het feit dat jij en jou groep anders zijn. Dit heet divergentie.

  • Krachtig taalgebruik

Communicatie wetenschappers hebben een aantal taalpatronen geïdentificeerd die bijdragen aan of afdoen aan de kracht van de spreker om iemand anders te beïnvloeden.  Tabel 5.2 identificeert enkele ‘powerless speech mannerisms’. Een aantal onderzoeken hebben aangetoond dat sprekers die de manieren uit deze tabel niet hanteren in hun spreekwijze vaker worden gezien als competenter, dynamischer, en aantrekkelijk dan personen die minder krachtig klinken.

Seksisme en racisme

Seksistische taalgebruik: ‘zijn woorden, zinnen en uitdrukkingen die onnodig onderscheid maken tussen mannen en vrouwen, of uitsluiten, bagatelliseren of kleineren’ beide sekse.( Parks & Roberton, 2000, p.415)

Zulk taalgebruik kan het zelfconcept van zowel mannen als vrouwen aantasten, en wordt het ook wel eens bestempeld als haatdragend  taalgebruik.  Door seksistisch taalgebruik ontstaan er stereotyperingen als ‘de werkende vrouw’ maar de typering  ‘de werkende man’ gebruiken we nooit, omdat we vaak vooraf al (vaak onjuist) aannemen dat de man altijd de broodwinnaar is in een gezin. Naast stereotypering kan seksistische taal ook leiden tot stigmatisering van vrouwen. 

Er zijn twee manieren waarop we seksistisch taalgebruik kunnen stoppen:

  1. Door het stoppen met het gebruik van welk seksespecifieke term dan ook. Er kunnen in plaats van seksespecifieke termen ook sekseneutrale begrippen worden gebruikt.  Een voorbeeld is het gebruik van het meervoud ‘zij’ in plaats van ‘hij’ of  ‘zij’.

  2. Juist door het extra benadrukken van de sekse. Bijvoorbeeld dat je niet zowel vrouwen als mannen voorzitter noemt maar vrouwen in deze positie benoemd als voorzitster. Zo wordt er extra nadruk op gelegd op wat de sekse is. Zo verhoog je het bewustzijn of de referentie gaat over een man of een vrouw.

Racistisch taalgebruik weerspiegelt een wereldbeeld waarbij de leden van een bepaalde raciale groep als superieur en de anderen als inferieur worden gezien.  Niet al het taalgebruik wat racistisch overkomt is opzettelijk.  Om racistisch taalgebruik zo min mogelijk voor te laten komen zou men moeten stoppen met het gebruiken van taal wat aanstootgevend overkomt. Men moet dan zelfs stoppen met het gebruik van ‘onschuldig’ racistische taal/uitspraken die eigenlijk niet serieus bedoeld waren.

Gebruik en misbruik van taal

In deze paragraaf wordt er bekeken wat van enkele aspecten van taal de voor en nadelen zijn.

Precisie en vaagheid

De  meeste mensen zullen zeggen dat taal een middel is om je eigen ideeën en gedachtes zo helder/precies mogelijk over te brengen. Hier tegenover zijn er ook sociale situaties waarbij je juist niet precies wil zijn en het vaag blijven juist nuttig kan zijn bij het bereiken van bepaalde doelen:

  • Bij Dubbelzinnig taalgebruik

  • Voor abstractie

  • Bij een Eufemisme

  • Bij relatief taalgebruik

  • Als men een statische evaluatie wil maken

Verantwoordelijkheid

Taal weerspiegelt de bereidwilligheid van de spreker om verantwoording  te nemen voor zijn of haar overtuigingen, gevoelens en handelen. Het nemen of niet nemen van verantwoordelijkheid kan een hoop zeggen over een persoon en het kan ook de aard van een relatie vormen of beïnvloeden:

1)‘het’ uitspraken: vervangen het persoonlijk voornaamwoord ‘ik’ door het minder persoonlijke ‘het’.  Dit staat in contrast met  het spreken in de ‘ik’ vorm waarbij de persoon waarover de uitspraak gaat duidelijk wordt geïdentificeerd.  Communicatoren/sprekers die vaak de ‘het’ vorm gebruiken nemen op deze manier geen  verantwoordelijkheid  over een uitspraak en gaan de directheid van de ‘ik’ vorm uit de weg. Bijv.: Het irriteert mij wanneer je te laat bent’ in tegenstelling tot ‘Ik maak me zorgen als je te laat bent’.

2)‘maar’ uitspraken:  Het gebruik van ‘maar’ in een uitspraak kan ervoor zorgen dat datgene wat eerder is gezegd, vervolgens wordt tegengesproken. Bijv.: ‘Je bent een leuk persoon maar ik denk dat het beter is als we elkaar niet meer zin’.  Het gebruik van ‘maar’ kan in sommige sociale situaties ervoor zorgen dat jij niet wordt afgeschilderd als de boeman of ongenuanceerde persoon ( als je het bijvoorbeeld met iemand uitmaakt zoals in het voorbeeld) maar als je volstrekt helder ergens over wilt zijn is het gebruik van ‘maar’ niet echt handig.

3)‘ik’, ‘jij’, ‘wij’ vorm in taalgebruik: met de Ik-vorm maak je jezelf en je gevoelens erg duidelijk en neem je verantwoording voor een uitspraak. Uitspraken in de ik-vorm komen vaak assertief over. Assertief is het duidelijk maken van je gedachtes, gevoelens en behoeftes. Het te vaak gebruiken van de ik-vorm kan narcistisch en zelfingenomen overkomen.

De jij-vorm is anders, en net als bij andere vormen van evaluerend taalgebruik, wordt er met de jij-vorm een oordeel over een ander persoon geuit. Positieve beoordelingen als: ‘wat zie jij er vandaag goed uit’ zorgen niet echt voor problemen, negatieve beoordelingen als ‘jij hebt deze troep achtergelaten!’ wel.  De jij-vorm kan dus provocerend en defensief overkomen.

De wij-vorm is een manier om te voorkomen dat de ik-vorm te vaak gebruik wordt. de wij-vorm zorgt voor een constructief klimaat, het suggereert een soort van ‘we zitten in hetzelfde schuitje’. Als we het voorbeeld terughalen van de jij-vorm: ‘jij hebt deze troep achtergelaten!’ en dit tegenover de wij-vorm zetten: ‘ wij zijn niet echt goed in het schoonhouden van het appartement he?’ zie je goed wat de wij-vorm doet.  De wij-vorm maakt het probleem of datgene waar het gesprek overgaat een zaak die gaat over alle personen die deelnemen aan het gesprek.

Storend taalgebruik

Niet alle ruzies ontaarden uit miscommunicaties. In sommige gevallen begrijpen beide personen elkaar heel goed maar zijn zij het alsnog totaal niet met elkaar eens. Het is zeker niet de bedoeling om elke onenigheid/meningsverschil uit de weg te gaan  maar er zijn drie schadelijke taalgewoonten die beter wel vermeden kunnen worden:

  • ‘Fact-opinion Confusion’

  • ‘Fact- Inference Confusion’

  • Evaluatief taalgebruik

Gender en taal

Tot zover is taalgebruik besproken alsof deze hetzelfde is voor mannen en vrouwen. Maar er zijn wel degelijk belangrijke verschillen tussen mannelijk en vrouwelijk taalgebruik.

Omvang van ‘gender’ verschillen

Er is veel interesse naar ‘gender’ verschillen in taalgebruik, sommige geloven dat mannen en vrouwen op een significant andere manier communiceren terwijl anderen weer meer overeenkomsten dan verschillen zien.  Zeer beknopt kan er gesteld worden dat de relatie tussen de biologische sekse en taal zeer complex is. Grey (1992) stelt dat mannen en vrouwen op elk vlak van elkaar verschillen. Iets genuanceerder zijn er ook auteurs ( Tannen, 1990 & Mulac, 2006) die stellen dat mannen en vrouwen op bepaalde vlakken van elkaar verschillen en in die gevallen een andere taal spreken.

Deze mening komt tegenwoordig niet meer overeen met de stand van wetenschap op dit gebied. Steeds meer onderzoek wijst namelijk uit dat er meer overeenkomsten dan verschillen zijn tussen mannen en vrouwen. (Canary & House,1933, Timmerman, 2002,) sommige wetenschappers stellen zelfs dat hun onderzoek heeft uitgewezen dat er geen significante verschillen bestaan tussen mannelijk en vrouwelijk taalgebruik ( Grob et al., 1997, Nemati & Bayer, 2007; Zahn, 1989). De populaire mythe dat mannen meer praten dan mannen blijkt ook niet waar te zijn (Mehl et.al. 2007). K.Precht (2008) heeft het gebruik van ‘stance’ woorden tussen mannen en vrouwen vergeleken. ‘Stance’ woorden zijn  woorden die houding, emotie, zekerheid, twijfel en betrokkenheid  uitten. Het blijkt dat mannen in veel gevallen niet significant minder gebruik maken van dit soort woorden dan vrouwen.

Veel taalverschillen die op het eerste oog sekse gerelateerd lijken kunnen in feite veroorzaakt worden door andere factoren zoals beroep en de mate van inter-persoonlijke macht.

Hoofdstuk 6:  Non-verbale communicatie

In dit hoofdstuk wordt dieper ingegaan op non-verbale communicatie. We hebben allemaal wel eens gehoord van lichaamstaal. Lichaamstaal of non-verbale communicatie  is een onderwerp wat al veelvuldig onderzocht is en heeft ook veel interessante resultaten over menselijk gedrag opgeleverd. Zowel op wetenschappelijk als op persoonlijk gebied is non-verbale communicatie een belangrijke vaardigheid  om te bestuderen, maar ook om zelf te leren.

Non-verbale communicatie gedefinieerd

Met non-verbale communicatie wordt bedoeld: elke vorm van uitwisseling van boodschappen tussen mensen  via niet-talige signalen of tekens. Dus zonder het gebruik van woorden.  Non-verbale communicatie is belangrijk omdat deze vorm vaak meer zegt dan datgene wat je op dat moment daadwerkelijk uitspreekt.  Psycholoog A.Megrabian (1972) claimt dat 93 % van de emotionele impact van een boodschap komt uit non-verbale communicatie.  Andere wetenschappers geven weer andere percentages. Er is in de wetenschap nog geen consensus over de exacte cijfers maar wel is duidelijk dat non-verbale communicatie zeer belangrijk is binnen het gehele communicatieproces en het heeft in grote invloed op onze perceptievorming.

Karakteristieken van non-verbale communicatie

De vele verschillende soorten non-verbale communicatie hebben een aantal gezamenlijke karakteristieken.  (tabel 6.1, blz. 178) Deze karakteristieken verschillen nogal wat van verbale communicatie.

Fundamentele karakteristieken van non-verbale communicatie

1)Elke gedraging heeft een communicatieve waarde.

Het is onmogelijk om niet te communiceren, het is niet een knop die we aan of uit kunnen zetten. Det het onmogelijk is om niet te communiceren is van groot belang omdat dit aantoont dat mensen een soort transmitters zijn die niet kunnen worden uitgezet. Wat we ook doen, we zenden altijd boodschappen uit die iets zeggen over onszelf en onze relaties met anderen.  Ook gedragingen die we niet kunnen beheersen kunnen een boodschap zenden. Je wilt misschien wel niet laten zien dat je jezelf schaamt, maar toch  kunnen mensen het aan je lichaamshouding of gezichtsuitdrukking aflezen. Of het gedrag nu wel of niet met opzet wordt gedaan, al het non-verbale gedrag heeft de potentie om boodschappen over te brengen op anderen. Het wil natuurlijk niet altijd zeggen dat de ontvangers deze non-verbale communicatie altijd oppikken.

2)Non-verbale communicatie is hoofdzakelijk relationeel.

Soms wordt er gebruik gemaakt van non-verbale communicatie als dit op dat moment handiger uitkomt dan verbale communicatie ( bijv. als een verkeersregelaar automobilisten de weg wijst door middel van gebaren).  Hiernaast wordt non-verbale communicatie ook gebruikt bij sociale situaties. Non-verbale communicatie kunnen we gebruiken om te laten zien wat voor een relatie we willen hebben of al hebben met anderen. Denk maar aan hoe je vrienden groet; zwaai je, geef je ze een hand of  drie zoenen op de wang, of een klap op de rug etc.  Elk van deze begroetingen zend een bepaalde boodschap over wat de aard  van die relatie is.  Een andere sociale functie van non-verbale communicatie is dat deze vorm van communiceren goed kan laten zien hoe jij je op dat moment voelt. Non-verbale communicatie is veel beter geschikt voor  het uiten van opvattingen en gevoelens dan het is in het uiten van ideeën. Ook in smsjes/emails/whatsappjes maak je soms gebruik van  non-verbale uitdrukkingen die voorkomen als je oog in oog met elkaar staat. Dit gebeurd in de vorm van emoticons. Net als echte gezichtsuitdrukkingen kunnen emoticons de bedoeling van een boodschap  verduidelijken. Deze achterliggende bedoeling valt weg als de emoticon niet bij uitspraak staat. 

3)Non-verbale communicatie is dubbelzinnig.

In hoofdstuk 5 is al aan de orde gekomen dat verbale communicatie soms dubbelzinnig kan zijn.  Non-verbale communicatie is nog dubbelzinniger dan verbale communicatie. Denk je bijvoorbeeld in hoe je de gevallen stilte in een gesprek zou interpreteren. Er zijn zo veel manieren waarop je de gevallen stilte kan interpreteren; je gesprekspartner kan boos zijn, of het is een teken van afwezigheid, of de ander is nerveus of juist verveeld  maar diegene kan ook aan het nadenken zijn over wat je daarvoor zei. Omdat non-verbale communicatie zou dubbelzinnig kan zijn is het belangrijk om  even goed na te denken over hoe je erop reageert.

