Sociale mobiliteit van studenten met een lage sociaaleconomische status binnen het elite onderwijs - Lee & Kramer - 2013 - Artikel

Inleiding

Sociale mobiliteit die studenten krijgen als ze een hogere opleiding doen, betekent voor hen zowel het leren van de gewoonten van de elite als het krijgen van kennis of welvaart. Binnen het huidige onderzoek wordt gekeken naar iets wat veelal is onderbelicht in de literatuur: het effect van een transitie naar elite gewoonten op de interactie van studenten met hun thuisomgeving. Gewoonten benadrukken de rol van onbewuste en geïnternaliseerde culturele signalen. Volgens eerder onderzoek is een gewoonte een belangrijk onderdeel van ongelijkheid: individuen internaliseren hun status en hun sociale positie naar hun smaak en hun visie op de wereld die vervolgens deze sociale positie en status weer bekrachtigen. Gewoonten zijn het product van sociale conditionering en van een geschiedenis en worden eindeloos getransformeerd door middel van bekrachtiging of verandering. Gewoonten kunnen bijvoorbeeld veranderen als iemands sociale positie verandert.

In het huidige onderzoek wordt gekeken welke studenten aangeven geen connectie meer te hebben met hun thuis, wat zou suggereren dat sociaal mobiele studenten nieuwe elite gebruiken ontwikkelen als ze naar het hoger onderwijs gaan.

Sociaal mobiele studenten hebben te maken met de druk om zich aan te passen aan de dominante elite cultuur die heerst. Studenten zonder elite achtergrond en met lagere sociaaleconomische status vinden zichzelf vaak academisch minder voorbereid en vinden dat ze sociaal gezien weinig gemeen hebben met studenten met een hogere sociaaleconomische status. Voor studenten met een andere raciale of etnische achtergrond dan de, over het algemeen blanke instituten, is het een ingewikkelde shift vanuit een gemeenschap waar over het algemeen geen blanken wonen tot een instituut waar voornamelijk blanken zijn. Door deze verandering, verandert soms de relatie en de connectie met familie en vrienden in de thuissituatie. Eerder onderzoek heeft laten zien welke moeilijkheden er ontstaan als er gewisseld moet worden tussen werelden en de uitdaging die het met zich meebrengt om bestaande relaties en persoonlijke overtuigingen te passen in de nieuwe omgeving en status. Deze persoonlijke overtuigingen, vooroordelen en de manier waarop mensen zijn kunnen gezien worden als de gewoonten van een persoon. Deze zijn grotendeels gevormd door de klasse status van een individu en zijn achtergrond. Binnen de Amerikaanse sociologie, worden deze gewoonten gezien als iets wat over het algemeen weinig of niet verandert. Binnen gewoonten is echter zowel continuïteit als verandering aanwezig. Deze gewoonten veranderen als een individu verschillende dingen meemaakt en in interactie staat met verschillende nieuwe mensen en omgevingen.

Sociologen richten zich over het algemeen op de mismatch tussen de dominante gewoonten en de verwachtingen die daarbij horen in het hoger onderwijs en de moeite die scholieren zonder elite achtergrond hebben om “er bij” te horen. Ze kijken over het algemeen niet naar de daarbij horende moeite die deze studenten hebben om met hun nieuw verworven vaardigheden of overtuigingen thuis “er bij” te horen.

In sommige gevallen zijn nieuwe gewoonten slechts vreemd of verwarrend, in andere gevallen staan ze recht tegenover traditionele gewoonten die een student vanuit huis gewend is. Het aanleren van nieuwe gebruiken, gewoonten en kennis onderscheidt de student van familieleden en vrienden vanuit de thuissituatie.

Resultaten huidig onderzoek

In het huidige onderzoek is naar voren gekomen dat armere studenten over het algemeen een kloof ervaren als ze wisselen van een armere thuisomgeving naar een elite schoolomgeving. Er is gebleken dat studenten zonder elite achtergrond het moeilijk vinden om contact te houden met hun thuisomgeving en over het algemeen gebruik gaan maken van interactie strategieën om hun relaties te navigeren. Dit zorgt er bijvoorbeeld voor dat hun stress niveau verhoogt op een wijze die schadelijk kan zijn voor hun academische loopbaan. Deze bevindingen hebben belangrijke implicaties. Deze stress en hun verminderde contact zorgt er voor dat zij in mindere mate een navigator zullen zijn die zullen delen over hoe ze interacteren met faculteitsleden of hoe ze deelnemen aan discussies op school. Op deze wijze blijft de culturele mobiliteit slechts beperkt tot de individuele student. Niet alle studenten hebben moeite met of verliezen contact met hun familie en vrienden thuis. Over het algemeen hebben studenten van wie de familie een lage sociaaleconomische of educatieve status heeft, het meeste verlies van contact.

Huidig onderzoek bevestigt dat gewoonten gezien moeten worden als iets wat veranderlijk is. De individuele gebruiken en gewoonten kunnen veranderen en doen dit ook. Het is belangrijk met deze resultaten rekening te houden bij bijvoorbeeld beurzen die worden uitgedeeld in het hogere onderwijs. Steun vanuit thuis is belangrijk voor het voltooien van een opleiding in het hogere onderwijs. Er zou bijvoorbeeld ondersteuning kunnen komen voor deze studenten en hun families zodat zij elkaar beter leren begrijpen. Op deze manier zouden mogelijk de cijfers van studenten met een lagere sociaaleconomische status positief beïnvloed kunnen worden: gemiddeld genomen liggen deze lager dan die van medestudenten met een hogere sociaaleconomische status.