Inleiding Bestuursrecht - Recht - UL - B1 - Oefenmaterialen
- 3440 reads
In de gemeente Anderveld wordt in een gemeentelijke verordening een algeheel visverbod afgekondigd. Vissen, zo luidt de motivering voor dit verbod, is in strijd met de christelijke normen en waarden die leven binnen de gemeente, nu de vis een belangrijk christelijk symbool is.
Welke grens aan de verordenende bevoegdheid van de gemeente is in deze casus in het geding?
Een jaar nadat het visverbod in werking is getreden wordt in een provinciale verordening eveneens een visverbod afgekondigd. Het provinciale visverbod geldt voor alle openbare wateren binnen de provincie.
De motivering voor dit visverbod is dat door overbevissing de visstand in de provincie op een onaanvaardbaar laag peil dreigt te komen en dat drastische maatregelen dus geboden zijn.
Kan de gemeentelijke verordening in dit geval blijven gelden naast de provinciale verordening?
Op 17 september 2007 verzond staatssecretaris Timmermans van Buitenlandse Zaken een zestal zogenoemde BNC-fiches naar de Tweede Kamer, waaronder een fiche over de Richtlijn status langdurig ingezetenen. In laatstgenoemd fiche kwam de volgende passage voor:
‘De Raad en de Commissie zijn overeengekomen dat personen die internationale bescherming genieten in alle lidstaten onder vergelijkbare voorwaarden recht zouden moeten hebben op de in richtlijn 2003/109/EG bedoelde status van langdurig ingezetene. Aangezien dit slechts op Europees niveau kan worden bereikt, voldoet het voorstel aan het beginsel van …’
Wat is een ‘BNC-fiche’ precies?
Welk woord hoort in bovenstaand citaat op de puntjes te staan en waar is het betreffende beginsel neergelegd?
De Leidse Toneelgroep vindt het belangrijk dat het toneel in Leiden toegankelijker wordt gemaakt voor de Leidse bevolking. Geïnspireerd door de theateractiviteiten in het Amsterdamse bos, besluit de groep om tijdens de zomerperiode vier weken lang in de Burcht een twee uur durend toneelstuk op te voeren. De voorstelling zal van woensdag- tot zaterdagavond plaatsvinden en om 21.00 uur aanvangen.
De Burcht is een open gebouw en dus vindt het toneelstuk plaats in de openlucht. Voor deze activiteit is er op grond van de (fictieve) APV van Leiden een vergunning nodig van de Burgemeester.
Artikel 2.2.2 Evenement
Of de aard van het evenement zich verdraagt met het karakter of de bestemming van de gevraagde locatie.
Of er gevaar bestaat voor de openbare orde, gezondheid of veiligheid, waaronder de brandveiligheid en het belang van het voorkomen van wanordelijkheden.
Of er gevaar bestaat voor een onevenredige belasting van het woon- of leefklimaat in de omgeving van het evenement; groenvoorzieningen of van voorzieningen voor het openbaar nut.
Of de organisator voldoende waarborgen biedt of kan bieden voor een goed verloop van het evenement.
De Leidse Toneelgroep vraagt tijdig de benodigde vergunning aan en levert alle bijbehorende bescheiden die nodig zijn voor de beoordeling van de aanvraag. Na een maand krijgt de Toneelgroep een brief toegestuurd waarin haar verzoek wordt gehonoreerd. De brief is ‘namens de Burgemeester’ ondertekend door het Hoofd van de Afdeling vergunningen, mevrouw Groot. In de brief is tevens vermeld dat uiterlijk 24.00 uur alle activiteiten van de toneelspelers beëindigd moeten zijn in verband met regels in de Gemeente over geluidsoverlast. Bovendien worden voorschriften gesteld aan het geluidsniveau en de lichtsterkte tijdens de voorstelling.
Op welke vorm van bevoegdhedentoedeling duidt de ondertekening van de brief?
Onderaan de Burcht bevinden zich enkele cafés. In één van de cafés is de heer Verhagen, die in de gemeente Voorschoten woont, vaste klant. In de zomerperiode komt hij aan het eind van elke werkdag genieten van een biertje op het terras. Daar is het toneelstuk letterlijk te volgen. Hij zit er niet op te wachten om een maand lang hetzelfde toneelstuk aan te moeten horen en dient een bezwaarschrift in.
Is de heer Verhagen belanghebbende bij de beslissing tot vergunningverlening?
Een week nadat de beslissing bekendgemaakt is, dient de Leidse Jazzclub ook een vergunningaanvraag in voor het houden van een jazzconcert in de Burcht met alle bijbehorende bescheiden. Een maand later ontvangt de Jazzclub een brief van mevrouw Groot namens de Burgemeester waarin wordt medegedeeld dat de aanvraag is afgewezen.
Is deze brief een besluit in de zin van de Awb, zo ja, wat voor soort besluit, en zo nee, waarom niet?
De Leidse Jazzclub is het hier niet mee eens. Zij begrijpt niet waarom zij anders wordt behandeld dan de toneelgroep en besluit juridische stappen te ondernemen. In de brief is ook niet aangegeven waarom het verzoek is afgewezen.
Op welke twee beginselen van behoorlijk bestuur beroept de Leidse Jazzclub zich?
