Pedagogy and education - Theme
- 12655 reads
Een juiste beoordeling van de communicatieve vaardigheden van kinderen is essentieel bij het stellen van een diagnose en bij het kiezen van de juiste therapie. Het beoordelen van de vaardigheden van kinderen die tweetalig opgevoed worden is een complexe procedure. Er moet rekening worden gehouden met taal en socioculturele verschillen. Als er ook nog eens beoordelingsinstrumenten worden gebruikt die niet aansluiten op een kind, dan kan dit bij tweetalige kinderen sneller leiden tot een verkeerde diagnose. Tweetaligheid kan op verschillende manieren worden gedefinieerd. In dit paper betekent tweetaligheid dat kinderen regelmatig blootgesteld worden aan twee of meer talen en deze talen ook spreken. Het onderzoek is uitgevoerd in Groot-Brittannië, waar de bevolking bestaat uit diverse culturen en talen. De etnische diversiteit zorgt ervoor dat hulpverleners in contact komen met cliënten en kinderen die verschillende talen spreken. Professionele standaarden vereisen dat er geen discriminatie voorkomt bij het behandelen van cliënten en dat alle cliënten recht hebben op een toepasselijke en passende beoordelingsprocedure. In dit onderzoek worden er twee vragen beantwoord. Als eerst wordt er gekeken welke beoordelingstechnieken er beschikbaar zijn voor hulpverleners om te gebruiken bij tweetalige kinderen. Ten tweede wordt er gekeken welke beoordelingstechnieken het meest gepast en effectief zijn bij het diagnosticeren van taalstoornissen bij tweetalige kinderen. Er worden verschillende uitdagingen besproken die spelen bij het beoordelen van kinderen en verschillende beoordelingstechnieken worden besproken. Vervolgens worden er ook implicaties gemaakt voor de verbetering van de praktijk en de wetenschap op dit gebied.
Een uitdaging voor hulpverleners is om een onderscheid ze kunnen maken tussen kinderen die problemen hebben met taal door een taalstoornis en kinderen die problemen ervaren doordat zij tweetalig zijn en een andere taal spreken. Het leren van een primaire taal kan beïnvloeden hoe kinderen een tweede taal leren (bijvoorbeeld uitspraak van bepaalde letters in een bepaalde taal). Om een kind te beoordelen is het belangrijk om kennis op te doen over de taal en de cultuur van het kind. Het model van culturele identiteit beschrijft dat er verschillende socioculturele factoren een rol spelen die moeten worden meegenomen bij het beoordelen van kinderen. Een socioculturele benadering moet gezien worden als een essentiële context bij het toepassen van andere methoden om tweetalige kinderen te beoordelen. Hulpverleners hebben vaak weinig kennis van andere culturen waardoor het beoordelingsproces moeilijker wordt. Een andere uitdaging voor hulpverleners is de variabiliteit van de taalbekwaamheid van kinderen. Er zijn meerdere factoren die de taalbekwaamheid van kinderen bepalen zoals de leeftijd, de blootstelling aan een bepaalde taal en de mogelijkheid en de motivatie van het kind om een taal te spreken. Vaak hebben hulpverleners ook een gebrek aan kennis op het gebied van het proces van een normale taalontwikkeling die bij een taal hoort. Professionals verwijzen kinderen snel door als ze zien dat die bepaalde problemen ervaren op het gebied van taal, maar achterstand kan dus ook veroorzaakt worden doordat kinderen een andere taalontwikkeling doormaken die meer past bij de primaire/tweede taal. Ondanks dat er taalverschillen zijn moeten instrumenten in staat zijn om een onderscheid te maken tussen kinderen met een taalstoornis en kinderen met een normale taalontwikkeling.
Uit onderzoek op het gebied van meertalige kinderen komen 5 typen benaderingen naar voren: gestandaardiseerde norm-referentie (norm-referenced stadardized) benadering, criteria-referenced benadering, taalverwerking benadering, dynamische evaluatie en de socioculturele benadering. De wetenschappelijk onderbouwing van elke benadering wordt besproken.
De gestandaardiseerde norm-referenced taak wordt gezien als het gereedschap om te diagnosticeren. Dit komt omdat het als een efficiënte manier wordt gezien om een goede indicatie te krijgen van het kind. Maar onderzoek toont aan dat dit geen adequaat diagnostisch instrument is voor tweetalige kinderen. Dit heeft te maken met content bias, linguistic bias en de kleine representatie van tweetalige kinderen in de steekproeven die zijn gebruikt om deze methode te beoordelen.
