Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
Samenvatting artikel Smid et al (1014) A Comparison of the Predictive Properties of Nine Sex Offender Risk Assessment Instruments
Dit artikel gaat over het behandelen van zedendelinquenten met betrekking tot risicobeoordelingsinstrumenten. Accurate risicobeoordeling is essentieel voor een optimale behandelingsselectie bij zedendelinquenten. Ruim onderzoek heeft aangetoond dat gestructureerde risicobeoordelingsinstrumenten beter presteren dan onsystematische klinische beoordelingen van zedendelinquenten bij risico op recidive.Risico responsiviteitsbehoefte (RNR) houdt in dat delinquenten met een verhoogd risico meer intensieve behandeling nodig hebben dan lage risico delinquenten. In Nederland is gestructureerd risicoinschattingsonderzoek gedaan van zedendelinquenten, beperkt tot drie onderzoeken. De resultaten waren matig op risicobeoordeling.
Interbeoordelaarsbetrouwbaarheid is gebruikt om verschillende meetschalen onderling te vergelijken in risicobeoordeling. Hoe hoger de interbeoordelaarsbetrouwbaarheid van de onderzochte studies, hoe hoger de effectgrootte.
Wanneer ontbrekende waarden uitgesloten werden van onderzoek, nam de voorspellende accuraatheid toe. Meta analyse van Hanson en Morton liet zien dat hoe groter het percentage ontbrekende waarden, hoe groter de effectgroottes van deze studies. Echter was in de meeste studies van deze meta-analyse niet duidelijk hoe om werd gegaan met methodologische gebieden binnen onderzoeken.
Kortom, voorspellende accuraatheid is geen steekproefonafhankelijke eigenschap van de scores van risicobeoordelingsinstrumenten. Het is afhankelijk van een aantal factoren:
- samenstelling de steekproef
- de interbeoordelaarsbetrouwbaarheid
- de beschikbare informatie (ontbrekende waarden)
Deze studie stelt voor om te beoordelen wat de beste match is tussen een gestructureerd risicobeoordelingsinstrument voor zedendelinquenten en de ondubbelzinnige informatie die terug te vinden is uit de gerechtelijke dossiers van Nederlandse zedendelinquenten.Het onderzoek vergelijkt negen internationaal grootste risicobeoordelingsinstrumenten voor zedendelinquenten in het voorspellen van recidive in een grote nationale steekproef van veroordeelde Nederlandse zedendelinquenten.
De hypothesen luiden als volgt:
- Alle scores van de instrumenten voorspellen vóórkomen, aantal recidive, uitblijven van recidive.
- Interbeoordelaarsbetrouwbaarheid is positief gerelateerd aan voorspellende accuraatheid.
- Het percentage ontbrekende waarden is negatief gerelateerd aan voorspellende accuraatheid.
397 mannelijke zedendelinquenten werden opgedeeld in twee steekproeven, met een gemiddelde leeftijd van 38,7 jaar. De items van de risicobeoordelingsinstrumenten werden gecodeerd aan de hand van de index bestanden van de participanten. De indexen van zedendelinquenten gaan over specifieke overtredingen. Geen van deze indexbestanden van participanten bevatten een gestructureerde beoordeling.
Er is in dit onderzoek gebruik gemaakt van 7 instrumenten:
- Rapid Risk Assessment for Sexual Offense Recidivism (RRASOR)
- Structured Anchored Clinical Judgments Minimum (SACJMin)
- STATIC99R
- STATIC2002R
- Risk Matrix 2000
- Sex Offender Risk Appraisal Guide
- Sexual Violence Risk 20 (SVR20)
Voor het aantal overtredingen bij nonrecidivisten zijn de effecten gemiddeld tot groot. Scores op de STATIC instrumenten laten de hoogste effectgroottes zien. Scores op de RRASOR en SVR-20 laten de laagste effectgroottes zien. Wanneer non-recidive geincludeerd werd, werden de effectgroottes kleiner en bereikten alleen de STATIC en de SACJ-Min instrumenten een significantie.
