Arresten en jurisprudentie: uittreksels en studiehulp - Thema
- 10155 reads
HR 28 februari 2003, LJN AF0131; NJ 2003/272
Steiger
Inzet van dit geding is de steiger die ligt naast het aan de Vecht grenzende perceel van Winter en die wordt gebruikt door (onder anderen) het echtpaar Keja. Winter claimt de eigendom van de steiger, daartoe stellende dat deze steiger moet worden beschouwd als een bestanddeel in de zin van artikel 3:4 BW van het aan hem in eigendom toebehorende perceel. In cassatie wordt opgekomen tegen het oordeel van het hof dat de rechtbank terecht en op goede gronden heeft geoordeeld dat de steiger geen wezenlijk onderdeel van de naastgelegen grond vormt en ook niet zodanig met de grond is verbonden dat zij niet zonder beschadiging van betekenis van de grond kan worden verwijderd, zodat de steiger geen bestanddeel is van de onroerende zaak van Winter.
Het betoog dat een steiger volgens verkeersopvatting altijd onderdeel uitmaakt van de grond of oever waaraan de steiger ligt, faalt omdat dat betoog in zijn algemeenheid te ver gaat. Of de verkeersopvatting dat meebrengt, hangt af van de omstandigheden van het geval. De beoordeling daarvan is van feitelijke aard en kan in cassatie slechts in beperkte mate worden getoetst.
Het vonnis van de rechtbank en het arrest van het hof bieden geen steun aan de gedachte dat zij bij hun oordeel zouden hebben miskend dat een onderlinge constructieve afstemming een aanwijzing voor de bevestigende beantwoording van de hiervoor bedoelde vraag kan opleveren. Omdat de stellingen van Winter daartoe geen aanleiding gaven, behoefden rechtbank en hof echter niet uitdrukkelijk op die vraag in te gaan. Blijkens de stukken van het geding heeft Winter in dit verband in de feitelijke instanties immers niets meer aangevoerd dan de enkele, niet aan de hand van de concrete situatie toegelichte, stelling dat de steiger ‘uit zijn aard op de oever [is] ingericht’.
In het licht van de stukken van het geding, waarin Winter slechts stelt dat de steiger ‘al dan niet (gedeeltelijk) bevestigd’ is aan zijn erf, is het feitelijke oordeel van het hof dat de steiger niet zodanig met de grond is verbonden dat hij niet zonder beschadiging van betekenis van de grond kan worden verwijderd, niet onbegrijpelijk.
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Main summaries home pages:
Main study fields:
Business organization and economics, Communication & Marketing, Education & Pedagogic Sciences, International Relations and Politics, IT and Technology, Law & Administration, Medicine & Health Care, Nature & Environmental Sciences, Psychology and behavioral sciences, Science and academic Research, Society & Culture, Tourisme & Sports
Main study fields NL:
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
779 |
Add new contribution