Bij norm-gerefereerd toetsen gaat de hulpverlener ervan uit dat alle kinderen een soortgelijke levensloop hebben gehad en ongeveer dezelfde concepten en vocabulaire meekrijgen. Dit kan echter verschillen bij kinderen met een andere culturele achtergrond. Zo kunnen er bij kinderen, bijvoorbeeld bij een taak waarmee je plaatjes moet interpreteren, verschillen zijn in deze interpretaties afhankelijk van de culturele omgeving. Bij veel taaltests komen er plaatjes voor van een bepaalde context of bepaalde voorwerpen die kunnen verschillen in een andere cultuur, waardoor tweetalige kinderen lager zullen scoren op deze test. Hier is dan sprake van content bias.
Ook kan er sprake zijn van linguistic bias, wat inhoudt dat de hulpverlener de capaciteiten van een kind lager kan inschatten als een kind bijvoorbeeld een andere uitspraak heeft, doordat het Engels een tweede taal is. Deze bias kan ook de andere kant op uitgaan, de hulpverlener kan ook juist de taalcapaciteit van het kind overschatten als er vanuit wordt gegaan dat de fouten die het kind maakt allemaal toegeschreven worden aan de uitspraak of omdat het kind een tweede taal spreekt.
Als tweetalige kinderen een taaltest afnemen dan worden de resultaten vergeleken met de normatieve data die het gemiddelde weerspiegelt van de leeftijdsgenoten in de samenleving wat is gebaseerd op kinderen die alleen 1 taal spreken. Een mogelijke oplossing is om de tests te vertalen naar de primaire taal van het kind, maar dit is ook niet representatief want bij het letterlijk vertalen van tests wordt er geen rekening gehouden met de opbouw van een taal en de taalontwikkeling die bij elke taal anders verloopt. Er is dus veel bias bij het testen van tweetalige kinderen.
Er is onderzoek gedaan om deze bias te verminderen, er zijn test ontwikkeld die meer geschikt zijn voor tweetalige kinderen, dus minderheidsgroepen. De kinderen scoorden op deze tests onder gemiddeld. De kinderen leerden echter wel strategieën waardoor hun score wel verbeterde. Er is ook geprobeerd om normatieve data te maken die minderheidsgroepen ook representeerde. Als de scores van minderheidsgroepen dan werden vergeleken dan scoorden zij normaal. Er is echter gevonden dat het dan wel veel moeilijker wordt om kinderen op te sporen die een echte taalstoornis hebben en zij zouden dan niet de hulp krijgen die ze nodig hebben. Het is uiteindelijk nog maar de vraag of het wel mogelijk is om 1 gestandaardiseerde test te ontwikkelen die toepasbaar is op zo een divers culturele samenleving als die van Groot-Brittannië. Er wordt gesuggereerd dat het wel mogelijk is om voor een grote minderheidsgroep aparte gestandaardiseerde testen te maken, dit kost echter veel tijd. Verder is er ook veel verschil in de soorten minderheidsgroepen, waardoor je niet iedereen eerlijk kan representeren in een test.
Criterion-referenced (CR) meet de kennis van het kind in een specifiek domein. Bij CR wordt het kind geëvalueerd en er wordt gekeken in hoeverre het kind voldoet aan bepaalde criteria die bij de leeftijd van het kind passen. De capaciteiten van het kind worden dus niet vergeleken met het populatiegemiddelde zoals bij norm-referenced het geval is. Het testen van een kind gebeurt vaak op een informele manier waardoor er weinig culturele en linguïstische bias is. Hierbij is wel de hulp nodig van de familie en verzorgers die voldoende kennis hebben van de taal van het kind. Op deze manier kan er ook goed onderscheid worden gemaakt tussen kinderen met en zonder leerstoornissen. Het blijft echter nog steeds moeilijk omdat leerstoornissen vaak gepaard gaan met problemen met morfologie wat vaak verschilt in talen waardoor het complex is om de capaciteiten van een tweetalig kind te meten. CR werkt goed maar alleen als de hulpverleners voldoende kennis heeft over de cultuur van het kind, waardoor er een goede objectieve beoordeling gemaakt kan worden. Vaak is het echter zo dat de hulpverlener niet voldoende kennis heeft wat een uitdaging kan zijn bij het gebruiken van CR.
