Sheetnotes 19/20

Welke onderwerpen worden behandeld in het hoorcollege? 
In dit college wordt de literatuur behandeld uit H1 van Abnormal Psychology: An integrative approach (8th edition). De onderwerpen die aan bod komen, zijn de verschillende perspectieven op psychopathologie in verschillende eeuwen. 

Welke onderwerpen worden besproken die niet worden behandeld in de literatuur? 
Alle onderwerpen komen aan bod in de literatuur. 

Welke recente ontwikkelingen in het vakgebied worden besproken?
Er worden geen recente ontwikkelingen besproken. 

Welke opmerkingen worden er tijdens het college gedaan door de docent met betrekking tot het tentamen?
Er worden sommige punten extra belicht dit terug kunnen komen in het tentamen. Zie hiervoor het punt hieronder. 

Welke vragen worden behandeld die gesteld kunnen worden op het tentamen?
Wie was de grondlegger van de psychopathologie die we nu kennen? Hippocrates.
Welk probleem ontstond door de acties van Dorothea Dix? Uitpuilende klinieken: te veel patiënten en te weinig personeel. 
Welke personen waren belangrijk binnen het behaviorisme? Pavlov, Watson, Jones, Wolpe en Skinner.

Hoorcollege aantekeningen 19/20

Oudheid (700 voor – 500 na Christus)

In de oudheid klonk mooie muziek in tempels om geestelijke zieken tot bedaren te brengen. Chronisch zieken en psychische zieken werden goed opgevangen in deze tijd. Het verblijf in de tempels was goed, er was verzorging, werden massages gegeven en er speelde ontspannende muziek. 

Hippocrates geloofde dat hersenen van invloed waren in de psychopathologie, maar ook genetica en omgeving had een invloed. Dit is hoe we nu ook denken, dat maakt hem de grondlegger van de psychopathologie. Hippocrates zag dat geestelijke ziekten een ziekte in de hersenen was. Hij zag een balans in de lichaamssappen (slijm, bloed, gele gal en zwarte gal). Hij zocht naar wetenschappelijke verklaringen en niet naar magische verklaringen. Hij was in staat om van wilgenbast het medicijn asperine te ontwikkelen.

Plato zei ook dat de omgeving een belangrijke rol speelde. Hoe je denkt heeft invloed (rede), hoe je je voelt. Hij zag belang van dromen. Dit werd later uitgewerkt door Freud. 

Middeleeuwen (500-1500)

Geen prettige periode. Kerk speelt belangrijke rol. Gregoriaanse muziek tijdens kerkdienst. Zorg kwam neer op gezin en familie. Als de zorg van deze mensen niet hielp, werd behandeling opgegeven. Later ook opvanghuizen in de Middeleeuwen. De geestesziekten werden apart gezet met gevangenen, maar dit ging niet goed samen. Later werd besloten deze groepen te splitsen. 

Psychopathologie werd door verschillende wijzen verklaard. Elke verklaring had zijn eigen behandeling. 

• Bovennatuurlijke verklaring (bizar gedrag werd gezien als het werk van een duivel of een heks, het werd ook bovennatuurlijk behandeld, zoals met een kruis boven op het hoofd zodat de kerk invloed kon hebben op de ziekte). Mensen werden ook boven slangenkuil gelegd, zodat de duivels door het gillen weggejaagd werden. Heksenverbrandingen met het idee dat daardoor alle problemen in de omgeving veroorzaakt werden. Exorcisme = duiveluitbanning, geesten kunnen uit personen of plaatsen verdreven worden. 
• Natuurlijke verklaring (“gek zijn” is een natuurlijk fenomeen veroorzaakt door stress). Behandeling met rust, recreatie en ontspanning. Nicholas Oresme dacht dat bizar gedrag een natuurlijk fenomeen was door stress/depressie. Hij zei dat we op een wiskundige manier de medische vraagstukken moesten oplossen. 
• De maan en de sterren (maan en sterren hebben effect op psychisch functioneren). Voorspellingen worden gedaan in de astrologie. Beweging van de maan en de sterren is van invloed op zwaartekracht, daardoor op lichaamsvloeistof en daardoor psychische ziekten. 

Het eerste opvanghuis (1425) was een soort gevangenis voor mensen die men weg wilde hebben uit de maatschappij, er was geen therapeutisch doel of vooruitzicht. 

