Oefententamen 2 2018/2019: Burgerlijk Recht 3 - Rijksuniversiteit Groningen
Vragen
Vraag 1
Harry de Gracht heeft een kampeerwinkel De Gracht BV. Hij verkoopt zowel vanuit zijn winkelpand als via internet benodigdheden voor een verblijf op een camping en survivalspullen. De handel heeft de afgelopen jaren een sterke groei doorgemaakt. Naar aanleiding daarvan heeft hij ook meer werknemers in dienst genomen. De handel vereist ook dat De Gracht BV een aardige voorraad heeft om de markt te voorzien. Voor het vervoeren van deze voorraad maakt de vennootschap gebruik van verschillende heftrucks die rijden op elektriciteit. Deze heftrucks zijn gemaakt door De Schroeve BV en worden ook, na de verkoop aan De Gracht in 2014, door De Kruize onderhouden. In de nacht van 17 op 18 juni 2018 vat één van de accu’s van één van de heftrucks vlam terwijl deze wordt opgeladen. Een deel van het magazijn van De Gracht brandt af. Gelukkig heeft De Gracht een verzekering afgesloten bij RGA Verzekeringen en wordt haar schade vergoed. RGA Verzekeringen wil de vergoede schade verhalen op De Schroeve en stelt een vordering in.
Heeft deze vordering kans van slagen? (6 punten)
Vraag 2
Sinds de opkomst van webwinkels is het verhuren van winkelpanden niet meer zo lucratief als dit eens was. Voor bepaalde panden is het dan ook moeilijk een huurder te vinden. Sluis BV heeft veel onroerend goed in Amersfoort. De vennootschap is ook eigenaar van enkele panden aan de Woerdenseweg. Deze panden aan de Woerdenseweg heeft Sluis BV voor een lage prijs verhuurd aan Rendezvous BV omdat zij weet dat deze vennootschap net is opgestart en niet veel geld in kas heeft. Rendezvous BV wil deze panden eerst van binnen laten inrichten voordat zij winkeliers probeert te trekken en neemt daarvoor het bedrijf Ligt BV in de arm. Sluis BV is hiervan op de hoogte. Afgesproken wordt dat Ligt BV drie panden aan de Woerdenseweg vanbinnen renoveert tegen een prijs van €40.000. De werkzaamheden van Ligt BV leiden ertoe dat de drie panden in totaal €25.000 in waarde toenemen. Nadat de werkzaamheden zijn afgerond, laat de betaling door Rendezvous BV op zich wachten. Het blijkt dat Rendezvous BV de vordering niet kan voldoen.
Kan Ligt BV een of meer vorderingen instellen tegen Sluis BV; zo ja op welke grond(en) en voor welk bedrag, zo nee, waarom niet? (9 punten)
Vraag 3
Meneer en mevrouw Vermoedt besluiten hun huis te verkopen in Almere. Zij nemen contact op met verkoopmakelaar Pandjes, met wie zij een overeenkomst van opdracht sluiten. De in Deventer woonachtige Herman de Bruin heeft een baan gekregen in Amsterdam maar kan zich de hoge huizenprijzen aldaar niet veroorloven. Almere biedt redelijk betaalbare ruime woningen en ligt niet te ver van zijn toekomstige werkplek. Herman is gescheiden en heeft 3 kinderen die om het weekend bij hem komen logeren. Minstens 150 m2 woonoppervlakte en 4 slaapkamers zijn voor hem harde eisen. Hij ziet na een tijdje zoeken – de huizen die aan zijn wensenlijstje voldoen zijn schaars – op Funda een prachtig huis staan, bouwjaar 2012, met een woonoppervlakte van 155 m2. Het gaat om het huis van het echtpaar Vermoedt. Vraagprijs is €600.000. Herman belt met makelaar Pandjes en biedt gelet op de krapte op de huizenmarkt meteen €650.000, zonder het huis te hebben bezichtigd. Het echtpaar Vermoedt accepteert het bod en de koop wordt snel beklonken. Een paar weken na de koop (zonder voorbehoud), blijkt de woning slechts 125m2 groot. Herman is verbouwereerd: een woning die kleiner is dan 150m2 had hij nooit gekocht en zeker niet voor deze prijs. Vaststaat dat Pandjes in strijd met de meetinstructie van de NVM (= Nederlandse Vereniging van Makelaars) een onjuiste oppervlakte van de woning aan Herman heeft gemeld. Hij is daarvoor aansprakelijk op grond van 6:162 BW. De vraag is echter, voor welke schade?