4)Non-verbale communicatie wordt beïnvloed door cultuur en ‘gender’.

Culturen hebben allemaal hun eigen manier van non-verbale communicatie ( net zoals dat ook geldt voor verbale communicatie). Sommige vormen van non-verbale uitingen (ook wel emblemen of symbolen genoemd)  zijn in vele culturen hetzelfde. Denk bijvoorbeeld aan de manier waarop je non-verbaal ‘ja’ zeggen. In veel culturen is het algemeen geaccepteerd om dan je hoofd van boven naar beneden te bewegen. Dit geld ook voor ‘nee’ non-verbaal te communiceren (hoofd van links naar rechts schudden) . sommige emblemen of symbolen zijn niet hetzelfde zoals de duim omhoog steken.

Ondanks deze verschillen zijn er een aantal non-verbale uitingen die universeel hetzelfde zijn. Sommige uitdrukking betekenen over ter wereld hetzelfde zoals glimlachen. Glimlachen is overal een teken van een positieve emotie. Darwin stelde dat uitingen als lachen het resultaat waren van de evolutie, en dat deze functioneerden als overlevingsmechanismen die het mogelijk maakten voor mensen om met elkaar te communiceren toen men nog geen gebruik kon maken van taal omdat dit toen nog niet ontwikkeld was.

Dat non-verbale uitingen als gezichtsuitdrukkingen aangeboren zijn blijkt als we het gedrag van kinderen die doof en blind geboren zijn bestuderen. Ook al hebben deze kinderen nooit met eigen ogen kunnen zien hoe gezichtsuitdrukkingen eruit zien, toch kunnen ze een hoop van deze uit zichzelf wel uiten. Deze kinderen glimlachen, lachen en huilen op een manier die virtueel identiek zijn aan de manier waarop kinderen die wel kunnen zien en horen dit doen. 

Ook al zijn er een aantal non-verbale expressies universeel, hoe deze gebruikt worden verschilt per cultuur. Het is belangrijk om te onthouden dat  de cultuur waarin een individu opgroeit meer dan  diens nationaliteit of etniciteit bepalend is voor wanneer hij of zij bepaalde non-verbale expressies wel of niet gebruikt..

Of je man of vrouw  bent bepaald ook in een bepaalde mate de manier waarin je non-verbaal communiceert. Over het algemeen is het zo dat vrouwen meer gebruik maken van non-verbale communicatie dan mannen. Vrouwen zijn ook beter in het interpreteren van non-verbale communicatie dan mannen. Ondanks deze verschillen zijn er ook vele  overeenkomsten tussen de non-verbale communicatie patronen van mannen en vrouwen.

Functies van non-verbale communicatie

Non-verbale communicatie heeft een aantal belangrijke functies:

1)Het is belangrijk voor het maken en behouden van relaties. Non-verbale signalen zijn net zo belangrijk voor goed gefundeerde lang lopende relaties als prille relaties.

2)Het reguleert interactie, non-verbale regulatoren zijn signalen die helpen bij het onder controle houden van verbale interactie. Er zijn bijvoorbeeld drie regulatoren die aangeven dat een spreker klaar is met praten: 1)verandering in vocale intonatie, 2) een accent op de laatste klemtoon in een clausule, 3) een daling in de toonhoogte of luidheid bij een veelvoorkomende uitdrukking als ‘zoals je weet’.  Oogcontact is een andere manier van het reguleren van communicatie.

3)Het beïnvloed  hoe anderen op jou reageren. We gebruiken non-verbale communicatie om bepaalde dingen voor elkaar te krijgen bij anderen. Non verbale communicatie die helpt als je wat van iemand anders gedaan wilt krijgen zijn:

  • oogcontact.

  • het dragen van dure kleding die bij een hoge status hoort.

  • een open lichaamshouding .

  • als je ze aanraakt.

  • hen op een vriendelijke optimistische manier benaderd.

4)Het helpt bij het verzwijgen of misleiden.  We vinden eerlijkheid dan wel belangrijk, we doen allemaal vaak aan een leugentje om bestwil of zijn we niet geheel eerlijk. Soms  houden we onze mond of duiken we weg van de situatie of we liegen gewoon glashard.  In hoofdstuk  3 is al duidelijk geworden dat misleiden (liegen, zwijgen, wegvluchten van de situatie) niet altijd egoïstisch en kwaadwillend is, veel van het misleiden is juist om de situatie te redden of om de eer van de andere spreker(s) of aanwezigen in stand te houden. Denk bijvoorbeeld dat je op een verjaardag van iemand toch je best doet om leuk en gezellig over te komen ook al voel jij je rot of verveeld. Hetzelfde geld als je met iemand moet praten die je liever helemaal nooit meer zou zien maar toch aardig blijft uit goed fatsoen.

Het is duidelijk dat non-verbale factoren in zeer hoge mate kunnen bijdragen of juist kunnen afdoen aan het succes van dit soort misleiding.  Sommige mensen zijn beter in het misleiden en het detecteren van misleiding dan anderen.  Communicatie wetenschappers Burgoon & Levine (2010) hebben jarenlang deceptie detectie bestudeerd en zijn tot drie conclusies gekomen:

  • In meer dan de helft van de tijd zijn we in staat om accuraat deceptie te detecteren.

  • We overschatten onszelf in hoeverre we in staat zijn om deceptie te detecteren

  • We zijn sterk geneigd om iemand anders zijn uitspraak voor waar aan te nemen.

Er zijn echter wel signalen die ons kunnen helpen bij het detecteren van deceptie/misleiding.

  • Misleiders maken vaak meer spreekfouten dan mensen die de waarheid vertellen

  • De toonhoogte van een misleider gaat vaak omhoog waarneer deze liegt.

  • Misleiders nemen vaak langer de tijd om antwoord te geven op een vraag dan    mensen die de waarheid spreken.

  • Bij misleiders worden de pupillen vaak groter als ze aan het liegen zijn.

Nonverbale signalen zijn dus belangrijk bij het detecteren van deceptie. In de meeste gevallen worden leugens pas echt bestempeld als een leugen als diegene waartegen gelogen werd genoeg bewijzen bij elkaar heeft kunnen rapen om het ook daadwerkelijk aan te kunnen tonen.

5)Het helpt bij het managen van je identiteit

In hoofdstuk drie is al duidelijk geworden dat de grootste reden dat wij communiceren is omdat wij willen dat mensen ons zien op een manier waarop wij gezien willen worden (identiteitsmanagement) . In vele gevallen zijn de non-verbale signalen belangijker  bij het maken van een impressie dan verbale communicatie. 

Er bestaan verschillende manieren waarop we onze identiteit op een non-verbale manier kunnen managen. Metts & Grohskopf (2003) hebben onderzoek gedaan naar hoe je een goede eerste indruk kunt maken en hebben hierdoor vele voorbeelden gevonden die in drie categorieën kunnen vallen:

  • De manier waarop we staan en ons bewegen, de manier waarop we onze gezichtsuitdrukkingen onder controle kunnen houden, en de aanpassingen die we maken in onze stem. Wanneer je andere ontmoet geef dan een stevige maar vriendelijke handdruk en hou oogcontact.

  • Uiterlijk gaat over de manier waarop we ons kleden, de accesoires die we dragen, hoe ons haar zit, make-up, luchtje etc. Het is belangrijk om je te kleden zoals je onthouden wilt worden.

  • Setting gaat over de fysieke objecten waarmee we ons omringen, persoonlijke bezittingen, voertuigen,  en het huis waarin wij leven.

Verschillende soorten non-verbale communicatie

Er zijn vele soorten manieren waarop wij non-verbaal communiceren:

  • Door beweging van het lichaam

  • Door aanraking

  • Met de stem

  • Afstand

  • Territorialiteit

  • Tijd

  • Fysieke aantrekkingskracht

  • Kleding

  • Fysieke omgeving

Hoofdstuk 7 Luisteren: ontvangen & reageren

In dit hoofdstuk wordt ‘luisteren’ behandeld. Luisteren is zeer belangrijk binnen inter-persoonlijke relaties. Verder zullen de vele factoren besproken worden die horen bij het goed leren luisteren en zul je zien dat goed luisteren niet zo gemakkelijk is als je denkt. Verder zal er worden uitgelegd wat er nou echt gebeurd tijdens het luisteren en als laatste zullen er een aantal luisterresponsies worden behandeld. 

7.1Wat is luisteren?

Het belang van luisteren

Luisteren is zeer belangrijk. Als je naar figuur 7.1 blz.221 kijkt wordt het al snel duidelijk dat je binnen communicatie activiteiten veel tijd kwijt bent aan luisteren: maar liefst 55 procent.  Dit hoofdstuk zal diep ingaan op de rol van luisteren bij inter-persoonlijke relaties.

Het begrip luisteren gedefinieerd

Luisteren is het proces van het ontvangen en gehoor geven aan iemands boodschap/melding/bericht. Dit gaat zowel over gespreken die men met elkaar voert in eigenpersoon, over de telefoon alsmede gesprekken die gevoerd worden over de sms of e-mail ( en andere mediated channels).

Luisteren en horen is niet hetzelfde. Het gehoor is het proces van geluidsgolven die in onze oren gaan en het trommelvlies raken die weer vibraties zend naar de hersenen. Luisteren gebeurd pas als de hersenen de trillingen van het trommelvlies omzet naar een representatie van het originele geluid en het vervolgens een betekenis geeft.

Luisteren gaat niet automatisch, in vele gevallen horen we maar luisteren we niet ( als je bijvoorbeeld in een druk café allemaal mensen hoort praten maar je luistert niet naar hun gespreken omdat je bezig bent met het voeren van een gesprek met iemand anders. Onbewust block je de andere geluiden die je hoort om je zo beter te kunnen focussen op je eigen gesprek. Maar je kan je ook voor geluiden afsluiten die je irriteren zoals de grasmaaier van de buren. We stoppen ook met luisteren als we het onderwerp niet meer interessant of onbelangrijk vinden.

Er bestaat ook zoiets als hersenloos en bedachtzaam luisteren. Hersenloos luisteren komt voor wanneer we op de automatische piloot, routinematig reageren op  iemand, zonder ons mentaal echt in te spannen.  Woorden die hersenloos luisteren karakteriseren zijn:  oppervlakkig en vluchtig.  De term hersenloos klinkt nogal negatief, maar hersenloos denken hoeft niet altijd negatief te zijn. Het is juist handig dat wij zelf kunnen uitmaken wanneer we ons wel en niet willen inspannen om de juiste reactie te geven op iemands boodschap. We krijgen per dag heel veel boodschappen te verwerken en het is geen doen om bij elke boodschap afzonderlijk je evenveel in te spannen om de juiste reactie te vinden. Dat is onrealistisch.

Bedachtzaam luisteren is wanneer iemand een zorgvuldige en doordachte reactie geeft op de mededeling die hij of zij ontvangt.  Je hebt de neiging om bedachtzaam te luisteren als de mededeling belangrijk voor jou is.

Waarom is het belangrijk om te luisteren?

Het is om verschillende redenen waarom het belangrijk is om goed te luisteren:

  • Om dingen te kunnen begrijpen.

  • Om te kunnen evalueren.

  • Om relaties op te bouwen en de onderhouden.

  • Om anderen te helpen.

7.2 De uitdaging van luisteren

Obstakels bij het luisteren

Bedachtzaam luisteren is zeker niet altijd even makkelijk. Hier enkele obstakels en veel voorkomende barrières die ervoor zorgen dat we niet altijd goed kunnen luisteren:

  • Als we te veel informatie in een korte tijd voorgeschoteld krijgen is het ook moeilijk om bedachtzaam te luisteren naar alles wat we horen.

  • Persoonlijke zorgen zijn een tweede reden waarom we niet altijd goed kunnen luisteren naar een ander.

  • Omdat je geest te actief is, we kunnen mensen die tot gemiddeld  600 woorden per minuut gebruiken nog begrijpen. De gemiddelde persoon spreekt ongeveer tussen de 100 en 140 woorden per minuut. Daarom hebben we in onszelf nogal wat ‘vrije tijd’ met onze eigen gedachtes terwijl iemand anders aan het praten is. Het is dan verleidelijk om deze vrije tijd aan gedachtes te besteden die niets te maken hebben met het onderwerp waarover het gesprek gaat. De truck is om deze  vrije tijd te gebruiken om de ander zijn ideeën te leren begrijpen in plaats van na te denken over andere dingen.

  • Geluidsoverlast/lawaai is de laatste reden waarom we niet altijd even goed luisteren. Onze fysieke en mentale werelden zorgen vaak voor veel afleidingen die het ons moeilijk maken om onze aandacht erbij te houden.

Alle luisteraars ontvangen niet altijd de zelfde boodschap

 Wanneer er twee of meerdere mensen naar dezelfde spreker luisteren, nemen we vaak aan dat alle luisteraars dezelfde boodschap meekrijgen en deze ook allemaal op dezelfde manier begrijpen. In de realiteit is dit de meeste situaties niet het geval. Perceptie speelt hierbij een belangrijke rol.

Slechte luistergewoontes

De meeste mensen hebben wel last van één of een aantal slechte luistergewoontes die ons ervan weerhouden om iemand goed te kunnen begrijpen.

Slechte luistergewoontes zijn:

1)Half luisteren (speudo-luisteren)

2)‘Stage hogging’ dit is wanneer een persoon of personen in een gesprek eigenlijk alleen maar geïnteresseerd zijn in het uiten van hun eigen ideeën in plaats van het luisteren naar iemand anders zijn mening.

3)Selectief luisteren. Het enkel oppikken uit een gesprek wat de luisternaar interessant vindt.

4)Wanneer iemand jou gesprek telkens zelf aanvult  of afmaakt ‘filling in the gaps

5)Geïsoleerd luisteren dit is wanneer iemand stopt met luisteren als er een onderwerp voorbij komt die hij of zij niet interessant vindt.

