Arresten en jurisprudentie: uittreksels en studiehulp - Thema
- 10194 reads
Van schilt/jansen, HR 20 oktober 2006, NJ 2007, 2
Feiten
I.c. gaat het om A B.V. (een middelgrote rechtspersoon, bouwmaterialenhandel) die in november 1997 failliet is verklaard. De eiser en zijn broer runden de bouwmaterialenhandel en waren de (feitelijke) bestuurders van de BV.
In 1995 en 1996 was wel een jaarrekening van A B.V. gepubliceerd, maar was er geen accountantsverklaring bijgevoegd. Voorts was er ook geen mededeling omtrent de afwezigheid van de verklaring aanwezig. De curator in het faillissement was van mening dat de eiser zijn taak als bestuurder onbehoorlijk heeft vervuld door enerzijds niet te voldoen aan de boekhoudplicht ingevolge art. 2:10 BW en anderzijds door niet te voldoen aan de publicatieplicht ingevolge art. 2:394 jo. art. 2:392 BW.
In de procedure die volgt wordt de vordering met betrekking tot de boekhoudplicht afgewezen omdat de curator niet heeft weersproken dat de vereiste administratie is bijgehouden. De Rechtbank oordeelt dat niet is voldaan aan de publicatieplicht en heeft eiser tot bewijs toegelaten tegen het vermoeden dat het niet voldoen is aan de publicatieplicht aan te merken is als belangrijkste oorzaak van het faillissement. Nu de eiser niet is geslaagd in dat bewijs wordt hij veroordeeld tot betaling van een flink bedrag. In hoger beroep bekrachtigt het Hof het vonnis maar matigt het bedrag dat eiser moet betalen.
Hoge Raad
In cassatie gaat het dan om de vraag op welke manier art. 2:248 moet worden geïnterpreteerd als wel een jaarrekening is gepubliceerd, maar de verplichte accountantsverklaring (en toelichting hierover) ontbreekt.
De Hoge Raad oordeelt dat het Hof blijk heeft gegeven van een onjuiste rechtsopvatting als het heeft geoordeeld dat het enkele niet openbaar maken van de accountantsverklaring of de mededeling waarom deze ontbreekt, nimmer als een onbelangrijk verzuim kan gelden, hetzij zijn oordeel ontoereikend heeft gemotiveerd door geen aandacht te schenken aan de door eiser gestelde bijzondere omstandigheden.
Ook oordeelt de Hoge Raad dat een redelijke uitleg van art. 2:248 lid 2 BW met zich mee brengt dat voor het ontzenuwen van het daarin neergelegde vermoeden volstaat dat de aangesproken bestuurder aannemelijk maakt dat andere feiten of omstandigheden dan zijn onbehoorlijke taakvervulling een belangrijke oorzaak van het faillissement zijn geweest. Als hij daarin slaagt, ligt het op de weg van de curator op de voet van het eerste lid van dat artikel aannemelijk te maken dat de kennelijk onbehoorlijke taakvervulling mede een belangrijke oorzaak van het faillissement is geweest.
Kern: wanneer de boekhouding niet in orde is of niet tijdig is gepubliceerd, is het bestuur aansprakelijk voor het tekort, tenzij het aantoont dat het faillissement niet in belangrijke mate is veroorzaakt door onbehoorlijk bestuur of dat andere feiten of omstandigheden een belangrijke oorzaak van het faillissement zijn geweest.
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Main summaries home pages:
Main study fields:
Business organization and economics, Communication & Marketing, Education & Pedagogic Sciences, International Relations and Politics, IT and Technology, Law & Administration, Medicine & Health Care, Nature & Environmental Sciences, Psychology and behavioral sciences, Science and academic Research, Society & Culture, Tourisme & Sports
Main study fields NL:
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
1523 |
Add new contribution