Noem drie functies van de algemene beginselen van behoorlijk bestuur.
Inmiddels is de zomer aangebroken en gaan de voorstellingen van de Leidse Toneelgroep van start. In de eerste week van de voorstellingen klagen omwonenden bij de gemeente over met name geluidsoverlast. De Burgemeester besluit op grond van deze klachten de vergunning onmiddellijk in te trekken. De Leidse Toneelgroep is hier niet blij mee en besluit juridische stappen te ondernemen. In de verordening is geen bijzondere rechtsgang opengesteld.
Op welk beginsel van behoorlijk bestuur kan de Leidse Toneelgroep zich beroepen?
Beschrijf de rechtsgang tot in hoogste instantie die de Leidse Toneelgroep kan volgen.
Stel, de Leidse Toneelgroep wil zo spoedig mogelijk haar voorstellingen hervatten. Welk rechtsmiddel moet de Toneelgroep daartoe aanwenden?
De benedengrens. Deze is in het geding omdat met het gemeentelijk visverbod wordt getreden in ‘de bijzondere belangen van de ingezetenen’. Ook vissen in niet-openbare wateren (bijvoorbeeld in de vijver in iemands achtertuin) wordt namelijk verboden. Zie arrest Wilnisser Visser. Tevens is tegenwoordig de bovengrens in het geding, nu de Grondwet een artikel bevat over de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer (artikel 10).]
Op grond van artikel 122 Gemeentewet zijn de bepalingen van gemeentelijke verordeningen in wier onderwerp door een provinciale verordening wordt voorzien weliswaar van rechtswege vervallen. Aan de gemeentelijke verbodsbepaling ligt echter een ander motief ten grondslag dan aan de provinciale verordening, als gevolg waarvan het artikel niet van toepassing is, zie arrest Emmense baliekluivers. De verordening kan dus blijven gelden naast de provinciale verordening.
Zie de arresten Wilnisser visser en Emmense baliekluivers.
Een BNC-fiche is een Kamerstuk dat informatie bevat over nieuwe voorstellen van de Europese Commissie, samen met de initiële reactie van de Nederlandse regering daarop; opgave 4d uit het Werkboek.
Subsidiariteit. In artikel 5 EG-verdrag.
Dit duidt op mandaat. Het Hoofd van de Afdeling vergunningen heeft beslist ‘namens’ de Burgemeester.
Belanghebbende in de zin van artikel 1:2 Awb: rechtstreeks belanghebbend. Eigen belang, objectief bepaalbaar, actueel, persoonlijk en rechtstreeks. In casu staat met name het element ‘persoonlijk’ ter discussie. Op grond van de uitspraak Zichtcriterium I zijn afstand en zicht bepalende criteria om vast te stellen of het belang persoonlijk is. De heer Verhagen voldoet als inwoner van de gemeente Voorschoten niet aan deze criteria.
Besluit in de zin van art. 1:3 Awb: schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan, inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling. In casu gaat het om een afwijzing van een aanvraag. Strikt genomen brengt dit geen rechtsgevolgen met zich mee, maar op grond van artikel 1:3 lid 2 Awb valt onder een beschikking ook een afwijzing van een aanvraag.
De Leidse Jazzclub beroept zich op het (ongeschreven) gelijkheidsbeginsel en op het motiveringsbeginsel (art. 3:46 en 3:47 Awb).
Rechtsnormen voor het bestuur, beroepsgronden voor de burger en toetsingsnormen voor de rechter.
Het beginsel van zorgvuldige voorbereiding (artikel 3:2 Awb). In dat kader dient het bestuursorgaan de nodige kennis te vergaren omtrent de relevante feiten en de af te wegen belangen. In casu is geen onderzoek verricht naar de feitelijke geluidsoverlast. Daarnaast wordt ook goed gerekend een beroep op het materiële zorgvuldigheidsbeginsel (artikel 3:4 lid 1 Awb), een beroep op een evenredige afweging van de belangen (artikel 3:4 lid 2 Awb) of een beroep op de hoorplicht (artikel 4:7 Awb).
De Leidse Toneelgroep kan bezwaar instellen bij de Burgemeester (het bestuursorgaan dat het primaire besluit heeft genomen) op grond van 7:1 jo. 8:1 Awb. Vervolgens kan de Toneelgroep in beroep gaan bij de sector bestuursrecht van de rechtbank op grond van artikel 8:1 Awb. Ten slotte kan de Toneelgroep in hoger beroep gaan bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op grond van artikel 37 Wet op de RvS.
Gezien de spoedeisendheid van de zaak moet de Toneelgroep na het indienen van bezwaar (de start van de bodemprocedure) een verzoek tot het schorsen van het intrekkingsbesluit indienen bij de voorzieningenrechter, artikel 8:81 Awb.
Geen antwoordindicatie beschikbaar voor deze vraag.
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Main summaries home pages:
Main study fields:
Business organization and economics, Communication & Marketing, Education & Pedagogic Sciences, International Relations and Politics, IT and Technology, Law & Administration, Medicine & Health Care, Nature & Environmental Sciences, Psychology and behavioral sciences, Science and academic Research, Society & Culture, Tourisme & Sports
Main study fields NL:
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
2231 |
Add new contribution