6)Defensief luisteren. Dit is wanneer de luisteraar een onschuldige opmerking opvat als een persoonlijke aanval.

7)Hinderlaag opstellen. Dit is wanneer de luisteraar aandachtig luistert maar er enkel op uit is om datgene wat jij zegt te gebruiken om jou vervolgens aan te vallen.

7.3 De verschillende elementen van luisteren

Het is nu wel duidelijk dat luisteren, en zeker aandachtig/bedachtzaam luisteren niet simpelweg stil gaan zitten en luisteren is. Bedachtzaam of aandachtig luisteren bestaat uit 5 aparte elementen:

1.Horen

2.Aanwezig zijn

3.Begrijpen

4.Herinneren

5.Reageren

7.4 Verschillende soorten luisterresponsies

Er zijn verschillende soorten manieren hoe je kan reageren op iemands mededeling/boodschap/verhaal:

In stilte luisteren.

De beste respons is soms om helemaal  niets te zeggen (In stilte luisteren) Dit betekent dat je oplettend blijft, je aandacht bij het gesprek blijft houden maar non-verbaal responsief bent zonder dat je daadwerkelijk verbaal wat zegt. 

Ondervragend.

Dit is wanneer de luisteraar de spreker vragen stelt om zo meer informatie los te krijgen. Er zijn open en gesloten vragen, bij een openvraag kan het antwoord van alles zijn, en hoeft de spreker niet te kiezen tussen twee of meerdere antwoorden zoals bij een gesloten vraag. Er zijn oprechte vragen die als doel hebben om de ander beter te leren begrijpen en valse vragen. Dit soort vragen zijn eigenlijk vragen waarop je geen eigen antwoord meer kan geven (bijvoorbeeld een vraag als: ‘Jij vond die film niet leuk he?’).

Parafraserend .

Dit is feedback dat het voorgaande (datgene wat de spreker heeft gezegd) herformuleert. Op deze manier kan je hetgeen wat uitgesproken is nog een keer herhalen maar dan in je eigen woorden. De luisteraar kan op deze manier de spreker beter leren kennen.

Empathieserend/inlevend.

Dit is een luisterresponse als de luisteraar wil laten blijken dat hij of zij zich goed kan identificeren met de spreker.

Ondersteunend .

Dit is wanneer de spreker aan jou als luisteraar vraagt of jij solidair bent met de spreker en de situatie waarin deze zich bevindt .

Analyserend .

Als een luisteraar een situatie analyseert geeft hij of zij een interpretatie over de boodschap die de spreker geeft.  Dit is vooral handig als de spreker niet de alternatieve betekenissen van een bepaalde situatie kan inzien.

Evaluerend.

Als een spreker/zender iets aan jou als luisteraar verteld, kan je datgene gunstig of ongunstig evalueren. Bijv. ‘dat is een goed idee’ of ‘ je zit nu op de goede weg’, of ‘de houding die je nu hebt gaat je echt niet verder brengen’.

Adviserend.

Als iemand jou zijn of haar probleem vertelt is de meest voorkomende reactie om een advies te geven om dit probleem op te lossen.

Hoofdstuk 8 Emoties

In 1955 heeft Daniel Goleman de term ‘emotionele intelligentie’ verzonnen.  Met dit begrip doelde hij op het vermogen om je eigen emoties te kunnen beschrijven en te beheren en ook de emoties van anderen aan te voelen. Goleman stelde dat de mate van levenssucces niet enkel afhangt van je IQ (intelligentiequotiënt) maar ook van je EQ (emotionele quotiënt). Uit onderzoek is gebleken dat emotionele intelligentie is gekoppeld aan zelfvertrouwen,  levenstevredenheid,  een gezonde manier van communiceren bij conflicten en effectieve interactie op de werkvloer. 

Het onderwerp emoties zal in dit hoofdstuk verder uitgediept worden omdat het een belangrijk onderdeel is bij communicatie. Ten eerste zal er geleken worden naar wat emoties precies zijn. Vervolgens wordt er gekeken naar de manier waarop wij in de huidige samenleving met emoties omgaan. Hierdoor zal het duidelijk worden waarom het kunnen uiten  en aanvoelen van emoties zo belangrijk zijn voor het behouden van goede sociale relaties. Hierna zullen er enkele richtlijnen voor het uitdrukken van emoties worden besproken en als laatste zal er worden besproken hoe je kan leren omgaan met lastige emoties.

8.1 Wat zijn emoties?

Het is te kort door de bocht om te stellen dat emoties dingen zijn die we voelen. Sociale wetenschappers zijn het er over eens dat het fenomeen of het begrip emoties bestaat uit meerdere componenten.

Fysiologische veranderingen bij emoties

Wanneer een persoon emoties voelt, treden er tegelijkertijd ook lichamelijke veranderingen op. Bijv. als je angst voelt gaat ook je hartslag  en  bloeddruk omhoog, verder stijgt je adrenalineniveau en suikerniveau.  Hiernaast heb je last van een verlaagde spijsvertering en worden je pupillen groter. Dit soort fysiologische veranderingen kunnen een significant bewijs vormen om aan te tonen dat je op dat moment een bepaalde emotie voelt.

Non-verbale  reacties op emoties

Niet alle lichamelijke veranderingen die gepaard gaan met emoties gebeuren in het lichaam. Emoties kun je vaak al zien aan veranderingen die je zelf bij iemand  anders kan observeren. Dit kunnen (1) uiterlijke veranderingen zijn die je kunt zien  op iemand  anders zijn of haar gelaat(zoals blozen en transpireren). Verder zijn er (2) gedragsveranderingen in bijv. gezichtsuitdrukkingen,  lichaamshouding, gebaren, andere stem  etc. Non-verbale reacties die voortkomen uit veranderingen in het uiterlijk en gedrag komen vaak sterker naar voren als de persoon in kwestie alcohol op heeft.

Ook al is het vrij simpel om te constateren dat iemand een sterke emotie voelt, is het moeilijk om te bepalen welke exacte emotie het is. Het is al eerder aan de orde gekomen dat non-verbaal gedrag vaak dubbelzinnig is dus je moet uitkijken dat je niet te snel concludeert dat iemand een bepaalde emotie voelt omdat non-verbaal gedrag meestal op meerdere manieren uit te leggen is.

We denken vaak dat non-verbaal gedrag een reactie is op de emotie, maar het kan ook andersom zijn. Dan is de emotie het gevolg, de reactie op het non-verbale gedrag.  Onderzoek wijst uit dat mensen door hun gezichtsuitdrukking te veranderen,  zichzelf emoties kunnen laten voelen. (het bleek dat onderzoekdeelnemers die zichzelf lieten glimlachen daarna constateerden dat ze zich vervolgens ook beter gingen voelen, (Kleinke et al., 1998) ).

Er is ook een connectie tussen het verwoorden van emoties en non-verbale reacties. Uit onderzoek bleek dat deelnemers die woorden moesten geven die zij associeerde  met de emoties hoogmoed en teleurstelling zij ook deze emoties non-verbaal gingen uiten in hun postuur. (Oosterwijk et.al., 2009) Zij voelde dus de emotie doordat zij de emotie omschreven.

Cognitieve interpretaties

Het komt voor dat er een directe connectie bestaat tussen de lichamelijke gesteldheid en de emotionele staat maar vaak is het zo dat de geest een grote rol speelt bij het bepalen van je emotionele staat.

Verbale expressie

Over het algemeen kunnen mensen hun emoties beter uiten door middel van non-verbale communicatie dan verbale communicatie. Maar in sommige gevallen zijn woorden noodzakelijk om je gevoelens beter kenbaar te kunnen maken zodat ook andere mensen je begrijpen.  Als je boos bent is het beter om letterlijk te zeggen dat je boos bent, dan enkel uit de kamer te stormen zonder wat te zeggen.

De manier waarop ouders met hun kinderen praten over emotie heeft een grote impact op hoe deze kinderen op latere leeftijd hun emoties zullen gaan uiten. Kinderen uit gezinnen waarbij de ouders nooit praten over emoties lopen een groter risico om later slecht gedrag te gaan vertonen dan kinderen die uit gezinnen komen waar wel open over emoties werd gesproken.

8.2 Wat beïnvloed onze emotionele expressie?

Hieronder enkele invloeden die een  impact hebben op manier  waarop wij onze  gevoelens naar anderen communiceren :

  • Je persoonlijkheid.  Er zit een duidelijke relatie tussen iemands persoonlijkheid en de manier waarop diegene zijn emoties uit. (Gross et. al. 1998;  McCroskey et.al., 2004)

  • De cultuur waarin je bent opgegroeid. Terwijl mensen over de hele wereld dezelfde emoties ervaren,  kunnen dezelfde gebeurtenissen toch in elke cultuur andere emoties teweegbrengen. Per cultuur verschilt het ook in welke mate er emoties worden geuit.  Het blijkt dat in warmere klimaten men zich in hogere mate emotioneel uit dan in koudere landen. Onze culturele achtergrond beïnvloedt de manier waarop wij andermans emoties interpreteren. In collectivistische culturen als Japan wordt het gemeenschapsgevoel  erg belangrijk gevonden en men vindt het daarom ook niet oké om negatieve emoties te uiten die  de harmonie van een gemeenschap zou kunnen aantasten. Het werkt tegenovergesteld voor individualistische culturen waar mensen  zich prima op hun gemak voelen om hun negatieve emoties te uiten omdat zij zich toch niet druk hoeven te maken over het bij elkaar en harmonieus houden van een gemeenschap.

  • Je sekse. Of je man of vrouw bent beïnvloed de manier waarop je emoties uit.

Vrouwen zijn over het algemeen sneller dan mannen om aan de hand van gezichtssignalen  zowel positieve als negatieve emoties te herkennen. (Hampton et al., 2006)

Vrouwen zijn ook beter in het herkennen van meerdere emoties (Hall &  Matsumoto, 2004).

Ze zijn fysiologisch beter afgestemd op emoties dan mannen.  (Canli et.al., 2002)

Onderzoek wijst ook uit dat er een waarheid schuilt in de stereotype uitdrukkingsloze man en de meer demonstratieve vrouw. 

Over het algemeen gezien zullen vrouwen meer dan mannen zowel verbaal als non-verbaal een breed scala aan emoties uiten.  (Burgoon & Baque, 2003; Palomares, 2008)

Ook op het internet houden de verschillen in emotionele expressiviteit stand:  bijv. vrouwen zullen vaker emoticons gebruiken dan mannen om een gevoelens ook echt kenbaar te maken (Brunet & Schmidt, 2010) , aan de andere kant zullen mannen eerder emoticons gebruiken om sarcastisch te zijn. (Wolff, 2000)

Over het algemeen kun je dus concluderen dat mannen zowel op het internet als in een persoonlijk gespreek minder hun emoties zullen laten zien dan vrouwen.

Aan de andere kant zijn mannen minder verlegen als het gaat over het onthullen van een sterktes en zwaktes, en beide sekses voelen de emotie boosheid op dezelfde manier.  (Goldsmith & Fulfs, 1999). Verder toont onderzoek ook aan dat mannen later in hun leven meer emotioneel expressief worden. (Dickson & Walker, 2001)

  • De sociale conventies en rollen die men in jou omgeving hanteert en aanneemt.  In elke omgeving heersen er bepaalde sociale conventies waardoor je op sommige momenten bepaalde emoties moet onderdrukken of  al je emoties onder controle moet houden. Dit noemen wetenschappers ook wel ‘emotionele arbeid’  Emotionele arbeid komt voor bij situaties waarbij het noodzakelijk en gewenst is om een grip te krijgen op je emoties.  In bijna alle beroepen komt er een bepaalde vorm van emotionele arbeid voor. Denk maar aan de winkelbediende die te allen tijde beleefd moet blijven omdat jij als klant koning bent ook al ben je verschrikkelijk aan het provoceren en kan de bediende jou niet uitstaan. De winkelbediende moet dan zijn emoties kunnen inhouden en zich geheel focussen op zijn werk.

  • De vrees van zelfonthulling. Als je in een samenleving of omgeving bent opgegroeid waar het tonen van emoties wordt ontmoedigd  kan emotionele zelfonthulling nogal risicovol aanvoelen. Voor een ouder, baas of leraar wiens persoonlijkheid zelfverzekerdheid en zekerheid uitstraalt kan het nogal eng zijn om bijv. te zeggen dat je het fout had. Als je al je moed bij elkaar hebt verzameld en toch je gevoelens deelt met anderen kunnen er vervelende consequenties aanzitten namelijk doordat de anderen jou emoties verkeerd begrijpen, of dat anderen zich door jou zelfonthulling ongemakkelijk gaan voelen.

  • onze emoties worden ook beïnvloed door de emoties van anderen om ons heen door ‘emotionele besmetting’.  Emotionele besmetting is het proces waarbij een emotie zich net als een soort ziekte verspreid binnen een groep en iedereen aantast.

8.3 Richtlijnen voor het uiten van emoties

Enkele richtlijnen die kunnen helpen om op een effectieve manier je emoties te uiten.

  • Het is belangrijk om je eigen gevoelens te erkennen voordat je deze gaat uiten.

  • Kies de juiste woorden om je emoties te omschrijven.

  • In de meeste gevallen voel je niet één maar meerdere emoties tegelijkertijd.  Probeer alle gevoelens die je hebt te delen.

  • Neem verantwoordelijkheid voor je eigen gevoelens/emoties.

  • Kies de beste plaats en tijd voor het delen van je gevoelens/emoties.

8.4 Leren omgaan met lastige emoties

Het is niet alleen lastig om iemand anders zijn gevoelens en emoties op een juiste manier waar te nemen. Hiernaast hebben we vaak ook moeite met het juist waarnemen van onszelf en onze eigen emoties. Als je leidt aan een vertekend zelfbeeld  zie je een heel ander persoon voor  je dan die je in werkelijkheid bent.  Deze vertekende zelfpercepties kunnen leiden tot een breed scala aan emoties/gevoelens die effectieve communicatie in de weg staan. Dit soort lastige emoties zijn o.a. : onzekerheid, boosheid, en schuldgevoelens.

