Discussievragen
1) U heeft aan het einde van deze week een redelijk overzicht van alle manieren waarop Europees recht kan doorwerken in het nationale recht. Kunt u een overzicht maken van de verschillende methoden, en aangeven in welke situaties ze kunnen worden gebruikt?
Maak dit voor jezelf gebruik de volgende drie dingen:
- Rechtstreekse werking
- Richtlijnconforme interpretatie
- Staatsaansprakelijkheid
2) Het Hof hamert er op dat het nuttig effect van Europees recht enkel verzekerd kan worden als er een mogelijkheid is tot non-contractuele aansprakelijkheid voor lidstaten. Wat is de gedachte hierachter, en vindt u dit voldoende bescherming voor de Unieburger?
De gedachte hierachter is dat als lidstaten aansprakelijkheid kunnen worden gesteld als zij een verkeerde implementatie hebben gedaan, dit een prikkel vormt om de implementatie wel goed te doen omdat ze anders schadevergoeding moeten betalen aan degene die zich op deze verkeerde geïmplementeerde regel beroept. Dit is het beginsel dat in Francovich wordt genoemd en wordt verder uitgewerkt in het arrest Brasserie du Pecheur. Er moet dan aan de volgende voorwaarden zijn voldaan:
- Het moet gaat om een voldoende gekwalificeerde schending, waarbij als beslissend criterium worden gehanteerd de kennelijke en ernstige miskenning, door een lidstaat van de grenzen waarbinnen diens discretionaire bevoegdheid dient te blijven.
- van een bepaling die rechten geeft aan rechtspersonen(vaak natuurlijke personen)
- welke tot schade leidt
- waarbij er een causaal verband is tussen geschonden norm en schande
Naar mijn mening biedt dit altijd heel veel bescherming aan de burger, omdat er ook sprake kan zijn dat een lidstaat de wetgeving verkeerd heeft geïnterpreteerd zonder dat dit toe te rekenen is aan een lidstaat. Er is dan geen rechtstreekse werking en een burger kan er geen beroep op doen en kan geen schadevergoeding vorderen. Dit is bijvoorbeeld te zien in het arrest British Telecom. Waarom is dit begrip toegevoegd? Omdat rechtstreekse werking niet altijd geldt. Staatsaansprakelijkheid is niet ontstaan als een prikkel voor de lidstaat om de implementatie goed te doen. Francovich is ontstaan omdat er geen ander redmiddel was. Er was in Britisch Telecom geen voldoende gekwalificeerde schending, dit is geen criterium voor rechtstreekse werking of richtlijn conforme interpretatie. Het andere nadeel van aansprakelijkheid is dat geld niet alles oplost, je kan een vergoeding krijgen maar dat lost niet altijd alles op. Dit is niet het laatste redmiddel, het is niet zo dat je pas staatsaansprakelijkheid kan inroepen als je rechtstreekse werking en richtlijnconforme interpretatie hebt gehad. En je kan ook verschillende dingen tegelijk doen. Voorbeeld: lidstaat heeft richtlijn niet op tijd omgezet en je hebt schade geleden. Dit is rechtstreekse werking en staatsaansprakelijkheid. Denk eraan op het tentamen, dat dit beiden van pas kan zijn!
3) Een heet hangijzer in academische discussies is al jaren het begrip ‘procedurele autonomie’. Er zijn academici die zeggen dat dit begrip het laatste onaangetaste domein is van de lidstaten. Andere academici vinden deze stelling onzin. Kunt u voor elk van deze twee posities een ondersteunend argument geven?
Voor: er zijn een aantal begrippen waar de EU vanaf blijft, zoals ontvankelijkheideisen. Daar mogen de lidstaten zelf over gaan en is onderdeel van hun juridische cultuur.
Tegen: EU heeft wel degelijk invloed op de procedurele autonomie van lidstaten. Bijvoorbeeld wanneer er sprake is van EU wetgeving die door middel van procedurele regels van die wetgeving tot stand moet worden gebracht. Volgens het arrest Rewe/Comet moet je kijken naar de gelijkwaardigheid en doeltreffendheid. Dat zijn de criteria, dus dan is het al geen onaangetast domein. Voorbeeld is Mostaza Claro. In ro. 24 staat de vaste rechtspraak hierover. In principe is dit iets wat de lidstaten zelf regelen, maar hier staan de grenzen in. Die grenzen kunnen best streng zijn, in de zin dat bepaalde regels buiten toepassing moeten worden gelaten. Ook ontvankelijkheidseisen moeten voldoen aan de gelijkwaardigheid en doeltreffendheid. Die twee beginselen gelden voor alle procedurele regels. Het gaat om een conflict tussen een materiele EU norm en een procedurele nationale norm. Maar je kan ook een conflict hebben tussen materiele EU norm en een materiele nationale norm. Dat los je op met voorrang of doorwerkingsmechanisme (rechtstreekse werking, richtlijnconforme, aansprakelijkheid).