Taalverwerkingstaken zijn onafhankelijk van de kennis van een kind en hebben daarom ook weinig bias. Taalverwerkingstaken meten de onderliggende verwerkingsfuncties en het geheugen van het kind. Kinderen met een specifieke leerstoornis hebben een zwak taalverwerkingsvermogen en scoren ook lager op deze taalverwerkingstaken dan hun leeftijdsgenoten. Er is onderzoek gedaan waarbij er bij kinderen uit etnische minderheidsgroepen 3 taalverwerkingstaken en 1 norm-referenced taak was afgenomen. Er is gebleken dat de kinderen onder gemiddeld scoorden op de norm-referenced taak maar er was geen verschil bij de taalverwerkingstaken. Ook is er uit onderzoek gebleken dat bij taalverwerkingstaken (NWS) er onderscheid kon worden gemaakt tussen kinderen met en zonder taalstoornissen ongeacht de etniciteit van het kind. In dit onderzoek werden er kinderen meegenomen uit etnische minderheidsgroepen maar het hoeft niet zo te zijn dat deze kinderen ook tweetalig zijn. Een ander onderzoek wat wel onderscheid heeft gemaakt tussen eentalige kinderen en tweetalige kinderen met en zonder taalstoornissen heeft deze taak ook onderzocht. Hier is uit gebleken dat de eentalige kinderen zonder stoornis het hoogst scoren en de tweetalige kinderen met stoornis het laagst. er was echter ook een significant verschil tussen eentalige kinderen zonder stoornis en tweetalige kinderen zonder stoornis. Dit zou kunnen komen doordat er bij de test sprake zou zijn van linguistic bias. Ook is er uit ander onderzoek gebleken dat deze test (NWS) geen onderscheid kan maken tussen tweetalige kinderen met en zonder taalstoornis. Bij een andere taalverwerkingstest (SR) is er echter wel gevonden dat dit onderscheid kon worden gemaakt, er is dus meer onderzoek nodig op dit gebied.
De dynamische evaluatie (DA) doet geen beroep op de kennis van het kind maar wat er gemeten wordt bij het kind is de potentie om te leren. Deze methode is gebaseerd op de theorie van Vygotsky en de zone van naaste ontwikkeling. Het wordt vaak gemeten door de test-teach-retest methode om te bepalen wat een kind al weet, wat het kind kan leren en op welk ontwikkelingsniveau het kind zit. Tijdens het uitvoeren van de test wordt het kind geëvalueerd door middel van een modifiability score. Deze score beschrijft in hoeverre het kind in staat is om het antwoord te veranderen naar aanleiding van een interventie. Er zijn meerdere onderzoeken gedaan om de test-teach-retest methode te testen bij tweetalige kinderen. Uit deze onderzoeken blijkt dat de test-teach-retest methode goed onderscheid kan maken tussen tweetalige kinderen met taalstoornissen en tweetalige kinderen zonder taalstoornissen. Tweetalige kinderen zonder taalstoornissen scoorden significant beter dan tweetalige kinderen met taalstoornissen en ze hadden ook een hogere modifiability score. Bij de dynamische evaluatie is er de mogelijkheid om de ontwikkeling van het kind over de tijd te observeren. In de mediatiefase waarin het kind de interventie (hulp in de vorm van uitleg) krijgt kan de hulpverlener het kind zowel diagnosticeren als helpen in de vorm van therapie geven. Dit is een voordeel van de dynamische evaluatie. Tijdens de mediatiefase is het belangrijk om het kind eerlijk te evalueren en dus ook rekening te houden met culturele verschillen. Dit kan echter alleen als een hulpverlener meerdere tweetalige kinderen test met dezelfde etnische achtergrond en taal zodat de kinderen vergeleken kunnen worden. Een ander nadeel van de dynamische evaluatie is dat het veel tijd kost en er sprake is van intensief contact waar de hulpverleners vaak niet veel tijd voor hebben. Ook heeft de DA een lage inter-codeurs betrouwbaarheid aangezien er verschillende hulpverleners dezelfde tweetalige kinderen moeten hebben om te vergelijken en met de culturele diversiteit van de kinderen is dit moeilijk te bewerkstelligen.
De socioculturele benadering gaat ervan uit dat het individuele taalgebruik niet los gezien kan worden van de invloed van de sociale en culturele omgeving. Waar andere evaluatiemethoden proberen om het kind los te zien van externe factoren, neemt de socioculturele benadering de gehele sociale en culturele omgeving van het kind mee, gebaseerd op het ecologisch model van Bronfenbrenner. In dit model zijn er verschillende subsystemen die elkaar en het kind direct en indirect beïnvloeden. Als eerst het microsysteem dat het dichtst bij het kind staat. Dit systeem omvat de directe omgeving van het kind en hier vallen onder andere familie, school en leeftijdsgenoten die direct met het kind interacteren. Het mesosysteem bestaat uit de interacties van verschillende componenten van het microsysteem die een impact hebben op het kind. Hierbij valt te denken aan bijvoorbeeld de ouders en de huisarts die samenwerken aan de gezondheid van het kind. Het exo- en het macrosysteem hebben een meer indirecte invloed op het kind. Hier valt bijvoorbeeld onder, de beslissingen van de gemeenten die invloed hebben op hoeveel kinderbijslag de ouders ontvangen of de beschikbare studiehulp op school.