Debilitative’  & ‘facilitative’ emoties

Emoties zijn onder te verdelen in ‘debilitative’ en ‘facilitative’ emoties. ‘facilitative emoties helpen ons om goed te functioneren in ons dagelijks leven, debilitative emoties hinderen ons juist in het dagelijks leven. Een klassiek voorbeeld van debilitative emoties is ‘communication apprehension’ dit zijn angstgevoelens die kunnen opkomen als je weet dat je moet gaan communiceren in een niet vertrouwde, moeilijke context. Voorbeelden van zulke contexten zijn als je moet presenteren op een locatie en voor een groep mensen die je niet kent of een sollicitatiegesprek.

Het verschil tussen debilitative’ en ‘facilitative’ emoties zit hem voornamelijk in de mate waarin ze voorkomen. Een beetje boosheid kan soms goed zijn, terwijl blinde woede vaak de situatie alleen maar erger maakt. Hetzelfde gaat op voor nervositeit. Een beetje nerveus zijn voor een presentatie of belangrijk tentamen is goed, maar  bloednerveus niet.  Dus last hebben van emoties die je over het algeheel zou bestempelen als debilitative hoeft niet meteen te betekenen dat je niet meer functioneert. Het gaat juist om de mate waarin  jij deze emotie op dat moment in jouw voelt die bepaald of je juist wel of niet goed functioneert. 

Een emotie heeft dus twee gezichten, enerzijds kan dat kleine beetje nervositeit juist helpen bij het goed presteren op een tentamendag (dit is dan eerder een ‘facilitative’ emotie)  maar te veel nervositeit zou kunnen leiden tot het totaal verzieken van je tentamens ( dit is een debilitative emotie)

Een andere karakteristiek van debilitative emoties is de tijdsduur. Vaak duren dit soort emoties zoals grote boosheid of verlies heel erg lang voordat ze voorbij zijn gegaan. Het is echter niet goed voor je eigen gesteldheid om jaren lang boos te blijven, of om jaren lang in rouw te blijven om het verlies van iemand die jou dierbaar was. Als je lang in debilitative emoties blijft hangen  en deze ook random weer kan oproepen ook al ben je niet in de directe omgeving waar het logisch zou zijn dat je deze emoties voelt  wordt dit proces door sociale wetenschappers ‘rumination’ genoemd.

Gedachtes veroorzaken gevoelens.

debilitative gevoelens  moet je dus zo veel mogelijk wegwerken en kunnen ‘uitschakelen’ maar je moet hiernaast wel open blijven staan voor ‘facilitative’ emoties.  Gelukkig bestaat er een methode voor om dit te doen: rationele-emotieve aanpak. Deze herwaarderingsmethode is gebaseerd op het idee je een gevoel of emotie kan veranderen door de onproductieve cognitieve interpretatie te veranderen.

Het lijkt soms wel of emoties een eigenwil hebben waar je als persoon  geen  enkele controle over hebt, maar eigenlijk is dit niet zo. De causale relatie tussen ‘activating  events’ en ‘emotioneel ongemak’  blijkt toch niet zo sterk te zijn als men eerder dacht. 

Cognitieve psychologen en therapeuten beargumenteren dat niet de gebeurtenis zelf(zoals het ontmoeten van vreemden, of gedumpt worden door je vriend(in))  ervoor zorgt dat mensen zich rot voelen, maar eerder het idee of gevoel wat je bij die gebeurtenis hebt. 

Albert Ellis legt dit punt uit aan de hand van een voorbeeldverhaal waardoor  het bovenstaande een stuk duidelijker wordt. Als je jezelf voorstelt dat je op een dag langs een huis van een vriend loopt, en je vriend die uit het raam hangt roept allemaal gemene dingen naar jouw. Het is niet gek dat je jezelf na deze gebeurtenis nogal rot voelt omdat je  idee hebt dat je iets fout hebt gedaan. Als je dezelfde gebeurtenis neemt, maar in plaats van dat je langs het huis van die vriend(in) loopt, loop je langs een psychologische inrichting waar diezelfde vriend(in) zit  ook hier roept hij of zij allemaal nare dingen naar jou. In dit geval voel jij je niet eens zo rot maar voel je eerder medelijden en verdriet omdat je weet dat het niet goed gaat met je vriend(in) .

In dit verhaal is de ‘activating event ‘ hetzelfde (een vriend(in) roept gemene dingen naar jouw) maar de emotionele consequenties zijn  wel verschillend omdat je in beide gevallen andere ideeën hebt over waarom die nare dingen over jou gezegd worden.

Het beste wat je kan doen om een emotie te begrijpen  of veranderen is om de gebeurtenis naderhand opnieuw de evalueren. Dit gebeurd in je eigen hoofd, ook wel ‘in jezelf praten’ genoemd. Dit is een non-vocale interne monoloog die ons laat nadenken over alle gebeurtenissen. In jezelf praten doe je bijna heel de dag,

Irrationeel denken en ‘debilitative’ emoties

Het proces van in jezelf praten is van groot belang om de debilitatieve gevoelens die voorkomen tijdens de communicatie goed te kunnen begrijpen/doorgronden. Veel debilitatieve gevoelens komen door irrationele gedachtes die in dit boek misvattingen   worden genoemd. Deze misvattingen leiden tot onlogische conclusies en zorgen weer voor debilitatieve emoties. We zijn ons meestal niet bewust van deze irrationele gedachtes en daarom zijn ze ook zo krachtig.  Er zijn een aantal misvattingen;

De misvatting van:

  • Perfectie

  • Goedkeuring

  • Moeten

  • Het te veel generaliseren

  • Oorzakelijkheid

  • Hulpeloosheid

  • Catastrofale verwachtingen 

Minimaliseren van debilitative emoties

Hoe kan je jezelf verzetten tegen irrationele gedachtes? Sociale wetenschappers hebben een simpele maar effectieve methode hiervoor ontwikkeld, als je deze nauwgezet volgt kan het helpen tegen het gaan denken van irrationele gedachtes die kunnen leiden tot debilitatieve emoties. De methode bestaat uit de volgende vier stappen:

  1. Monitor je emotionele reacties, wees eerlijk naar jezelf toe, en erken als je debilitatieve emoties voelt.

  2. Onthoud wat het ‘activating event ‘was waardoor je debilitatieve gevoelens voelt .

  3. Nadat je weet wat je voelt, en wat de gebeurtenis was die deze gevoellens hebben veroorzaakt ga je vervolgens in jezelf de gedachte analyseren die de link is tussen het gevoel/emotie en de gebeurtenis.

  4. Betwist je eigen irrationele overtuigingen/ideeën.

Hoofdstuk 9 Dynamiek van inter-persoonlijke relaties

In dit hoofdstuk wordt de dynamiek besproken van inter-persoonlijke relaties en de communicatie die in dit soort relaties plaatsvindt. Er is (nog) niet echt een goede  eenduidige definitie van inter-persoonlijke relaties. Het zijn meer de karakteristieken uit 9.1 die inter-persoonlijke relaties anders maken dan minder persoonlijke relaties.  Na dit hoofdstuk moet het duidelijk zijn geworden dat relaties niet vaststaand en onveranderbaar zijn (geen ‘ding’ maar een proces). Er zal verder besproken worden waarom we relaties aangaan, wat de dynamiek is, en hoe we deze coördineren/managen.

9.1 Waarom we relaties met personen omgaan

In het dagelijks leven zoeken we bepaald mensen op en we vermijden anderen. Waarom trekken sommige mensen ons aan en anderen niet? Sociale wetenschappers hebben veel onderzoek gedaan naar inter-persoonlijke aantrekkingskracht en hebben hierdoor een aantal factoren kunnen identificeren die onze keuze beïnvloeden: uiterlijk, gelijkenis, complementariteit, wat je ervoor terugkrijgt, competentie, nabijheid, zelfonthulling.

Uiterlijk

Het wordt vaak gezegd dat je mensen niet moet beoordelen op uiterlijk maar op het innerlijk. Ondanks dit is het uiterlijk vooral in het begin van een relatie zeer belangrijk en worden mensen in de eerste instantie op  uiterlijk beoordeeld. 

Je zou kunnen denken dat aantrekkelijke mensen volkomen anders zijn dan minder aantrekkelijke mensen. De waarheid is echter dat we het vertrouwde (wat we al kennen) als mooi beschouwen, niet het onbekende onwerkelijke. 

Ook al wordt je naar maatschappelijke maatstaven niet als extreem mooi beschouwd is het wel zo dat als de eerste indruk achter de rug is je karakter meer voor je gaat spreken dan je uiterlijk. Als je een prettig, aangenaam karakter hebt, dan wordt je op de lange termijn gezien als aantrekkelijk, ook al zouden mensen je in de eerste instantie puur op je uiterlijk niet al aantrekkelijk beoordelen. 

Gelijkenis

We vinden het allemaal prettig dat als we iemand leren kennen dat diegene dezelfde dingen leuk vindt, in dezelfde normen en waarden gelooft, van dezelfde socio-economische  maatschappelijke laag komt en wellicht ook nog eens dezelfde culturele of zelfs etnische achtergrond heeft. 

Er zijn verschillende redenen waarom we het prettig vinden als de personen waar we mee omgaan gelijkenissen vertonen:

  • Gelijkenissen kunnen validerend werken, als andere personen het eens zijn met jouw overtuigingen, normen, waarden etc. krijg je het gevoel dat jij op die punten gelijkt hebt.

  • Wanneer personen gelijkenissen vertonen kun je ook eerder hun gedrag/reacties voorspellen (dat ze een bepaalde film willen zien die jij graag wil zien, of naar dat ene concert van een specifieke band willen waar jij zo gek op bent). Het vermogen om accurate voorspellingen te maken verminderd angst en onzekerheid.

  • Wanneer je weet dat iemand gelijkenissen met jou vertoont krijg je meteen het gevoel dat deze persoon jou ook aardig vind en het goed met jou zou kunnen vinden.

Het kan ook minder prettig zijn als je iemand op jou lijkt. Bijvoorbeeld als vrienden tegen jou zeggen dat je op iemand lijkt die je qua gedrag niet kan uitstaan. Als jouw gedrag met iemand anders zijn gedrag overeenkomt wat jij juist niet kan uitstaan ga je denken dat jij net zo vervelend in de omgang  bent als deze persoon. Het is zelfs zo dat je personen die naar jou mening onacceptabel gedrag vertonen maar niet op jou lijken minder vervelend vindt dat mensen die onacceptabel gedrag vertonen maar wel op jou lijken.

Complementariteit, in hoeverre je elkaar aanvult

Soms kunnen tegenpolen elkaar  juist enorm aantrekken.  Verschillen kunnen een relatie juist versterken maar enkel als deze verschillen complementair zijn.  Onderzoek suggereert dat de aantrekkingskracht tot mensen met complementaire karakteristieken wellicht biologisch is. Andere onderzoeken tonen aan dat stelletjes zich meer tot elkaar aangetrokken voelen als de ene passief en de andere dominant is. Relaties werken ook beter wanneer er tussen individuen wordt afgesproken wie wanneer de leiding neemt  (bijvoorbeeld bij geldzaken).

Beloning, in hoeverre je er wat voor terugkrijgt

Sommige relaties die je aangaat met mensen zijn gebaseerd op een economisch model:  de ruiltheorie. Bij deze ruiltheorie gaat men ervan uit dat een persoon in een uitwisselingsrelatie met een ander persoon  verwacht om beloond te worden in verhouding tot de kosten die gemaakt worden . Hoe groter de beloningen, des te groter de kosten. De beloning die je krijgt moet in evenwicht zijn met de investering (de kosten) die je  in de relatie gestopt hebt.  Hoe meer je investeert, hoe groter de beloning is. 

De beloning kan tastbaar (beter betaalde baan, een mooier huis)  of ontastbaar zijn (prestige, emotionele steun, vriendschap).  Kosten zijn ongewenste uitkomsten  (harder werken, emotioneel leed etc.)

Ruiltheorie heeft een simpele formule die goed weergeeft waarom we relaties met anderen aangaan: 

Beloningen – De Kosten = de uitkomst.

Sociale wetenschappers die de ruiltheorie aanhangen stellen dat we deze formule ( zowel bewust of onbewust) gebruiken  om te calculeren of een bepaalde relatie wel een ‘goede deal’ is. Zo’n formule komt nogal kil over, maar voor bijna alle relaties is deze theorie wel degelijk passend, bijvoorbeeld bij zakenrelaties die vaak nogal onpersoonlijk zijn maar zelfs binnen vriendschappen of liefde gaat deze ruitheorie op. In elke relatie is er een bepaalde mate van ruil. Met het ‘ruilen’ wordt  dan ook de ruilwisseling van fijne en de minder fijne karaktereigenschappen van iemand bedoeld.  Zolang de eigenaardige vervelende  eigenschappen in evenwicht zijn met de leuke eigenschappen lijken de eigenaardige eigenschappen minder irritant.

Competentie

We houden ervan om ons te omringen met getalenteerde mensen omdat we hopen dat hun talenten en vaardigheden ook op ons worden overgedragen. Het kan ook ongemakkelijk zijn om met te getalenteerde competente mensen om te gaan omdat je er slecht bij afsteekt.

Elliot Aronson (2008) heeft middels zijn onderzoek gedemonstreerd hoe de relatie tussen competentie en imperfectie de aantrekkingskracht/aantrekkelijkheid kan aantasten. De deelnemers van het onderzoek moesten aanmeldvideo’s voor een spelprogramma van andere mensen beoordelen. Aronson’s conclusie was dat we mensen leuk vinden die ook imperfecties vertonen omdat die ons doen denken aan onszelf.