- Hoe zal de rechter dit bepalen (4 punten)?
- Herman woont ruim een jaar in Almere als een tiental hangjongeren de buurt begint te terroriseren. Buurtbewoners beklagen zich continu bij gemeente en politie. Die krijgen maar geen grip op de situatie. Op een zwoele zomeravond loopt het compleet uit de hand en steken de jongeren de in carports geparkeerde auto’s in brand, waaronder de Audi van Herman (een A3 uit 2015). Herman staat doodangsten uit terwijl zijn auto in vlammen opgaat. Hij is bang dat de auto in de carport explodeert en vreest voor zijn leven. Naar buiten durft hij niet. Gelukkig verblijven zijn kinderen die dag niet bij hem. Brandweer en politie komen pas na een half uur. Slechts één van de jongeren wordt opgepakt: Donnie. De rest is al gevlucht. Donnie heeft benzine op zijn schoenen maar geen aansteker of iets dergelijks bij zich. Hij ontkent de brand te hebben aangestoken. Kan Herman Donnie met succes aansprakelijk stellen voor de door hem geleden schade? (6 punten)
- Herman vordert de kosten voor de nieuwe auto die hij meteen kocht om naar zijn werk in Amsterdam te kunnen rijden, een Audi A3 uit 2018. Hij rijdt nu eenmaal graag in een Audi A3. Zal deze vordering slagen? (5 punten)
- Herman gaat ook op zoek naar een nieuwe woning, hij slaapt onrustig en voelt zich niet prettig meer in zijn woning. Zijn kinderen durven ook niet meer op bezoek te komen. Kan Herman smartengeld vorderen ondanks het feit dat hij geen gediagnosticeerd geestelijk letsel heeft? Zo nee waarom niet, zo ja op grond waarvan? (5 punten)
Vraag 4
Thomas is als vertegenwoordiger al de hele dag onderweg. Hij moet nodig naar het toilet en besluit bij een tankstation langs de snelweg het toilet te bezoeken. Hij parkeert de auto in de aangegeven vakken en haast zich richting toilet. Het toilet bevindt zich in een buitengebouw. Thomas stapt de klapdeurtjes door en komt in een halletje, met aan de linkerkant de herentoiletten en aan de rechterkant de damestoiletten. Thomas loopt richting de herentoiletten maar glijdt daarbij uit. Hij komt hard op zijn heup terecht, met blijvend letsel tot gevolg. Duidelijk wordt dat in het toiletgebouw de hele dag een toiletjuffrouw aanwezig was, die regelmatig de vloeren schoonmaakt en dweilt. Ook kort voor het ongeval van Thomas had zij deze werkzaamheden verricht. Normaal gesproken waarschuwt de toiletjuffrouw bezoekers mondeling vanaf een krukje bij de ingang van het gebouw als de vloer nat en glad is. Op het moment van het ongeval van Thomas had zij net haar plek verlaten om zelf even gebruik te maken van het damestoilet.
Als gevolg van het ongeval ontwikkelt Thomas zoveel pijnklachten, dat het langdurig zitten, ook in een auto, niet meer lukt. Daardoor verliest hij zijn baan als vertegenwoordiger en komt hij thuis te zitten. Thomas wenst schadevergoeding van de exploitant van het tankstation: ESSO BV. Deze verweert zich met de stelling dat het moeten schoonmaken/dweilen van de vloer in een toiletruimte onontkoombaar is, dat het algemeen bekend is dat dergelijke vloeren nat kunnen zijn en dat mensen zelf goed moeten uitkijken. Ook meent ESSO BV dat voldoende veiligheidsmaatregelen zijn getroffen om uitglijden te voorkomen door de continue aanwezigheid van de toiletjuffrouw.
- Kan Thomas ESSO BV met succes aansprakelijk stellen; zo ja, op grond waarvan; zo nee, waarom niet (7 punten)?
- Stel, ongeacht uw antwoord op vraag 4a dat ESSO aansprakelijk is voor de schade die Thomas lijdt. Tijdens de procedure komt vast te staan dat Thomas druk bellend met een klant, met grote vaart het halletje binnen kwam rennen. De nood was hoog en de klap bijzonder hard. Gaat u ervan uit dat het onvoorzichtige gedrag van Thomas voor 60% aan de schade heeft bijgedragen. Betekent dit ook dat Thomas 60% van de door hem geleden en nog te lijden schade moet dragen (4 punten)?
