Goederenrecht - UU - B2/B3 - Oefenmaterialen
- 2461 reads
Bespreek of onderstaande goederen (geldig) bezwaard kunnen worden met een zekerheidsrecht. (NB: de eventuele vereisten voor vestiging hoeven niet besproken te worden).
Triss is overleden na een lang ziektebed. Haar enige erfgenamen zijn haar neef Geralt en haar achternicht Ciri. Triss laat een landhuis na met omringende weilanden, een koetshuis en een spaartegoed bij de Rabobank. Ciri heeft een alcoholverslaving en zit diep in de schulden. De Rabobank is bereid haar tegen passende zekerheid een lening te verschaffen.
Is Ciri bevoegd om haar aandeel in het koetshuis te bezwaren zonder medewerking van Geralt?
Stel dat Ciri bevoegd is haar aandeel te bezwaren. Aan welke vereisten moet dan worden voldaan?
De nalatenschap is verdeeld en Ciri heeft onder andere het koetshuis toebedeeld gekregen. Zij heeft ook haar lening aan de Rabobank afgelost.
Helaas vervalt Ciri weer in haar oude gewoonten en begint ze weer met drinken. Zij maakt in korte tijd grote schulden. Gokbaas Vesimir zegt dat hij het koetshuis wel wil kopen voor het bedrag van de uitstaande drankschuld, EUR 200.000. Ciri verkoopt en levert het huis op 1 februari. Een week later verkoopt en levert Vesimir het pand voor EUR 450.000 aan Lambert.
Een paar weken later gaat Ciri bij neef Geralt op de koffie in het landhuis en ziet zij de verhuiswagen van Lambert voor het koetshuis staan. Als zij een praatje aanknoopt met Lambert, vertelt hij trots dat hij het koetshuis voor een prikkie, namelijk EUR 450.000, op de kop heeft getikt.
Ciri voelt zich bedonderd. Op advies van een bevriende advocaat vernietigt zij met succes de koopovereenkomst met Vesimir op 1 april op grond van misbruik van omstandigheden.
Wie is op 5 april eigenaar van het koetshuis?
Lees onderstaande stellingen. Omcirkel het juist antwoord.
Noem drie verschillen tussen een recht van erfdienstbaarheid en een kwalitatieve verplichting.
Noem drie kenmerken van een beperkt recht.
Ter gelegenheid van het vijftigjarig huwelijk van opa en oma De Vries heeft tante Jannie besloten een kunstwerk te laten maken door de wereldberoemde kunstenaar Assiz, van wie opa en oma al menig expositie hebben bezocht. Het kunstwerk zal worden samengesteld uit familiefoto’s en knuffelbeertjes die aan tante Jannie toebehoren. Assiz is bereid om het kunstwerk te maken, mits hij volledige artistieke vrijheid krijgt. Tante Jannie gaat akkoord op op 15 mei 2016 onder voorwaarde dat ze 40% van de rekening pas betaalt bij levering van het kunstwerk. Aldus wordt besloten, waarbij ook wordt afgesproken dat Assiz het kunstwerk zelf op 15 juni 2016 zal aanbieden aan opa en oma.
Op 15 mei 2016 geeft tante Jannie de foto’s en de knuffelbeertjes af bij Assiz. Assiz gaat op 18 mei 2016 met de spullen aan de slag en op 21 mei 2016 is het kunstwerk gereed. Bespreek de goederenrechtelijke positie ten aanzien van de foto’s en de knuffels op 16 mei 2016.
Bespreek de goederenrechtelijke positie ten aanzien van de foto’s en de knuffels op 22 mei 2016.
Assiz heeft op 16 januari 2016 een krediet verkregen van de SNS bank. Op dezelfde dag heeft hij tot zekerheid voor de nakoming van zijn verplichtingen zijn inventaris en bestaande en toekomstige voorraden, waaronder zijn kunstwerken, en ook zijn bestaande en toekomstige vorderingen, stil aan de bank verpand. Assiz heeft direct het volledige krediet opgenomen en sindsdien, ondanks herhaalde aanmaningen van de bank, niets meer aan de bank betaald.
Stel dat Assiz eigenaar is geworden op 21 mei 2016 van het kunstwerk, kan de bank zich dan op het kunstwerk verhalen?
