Perspectieven op Recht: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - UU
- 2165 reads
De voorgeschreven literatuur is in 2017/2018 aanzienlijk herzien. Houdt hier rekening mee bij het maken van het oefententamen!
Sietske Dijkstra analyseert de discussie rondom de griffier onder meer aan de hand van drie rechtersbeelden: de rechter als ambtenaar, de rechter als individu en de rechter als voorbeeld.
a. In welk perspectief – rechtsinterpretatief, normatief, empirisch of conceptueel – kan de analyse van Dijkstra worden geplaatst en in welke discipline? Licht uw antwoord toe.(2 punten)
b. Leg voor twee rechtersbeelden een verband met twee varianten van neutraliteit die door Van den Burg in zijn oratie over Het ideaal van de neutrale staat (week 3) worden uitgewerkt. (6 punten)
c. Formuleer aan de hand van het onderzoek van Böcker en De Groot- Van Leeuwen naar etnische diversiteit onder rechters in zes landen (week 8) twee empirische onderzoeksvragen die van belang zijn voor de vormgeving van diversiteitsbeleid binnen de rechterlijke macht.(2 punten)
In het Harmonisatiewetarrest was de rechtsvraag of de bepalingen in de Harmonisatiewet – waarbij een verhoging van het collegegeld en een beperking van het recht op studiefinanciering werden ingevoerd – getoetst mochten worden aan (ongeschreven) rechtsbeginselen en aan het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden. De rechtsvraag betrof en in het bijzonder de mogelijkheid van toetsing aan het rechtszekerheidsbeginsel, dat zoals is neergelegd in art. 43 lid 1 van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden. Bij de beantwoording van deze vraag overwoog de Hoge Raad: “dat ten tijde van de totstandkoming van het Statuut gold dat wetten niet mochten worden getoetst aan de Grondwet en fundamentele rechtsbeginselen endat zulks wezenlijk was voor de traditionele plaats van de rechter in onsstaatsbestel.”
a. Hoe verhoudt het standpunt van de Hoge Raad in de hierboven aangehaalde overweging zich tot het standpunt van Cliteur & Ellian dat de rechter bij de beantwoording van een moeilijke rechtsvraag de volgende vier verschillende gezichtspunten kan innemen: de wet, de meningen van schrijvers, de idealen van het recht en de eigen rolopvatting. (7punten)?
b. In de cursus is aan de orde geweest dat er tenminste twee redenen zijn die de meerwaarde aangeven om diverse perspectieven op recht te onderzoeken. Welke zijn dat en welke reden is herkenbaar in het standpunt van Cliteur & Ellian? (3 punten)
In NRC Handelsblad van 20 en 21 mei 2017 stond een artikel ‘Bek houden en luisteren, feuten!’ van Wubby Luyendijk en Freek Schravesande. Samengevat bericht het artikel over de misstanden tijdens de jaarlijkse ontgroening van het Groningse studentencorps Vindicat. Eind jaren ’90 werd naar aanleiding van een student die overleed na het drinken van een liter jenever een speciale toezichthouder ingesteld om controle uit te oefenen op de jaarlijkse ontgroening: de Adviescommissie Introductietijden (ACI), waarin onder meer hoogleraren en studenten zitting hebben.
Maar de misstanden duurden voort. In 2015 en 2016 volgden verschillende incidenten, waaronder een aspirant-lid dat in augustus 2016 met ernstig letsel in het ziekenhuis belandde. Dit geval bleef bij studentenvereniging Vindicat binnenskamers totdat in de krant erover werd bericht en politici zich erover uitspraken. Toen is er door het bestuur van studentenvereniging Vindicat en de mishandelde student aangifte wegens zware mishandeling gedaan.
In week 5 zijn vanuit het externe conceptueel-empirische perspectief verschillende rechtssociologische theorieën over recht in de samenleving besproken. Onder andere is in de tekst van Nick Huls ‘Effecten van wetten, toezicht en uitvoering’ de theorie van het semi-autonoom sociaal veld (SASV) aan de orde gekomen.
a. Pas de theorie van het SASV toe op bovenstaande berichtgeving aan de hand van de volgende vragen (6 punten):
b. Verklaar met behulp van andere rechtssociologische concepten dan het SASV dat het niet eenvoudig voor de student was om aangifte te doen.(4 punten)
Lees de volgende passage uit het onderzoeksrapport van M. Jonker e.a. , Internationale kinderontvoering, Den Haag: WODC 2015.
“Om antwoord te kunnen geven op de vraag hoe de Nederlandse uitvoeringspraktijk zich verhoudt ten opzichte van de uitvoering in andere landen met een vergelijkbaar stelsel, vindt in dit deel de vergelijking plaats tussen de procedures betreffende inkomende zaken kinderontvoering in Nederland, Engeland & Wales, Zweden en Zwitserland. Deze landen zijn in zoverre vergelijkbaar met Nederland, dat in ieder land de Ca [Centrale autoriteit] optreedt als stelselvertegenwoordiger en niet als procesvertegenwoordiger en dat in ieder land sprake is van geconcentreerde rechtspraak. (...)