- Hoe heet de door Thomas nog te lijden vermogensschade en hoe wordt deze begroot (4 punten)?
Vraag 5
John, Rik en Harrie zitten in groep 8. Ze zijn allen 11 jaar oud. Tijdens een zomerse dag is het erg warm in de klas. John vraagt aan Harrie die bij het raam zit, of hij dit wil openzetten. Harrie staat op, buigt zich voorover en zet het raam open. Op dat moment ziet Rik zijn kans schoon een grapje uit te halen. Zodra Harrie opstaat, trekt Rik snel diens stoel geruisloos een flink stuk naar achteren. John ziet het gebeuren en snapt wat Rik van plan is, maar zegt niets en waarschuwt Harrie niet. Rik haalt wel vaker rare streken uit in de klas. Harrie wil weer gaan zitten, maar heeft niet door dat zijn stoel is verschoven. Hij komt ten val en belandt ongelukkig met zijn stuitje op de grond. Hierdoor loopt Harrie een scheurtje in een van zijn onderste rugwervels op, waarvan hij de rest van zijn leven last zal blijven houden. Na het incident krijgt John spijt en biecht hij de gang van zaken op. Zodra de ouders van Harrie dit horen, wensen zij een schadevergoeding voor hun zoon. Ze schakelen een advocaat in die een pittige brief naar de ouders van Rik en naar die van John stuurt.
- Kunnen Rik en John zelf met succes tot schadevergoeding worden aangesproken? Noem niet alleen het relevante wetsartikel, maar ook de gedachte van de wetgever daarachter (4 punten).
- Zijn de ouders van John met succes tot schadevergoeding aan te spreken? (6 punten).
- Zijn de ouders van Rik met succes tot schadevergoeding aan te spreken? Volgens hen was er sprake was van een spelsituatie. Ga in uw antwoord in op dit verweer (6 punten).
- Stel – daargelaten uw antwoord op vraag 1c – dat de ouders van Rik aansprakelijk zijn voor het gedrag van Rik en dat zij een WA-verzekering hebben afgesloten. De verzekeraar weigert dekking te verlenen met een beroep op de opzetclausule. Leg uit of dit verweer van de verzekeraar in dit geval kans van slagen heeft (4 punten).
Antwoordindicatie
Vraag 1
RGA Verzekeringen kan door subrogatie (art. 6:197 BW) een vordering instellen op basis van art. 6:162 BW jegens De Schroeve. Daarvoor is onrechtmatigheid, toerekenbaarheid, causaal verband en schade vereist. De schade aan de zijde van De Gracht BV is ontstaan door een heftruck die is geproduceerd door De Schroeve. De afdeling productaansprakelijkheid is niet direct van toepassing omdat gevolgschade zich niet in de privésfeer voordoet (art. 6:190 BW) en sprake is van subrogatie. Wel kan voor wat betreft de onrechtmatigheid en de toerekenbaarheid een koppeling worden gemaakt met de afdeling productaansprakelijkheid. Dit volgt uit het arrest Daf/Achmea en het arrest Koolhaas/Rockwool. In deze arresten hanteert de Hoge Raad in het kader van art. 6:162 een maatstaf die strookt met art. 6:185 e.v. BW. De heftruck heeft bij normaal gebruik (het opladen) waarvoor het bestemd is, schade veroorzaakt en van De Schroeve mag als zorgvuldig fabrikant verwacht worden dat hij maatregelen treft om deze schade te voorkomen. Zie HC 10, sheet 19-21 en Verheij, nr. 39 e.v.
Vraag 2
Ligt BV kan Sluis BV aanspreken op basis van ongerechtvaardigde verrijking (art. 6:212 BW). Sluis BV is immers eigenaar van de panden. Voor deze vordering moet sprake zijn van een verrijking, een verarming en dient daar causaal verband tussen te bestaan. Of uiteindelijk sprake is van ongerechtvaardigde verrijking is afhankelijk van de omstandigheden van het geval (arrest Vemobo/Van Rijswijk). Bij een vordering gebaseerd op ongerechtvaardigde verrijking is sprake van een dubbel plafond. Dit leidt ertoe dat de verrijking (€25.000) tegen de verarming (€40.000) moet worden afgezet en het laagste bedrag gevorderd kan worden. Dit is in casu €25.000. (De rechter heeft grote vrijheid bij de bij de begroting van de schade. Dit volgt uit het zinsdeel ‘voor zover redelijk’ uit art. 6:212 BW. De casus lijkt geen aanleiding te geven om het bedrag ten koste van Ligt BV nog verder te verlagen.)