Nabijheid

Het is nogal voor de hand liggend dat we relaties met mensen opbouwen waarmee we frequent kunnen communiceren. Het is hierom aannemelijker dat we vriendschappen opbouwen met mensen die in de buurt leven dan met mensen die ver weg wonen. Naast in het echte leven in de buurt wonen, is er ook virtuele nabijheid op het internet d.m.v.  sociale media.

Zelfonthulling

In hoofdstuk 3 is al verteld dat als je persoonlijke informatie over jezelf verteld aan anderen (zelfonthulling), dit er voor kan zorgen dat je betere relaties/vriendschappen met andere kan opbouwen. Door zelfonthulling kunnen we er namelijk achter komen dat we erg veel op de ander lijken ( je deelt dezelfde angsten, of je hebt dezelfde levensgebeurtenissen meegemaakt).  Tevens zorgt zelfonthulling ervoor dat je de persoon waaraan je persoonlijke informatie vertelt zo ook laat weten dat je hem of haar vertrouwt en respecteert.

Niet alle zelfonthulling zorgt ervoor dat je bij anderen meer in de smaak valt. Onderzoek toont aan dat goede zelfonthulling pas zo wordt gezien als de andere persoon ook gevoelige persoonlijke informatie met jou deelt. Wederkerigheid is bij zelfonthulling dus van groot belang. Verder is het bij zelfonthulling  belangrijk om het goede moment te vinden om deze persoonlijke informatie met iemand te delen. Als laatste moet je er natuurlijk redelijk zeker van zijn dat de persoon aan wie je persoonlijke informatie vertelt te vertrouwen is.

9.2 De dynamiek van communicatie en relaties

Zelfs de meest stabiele relatie veranderd door de tijd heen. Communicatie wetenschappers hebben geprobeerd om uit te leggen hoe communicatie de veranderde dynamiek van relationele interactie vormt en reflecteert.

Ontwikkelingsmodellen van inter-persoonlijke relaties

Het meest bekende model over relationele stages is ontwikkeld door Mark Knapp. Hij heeft het vormen en afbreken van relaties in tien stappen onderverdeeld. Andere onderzoekers hebben aan dit model een derde gebied toegevoegd: relationele onderhoud.

Er zijn dus drie gebieden:  links ‘ coming together’, rechts ‘coming apart’ en in het midden ‘relational maintenaince’. Deze drie gebieden overlappen elkaar en daarin zijn trapsgewijs in de vorm van een trapgevel de tien relationele stappen van Knapp weergegeven. Hierdoor kan je goed zien hoe deze 10 stappen zich verhouden tot de drie gebieden.  Voor  een illustratie van het model ga naar p.287, fig.9.1.

De tien stappen op volgorde zijn:

  • Initiëren: bij deze stap maak je duidelijk aan een ander persoon dat je met hem of haar in contact wil komen.

  • Experimenteren: Nadat je contact met iemand hebt gemaakt ga je vervolgens opzoek of er raakvlakken tussen jullie zijn.

  • Intensifiëren: Wanneer een relatie met iemand begint te intensifiëren ontwikkeld er een kwalitatieve inter-persoonlijke relatie.  Bij vriendschappen kan je dan bevoordeeld denken aan samen activiteiten gaan doen zoals op vakantie gaan, naar de film, uitgaan etc.

  • Integreren: Naarmate de relatie steeds hechter/sterker wordt zal men ook gaan integreren. Je vormt dan met iemand anders een gezamenlijke identiteit en een sociale eenheid.

  • Bonding: Als je aan het bonden bent met iemand, laat je door middel van gebaren aan de hele wereld zien dat jullie relatie bestaat. Deze gebaren kunnen zijn: samen een huis delen, een trouwcertificaat, of bij een zakenrelatie een contract. Het is eigenlijk het officieel maken van een relatie (zowel zakelijk, vriendschappelijk of tussen twee geliefden).  Bonding markeert een belangrijke mijlpaal in relaties, je gaat in deze stap een verbintenis aan met iemand.

De voorgaande 5 stappen gingen over het opbouwen van een relatie,  de volgende 5 gaan over het afbouwen/afnemen van een relatie :

  • Differentiëren:  Verandering speelt in deze stap een belangrijke rol. Op een gegeven moment kan je als persoon binnen een relatie de behoefte voelen om je eigen identiteit opnieuw te vestigen. Differentiatie kan positief zijn want mensen moeten ook binnen een relatie toch een individu blijven. Differentiatie maakt vaak onderdeel uit van het normaal onderhoudt bij een relatie. Als er differentiatie optreedt, hoeft dit dus niet te betekenen dat je nooit meer door 1 deur kan en dat  de relatie verbroken moet worden.  Als je succesvol wil differentiëren moet je in deze tijden je wel blijven inzetten voor de relatie. Alleen als je jezelf blijft inzetten om een bepaalde relatie te behouden kun je ook je eigen pad opgaan om jezelf opnieuw als individu te vinden.

  • Beperken/begrenzen:  In deze stap wordt er steeds minder gecommuniceerd  zowel  kwalitatief als kwantitatief.  De verschillen die in de differentiatie fase steeds duidelijker werden, worden alsmaar groter en onoverbrugbaar. Je gaat steeds meer in de eerste persoon spreken om onderscheid te maken in wat van jou is en wat van de ander is( mijn rekening in plaats van onze rekening, mijn huis ipv ons huis etc.). Zulke onderscheidingen kunnen duiden op een gezonde balans tussen je individuele en relationele identiteit. Het wordt pas een probleem als er meer onderscheidingen dan gemeenschappelijke noemers zijn.

  • Stagneren: Als de verschillen alleen maar groter worden en de communicatie blijft afnemen gaat men steeds oppervlakkiger met elkaar om. Een stagnerende relatie is een lege huls van de relatie zoals die vroeger was. Je gaat dan nog wel met elkaar om, maar al het enthousiasme van het begin is weg.

  • Vermijden: Als de stagnatie doorzet kan het zo vervelend worden dat men elkaar ook steeds minder op gaat zoeken en juist bewust gaat vermijden. Op deze manier wordt er steeds meer afstand gecreëerd en is het wel duidelijk dat deze relatie bijna niet meer te redden is. Hess (2000) heeft door middel van onderzoek aangetoond dat er drie manieren zijn waarop mensen afstand van elkaar nemen: 1) ‘expressing detachement’ 2) ‘avoiding involvement’, en 3) ‘mentally dissociate’.

Op het moment dat je een ander gaat vermijden wordt er een vicieuze cirkel gestart die het vermijden alleen maar erger maakt. Hoe meer de andere persoon jou gaat vermijden, hoe minder jij weer toenadering gaat zoeken.

  • Verbreken, eindigen: Naarmate de vermijding alleen maar toeneemt, verslechtert de relatie steeds meer tot het punt dat je relatie in zijn geheel verbreekt.  Het verbrekingsproces heeft zijn eigen patroon, vaak is er behoefte om samen te vatten waarom je denkt waarom de relatie niet meer verder kan voortgezet en wordt uitgesproken dat het verstandiger is om geen contact meer met elkaar te hebben. Je leert veel van het eindigen van een relatie. Je kan inzichten hebben verkregen die voor toekomstige relaties positief kunnen zijn.

Enkele beperkingen van het model van Knapp:

  • Hoewel het model van Knapp ons een kijkje geeft in relationele stages beschrijft het niet de eb en vloed van communicatie in elke relatie.  Het is namelijk vaak niet het geval dat relaties voorspelbaar zijn en de 10 stages van ontwikkeling en achteruitgang in exact dezelfde volgorde doorlopen. Er zijn naast Knapp’s patroon, nog 4 andere patronen voor het ontwikkeling en achteruitgangproces van relaties (p.294, fig. 9.2). 

  • Verder suggereert Knapp’s  model dat een relatie op een bepaald moment enkel één dominant kenmerk van één van de stages kan vertonen. Dit is niet waar, het zou in de realiteit makkelijk kunnen voorkomen dat je in een bepaald relationele stage meerdere kenmerken van meerdere stages tegelijkertijd kan ondergaan.

9.3 Dialectische perspectieven over relationele dynamiek

Een andere manier om communicatie binnen een relatie uit te leggen zijn dialectische spanningen (conflicten die opkomen wanneer twee onverenigbare of tegenovergestelde krachten op hetzelfde moment naast elkaar bestaan).  Theoretici die liever dialectische spanningen gebruiken bij het verklaren van communicatie zijn geen grote fans van het fase model uit de vorige paragraaf. Zij stellen dat communicatie ongeacht de aard of status van de relatie altijd dezelfde uitdagingen voor de kiezen krijgt. 

De focus bij dialectische perspectieven over relationele dynamiek ligt dan ook op het voordurende relationele onderhoud.  Zij stellen dat sprekers/communicatoren altijd naar belangrijke maar onverenigbare doelen streven. Dit streven naar onverenigbare doelen zorgt voor dialectische spanningen.

Communicatiewetenschappers hebben onderscheid gemaakt tussen enkele dialectische spanningen die het moeilijk maken om succesvol te communiceren. Deze dialectische spanningen komen zowel intern (binnen relaties) als extern (buiten de relatie om, in de omgang met anderen buiten een desbetreffende relatie) voor.

Drie invloedrijke dialectische spanningen:

  1. Integratie versus separatie

  2. Interne manifestatie = connectie (verbinden) – autonomie (zelfstandigheid)

  3. Externe manifestatie = inclusie (insluiten) - afzonderen 

  4. Stabiliteit versus verandering

  5. Interne manifestatie = voorspelbaarheid – nieuwigheid

  6. Externe manifestatie = Conventionaliteit – uniekheid

  7. Expressie versus privacy

  8. Interne manifestatie = openheid - geslotenheid

  9. Externe manifestatieonthullen – Verhullen

(zie tabel 9.1, p.295 en p.296-299 voor meer achtergrondinfo bij de dialectische spanningen)

Er bestaan op zijn minst acht manieren om dialectische spanningen in een relatie te overkomen:

  1. Ontkennen: In deze strategie reageren de communicatoren op één kant van het dialectische spectrum, omdat de confrontatie gewoon te moeilijk zou zijn.

  2. Desoriëntatie:  in deze staat voelen de sprekers zich zo overweldigd en hulpeloos dat zij niet in staat zijn om hun probleem te confronteren.  In zo’n geval kan er ruzie ontstaan, of de ene persoon loopt zonder iets te zeggen weg van de situatie of de hele relatie wordt verbroken.                                           

  3. Afwisselen: Sprekers die deze strategie gebruiken, kiezen de ene keer voor de ene kant van het dialectische spectrum, en de andere keer van de andere kant.

  4. Segmenteren: Deze tactiek houdt in dat partners verschillende gebieden van hun relatie in verschillende hokjes/segmenten stoppen. Door dit te doen kunnen beide communicatoren ervoor kiezen om sommige dingen wel en niet te delen (bijv. als een koppel het wel met elkaar hun gevoelens deelt over wat zij vinden van gemeenschappelijke vrienden, maar dat ze besluiten om hun eigen gevoelens over hun liefdesverleden niet te delen).                        

  5. Balanceren: Sprekers die de dialectische spanningen proberen te balanceren erkennen dat beide uiteinden op het dialectische spectrum legitiem zijn . Zij proberen dan  de spanningen te compenseren.   

  6. Integreren: Hierbij proberen sprekers simultaan die dialectische uiteinden bij beide te accepteren zonder een van de twee hierbij voor te trekken ( een koppel wat last heeft van de stabiliteit vs. Verandering waarbij ze zowel de voorspelbaarheid als de nieuwigheid willen behouden. In dit geval spreekt het koppel af om elke week iets samen te doen wat ze nooit eerder hebben gedaan, maar de rest van de week blijft zoals het was.

  7. Herkalibratie/herformuleren: Communicatoren kunnen reageren op een dialectische uitdaging door deze zo te herformuleren dat de schijnbare tegenstrijdigheid opeens weg is..

  8. Herbevestigen: Deze aanpak erkent dat dialectische spanningen n ooit helemaal zullen worden opgelost. In tegenstelling tot  het telkens maar weer proberen om dialectische spanningen op te lossen, respecteren en erkennen ze de dialectische spanning en zien deze als onderdeel van de relatie.

9.4 Praten over relaties

In deze paragraaf komt de vraag aan bod hoe me met elkaar praat over  relaties en over de eventuele problemen.

Inhoudelijke en relationele boodschappen

Wanneer twee mensen communiceren, heeft het gesprek altijd een inhoudelijke en een relationele dimensie. De inhoudelijke dimensie (het onderwerp waar het over gaat) is in sommige gevallen heel duidelijk.  Hiernaast is er ook de relationele dimensie, die duidelijk maakt wat beide sprekers van elkaar vinden. Deze relationele boodschap is er om bepaalde sociale behoeftes vervullen ( intimiteit, affiniteit, respect en controle). Meestal komt de relationele dimensie van een boodschap/bericht onbewust bij ons binnen

Het uiten van relationele boodschappen

Relationele boodschappen/berichten zijn zowel non-verbaal als verbaal. Hoewel lichaamstaal veel zegt, moet je blijven onthouden dat non-verbale communicatie dubbelzinnig kan zijn. Sociale wetenschappers gebruiken de term metacommunicatie om boodschappen te beschrijven die naar andere boodschappen refereren. Metacommunicatie is communicatie over andere communicatie. Wanneer we een relatie aan het bespreken zijn met anderen,  doen we aan metacommunicatie.

9.5 Herstellen van verstoorde verhoudingen binnen relaties

Elke relatie, hoe stabiel ook, krijgt wel eens te maken met minder leuke tijden. Problemen kunnen opkomen door interne (binnen de relatie zelf)  of externe (buiten de relatie)  redenen. Een derde probleemcategorie is relationele transgressie waarbij één van de twee personen in een relatie de ander zeer teleurgesteld heeft. Deze teleurstelling komt doordat de ene persoon de impliciete en expliciete voorwaardes van de relatie hebben geschonden.

