Arresten en jurisprudentie: uittreksels en studiehulp - Thema
- 10143 reads
Verdachte beschikte bij controle van de vervoersbewijzen in de trein niet over een geldig vervoersbewijs. Toen verdachte na de overhandiging van zijn rijbewijs zei dat zijn adresgegevens niet meer klopten en weigerde zijn juiste adres op te geven, heeft de hoofdconductrice hem gewaarschuwd. Op het station heeft één van de verbalisanten hem staande gehouden en vastgegrepen, omdat hij weg wilde lopen. Vervolgens heeft verdachte zich verzet door weg te (willen) lopen en te duwen en een slaande beweging te maken. Daarop heeft de politie hem gearresteerd wegens wederspannigheid. Was er nog sprake van 'staande houden' in de zin van art. 52 Sv toen verdachte op het station opnieuw werd vastgepakt?
Naar het oordeel van het Hof duurde de staande houding nog voort op het moment waarop de verbalisant de verdachte opnieuw vastpakte en naar zijn naam vroeg.
Naar redelijke uitleg van art. 52 Sv eindigt de bevoegdheid tot staande houden niet reeds door de enkele omstandigheid dat verdachte een door de opsporingsambtenaar gestelde vraag naar zijn personalia niet of ontwijkend heeft beantwoord. Art. 52 Sv wordt dus ruim uitgelegd door de HR.
Ter zake waarvan heeft het gerechtshof verdachte veroordeeld?
Waarover klaagt verdachte in cassatie?
Hoe luidt het oordeel van de Hoge Raad?
De verdachte is veroordeeld ter zake van ‘wederspannigheid’ (art. 180 Sr).
De verdachte is van mening dat er geen sprake is van verzet tegen een ambtenaar in ‘rechtmatige bediening’. Op het moment dat de verdachte zich met geweld had verzet tegen de agenten, zou de daaraan voorafgaande staandehouding al zijn geëindigd. (Verdachte was weggelopen nadat hij antwoord had gegeven op een vraag, de agenten hebben hem vastgepakt).
Gezien de door het hof vastgestelde omstandigheden (punt 3.4 van het arrest), gaf het oordeel van het hof dat het staande houden nog voortduurde op het moment dat verdachte opnieuw werd vastgepakt, geen blijk van een onjuiste rechtsopvatting. Overigens was het voldoende gemotiveerd. Zie hiervoor r.o. 3.6. De HR komt bovendien tot een meer principiële uitleg van art. 52 Sv: redelijke uitleg van die bepaling brengt mee, dat de daar bedoelde bevoegdheid niet reeds eindigt door de enkele omstandigheid dat de verdachte een vraag naar zijn personalia niet of ontwijkend beantwoordt. De opsporingsambtenaar mag dus (uiteraard binnen grenzen) persisteren bij het stellen van vragen naar de personalia (doorvragen, nadere vragen stellen en eventueel de verdachte vastpakken). Tevens bestaat er zo ruimte om de verdachte te wijzen op de consequenties van zijn houding (zie art. 55b en 61 lid 2 Sv). NB: op grond van de identificatieplicht is iedereen boven de veertien jaar verplicht een geldig identiteitsbewijs te tonen als een bevoegde ambtenaar daarom vraagt. Er is hiervoor geen verdenking van een strafbaar feit nodig.
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Main summaries home pages:
Main study fields:
Business organization and economics, Communication & Marketing, Education & Pedagogic Sciences, International Relations and Politics, IT and Technology, Law & Administration, Medicine & Health Care, Nature & Environmental Sciences, Psychology and behavioral sciences, Science and academic Research, Society & Culture, Tourisme & Sports
Main study fields NL:
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
1058 |
Add new contribution