Eind 18^e/19^eeeuw

Tijd van Mozart. Er heerste morele therapie = een psychosociale benadering waarin een behandeling in setting is die normale interactie aanmoedigt. De grondlegger is Phillipe Pinel. Pinel beoogde niet fysieke- niet medische behandeling, maar morele (= psychologische) behandeling. Patiënten werden bevrijd van hun ketenen. Einde van aderlaten (= lichaamsvloeistoffen in balans brengen). Principe gaat terug naar de oudheid (opvang in tempels). 

Morele therapie was kleinschalig (slechts 200 mensen), maar er waren steeds meer patiënten dus minder waar te maken. Dorothea Dix wilde iedereen die zorg nodig had hun daarin voorzien. De vraag van de patiënten werd steeds groter en aanbod was te klein, dit leidde tot uitpuilende klinieken en tekort aan personeel. Dit maakte een einde aan morele therapie. De biologische invloed werd steeds groter. 

We gingen steeds meer richting de biologie denken. Dit begon met ontdekken van biologische aard Syfilis (met psychose, maar behandelbaar met penicillinekuur). John Grey zei dat een oorzaak van een psychisch probleem altijd lichamelijk is. Hij pleitte voor rust, ruimte en goede ventilatie. 

Naast morele therapie en biologische interesse ook interesse in psychoanalyse van Freud. Freud stelt dat het brein bestaat uit het id, ego en superego. 

20^eeeuw

Invloed van psychoanalyse is op dit moment nog steeds groot. Hierbij is ook nieuw het gedragsmodel (gedragsmodel, leermodel) en aandacht voor classificatie psychische problemen. Daarnaast kwam er biologische therapie. 

Bij het gedragsmodel ligt het conditioneren ten grondslag. 

• Pavlov: principe conditioneren ligt ten grondslag aan psychishe problemen.
• Watson: doel is het controleren en voorspellen van gedrag. 
• Mary Cover Jones: eerste fobietherapie. 
• Joseph Wolpe: techniek systematische desensitisatie.
• Frederic Skinner: shaping dieren. 

In 1913 begon de classificatie met Kraepelin. Het clusteren heeft in 1952 tot de eerste DSM geleid. DSM is in loop van de jaren sterk veranderd. Nog steeds veel discussie of het clusteren in symptomen wel de juiste classificatie is. Transdiagnostisch perspectief = niet kijken naar clusters, maar de symptomen die iemand heeft en daar behandeling op richten. Classificeren maakt onderscheid tussen verschillende psychische stoornissen op grond van beloop, leeftijd aanvang, oorzaak en symptomen. 

Tot 1980 werd homoseksualiteit als mentale stoornis opgenomen in de DSM. Sterke politieke en sociale druk op Task Force DSM-III o.l.v. Spitzer. Democratische procedure bepaalde dat homoseksualiteit als stoornis werd verwijderd uit de DSM-III. 

Biologische therapie. 1950 eerste effectieve medicatie psychotische- en angststoornis. Het is niet zo dat medicatie de oplossing van de eeuw is. Medicatie heeft bijwerkingen. Anderzijds ontstond er ook een beweging tegen de medicatie, namelijk antipsychiatrie en dehospitalisatie. Hierbij wordt gedacht dat niet de patiënt maar de maatschappij ziek is. Er was minder behandeling en meer begeleiding in de vorm van praten en geen medicatie. Herman van Praag deed aanval tegen de antipsychiatrie. 

Dit werkte niet helemaal goed, omdat er weinig structuur aan het leven van een patiënt werd gebracht en dit zelfmoord juist verhoogde. Het heeft ook goeds gebracht, doordat de afstand tussen behandelaar en patiënt kleiner is. Daarnaast werden de oude gezagsverhoudingen verbroken. Er zijn multidisciplinaire samengestelde behandelteams. De aandacht voor de patiënt is toegenomen. En de belangstelling van psychotherapie nam toe. 

21^eeeuw

Een psychische stoornis is een combinatie van drie elementen:

• Psychisch disfunctioneren (cognitief, emotioneel en gedragsmatig).
• Klinisch significant lijden van zelf of ander.
• Atypisch of onverwacht binnen een cultuur.

Dit zijn geen geïsoleerde aspecten, elk aspect is belangrijk bij ontwikkelen van psychische stoornis. 

Psychische problematiek heeft geen één oorzaak, het is een complex multidimensionaal perspectief. 

Kritiek op ons systeem:

1. Te grote nadruk op belang biologie. 
2. Roep om onderzoek naar losse symptomen in plaats van naar deze clusters (transdiagnostische benadering).