 De verschillende soorten relationele misstappen

In tabel 9.2, p. 304 zijn elke soorten relationele transgressies opgesomd (gebrek aan betrokkenheid, afzondering, respectloos, problematische emoties, agressie). Deze vallen allemaal in één van de volgende vier categorieën:

  • Minor versus significant

  • Sociaal versus relationeel

  • Opzettelijk versus onopzettelijk

  • Eenmalig versus veelvoorkomend

Strategieën voor het herstellen

Om een relationele ruzie of probleem op te lossen dient er ten eerste over gesproken te worden. Goed met elkaar over problemen spreken en goed naar elkaar luisteren kan n og wel eens lastiger zijn dan het lijkt.  Niet verassend zijn sommige transgressies (misstappen, fouten) minder gemakkelijk op te lossen. Onderzoek toont aan dat vreemdgaan en het uitmaken twee overtredingen/misstappen zijn die  het lastigst zijn om te vergeven.

Als je echt iets heel erg fout hebt gedaan, is de enige kans om de relatie nog enigszins te repareren om je excuses aan te bieden.  Zeker niet alle excuses zijn goed, en een excuus is enkel overtuigend als ook de non-verbale gedragingen gelijk zijn aan datgene wat je verbaal zegt (het excuus) Als je met een uitdrukkingsloos gezicht ‘sorry’ zegt komt dit niet echt goed over.  Diegene die je hebt beledigd moet zeker weten dat je ook echt spijt voelt en niet alleen om je eigen hachje te redden sorry zegt.

Vergeven

Onderzoek door sociaalwetenschappers heeft aangetoond dat het vergeven van anderen zowel persoonlijke als relationele voordelen met zich mee brengt. Op een persoonlijk niveau zorgt vergiffenis voor het reduceren van emotionele stress en agressie. Op inter-persoonlijk niveau zorgt vergeven ervoor dat zeer beschadigde relaties toch weer enigszins herstellen.  Hiernaast zullen de mensen die vergeven zijn niet snel nog een keer dezelfde fout maken, dit in tegenstelling tot mensen die een fout begaan hebben maar hiervoor nooit vergeven zijn.

Het geven van vergiffenis kan zowel verbaal als non-verbaal ( door bijvoorbeeld een frons te veranderen in een glimlach) . Als er sprake is van een serieus probleem, is het handig om ook letterlijk te zeggen dat je iemand vergeeft en  hiernaast  nog verder te spreken over hoe het nu verder moet en aan welke voorwaarden de ander zich in de toekomst moet houden.

Hoofdstuk 10 Communicatieklimaat

De manier waarop jij jouw belangrijkste relaties beschrijft, geeft aan wat jou communicatie klimaat is. Het communicatieklimaat is niet echt een fysieke bestaande plek (die natuurlijk ook een grote invloed heeft op communicatie) maar meer de toon van de relatie (stormachtig, achtbaan, eerlijk, warm, knus etc.). 

Net als landen elk een uniek weersklimaat hebben, hebben inter-persoonlijke relaties ook een uniek klimaat. Deze inter-persoonlijke klimaat kan je niet meten aan de hand van een thermometer maar het is meer een gevoel.  Ook al is het zeer abstract, het is wel degelijk aanwezig. Bij elke relatie is er een bepaald overkoepelend gevoel, een alomtegenwoordige stemming die individuen in een relatie raakt.

10.1 Wat is een communicatieklimaat?

De term communicatieklimaat verwijst naar de sociale toon van een relatie. Elke relatie heeft een unieke sociale toon oftewel een communicatie klimaat (vriendschappen, romances, familie) waardoor zij gedefinieerd worden.

Communicatieklimaten worden door iedereen die betrokken is gedeeld. Het komt niet vaak, bijna nooit voor dat één iemand het communicatieklimaat beschrijft als positief en open en de ander deze ziet als negatief en gesloten.  Het aanvoelen of voorspellen van een communicatieklimaat is geen exacte wetenschap en ze kunnen elk moment veranderen. Het is mede hierom dat het zo belangrijk is om ze goed te leren begrijpen.

10.2 Ontwikkeling van het communicatieklimaat

Het communicatieklimaat wordt bepaald door de mate waarin mensen zichzelf zien als waardevol. Sociaalwetenschappers gebruiken de term ‘confirming communication’ om berichten/boodschappen te beschrijven die waardering overbrengen. (Hoe dan ook, een boodschap laat altijd ook zoiets weten als ‘ jij bestaat’ ‘jij doet ertoe’ ‘jij bent belangrijk’ etc.) Sociaalwetenschappers gebruiken de term ‘disconfirming communication’ om boodschappen/berichten te beschrijven die juist geen waardering overbrengen.

In het boek wordt vaak herhaald dat elke boodschap die jij aan anderen overbrengt, zowel verbaal of non-verbaal,  naast een inhoud (het onderwerp) ook een relationele inhoud heeft. Dit betekent dat we bij praktisch alle communicatie ‘bevestigende’ (confirming)en ‘ontkrachtende’(disconfirming)  berichten over en weer ontvangen en zenden.  Het heeft een enorme impact op ons al persoon of iets bevestigd of ontkracht wordt, vooral bij kinderen ligt het nog heel gevoelig en heeft het een grote impact.

Niveaus van berichtbevestiging

Er zijn verschillende categorieën van boodschappen/berichten die vallen binnen de drie categorieën: 1)bevestigen of 2)ontkrachten met in het midden 3)het oneens zijn met elkaar

Bij het bevestigen horen:

  • Erkenning.

  • Herkenning/bevestiging.

  • Bevestiging/goedkeuring.

Bij het oneens zijn horen:

  • Argumentatief.

  • Klagen.

  • Agressiviteit .

Bij ontkrachten horen:

  • Ongevoelige/ondoordringbare reactie.

  • Onderbrekende reactie.

  • Onrelevante reactie.

  • Oppervlakkige reactie.

  • Onpersoonlijke reactie.

  • Dubbelzinnige reactie.

  • Onlogische/tegenstrijdige reactie.

Defensieve houding

Ontkrachting en het oneens zijn met elkaar kunnen een communicatieklimaat doen verslechteren. Misschien de meest voor de hand liggende reactie op een vijandige of onverschillige boodschap is het aannemen van een defensieve houding.

We nemen een defensieve houding aan als we ons bedreigd voelen. Bij communicatie betekent dit dat als we door iemand anders geconfronteerd worden met een ‘face-threatening’ handeling we onszelf defensief opstellen. Dit is wanneer iemand de manier waarop wij willen dat we overkomen, oftewel onze ‘presenting self’ (hoofdstuk 3)  aanvalt door middel van wat hij of zij op dat moment tegen jou zegt. Een defensieve houding is de manier waarop we onze ‘presenting self’ proberen te beschermen.

Communicatieklimaat patronen

Als er eenmaal een communicatieklimaat gevormd is kan deze een eigen leven gaan leiden.  Het patroon wat volgt kan zowel positief als negatief zijn. Het wederkerige patroon kan gezien worden als een spiraal, sommige zijn positief, anderen zijn negatief. 

Zowel positieve als negatieve spiralen zijn niet oneindig, wanneer een negatieve spiraal uit de hand loopt is het aannemelijk  dat een van beide personen zegt dat deze situatie nergens naartoe gaat en dat het gedrag herzien moet worden. Op dit moment veranderd de negatieve spiraal hopelijk in een positieve spiraal. Een negatieve spiraal in iets positiefs kunnen veranderen is het hallmark van een succesvolle relatie.  Het kan natuurlijk ook zo zijn dat de negatieve spiraal zo uit de hand is gelopen dat deze op een punt is gekomen en er geen weg meer terug is. In dit geval zal de relatie verbroken worden.

10.3 Het creëren  van een positief communicatieklimaat

Ook al zeg je iets met de beste intenties, biedt dit geen garantie voor een positief communicatieklimaat.  Een compliment of lofprijzing  kan door de ander als sarcastisch worden opgevat en een onschuldige lach als een sneer. Omdat menselijke communicatie zo complex is, is er geen handleiding met regels of formules die ervoor zullen zorgen dat dit soort miscommunicaties nooit meer voorkomen. Toch laat onderzoek zien dat er wel strategieën bestaan die ervoor kunnen zorgen dat er een positief communicatieklimaat ontstaat.

Terugdringen van een defensieve houding

In tabel 10.1, p.325 zijn de ‘ The Gibb Categories’ te lezen . Het begrijpen van deze categorieën kunnen voor een positief communicatieklimaat zorgen.  Hij maakte een onderzoek tussen defensief en ondersteunend gedrag.  Het ondersteunende gedrag, in tegenstelling tot defensieve gedrag, reduceert het dreigingniveau en de defensieve houding.

 

Defensief gedrag

Ondersteunend gedrag

Evaluerende boodschappen. Dit soort boodschappen evalueren niet zozeer het gedrag wat iemand vertoont maar eerder wat jij voelt bij iemand anders zijn of haar gedrag. Zo’n boodschap/statement geeft geen uitleg over hoe je tot die conclusie bent gekomen en ze zijn niet specifiek. Vb.:‘Jij geeft niet meer om mij!’.

Beschrijvende boodschappen. Dit soort statements geven een gedocumenteerde observatie die zowel speficiek als concreet zijn. Ze omschrijven hoe jij je voelt zonder dat je de ander veroordeeld. In tegenstelling tot roepen dat de ander niet meer om je geeft zeg je eerder zoiets als ‘ik vind het jammer dat we elkaar niet meer zo vaak zien als tijdens de zomervakantie’.

Controle. Als je iets te graag de controle wil behouden kan dit  ervoor zorgen dat de andere persoon zich defensief gaat gedragen. De zender van de boodschap wil in dit geval een oplossing opleggen zonder echt stil te staan bij de gevoelens van de andere persoon. Vb.: ‘Kom nu achter de computer vandaan, ik moet met je spreken!’

Probleemoriëntatie. Bij probleemoriëntatie probeert de zender een oplossing te vinden die voor beide partijen acceptabel is. In dit geval worden de behoeftes van beide partijen bevredigd zonder dat er één een defensieve houding hoeft aan te nemen. Vb.: ‘Ik zou graag zo snel  mogelijk met je willen praten, zou je even pauze kunnen nemen van datgene wat je op de computer aan het doen bent?’.

Strategie.  Dit is wanneer iemand uit strategische overwegingen de achterliggende boodschap niet daadwerkelijk zegt. Dit kan als oneerlijk en manipulatief worden beschouwd. Vb.: ‘Wat doe je aanstaande vrijdag na je werk?’

Spontaniteit. Dit is het tegenovergestelde van strategisch communiceren. Hierbij vertel je op de juiste momenten waar het op staat en ben je eerlijk. Vb.: ‘Ik ga aanstaande vrijdag verhuizen, zou je mij dan na je werk willen komen helpen? ‘

Neutraliteit.  En beter woord voor dit soort communicatie is onverschilligheid.  Een neutrale houding werkt ontkrachtend omdat je dan overkomt alsof je niet bezig bent met het welzijn van iemand anders en dat het je verder ook bv. niet kan boeien of iemand blij of verdrietig is.  Mensen gaan zich defensief opstellen omdat ze denken dat ze er niet toe doen.

Vb.: ‘Soms gaan dingen nou eenmaal zoals ze lopen, dat is  hoe het leven werkt’.

Empathie.   Dit is het tegenovergestelde van neutraliteit. In dit geval kom je totaal niet neutraal over en steun je de ander door te laten zien dat je begrijpt wat ze meemaken en voelen.  Emphatie betekend dat je andermans emoties accepteert door je zelf in hun schoenen te plaatsen.

Om het ook echt te menen moet het zowel verbaal als non-verbaal gemeend zijn (dus niet met een stalen gezicht zeggen dat iemand er wel degelijk toe doet o.i.d. dat komt net zo onverschillig over.

Vb.: ‘Ik weet dat je veel tijd en moeite in het project hebt gestopt en kan me voorstellen dat je zeer teleurgesteld bent over  het feit dat het niet gelukt is’.

Superioriteit.  Neerbuigende boodschappen zijn zeer irritant voor de ander. Welke boodschap dan ook, die suggereert dat jij (de zender) beter bent dan de ander zal ervoor zorgen dat de ontvanger zich zeer defensief gaat opstellen.

Vb.: ‘Nee, dat doe je niet op die manier! Laat mij maar, dan laat ik wel zien hoe het moet’

Gelijkheid. In deze gevallen ga je niet ontkennen dat jij in bepaalde opzichten getalenteerder bent dan de ander, maar je begrijpt tenminste zelf ook wel dat jij ook zo je fouten hebt en dat de persoon zeker over zijn eigen talenten beschikt waar jij weer minder in bent. Je acht de andere persoon dan als gelijkwaardig aan jou.

Vb.: ‘Misschien zou je het beter op deze manier kunnen doen?’

Zekerheid. Mensen raken geïrriteerd en gaan zich defensief gedragen als de andere persoon keer op keer altijd gelijk denkt te hebben en claimt dat hij of zij alles weet. Als je constant loopt te verkondigen dat jou mening klopt en die van een  ander niet, zullen ze dit als een persoonlijke aanval beschouwen.

Vb.: ‘de manier waarop je dat wil aanpakken zal nooit werken!’ 

‘Provisionalism’ . In tegenstelling tot zekerheid is er ‘provisionalism’ In dit geval heeft iemand alsnog een uitgesproken mening maar zijn ze bereid te erkennen dat ze niet in alles gelijk hebben en zullen zij hun mening bijstellen indien deze redelijk overkomt. 

Vb.: ‘Ik denk dat het op deze manier niet gaat werken en dat je hierdoor straks in de problemen gaat komen’.