Dit onderzoek toonde significante verschillen aan tussen de AUC-waarden met betrekking tot seksuele recidive binnen een vaste follow-up periode van 5 jaar. De recidivecijfers (14% voor sexuele recidive, 33,5% voor geweld inclusief sexuele recidive) die in de steekproef werden waargenomen, waren iets hoger dan niet-geselecteerde / routinesteekproeven met vergelijkbare follow-upperioden, maar waren aanzienlijk lager dan volledig psychiatrische steekproeven met vergelijkbare follow-upperioden.
De waargenomen recidive kan de gemengde samenstelling van de huidige steekproef weerspiegelen, met een lichte oververtegenwoordiging van forensisch psychiatrische patiënten. Waargenomen recidivepercentages zouden moeten worde beschouwd als lage schattingen van de werkelijke recidive omdat alle overtredingen niet worden gedetecteerd. De scores van de waargenomen risicobeoordelingsinstrumenten in deze studie, laten allemaal een gemiddeld tot groot effect zien op voorspellende accuratesse voor beide types van recidive (zowel seksueel als gewelddadig in combinatie met seksueel). Hierbij geldt een uitzondering voor De SVR-20 (slechte voorspellende accuraatheid voor seksuele recidive) en de RRASOR (slechte voorspellende accuraatheid voor geweld inclusief seksueel recidive).
De bevindingen uit dit onderzoek suggereren dat de instrumenten voor risicobeoordeling hielpen om de daders te identificeren die waarschijnlijk hun delict gedrag voortzetten, ongeacht van de gebruikte specifieke uitkomstindex. Een extra opmerking bij dit onderzoek was dat niet alle meegeleverde instrumenten oorspronkelijk ontworpen zijn om geweldloze seksuele recidive voorspellen, maar dat het voorkomen van geweldloos seksueel recidiveren in de huidige steekproef extreem laag is en het onwaarschijnlijk is dat dit aanzienlijk de resultaten zal beïnvloeden.
Limitaties bij dit onderzoek zijn dat er geen onderscheid gemaakt worden tussen participanten die wel een behandeling krijgen en participanten die geen behandeling krijgen. Er is een gebrek aan uniformiteit van de raporten van de participanten. Ook waren de dossiers van inmiddels overleden participanten pas beschikbaar buiten de tijdslimieten. Tenslotte moet rekening gehouden worden met een meerderheid van forensisch psychiatrisch patienten in de steekproef, wat representatie naar de populatie moeilijker maakt. De STATIC-200 en STATIC-99R zijn het meest consistent in de uitkomsten en follow up periodes in deze steekproef. Verder wordt gesteld dat Nederlands beleid toe is aan revisie.
Artikelen gastcolleges - Blok 2 Psychopathologie II - Bundel
- Samenvatting artikel Merkx et al (2015) Cognitieve gedragstherapie bij problematisch middelengebruik
- Samenvatting artikel Bandone-Cone et al (2018) An Overview of Conceptualizations of Eating Disorder Recovery, Recent Findings, and Future Directions
- Samenvatting artikel Blaauw et al. (2018) Visie op de mens, visie op verslaving: een meervoudige kijk op problematiek en herstel
- Samenvatting artikel Carol, K. (2014) Lost in translation
- Samenvatting artikel Havermans, Thewissen, Wiers & Jansen (2007) Het aanleren van een verslaving
- Samenvatting artikel Ising et al (2016) ) Four-Year Follow-up of Cognitive Behavioral Therapy in Persons at Ultra-High Risk for Developing Psychosis
- Samenvatting artikel Jing et al (2018) The efficacy of cognitive behavioural therapy in somatoform disorders and medically unexplained physical symptoms: A meta-analysis of randomized controlled trials
- Samenvatting artikel Ligget, Sellbom & Bach (2014) Continuity between DSM‐5 Section II and Section III personality traits for obsessive–compulsive personality disorder
- Samenvatting artikel Smid et al (1014) A Comparison of the Predictive Properties of Nine Sex Offender Risk Assessment Instruments
- Samevatting artikel Clark, D.M. (1999) Anxiety disorders: why they persist and how to treat them
- Samenvatting artikel O’Conner (2014) The psychology of suicidal behavior
Contributions: posts
Spotlight: topics
Favorite WorldSupporter insurances for backpackers, digital nomads, interns, students, volunteers or working abroad:
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
Add new contribution