Arresten en jurisprudentie: uittreksels en studiehulp - Thema
- 10149 reads
SEVIC
HvJ EG 13 december 2005, zaak C-411/03
Casus
Deze zaak betreft een verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens artikel 234 EG, ingediend door het Landgericht Koblenz (Duitsland), betreffende de uitlegging van de artikelen 43 EG en 48 EG. Het verzoek is ingediend in het kader van een bezwaar van SEVIC Systems AG, gevestigd in Duitsland, tegen een beslissing van het Amtsgericht Neuwied tot afwijzing van haar verzoek om inschrijving van haar fusie met de te Luxemburg gevestigde vennootschap Security Vision in het nationaal handelsregister, op grond dat het Duitse recht inzake de omzetting van vennootschappen enkel voorziet in de fusie van vennootschappen met zetel in Duitsland. De in 2002 tussen SEVIC en Security Vision gesloten fusieovereenkomst voorzag in de ontbinding zonder liquidatie van laatstgenoemde vennootschap en de overdracht onder algemene titel van het vermogen ervan aan SEVIC, zonder dat deze laatste een wijziging van haar vennootschapsnaam onderging. SEVIC is tegen deze afwijzende beslissing opgekomen bij het Landgericht Koblenz. Voor deze rechter hangt het antwoord op de vraag of de inschrijving van de fusie van voormelde vennootschappen in het handelsregister kan worden geweigerd op de grondslag van § 1, lid 1, punt 1, UmwG, af van de uitlegging van de artikelen 43 EG en 48 EG met betrekking tot fusies tussen vennootschappen met zetel in Duitsland en vennootschappen die in andere lidstaten zijn gevestigd/grensoverschrijdende fusies.
Rechtsregel
De artikelen 43 EG en 48 EG verzetten zich ertegen dat in een lidstaat de inschrijving in het nationaal handelsregister van een fusie door ontbinding zonder liquidatie van een vennootschap en door overdracht onder algemene titel van het vermogen ervan aan een andere vennootschap, in het algemeen wordt geweigerd wanneer één van beide vennootschappen in een andere lidstaat is gevestigd, terwijl een dergelijke inschrijving mogelijk is, voorzover bepaalde voorwaarden zijn vervuld, wanneer beide bij de fusie betrokken vennootschappen op het grondgebied van de eerstbedoelde lidstaat zijn gevestigd.
Hof
Het Hof vat de door de verwijzende rechterlijke instantie gestelde vraag aldus op dat zij daarmee in wezen wenst te vernemen of de artikelen 43 EG en 48 EG zich ertegen verzetten dat in een lidstaat de inschrijving in het nationaal handelsregister van een fusie door ontbinding zonder liquidatie van een vennootschap en door overdracht onder algemene titel van het vermogen ervan aan een andere vennootschap, in het algemeen wordt geweigerd wanneer één van beide vennootschappen in een andere lidstaat is gevestigd, terwijl een dergelijke inschrijving mogelijk is, voorzover bepaalde voorwaarden zijn vervuld, wanneer beide bij de fusie betrokken vennootschappen op het grondgebied van de eerstbedoelde lidstaat zijn gevestigd.
Allereerst stelt het Hof dat de artikelen 43 EG en 48 EG zeker van toepassing zijn op een fusie als die welke in het hoofdgeding aan de orde is. Overeenkomstig art. 43, tweede alinea jo 48 EG omvat de vrijheid van vestiging voor de in laatstgenoemd artikel bedoelde vennootschappen namelijk onder meer de oprichting en het beheer van deze vennootschappen overeenkomstig de bepalingen welke door de wetgeving van de staat van vestiging voor de eigen vennootschappen zijn vastgesteld. De werkingssfeer van het recht van vestiging strekt zich uit tot iedere maatregel die de toegang tot een andere lidstaat dan de lidstaat van vestiging en de uitoefening van een economische activiteit in die lidstaat mogelijk maakt of zelfs maar vergemakkelijkt, door de betrokken marktdeelnemers in staat te stellen daadwerkelijk deel te nemen aan het economische leven in die lidstaat onder dezelfde voorwaarden als die welke voor de nationale marktdeelnemers gelden.
Grensoverschrijdende fusies vormen bijzondere wijzen van uitoefening van de vrijheid van vestiging, die belangrijk zijn voor de goede werking van de interne markt, en behoren dus tot de economische activiteiten waarvoor de lidstaten de in artikel 43 EG bedoelde vrijheid van vestiging moeten eerbiedigen.
Een fusie als die welke in het hoofdgeding aan de orde is vormt evenwel een doeltreffend middel tot omzetting van vennootschappen, voorzover zij het in het kader van één enkele transactie mogelijk maakt een bepaalde activiteit in een nieuwe vorm en zonder onderbreking uit te oefenen, wat bijgevolg leidt tot minder complicaties en geringere tijdsinvestering en kosten in vergelijking met andere vormen van reorganisatie van vennootschappen, zoals die welke bijvoorbeeld de ontbinding van een vennootschap met liquidatie van het vermogen en de oprichting van een nieuwe vennootschap met overdracht van de vermogensbestanddelen aan deze laatste inhouden. Aangezien op grond van de nationale voorschriften geen gebruik kan worden gemaakt van dit middel tot omzetting van vennootschappen wanneer één van de vennootschappen in een andere lidstaat dan de Bondsrepubliek Duitsland is gevestigd, schept het Duitse recht een ongelijke behandeling van vennootschappen naargelang het een interne of grensoverschrijdende fusie betreft, die deze ervan kan weerhouden om de in het Verdrag neergelegde vrijheid van vestiging uit te oefenen. Een dergelijk verschil in behandeling vormt een beperking in de zin van de artikelen 43 EG en 48 EG, die strijdig is met het recht van vestiging en die alleen toelaatbaar is indien er een rechtmatig doel mee wordt nagestreefd dat zich met het Verdrag verdraagt, en indien zij gerechtvaardigd is uit hoofde van dwingende redenen van algemeen belang. Daarenboven moet in een dergelijk geval de toepassing ervan geschikt zijn om het aldus nagestreefde doel te verwezenlijken, en mag deze niet verder gaan dan nodig is voor het bereiken van dat doel.
Hoewel communautaire harmonisatieregels nuttig zijn om grensoverschrijdende fusies te vergemakkelijken, het bestaan van dergelijke harmonisatieregels kan niet als voorwaarde vooraf worden gesteld voor de uitoefening van de in de artikelen 43 EG en 48 EG neergelegde vrijheid van vestiging. Er kan niet worden uitgesloten dat dwingende redenen van algemeen belang, zoals de bescherming van de belangen van de schuldeisers, de minderheidsaandeelhouders en de werknemers, alsook de waarborging van de doeltreffendheid van de fiscale controles en de eerlijkheid van handelstransacties, onder bepaalde omstandigheden en mits bepaalde voorwaarden zijn vervuld, een maatregel rechtvaardigen die de vrijheid van vestiging beperkt. Wel moet een dergelijke beperkende maatregel geschikt zijn om de nagestreefde doelen te verwezenlijken en mag hij niet verder gaan dan wat nodig is om deze te bereiken.
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Main summaries home pages:
Main study fields:
Business organization and economics, Communication & Marketing, Education & Pedagogic Sciences, International Relations and Politics, IT and Technology, Law & Administration, Medicine & Health Care, Nature & Environmental Sciences, Psychology and behavioral sciences, Science and academic Research, Society & Culture, Tourisme & Sports
Main study fields NL:
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
1074 |
Add new contribution