Constructieve (opbouwende) kritiek leveren

Wanneer het duidelijk is dat hetgeen wat je gaat vertellen gaat overkomen als kritiek is het van belang om te weten hoe je constructief kritiek moet geven.

  • Check je motieven.  In sommige gevallen is het leveren van kritiek niet iets waar anderen ook maar iets aan gaan hebben.  Als dit het geval is kan je beter je mening maar voor je houden. Als je constructieve kritiek wilt geven, is het doel om hiermee de ander te helpen.  Het is niet de bedoeling dat je er alleen zelf van kan profiteren.

  • Kies voor het juiste moment. Ook al is het soms zeer verleidelijk om iemand een les te leren op het moment dat diegene iets gedaan heeft waar jij het niet mee eens bent, is het toch beter om dan juist jouw kritiek voor je te houden.

  • Buffer de negatieven met positieven. Een populaire manier om constructieve kritiek te geven is om gebruik te maken van de ‘sandwich methode’.  Het idee is dat je datgene waar je kritiek over wilt geven inleidt en afsluit met  twee positieve commentaren. (zie p.333 voor een voorbeeld). Dus: positief commentaar- punt waar jij je zorgen over maakt – positief commentaar.

  • Constructieve kritiek moet geen ‘hit & run’ zijn.  Als je constructieve kritiek wilt leveren, moet je daarna ook bereid zijn om je kritiek toe te lichten. Dus  niet alleen zeggen‘dit heb je slecht gedaan’  en het daarbij laten, maar ook daadwerkelijk uitleggen waarom jij vind dat iemand iets slecht heeft gedaan. Alleen dan kan de andere persoon er iets van leren.

10.4 Hoe verander je een negatief communicatieklimaat

 Het is moeilijk om redelijk te blijven als je een stortvloed aan kritiek krijgt te verwerken. Als je persoonlijk word aangevallen op je gedrag is dat al lastig genoeg, en helemaal als de kritiek lijkt te kloppen.Of de kritiek nou wel of niet accuraat is zullen de meeste mensen op de volgende twee manieren reageren: 1) De tegenaanval inzetten en zich defensief gaan gedragen of 2) non-assertief zichzelf terugtrekken.  Geen van deze reacties zullen het probleem oplossen.  Om het probleem wel te kunnen oplossen moeten we ons anders gedragen. Dit kan op twee manieren:

 

1) Zoek naar meer informatie:

Je kan pas goed reageren op kritiek als je begrijpt waarom iemand kritiek heeft geleverd.  Wees ruimdenkend en vraag de critici om zijn kritiek toe te lichten. Er zijn verschillende manieren waarop je meer informatie kan loskrijgen:

1)Vraag om details.

2)Gis naar de details als de criticus deze niet wil geven .

3)Herhaal de kritiek van de spreker.

4)Vraag wat de criticus met zijn kritiek van jou wil.

5)Vraag naar de consequenties van je gedrag.

6)Vraag of er nog meer fout is.

2)Eens zijn met de criticus:

Er zijn meerdere soorten vormen van het eens zijn met elkaar en voor elke situatie is er wel één die past.

1) Eens zijn met de waarheid. Als er bepaalde kritiek wordt gegeven in de vorm van feiten waarvan jij weet dat deze waar zijn is het in dit geval de beste aanpak om het eens te zijn met deze feiten.

2) Eens zijn met de consequenties. In sommige gevallen zal de criticus wijzen op enkele onaangename consequenties vb.: ‘als je niet met meer mensen gaat praten, gaan mensen denken dat je snobistisch bent’. Zulk commentaar is vaak ook echt nuttig, dus je doet er goed aan het eens te zijn met zulke kritiek.

3) Wees het in principe eens. Kritiek komt vaak voor in de vorm van abstracte idealen waartegen jij slecht afsteekt. Vb.: ‘ik zou willen dat je wat spontaner over zou komen bij andere mensen’. Op zulke momenten kan je ervoor kiezen om het in principe eens te zijn met de kritiek maar je wel te blijven gedragen zoals jij dat wilt. Je hoeft dus niet je gedrag aan te passen als je het in principe met iemand eens bent. Je kan dan reageren als ‘het zou inderdaad fijn zijn als ik spontaner overkom, maar helaas ligt dat niet in mijn karakter’.

4) Wees het eens met de perceptie van de criticus. Het kan voorkomen dat er geen enkele basis bestaat voor het aannemen van iemand s kritiek. Maar zelfs in zulke gevallen kan je op een bepaald vlak het nog steeds eens zijn met de criticus.  Je hoeft het dan niet eens te zijn met de conclusies van de criticus, maar wel over het feit dat de criticus het recht heeft om zijn eigen mening te hebben.  Vb. ‘ik denk niet dat je compleet eerlijk bent over waarom je vanavond thuis wilt blijven. Je zegt wel dat je ziek bent maar ik denk dat je dat alleen maar zegt omdat je Walter en Marie wilt vermijden’.  Als je echt hoofdpijn hebt, en je wilt Walter en Maria helemaal niet vermijden kan je reageren als volgt ‘Ik kan me voorstellen dat je denkt dat ik nu verzin dat ik me niet lekker voel aangezien Maria en ik vorige weer ruzie hebben gehad. Het enige wat ik kan zeggen is dat ik me echt niet lekker voel en dat dit verder niets te maken heeft met het willen vermijden van Maria’.

Hoofdstuk 11 Omgaan met conflict

Hoewel het niet mogelijk is om conflicten voor altijd uit te bannen, kun je wel degelijk leren  hoe je zo efficiënt mogelijk met conflicten om moet gaan. Als je op een goede manier kan omgaan met conflicten zullen hierdoor al je relaties met anderen sterker en gezonder worden.

11.1 Wat is een conflict?

 Wilmot & Hocker (2010,p.11) stellen het volgende: ‘conflict is an expressed struggle between at least two interdependent parties who perceive incompatible goals, scarce resources, and interference from the other party in achieving their goals’ p.351.

Alle conflicten zijn opgebouwd uit dezelfde karakteristieken:

‘Expressed struggle’ is datgene waarover op zijn minst twee partijen het niet met elkaar eens zijn. Er moet iets zijn waarover men het niet eens is, anders kan er geen conflict bestaan.

Percieved scarce resources’ Hiermee bedoelen ze dat er conflicten ontstaan over dingen waar er niet voor iedereen genoeg van is. “Dingen” kunnen zijn: geld, liefde, tijd etc. Tijd is een goed voorbeeld. Er zitten maar 24 uur in een dag en je kan nou eenmaal niet alles en iedereen evenveel tijd geven. Soms gaat je studie voor en moet je sociale afspraken afzeggen waardoor je in conflict kan komen met vrienden omdat je in de avond toch niet meer meegaat om wat te drinken.

‘wederzijdse afhankelijkheid’.  Hoe boos mensen ook op elkaar kunnen zijn, ergens zijn ze ook van elkaar afhankelijk. Het welzijn en de tevredenheid van de één is afhankelijk van de acties van de ander. Als dit niet het geval zou zijn, zou er helemaal geen conflict zijn.

‘Onvermijdelijkheid’. Conflicten zullen ongetwijfeld in ieder zijn of haar leven voorkomen, conflicten zijn onvermijdelijk. Aangezien het onmogelijk is om conflicten te vermijden is het zaak om te leren hoe je met conflicten moet omgaan. Als we goed leren omgaan met conflicten kunnen deze juist een relatie beter en sterker maken.

11.2 Functionele en disfunctionele conflicten

Er zijn functionele en disfunctionele conflicten, beide zijn opgebouwd uit weer dezelfde kenmerken: ‘Expressed struggle’, ‘Percieved scarce resources’ ‘wederzijdse afhankelijkheid’ en ‘onvermijdelijkheid’. Functionele en disfunctionele conflicten geven beide op totaal verschillende manieren invulling aan deze kenmerken.            

Bij functionele conflicten in tegenstelling tot bij disfunctionele conflicten

  • Zien de partners elkaar als een geïntegreerde unit in plaats van als tegenstanders.

  • Ze behandelen elkaar met respect,

  • Streven naar coöpereren  in plaats van met elkaar wedijveren.

  • Willen graag de intensiviteit van het conflict wat sussen

  • Partners die functioneel kunnen ruzie maken zullen het conflict niet vermijden of het er maar bij laten, nee zij zullen zoeken naar lange termijn oplossingen zodat hun relatie verder kan en beter wordt.

11.3 Verschillende conflictstijlen

Er zijn verschillende conflictstijlen:

  • Vermijden: ‘lose-lose’ situatie, ‘no way’.

  • Schikken: ‘lose-lose’ situatie, ‘ half way’.

  • Collaboreren/samenwerken: ‘ win-win’ situatie, ‘our way’.

  • Competitie:  ‘win-lose’ situatie, ‘my way’.

Hierbij komen passiefagressief gedrag en directe agressie voor.

  • Aanpassen/inschikken :‘lose-win’ situatie, ‘your way’.

(Zie fig.11.1, p. 359)

Welke conflictstijl het beste past ligt geheel aan: de situatie, de andere persoon waarmee je in conflict bent en het uiteindelijke doel van het conflict. ( voor meer info over het kiezen van een conflictstijl zie tabel 11.2, p.366)

11.4 Conflict binnen relaties

Het kiezen van een bepaalde conflict stijl is belangrijk, maar het is niet de enige beslissende factor. Eigenlijk is conflict relationeel, het karakter van het conflict wordt bepaald door de manier waarop de mensen die betrokken zijn met elkaar omgaan/communiceren. Je kan je nog zo hebben voorgenomen om een bepaald conflict af te handelen middels een bepaalde conflictstijl, in de realiteit kan dit vaak heel anders lopen omdat er nog een andere partij aanwezig is die ook zo zijn ideeën bij het conflict heeft.

Relaties waarbij men een complementaire conflictstijl hanteert gebruiken de betrokken mensen verschillende maar wel wederzijds versterkend gedrag om het conflict op te lossen.  Bij een symmetrische conflictstijl gebruiken de mensen die betrokken zijn allemaal dezelfde tactiek. Andere relaties hanteren een parallelle conflictstijl en gebruiken hierbij afwisselend zowel de complementaire als de symmetrische conflictstijl. Complementaire en symmetrische conflictstijlen kunnen zowel constructief als destructief zijn.

Als beide partijen in een conflict elkaar op dezelfde  vijandige manier benaderen leidt elke bedreiging of belediging tot andere bedreigingen en beledigingen. Dit heet een ‘escalatory spiral’.  Tegenovergesteld als beide personen het conflict willen oplossen door deze te vermijden kan dit leiden tot een ‘de-escalatory spiral’. Hierdoor wordt de relatie steeds minder leuk en vitaal tot het punt dat men vervreemd en de relatie niets meer is dan een lege huls.

Sommige conflictstijlen zijn zo destructief dat deze bijna gegarandeerd een relatie zeer erg verstoren .soms tot het punt dat deze niet meer te lijmen valt . Deze ‘toxic forms’ van communicatie zijn wat Gottman de ‘vier ruiters van de Apocalyps’ is gaan noemen: 1)Kritiek, 2) vijandige/defensieve houding, 3)verachting en 4) tegenwerking.

Wanneer een relatie al voor langere tijd bestaat valt men in conflict rituelen. Conflict rituelen zijn niet erkende maar wel degelijk bestaande zich herhalende patronen van ‘interlocking behavior’. Het hebben van conflictrituelen is helemaal niet erg, ze worden pas een probleem als dat ene patroon de enige manier is waarop je met een conflict kan omgaan.

11.5 Variabelen bij conflictstijlen

Er zijn twee factoren die de manier waarop er met een conflict wordt omgegaan beïnvloeden. Dit zijn:

  • Gender: Onderzoek heeft uitgewezen dat mannen en vrouwen op verschillende manieren omgaan met conflicten. Mannen reageren over  het algemeen agressiever, veeleisender en competatiever dan vrouwen. Vrouwen zijn over het algemeen meer coöperatiever en toegefelijker dan mannen.

  • Cultuur: Elke cultuur heeft zo weer zijn eigen manier voor het oplossen van conflicten. 

Het is belangrijk om in te zien dat cultuur en gender niet de enige factoren zijn die de manier waarop we omgaan met conflicten bepalen. Er bestaat onderzoek wat aantoont dat hoe we omgaan met conflicten ook in onze biologische ‘DNA’ kan zitten, en het EQ van mensen speelt ook een grote rol.

11.6 Conflictmanagement in de praktijk

Als je een conflict wilt oplossen aan de hand van een samenwerkende conflictstijl om zo beide als winnaars uit de bus te komen kan je het beste de zevenstappen aanpak van Weider-Hatfield volgen:

  1. Bepaal je behoeftes, wat is het wat je uit het conflict wilt halen?

  2. Deel jouw behoeftes met de andere persoon

  3. Luister naar de behoeftes van de andere persoon

  4. Genereer/bedenk mogelijke oplossingen

  5. Evalueer de mogelijke oplossingen en kies hieruit de beste

  6. Voer de oplossing uit

  7. Na enige tijd is het nuttig om de uitgevoerde oplossing te  herzien. Er veranderd geheid wat en het is altijd goed om te reflecteren of de gekozen oplossing toentertijd nog wel opgaat voor nu.

Hoofdstuk 12  Inter-persoonlijke contexten, vrienden familie en intieme relaties

In dit hoofdstuk wordt er gekeken naar hoe de communicatie werkt binnen drie contexten die wij volgens onderzoek zeer belangrijk vinden: vriendschappen, familie en intieme relaties.  De focus ligt op de unieke karakteristieken die de communicatie binnen deze drie contexten vormen.

12.1 Communicatie binnen vriendschappen

Wetenschappers  hebben vele definities gegeven voor de term ‘vriendschap’. Over het algemeen genomen is vriendschap: een vrijwillige relatie die ons voorziet van sociale ondersteuning. Vriendschappen onderhouden we door middel van communicatie.