Omdat Sluis BV wist dat Rendezvous BV niet veel geld in kas had, van de renovatie profiteert en Ligt niet heeft ingelicht, kan Ligt BV ook een vordering jegens Sluis baseren op de onrechtmatige daad (art. 6:162 BW) en wel voor het volledige bedrag van €40.000. (Vgl. wederom het arrest Vermobo/Van Rijswijk).
HC 11, sheet 27-29. Asser/Hartkamp & Sieburgh 6-IV 2015, nr. 454 e.v.
Vraag 3a
Om te bepalen welke schade door de onrechtmatige daad is veroorzaakt wordt een gevalsvergelijking toegepast. HC 6, slide 15 en 17. Vergeleken worden de feitelijke situatie waarin hij nu verkeert, met de hypothetische situatie waarin hij zou hebben verkeerd wanneer de makelaar zich wel aan de NVM-meetinstructie zou hebben gehouden, dat is de situatie waarin hij had geweten dat de woning slechts 125m2 was. Aangenomen mag worden dat hij het huis dan niet zou hebben gekocht. Onjuist is de vergelijking met de hypothetische situatie waarin de woonoppervlakte wel de beloofde 155m2 groot zou zijn. Op het hoorcollege is aandacht besteed aan HR 22 februari 2019 ECLI:NL:HR:2019:269 en daar is een menti-casus aan gewijd
Vraag 3b
Ja, Donnie kan worden aangesproken door Herman op grond van art. 6:166 BW (groepsaansprakelijkheid). Uit de casus blijkt immers dat tenminste één groepslid onrechtmatig schade heeft toegebracht door brand te stichten. Ondanks het feit dat niet duidelijk is wie de brand stichtte en wie de auto heeft beschadigd, kan Donnie voor de schade aan de auto worden aangesproken, omdat de kans op het toebrengen van schade hem had te behoren te weerhouden van zijn gedragingen in groepsverband. Donnie heeft zich niet gedistantieerd van de gedragingen binnen de groep. Dit kan hem worden toegerekend op basis van schuld. Omdat hij wist of behoorde te weten dat de gedragingen binnen de groep gevaar schiep voor het ontstaan van schade, is hij aansprakelijk jegens Herman. En wel hoofdelijk ex art. 6:166 lid 1 BW. Herman kan hem dus voor de gehele schade aanspreken.
Vraag 3c
Nee, Herman heeft recht op de marktwaarde van de auto: de waarde in het economisch verkeer van de Audi A3 uit 2015 ten tijde van het verlies. Hoge Raad 10 februari 2017, ECLI:NL:HR:2017:208 (Verzoeker/New India, ‘total loss’ verklaarde auto). Hij kan meer vergoeding vragen indien hij aannemelijk maakt dat het in redelijkheid noodzakelijk is dat hij eenzelfde auto, van hetzelfde merk en met hetzelfde bouwjaar, terugkrijgt, maar daarvoor ontbreken aanknopingspunten in de casus. Zie Hoorcollege 7, slide 7 en 8.
Vraag 3d
Op grond van art. 6:106 sub b BW bestaat recht op vergoeding van immateriële schade wegens een aantasting in de persoon op andere wijze in geval van geestelijk letsel of in geval van een ernstige normschending die ernstige gevolgen heeft gehad voor de benadeelde (EBI-arrest). Het bestaan van geestelijk letsel moet concreet worden aangetoond, bijvoorbeeld met een psychiatrisch rapport en dit ontbreekt hier. De inbreuk op een fundamenteel recht (bijvoorbeeld art. 8 EVRM (recht op family life)) kan onder omstandigheden zo ernstig zijn dat voldaan is aan de norm van het EBI-arrest. Daarvan lijkt hier ook geen sprake. De feiten zijn anders dan in Oosterparkrellen, waarbij bewoners werden aangevallen. HC 7, slide 29-30. Waarschijnlijk bestaat dus geen recht op smartengeld.
