Arresten en jurisprudentie: uittreksels en studiehulp - Thema
- 10190 reads
De twee luchtvaartorganisaties de IATA en ELFAA, hebben bij de High Court of Justice (Engeland & Wales) tegen het Ministerie van Vervoer twee verzoeken ingediend tot rechterlijke toetsing met betrekking tot de uitvoering van Verordening (EG) nr. 261/2004. Deze verordening bepaalt de rechten van passagiers in geval van vertraging, annulering of overboeking van een vlucht.
Volgens IATA en ELFAA zouden artikelen 5 en 6 van de Verordening 261/2004 niet verenigbaar zijn met de considerans. Zij stellen dat: „in de veertiende en vijftiende overweging van de considerans van de Verordening op inconsistente wijze wordt gezegd dat buitengewone omstandigheden de luchtvaartmaatschappij die de vlucht uitvoert, in geval van annulering of langdurige vertraging van vluchten geheel of gedeeltelijk van haar aansprakelijkheid kunnen ontslaan, terwijl de artikelen 5 en 6 van deze Verordening, die de verplichtingen van de maatschappij in een dergelijk geval regelen, de mogelijkheid van ontslag van aansprakelijkheid niet kennen, behalve voor de compensatieplicht.”
Volgens het hof kan de considerans van een gemeenschapshandeling de inhoud ervan weliswaar preciseren, maar deze kan niet worden aangevoerd om van de bepalingen van die handeling af te wijken.
Het Hof stelt dat uit de bewoordingen van de considerans valt af te leiden dat de luchtvaartmaatschappij die de vlucht uitvoert, in het algemeen van al haar verplichtingen moet worden ontheven als sprake is van buitengewone omstandigheden. Hierdoor ontstaat een zekere ambiguïteit tussen de aldus uitgedrukte bedoeling van de communautaire wetgever en de inhoud van de artikelen 5 en 6 van de Verordening waarin dit ontslag van aansprakelijkheid minder algemeen is geformuleerd. Het Hof concludeert hierover dat deze onduidelijkheid echter niet zo ernstig is dat de regeling die is neergelegd in deze twee artikelen, die zelf zeker niet voor meer dan één uitleg vatbaar zijn, daardoor inconsistent wordt.
Wat betreft de relatie met het Verdrag van Montreal geldt het volgende. Volgens de letterlijke bewoordingen van de EU verordening bestaat er geen recht op compensatie bij vertraging (wel bij annulering of overboeking van een vlucht). Het Verdrag van Montreal geeft passagiers echter wel recht op vergoeding bij vertraging van zijn vlucht. De EU verordening regelt een vaste compensatie in het geval van annulering en instapweigering, en het Verdrag van Montreal gaat uit van compensatie van werkelijk geleden schade bij vertraging. Omdat het Verdrag alleen een beperkt aantal onderwerpen regelt stelt het Hof vast dat het Verdrag en de Verordening naast elkaar kunnen bestaan.
Kern: het Hof geeft aan dat verordening 261/2004 geen schending oplevert van o.a. het rechtszekerheidsbeginsel, gelijkheidsbeginsel of het evenredigheidsbeginsel. Verder concludeert het hof ook dat er geen inbreuk bestaat op het Verdrag van Montreal, dat regels bepaald voor de aansprakelijkheid van luchtvaartmaatschappijen in geval van vertragingen.
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Main summaries home pages:
Main study fields:
Business organization and economics, Communication & Marketing, Education & Pedagogic Sciences, International Relations and Politics, IT and Technology, Law & Administration, Medicine & Health Care, Nature & Environmental Sciences, Psychology and behavioral sciences, Science and academic Research, Society & Culture, Tourisme & Sports
Main study fields NL:
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
471 |
Add new contribution