Bij de socioculturele benadering wordt er informatie verzameld over de verschillende systemen bij een kind. Hierbij worden er interviews gehouden met de personen die nauw betrokken zijn bij het kind. De hulpverlener kan zich hierdoor goed plaatsen in de cultuur van het kind en kan dan juiste diagnoses stellen. Het kind wordt eerst geobserveerd in verschillende settingen om zo een goed beeld te krijgen van de interacties en bezigheden van het kind. Deze observatie moet plaatsvinden op plekken waar het kind de kans heeft om het beste van zichzelf te laten zien, zodat de capaciteiten van het kind goed geobserveerd kunnen worden. Vervolgens moet de familie van het kind worden geïnterviewd om een goed beeld te krijgen van de cultuur, de interacties en de familiedynamiek. Vervolgens moet er goed met het kind zelf worden gepraat om de interesses en gedachten van het kind in kaart te brengen. Tot slot kunnen ook leraren geconsulteerd worden. Het helpt ook als de hulpverlener zelf nadenkt en bewust wordt over bepaalde attitudes vanuit de eigen cultuur. Dit helpt om een correct, volledig en betrouwbaar profiel van het kind te krijgen.
Een procedure binnen de socioculturele benadering die op de bovengenoemde methode lijkt is de RIOT-procedure (Review, Interview, Observeer en Test). Hierbij worden als eerst alle documenten met betrekking tot de cliënt nagekeken (Review). Vervolgens vinden er etnografische interviews plaats met ouders, verzorgers, leraren, en andere relevante personen voor het kind (Interview). Hierbij kan het handig zijn om een profiel te maken met alle talen die de leden van de familie spreken en de talen die er op school gesproken worden. Als het kind geobserveerd wordt is het belangrijk om het kind in zo veel mogelijk settingen met verschillende mensen te zien (Observeer). Dit heeft te maken met de variatie in verschillende sociale situaties en de dimensies die daarbij horen. Tot slot kun je alle talen die het kind spreekt formeel testen, informeel testen (CR) en testen door gebruik te maken van de dynamische evaluatie (Test). Er is onderzoek dat aantoont dat door het gebruiken van de socioculturele benadering, en dan vooral het interviewen van de ouders, de accuraatheid vergroot wordt bij het identificeren van tweetalige kinderen met en zonder taalstoornissen. De socioculturele benadering omvat meerdere kenmerken van andere benaderingen waardoor het een effectieve indicator is bij het opsporen van taalstoornissen bij tweetalige kinderen. Met de socioculturele benadering worden de cultuur- en taalverschillen beter onderscheiden en begrepen dan bij andere benaderingen. Het zorgt ervoor dat de kinderen de mogelijkheid hebben om hun capaciteiten en sterke karakteristieken goed naar voren te laten komen doordat ze in verschillende settingen worden geobserveerd. Het nadeel van deze benadering is dat het intensief, tijdrovend en duur is. Verder zal het soms ook nodig zijn om een tweetalige werknemer of vertaler aan te nemen en dit is ook niet altijd mogelijk. De voordelen wegen echter heel zwaar waardoor het belangrijk is dat deze benadering goed wordt gebruikt.
In de praktijk zien we dat hulpverleners nog veel gebruik maken van gestandaardiseerde tests bij tweetalige kinderen. De conclusie in dit review is dat de socioculturele benadering in combinatie met CR en DA de meest effectieve manier is om tweetalige kinderen te evalueren en kinderen met taalstoornissen te herkennen. De gestandaardiseerde tests kunnen gebruikt worden als beschrijving van de taalcapaciteit van tweetalige kinderen maar zouden niet vergeleken moeten worden met de eentalige normatieve score. Het is belangrijk dat de capaciteiten van tweetalige kinderen goed worden begrepen en gemeten en dit kan het best met de socioculturele benadering. Omdat hulpverleners niet zo snel geneigd zijn om hun werkmethoden te veranderen moeten wetenschapsbevindingen geïmplementeerd worden in het onderwijs. Dit zorgt ervoor dat er ook een grotere bewustwording plaatsvind op het werkveld waardoor tweetalige kinderen de kans krijgen om eerlijk beoordeeld te worden volgens standaarden die bij hen passen en niet volgens de standaarden van de meerderheid eentalige kinderen.
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Main summaries home pages:
Main study fields:
Business organization and economics, Communication & Marketing, Education & Pedagogic Sciences, International Relations and Politics, IT and Technology, Law & Administration, Medicine & Health Care, Nature & Environmental Sciences, Psychology and behavioral sciences, Science and academic Research, Society & Culture, Tourisme & Sports
Main study fields NL:
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
1899 | 1 |
Add new contribution