Kan de bank zich op 22 mei 2016 op de restantvordering van 40 % op Tante Jannie verhalen?
Eric heeft een vordering van 1.000 euro op Annika. Op deze vordering heeft hij een (geldig) openbaar pandrecht gevestigd ten behoeve van De Rabobank. Eric cedeert vervolgens de vordering aan Stephan. Van de cessie doen zij mededeling aan Annika. De vordering die de Rabobank heeft op Eric is tot op heden niet voldaan.
Aan wie kan Annika bevrijdend betalen?
Het gaat om een nalatenschap en dus om een bijzondere gemeenschap (art. 3:189 lid 2 BW). Ciri wil een zekerheidsrecht vestigen op haar aandeel in het koetshuis. Op grond van art. 3:190 lid 2 BW kan zij dat zelfstandig doen. Wel zal de bank, zolang het koetshuis onderdeel van de gemeenschap uitmaakt, pas tot executie over kunnen gaan als Geralt (de andere deelgenoot) daar toestemming voor geeft.
Het koetshuis is een onroerende zaak dus gaat het om het recht van hypotheek (art. 3:227 lid 1 BW).
Art. 3:98 jo 3.83 jo 3.84:
Overdracht 1: Ciri - Vesimir
Art. 3.83 jo 3.84 BW:
Tussenconclusie: er heeft nooit overdracht plaatsgevonden tussen Ciri en Vesimir vanwege het ontbreken van een geldige titel.
Overdracht 2: Vesimir - Lambert
Art. 3:83 jo 3:84:
Wordt Lambert beschermd tegen de beschikkingsonbevoegdheid van Vesimir?
Art. 3:88 BW geeft bescherming wanneer is voldaan aan de volgende vereisten:
Wanneer aan alle vereisten van art. 3:88 BW is voldaan, wordt Lambert beschermd en is hij op 5 april de eigenaar van het koetshuis.
D
Op 16 mei is tante Jannie eigenaar en middellijk bezitter (art 3:107 lid 1 jo lid 3); Assiz is onmiddellijk houder (art. 3: 107 lid 4 en 108 BW)
Eerst vaststellen of er sprake is van een geldig pandrecht. Op 16 januari 2016 bestond het kunstwerk nog niet. Het was toen een absoluut toekomstige zaak. Hierop kan bij voorbaat een pandrecht worden gevestigd.
Art. 3:98 jo 3:84 BW:
Conclusie: op 21 mei heeft de SNS bank een stil pandrecht verkregen op het kunstwerk. Aangezien Assiz in verzuim is t.a.v. de terugbetaling van het krediet waarvoor het pandrecht is gevestigd, is de bank o.g.v. art. 3:248 lid 1 BW bevoegd zich op het kunstwerk te verhalen.
Op 16 januari 2016 - toen de pandakte werd opgemaakt- bestond de betreffende vordering nog niet. Evenmin bestond de rechtsverhouding tussen Assiz en Tante Jannie op dat moment. De vordering was toen aldus absoluut toekomstig. Op grond van art. 3:239 lid 1 BW is vestiging bij voorbaat van een pandrecht op absoluut toekomstige vorderingen niet mogelijk. Wel hadden partijen via de verzamelpandakteconstructie kunnen bewerkstelligen dat de vordering onder het pandrecht van de bank zou vallen, maar uit de casus blijkt niet dat die constructie is
toegepast.
Conclusie: er is geen pandrecht tot stand gekomen op de vordering op Tante Jannie, dus verhaal door de bank is niet mogelijk.
Art. 3:246 lid 1 BW: de (openbaar) pandhouder = Rabobank.
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
Deze bundel bevat oefententamens bij het vak Goederenrecht aan de Universiteit Utrecht.
In 2016 is de opzet van het vak licht veranderd en daarmee de voorgeschreven literatuur ook, maar de strekking van de
...There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Main summaries home pages:
Main study fields:
Business organization and economics, Communication & Marketing, Education & Pedagogic Sciences, International Relations and Politics, IT and Technology, Law & Administration, Medicine & Health Care, Nature & Environmental Sciences, Psychology and behavioral sciences, Science and academic Research, Society & Culture, Tourisme & Sports
Main study fields NL:
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
2761 |
Add new contribution