Vraag 4a
De vloer is niet gebrekkig omdat zij nat is. Het beroep op art. 6:174 BW zal niet slagen. Een vordering op grond van art. 6:162 heeft dat wel. Het gaat om een claim in de profitsfeer: daar mag qua zorgvuldigheid wat worden verlangd van de aangesproken partij. Het is bovendien een publiek toegankelijk gebouw. Ook dan gelden strengere eisen dan t.o.v. bijvoorbeeld een privéterrein. Kelderluik-factoren ook noemen. Er zullen allerhande en vele bezoekers komen; niet iedereen is even oplettend. Rekening houden met onoplettendheid. De kans op ongevallen bij een net gedweilde vloer door gladheid is groot. De gevolgen kunnen ernstig zijn. Het was weinig bezwaarlijk aanvullende maatregelen te treffen, zoals het plaatsen van een waarschuwingsbord. De exploitant had kunnen voorzien dat de toiletjuffrouw niet altijd iedereen kan waarschuwen. Een waarschuwingsbord is ook gebruikelijk. Wel een kans op olievlekwerking: dat signaleren, maar dit zal de uitkomst niet veranderen. Het is immers nu al gebruikelijk dat waarschuwingsborden worden geplaatst. In deze ene zaak aansprakelijkheid aannemen, zal niet leiden tot een veelheid aan nieuwe claims in andersoortige gevallen. Zie ter illustratie feitenrechtspraak ECLI:NL:GHAMS:2010:BO7591 en ook ECLI:NL:GHAMS:2019:1301. Arresten van de Hoge Raad die genoemd kunnen worden: Wilnis, Paalrot, Stroomkabels, Gladde fietsbrug, Skeeler-arrest en Jetblast.
Vraag 4b
De rechter zal art. 6:101 BW toepassen en daarbij waarschijnlijk gebruikmaken van de billijkheidscorrectie. Een gladde vloer in een toilet is een ernstige vorm van gevaarzetting omdat het zeer waarschijnlijk is dat mensen daar sneller lopen dan elders. De gladheid had ook op eenvoudige wijze kunnen worden verholpen. Verheij nr. 50 en arrest Waterscooter.
Vraag 4c
Deze schade heet toekomstschade en wordt op grond van art. 6:105 BW begroot door een schatting van goede en kwade kansen. Arrest Molenaarszoon. Verheij, nr. 48, p. 194195.
Vraag 5a
Art. 6:164 BW staat aan aansprakelijkheid ex art. 6:162 BW van kinderen t/m 13 jaar in de weg. De gedachte is dat jonge kinderen niet altijd voldoende inzicht hebben en de gevolgen van hun handelen en het inzicht missen zich daarnaar te gedragen
Vraag 5b
Art. 6:169 lid 1 BW is de relevante bepaling. De vordering zal stranden, omdat geen sprake is van een als een ‘doen te beschouwen’ gedraging van John. Er is sprake van een zuiver nalaten (om te waarschuwen, zie Broodbezorger-arrest). Dat John Harrie vroeg het raam te openen (een ‘doen’) maakt dit niet anders, omdat hierdoor de schade niet is ontstaan (maar door het wegtrekken van de stoel door Rik).
Vraag 5c
Art. 6:169 lid 1 BW is relevant jo. art. 6:162 BW. Nu is wel sprake van een ‘doen’. Beoordeeld moet nog worden of er aansprakelijkheid ex art. 6:162 BW zou zijn geweest, als zijn leeftijd daar niet aan in de weg had gestaan (Sneeuwballende kinderen-arrest). Was de kans op een ongeval zo groot dat men zich naar maatstaven van zorgvuldigheid van de gedraging had moeten onthouden? Ja, de kans op (ernstig) letsel was te groot in deze specifieke situatie. Het was voorzienbaar dat Harrie ten val zou komen, hetgeen ernstige gevolgen zou hebben. Het zonder noodzaak wegtrekken van de stoel als iemand daarop wil gaan zitten levert een OD op. Rik heeft meer risico genomen dan redelijkerwijs verantwoord was. Van OSVO is dan geen sprake. Van een spelsituatie waarin een verhoogde drempel voor aansprakelijkheid geldt evenmin. Immers, de kinderen waren niet aan het ‘spelen’ of met elkaar aan het wedijveren. Maarten heeft dit risico niet aanvaard en behoefde deze gedraging redelijkerwijs van Rik niet te verwachten.
Vraag 5d
Het beroep op de opzet-clausule slaagt niet. Tijdens het hoorcollege van mr. Kolder is uitgelegd dat deze clausule alleen is in te roepen tegen degene die de opzet had (hier hooguit Rik). Het gaat echter om de dekking van de aansprakelijkheid van de ouders van Rik ex art. 6:169 lid 1 BW. De ouders hadden geen opzet; de verzekeraar zal dekking moeten verlenen.