Terwijl in Engeland & Wales de laatste jaren veel wijzigingen hebben plaatsgevonden op het gebied van het familieprocesrecht in het algemeen, heeft in Nederland, Zweden en Zwitserland specifiek de procedure bij inkomende zaken internationale kinderontvoering ter discussie gestaan. In Zweden leidde dit slechts tot beleidsmatige veranderingen, maar in Nederland en Zwitserland heeft er recent een aantal belangrijke (wets)wijzigingen plaatsgevonden. Voor beide landen geldt dat de wijzigingen voornamelijk zien op het bespoedigen van de teruggeleidingsprocedure en het bevorderen van mediation. In Zwitserland lag de nadruk nog meer dan in Nederland tevens op het belang van het kind, hetgeen ertoe leidde dat in Zwitserland de benoeming van een kind- vertegenwoordiger verplicht is.”
a. Dit onderzoek is een voorbeeld van ‘verklarende rechtsvergelijking’, zoals omschreven door Maurice Adams in zijn artikel 'Wat de rechtsvergelijking vermag. Over onderzoeksdesign' (week 2). Leg uit wat Adams met 'verklarende rechtsvergelijking' bedoelt. (2 punten)
b. Adams onderscheidt vier fasen in rechtsvergelijkend onderzoek. Met welke fase correspondeert de tweede alinea in de bovenstaande passage uit het onderzoek Internationale kinderontvoering? Licht toe. (4 punten)
c. Hoe is in deze passage de door Adams bepleite ‘milde variant van interdisciplinariteit’ in rechtsvergelijkend onderzoek herkenbaar? (4 punten)
a. Normatief. Die rechtersbeelden geven een aantal ideaaltypen van rechters. hoe rechters idealiter zouden moeten zijn. Dit pas het beste bij de rechtsfilosofie: wat zou een ‘goede’ rechter zijn? Dijkstra ontleend aan 3 ethische stromingen.
b. Bij het beeld van de rechter als individu is de rechter net als elke burger vrij en gelijk, heeft dus ook godsdienstvrijheid, mits onafhankelijk en onpartijdig. Persoon verdwijnt niet onder de toga. Dit hangt samen met inclusieve neutraliteit. Bij inclusieve neutraliteit houdt de overheid rekening met religie, cultuur en levensstijlen. Beleving van cultuur en religie is een wezenlijk deel van iemands identiteit, mogelijk in publieke sfeer.
Bij het beeld van de rechter als ambtenaar is de rechter het symbool van onpersoonlijke gezagsuitoefening. De persoon verdwijnt onder de toga. Dit hangt samen met exclusieve neutraliteit. Bij exclusieve neutraliteit houdt de overheid zich ver van religie, cultuur en levensstijlen. Inleving van cultuur of religie is privé en uitgesloten in publieke ruimte.
Bij het ambt hoor nou eenmaal dat de rechter niks van zijn eigen persoonlijkheid laat zien. Religie zou hier dus ook geen voorbeeld van kunnen zijn.
c. 2 voorbeelden:
a.
Mogelijke rolopvattingen zijn die van hoogste (morele) interpreteren van de wet/rechtssysteem (Hercules-Dworking) of het volgen van de beodling van de wetgever (Orginalism – Scalia) De Hoge raad benoemt de tradionele plaats van de rechter in ons staatsbestel. Dit lijkt op het volgen van de wetgeving.
b. Niet-juridische kennis is soms nodig om juridische begrippen te verhelderen en/of juridische beslissingen te nemen (‘hard cases’) Kennis vanuit verschillende perspectieven is soms nodig om een probleem als geheel te overzien. Cliteur en Ellian waren voor de rechter als Hercules. Deze is vereist bij de hard cases. De eerstgenoemde reden is dus vooral herkenbaar in hun standpunt.
a.
b. Individual rights strategy:
Drempels om de procederen: naming, blaming en claiming. Je moet als individu zelf het initiatief nemen om je rechten te realiseren. Hiervoor zijn een aantal drempels. Bij naming moet je je allereerst bedenken dat je een recht heb dat niet is gewaarborgd. Je moet jezelf als slachtoffer positioneren wat voor jezelf heel lastig kan zijn. De student had bijvoorbeeld niet ‘zwak’ gevonden willen worden. Bij blaming gaat het erom wie er verantwoordelijk is > vindicat. Hierbij zit het probleem niet in deze casus. Bij claiming gaat het erom dat je moed nodig hebt om naar de politie te stappen. Er is kans op victimisatie: nadeel ondervinden van aangifte doen. Het leven kan hem heel moeilijk worden gemaakt als hij iets over de ontgroening naar buiten heeft gebracht.
a. Met verklarende rechtsvergelijking bedoelt Adams de manier van onderzoek waarbij je de overeenkomsten en verschillen tussen twee nationale jurisdicties gaat verklaren om zo de jurisdicties ten opzichte van elkaar te plaatsen.
b.
Fase 3 is het meest op deze passage van toepassing. Er worden verschillende verschillen en overeenkomsten genoemd tussen Zwitserland en Nederland.
c. De milde variant van interdisciplinariteit houdt in dat het juridische perspectief dominant is, maar er een andere discipline vaak een noodzakelijke bron van kennis is. De vergelijking van juridische regels staat in deze passage centraal. Er is echter ook aandacht geschonken aan niet-juridische kennis, in dit geval politicologische kennis: er wordt uitleg gegeven over welke beleidsdoelstellingen ten grondslag lagen aan de onderzochte regelgeving.
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Main summaries home pages:
Main study fields:
Business organization and economics, Communication & Marketing, Education & Pedagogic Sciences, International Relations and Politics, IT and Technology, Law & Administration, Medicine & Health Care, Nature & Environmental Sciences, Psychology and behavioral sciences, Science and academic Research, Society & Culture, Tourisme & Sports
Main study fields NL:
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
1913 |
Add new contribution