Soorten vriendschappen

Verschillende dimensies van communicatie binnen vriendschappen:

  • Kortstondige versus langdurige vriendschappen

Sommige vriendschappen duren lang terwijl anderen al snel verwateren omdat het leven veranderd. Door de komst van social media  zul je steeds minder vaak horen dat een vriendschap overgaat door de lange afstand. Dit wil niet zeggen dat er geen vriendschappen meer eindigen omdat men gewoon te weinig in het echte leven met elkaar afspreekt. En andere reden waarom een vriendschap over gaat is omdat de normen en waarden van een persoon veranderen.

  • Taakgericht versus onderhoudsgericht

Soms gaan we vriendschappen aan met mensen omdat deze in dezelfde activiteiten deelnemen (sportteam of tijdens een samenwerkingsopdracht in een werkgroep). Dit soort vriendschappen worden bestempeld als ‘taakgericht’ omdat deze vriendschappen zich primair afspelen tijdens bepaalde activiteiten. Bij onderhoudsgerichte vriendschappen zijn deze vrienden gemaakt omdat je veel met elkaar gemeen had en elkaar sociaal ondersteund zonder dat dit te maken heeft met specifieke activiteiten.

  • Weinig zelfonthulling versus veel zelfonthulling

De mate waarin je persoonlijke informatie verteld verschilt per vriendschap. Sommige vrienden weten enkel algemene informatie over jou, anderen weten juist echt alles over jou inclusief jou diepste geheimen omdat jij dit wel met deze vrienden deelt.

  • Weinig verplichtinggevoel versus veel verplichtinggevoel

Er zijn vrienden waar we ongeveer alles voor zouden doen.  Bij andere vrienden hebben we dit gevoel niet, Onze dierbaarste vrienden zijn meestal diegene waarvoor we alles overhebben.

  • Infrequent contact versus frequent contact.

Met sommige vrienden heb je vaak contact, met andere wat minder. Het is aannemelijk dat de vrienden met wie je vaak contact hebt, je beste vrienden zijn. Als je weinig contact met een vriend hebt hoeft dit niet meteen ook te betekenen dat dit geen goede diepgaande vriendschap zou zijn. Vele hechte vrienden zien elkaar maar één keer per jaar maar als ze elkaar zien is het meteen weer als vanouds.

Vriendschap, gender en communicatie

Gender speelt een rol in hoe wij communiceren met vrienden. We hebben zowel vriendschappen met mensen van hetzelfde als met mensen van het verschillende geslacht.

Vriendschappen van hetzelfde geslacht:

De meeste mensen kunnen zich herinneren dat hun eerste echte vriendschappen waren met personen van hetzelfde geslacht. Vrouwen vormen een hechte vriendschap met elkaar door het over persoonlijke onderwerpen te hebben, mannen zullen eerder een hechte vriendschap met elkaar opbouwen door dingen te gaan doen.  Vrouwen hebben in vriendschappen meer de neiging om persoonlijke informatie met een andere vrouw te delen. Mannen doen dit in veel mindere mate met elkaar en voelen ook minder de behoefte om persoonlijke informatie te delen.

Vriendenschappen met het andere geslacht:

Er zitten veel voordelen aan vriendschappen tussen mannen en vrouwen.  Dit soort vriendschappen maken inzichtelijk hoe de andere sekse denkt over en reageert op dezelfde onderwerpen en situaties. Verder kan een man in een vriendschap met een vrouw eerder zijn emoties uiten dan dat hij dit kan doen bij zijn mannelijke vrienden.  Voor vrouwen kan het hebben van een vriendschap met een man ervoor zorgen dat ze zorgeloos lol kan hebben zonder emotionele bagage.

Een uitdaging bij vriendschappen tussen heteroseksuele mannen en vrouwen is dat er seksuele aantrekkingskracht kan ontstaan. Heteroseksuele ‘cross seks’ vriendschappen vallen hierdoor in een van de volgende vier categorieën:

  • Wederzijdse romantiek ( in dit geval willen beide partners dat de vriendschap een liefdesrelatie wordt)

  • Strikt platonisch ( in dit geval willen beide partijen absoluut niet dat het  een liefdesrelatie wordt)

  • Verlangt naar romantiek (in dit geval wil één van de twee wel dat het een liefdesrelatie wordt maar de ander niet)

  • Verwerpt de romantiek.  (in dit geval denkt de ene dat de ander wel een liefdesrelatie wil waar dit is niet zo)

Communicatie bij een succesvolle vriendschap

Communicatiewetenschappers hebben geconcludeerd dat als mensen zich anders gedragen dan dat we verwacht hadden (expectancy violations) dit de grootste bron is voor veel relationele problemen.

De volgende richtlijnen geven ons een goed inzicht over wat de meeste mensen verwachten van een vriend/vriendin:

  • We kunnen met vrienden onze vreugde en verdriet delen

  • Een vriend(in) biedt altijd een luisterend oor

  • Een vriend(in) is altijd trouw

  • Zij helpen ons als dat  nodig is

  • Vrienden komen voor elkaar op

  • Je kan altijd op je vrienden rekenen, in goed een in slechte tijden

  • Je behandelt vrienden altijd met respect

  • Een vriendschap is in balans

  • Waarderen zowel de connectie als de autonomie van een vriend(in)

  • We kunnen ons bij elkaar verontschuldigen en elkaar ook vergeven.

12.2 Communicatie binnen de familie

Er bestaan voor de term ‘familie’ vele verschillende definities maar over het algemeen is een familie een systeem ‘with two or more interdependent people who have a common history and a present reality, and who expect to influence each other in the future’p.391(Galvin et.al., 2007).

Door deze bredere definitie ligt de nadruk bij familie niet meer op biologische verwantschap, maar eerder op de interactie tussen de verschillende familieleden.

Het vormen van een familie middels communicatie

Families zijn gebaseerd op, gevormd door en onderhouden door communicatie. Het is door met elkaar te communiceren dat familieleden een bepaald beeld krijgen bij wat familie precies inhoud. Er zijn verschillende manieren op te noemen die laten zien dat een familie gevormd en gemaakt wordt door communicatie:

  • Familie verhalen: familie verhalen zijn zeer belangrijk voor een familie. Deze verhalen zijn als het ware de lijm die een familie bij elkaar houdt. Deze verhalen vervullen meerdere doelen: 1) versterken gemeenschappelijke doelen, 2)zij leren de familieleden belangrijke morele lessen, en 3) benadrukken familiezorgen.

  • Communicatieregels en rituelen: Rituelen is een ander voorbeeld hoe de familie door communicatie wordt gevormd. Sommige rituelen gaan over feestelijke aangelegenheden zoals verjaardagen of kerstmis. Andere rituelen maken onderdeel uit van het dagelijks leven. Rituelen zijn niet de enige manier waarop families hun eigen unieke communicatie vormen, er zijn ook nog regels. Sommige communicatieregels zijn zeer expliciet, andere regels komen niet eens ter sprake maar deze zijn net zo belangrijk.

Patronen van familiecommunicatie

Welke vorm een familie ook aanneemt, allemaal delen ze dezelfde karakteristieken als het gaat om communicatie.  Elke familie heeft zijn eigen unieke manier van communiceren, ondanks de verschillende  communicatie  modellen is elke familie een systeem waarbinnen personen met elkaar communiceren om zo een eenheid te vormen. Net als alle andere systemen delen ook families een aantal karakteristieken met elkaar:

  • Familieleden zijn onderling afhankelijk van elkaar.

  • Een familie is meer dan de som der delen.

  • Families bestaan uit systemen binnen het grotere overkoepelende systeem.

Onderzoekers Koerner & Fitzpatrick hebben twee categorieën geïdentificeerd die gaan over de communicatie binnen een familie. Dit zijn ‘conversation orientation’ en ‘conformity orientation’

conversation orientation’ = de mate waarin de familie openstaat voor een openklimaat waarin gesprekken over een zeer breed scala aan onderwerpen kunnen gaan.  Families met een hoge conversation orientation’ zullen op een vrijere manier vaker met elkaar communiceren. Er zijn weinig tot geen grenzen wat gespreksonderwerpen betreft.

‘conformity orientation’ = ‘refers to the degree to which family communication stresses uniformity of attitudes, values and beliefs’.(p.395)

Er zijn verschillende soorten familiaire relaties met allemaal hun eigen unieke communicatie patronen:

  • Echtgenoten.

  • Ouder-kind.

  • Broers en zussen.

Zo krijg je een effectieve communicatie binnen een familie:

  • Streef naar verbondenheid terwijl je jijzelf bewust blijft van de grenzen

  • Streef naar een gematigd niveau van aanpassingsvermogen (wanneer dit aanpassingsvermogen te hoog is kan dit leiden tot een chaotische familie, is het aanpassingsvermogen weer te laag dan loop je het risico op een stijve, stugge familie.

  • Stimuleer bevestigende berichten/boodschappen.

  • Ga op een effectieve manier om met conflictsituatie.

12.3 Communicatie binnen intieme relaties

Intimiteit = ‘a state of relational closeness that comes in many forms’. p.402.

Een van deze intimiteitvormen is emotioneel; het delen van persoonlijke informatie en gevoelens. Een andere intimiteitvorm is fysiek: fysieke nabijheid in de vorm van seks, zoenen, knuffels etc. intimiteit kan ook komen door Intellectueel te delen.  Het samen meedoen aan bepaalde activiteiten kan ook zorgen voor intimiteit en emotionele nabijheid.

De mate van intimiteit verschilt per persoon, per relatie.

Gender en intimiteit

Vrouwen zijn meer geïnteresseerd  dan mannen in het bereiken van emotionele intimiteit,   verder zijn vrouwen eerder bereidt om emotionele verbintenissen aan te gaan en in kleinere mate meer dan mannen bereidt om hun  zeer persoonlijke gedachtes en gevoelens te delen.

Recent onderzoek toont aan dat emotionele expressie niet de enige manier is om hechte banden met vrienden op te bouwen.  Mannen ervaren  en uitten intimiteit anders dan vrouwen. Zij uitten en ervaren intimiteit door het deelnemen aan activiteiten, of door het iets doen voor anderen mensen.  Hierdoor komt in recent onderzoek naar voren dat mannen en vrouwen qua intimiteitbelevenis helemaal niet zoveel van elkaar verschillen.

Cultuur en intimiteit

Publiekelijk en privé gedrag zijn door de jaren heen erg veranderd. Vandaag de dag betekend het woord intimiteit voor iedere cultuur weer  net iets anders. Door globalisatie zie je wel dat de verschillen tussen de beleving van intimiteit steeds meer verkleinen.

Sociale media en intimiteit

Vroeger werden computers gezien als onpersoonlijke machines die nooit instaat zouden zijn om belangrijke kenmerken  van menselijke communicatie  over te brengen (gezichtsuitdrukkingen, de toon van je stem en aanraking). Onderzoekers weten nu dat communicatie over het internet met een computer net zo persoonlijk en intiem kan zijn als bij communicatie waarbij men oog in oog met elkaar staat.

Betrokkenheid binnen intieme relaties

Betrokkenheid of toewijding is zeer belangrijk voor intieme relaties. Relationele verbintenis is een belofte die zegt dat je in en relatie blijft en dat je er alles aan wil doen om die relatie succesvol te laten zijn (een vaste relatie met iemand hebben)

Onderhouden van intieme relaties

Om een relatie te laten slagen moet men deze doorlopend onderhouden. Onderhoudsgerelateerde communicatie heeft als doel om de kenmerken die een relatie succesvol en bevredigend maken te behouden. Zelfs lange afstandsrelaties zijn tegenwoordig door de komt van het internet goed te onderhouden.

Stafford & Canary (1991) hebben 5 strategieen geidenticideerd die geheel in het teken staan van het onderhouden van  romantische relaties:

  1. Positief blijven. Houd de dingen fijn door aardig en beleefd te blijven.

  2. Openheid. Praat op een direct e manier over de aard van je relatie. Verder praat over je persoonlijke behoeftes en zorgen.

  3. Zekerheid. Laat de andere persoon weten dat jij veel om hem of haar geeft. Het helpen van elkaar.

  4. Sociale netwerken. Zorg dat je altijd kan terugvallen op vrienden en familie als er iets ergs gebeurd en natuurlijk vice versa als mensen naar jou toekomen om hun hart te luchten, dan moet je er ook voor hen zijn.

 

Bron:

  • Samenvatting van het boek Interplay: The Process of Interpersonal Communication (Adler), geschreven in 2015

Image

Access: 
Public

Image

This content refers to .....
Psychology and behavorial sciences - Theme
Communication, marketing, pr and sales - Theme
Click & Go to more related summaries or chapters

Communicatiewetenschappen en kennisoverdracht: De beste studieboeken samengevat

Join WorldSupporter!
This content is related to:
Begrippenlijst Interplay: The process of interpersonal communication
Search a summary

Image

 

 

Contributions: posts

Help other WorldSupporters with additions, improvements and tips

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.

Image

Spotlight: topics

Check the related and most recent topics and summaries:

Image

Check how to use summaries on WorldSupporter.org

Online access to all summaries, study notes en practice exams

How and why use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?

  • For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
  • For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
  • For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
  • For compiling your own materials and contributions with relevant study help
  • For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.

Using and finding summaries, notes and practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Use the summaries home pages for your study or field of study
  2. Use the check and search pages for summaries and study aids by field of study, subject or faculty
  3. Use and follow your (study) organization
    • by using your own student organization as a starting point, and continuing to follow it, easily discover which study materials are relevant to you
    • this option is only available through partner organizations
  4. Check or follow authors or other WorldSupporters
  5. Use the menu above each page to go to the main theme pages for summaries
    • Theme pages can be found for international studies as well as Dutch studies

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance

Main summaries home pages:

Main study fields:

Main study fields NL:

Follow the author: Vintage Supporter
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Statistics
3876 1