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
Oefententamens Burgerlijk Recht 3 - RUG
- Oefententamen 1 2018/2019: Burgerlijk Recht 3 - Rijksuniversiteit Groningen
- Oefententamen 2 2018/2019: Burgerlijk Recht 3 - Rijksuniversiteit Groningen
- Oefententamen 2017/2018: Burgerlijk Recht 3 - Rijksuniversiteit Groningen
- Oefententamen 1 2016/2017: Burgerlijk Recht 3 - Rijksuniversiteit Groningen
- Oefententamen 2 2016/2017: Burgerlijk Recht 3 - Rijksuniversiteit Groningen
- Oefententamen 1 2015/2016: Burgerlijk Recht 3 - Rijksuniversiteit Groningen
- Oefententamen 2 2015/2016: Burgerlijk Recht 3 - Rijksuniversiteit Groningen
- Oefententamen 1 2014/2015: Burgerlijk Recht 3 - Rijksuniversiteit Groningen
- Oefententamen 2 2014/2015: Burgerlijk Recht 3 - Rijksuniversiteit Groningen
- Oefententamen 1 2013/2014: Burgerlijk Recht 3 - Rijksuniversiteit Groningen
- Oefententamen 2 2013/2014: Burgerlijk Recht 3 - Rijksuniversiteit Groningen
- Oefententamen 2012/2013: Burgerlijk Recht 3 - Rijksuniversiteit Groningen
- Burgerlijk Recht 3: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - RUG
Contributions: posts
Spotlight: topics
Oefententamens Burgerlijk Recht 3 - RUG
Oefententamens te gebruiken bij het vak Burgerlijk Recht 3 aan de Rijksuniversiteit Groningen.
Online access to all summaries, study notes en practice exams
- Check out: Register with JoHo WorldSupporter: starting page (EN)
- Check out: Aanmelden bij JoHo WorldSupporter - startpagina (NL)
How and why use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?
- For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
- For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
- For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
- For compiling your own materials and contributions with relevant study help
- For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.
Using and finding summaries, notes and practice exams on JoHo WorldSupporter
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
- Use the summaries home pages for your study or field of study
- Use the check and search pages for summaries and study aids by field of study, subject or faculty
- Use and follow your (study) organization
- by using your own student organization as a starting point, and continuing to follow it, easily discover which study materials are relevant to you
- this option is only available through partner organizations
- Check or follow authors or other WorldSupporters
- Use the menu above each page to go to the main theme pages for summaries
- Theme pages can be found for international studies as well as Dutch studies
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
- Check out: Why and how to add a WorldSupporter contributions
- JoHo members: JoHo WorldSupporter members can share content directly and have access to all content: Join JoHo and become a JoHo member
- Non-members: When you are not a member you do not have full access, but if you want to share your own content with others you can fill out the contact form
Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance
Main summaries home pages:
- Business organization and economics - Communication and marketing -International relations and international organizations - IT, logistics and technology - Law and administration - Leisure, sports and tourism - Medicine and healthcare - Pedagogy and educational science - Psychology and behavioral sciences - Society, culture and arts - Statistics and research
- Summaries: the best textbooks summarized per field of study
- Summaries: the best scientific articles summarized per field of study
- Summaries: the best definitions, descriptions and lists of terms per field of study
- Exams: home page for exams, exam tips and study tips
Main study fields:
Business organization and economics, Communication & Marketing, Education & Pedagogic Sciences, International Relations and Politics, IT and Technology, Law & Administration, Medicine & Health Care, Nature & Environmental Sciences, Psychology and behavioral sciences, Science and academic Research, Society & Culture, Tourisme & Sports
Main study fields NL:
- Studies: Bedrijfskunde en economie, communicatie en marketing, geneeskunde en gezondheidszorg, internationale studies en betrekkingen, IT, Logistiek en technologie, maatschappij, cultuur en sociale studies, pedagogiek en onderwijskunde, rechten en bestuurskunde, statistiek, onderzoeksmethoden en SPSS
- Studie instellingen: Maatschappij: ISW in Utrecht - Pedagogiek: Groningen, Leiden , Utrecht - Psychologie: Amsterdam, Leiden, Nijmegen, Twente, Utrecht - Recht: Arresten en jurisprudentie, Groningen, Leiden
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
2092 |
Add new contribution