Als het gaat om een materiele EU-norm en een procedurele nationale regel, dan gebruik je regel uit het arrest Rewe/Comet. Vergelijking tussen rechtstreekse werking en Rewe/Comet: bij rechtstreekse werking zijn er strengere regels. De drempel bij Rewe is toegestaan is dat het niet uiterst moeilijk zijn om het EU- recht geldende te laten zijn. Dat is best een hoge drempel. Bij rechtstreekse werking geldt dat niet. Het is wel echt een minimumnorm die geldt. Grens van uiterst moeilijk is best een hoge grens. Mostazo Claro: gaat over gelijkwaardigheid. EU regels moeten volgens de zelfde nationale procedurele regels behandeld worden als nationaal recht. Bijvoorbeeld: beroepstermijn voor nationaal recht is 6 weken, dan mag het voor EU recht niet opeens 3 weken zijn. Consumentenrecht is van openbare orde, dus gelijkwaardig aan andere regels van openbare orde dus moet er ambtshalve getoetst worden.
4) Zoals we vorige week al hebben vastgesteld, gaat het in het procedurele recht van de EU vaak over het evenwicht tussen belangen. Denk aan de balans tussen de bevoegdheden van lidstaten en die van de EU, of die tussen de bevoegdheden van de individuele instellingen. In de rechtspraak van het Hof over de prejudiciële procedure is ook een balancering gaande. Kunt u deze schetsen aan de hand van onder andere de Zaken Foto-Frost en CILFIT?
Foto Frost: alleen het Hof mag zich uitspreken over de validiteit van regels van de instellingen.
Clifit: daar worden de beginselen van acte clair en acte eclaire uitgelegd. Een nationale rechter is niet verplicht om een prejudiciële vraag te stellen aan het Hof als vanuit de bewoording duidelijk is hoe de interpretatie moet zijn en als er al een zaak is geweest over dezelfde situatie.
Tip: je moet deze twee arresten niet door elkaar halen. Foto Frost geldigheid van handelingen van de EU. Dit moet je goed onthouden. Clifit: gaat over uitlegging van EU recht, interpretatievragen. In artikel 276 VWEU heb je twee soorten regels. Vragen over de geldigheid van verdragen bestaat niet, het Hof kan niet zeggen of een verdrag geldig is of niet. Clifit verduidelijkt artikel 276 VWEU. Ze moeten altijd een vraag stellen, tenzij het acte clair en acte eclaire. Het doel van artikel 276 VWEU is dat er geen uiteenlopende rechtspraak bestaat over EU recht. Er moet een uniforme uitleg van het EU recht zijn. We willen dat het EU recht doorwerkt, maar we willen voorkomen dat er verschillende uitleggingen plaatsvinden. Alleen de hoogste rechter kan vragen stellen, want als iedere rechter dat zou doen krijgt het hof een stortvloed aan vragen en daar hebben ze de capaciteit niet voor. Foto Frost: wanneer moet een rechter vragen over de geldigheid van regels? Als het voornemens is dat de handeling ongeldig wordt verklaard. Ro 13 of 14. De nationale rechter mag beoordelen of een regel geldig is. De nationale rechter mag niet zelf zeggen of een regel ongeldig is.
Casus
In juni 2016 heeft Don Juan Rossi, een mooie pied-à-terre in een vooroorlogs gebouw in het centrum van Brussel gekocht. De makelaar was sympathiek, de lente was in de lucht, en net voor de ondertekening van het contract, had Rossi een nogal extravagante lunch gehad met Gustav , inclusief wijn, wat mogelijk zijn oordeel enigszins vertroebelde. Twee weken later, wanneer hij de verzekering voor zijn nieuwe domicilie wil afronden, ontstaan er problemen. Het blijkt dat de makelaar geen energielabel heeft verstrekt voor het appartement. Er is een EU-richtlijn die onder meer betrekking heeft op onroerendgoedtransacties. Om het milieu te beschermen bevat de richtlijn een bepaling waarin staat:
Artikel 3 De partij die een onroerend goed verkoopt, moet de koper voorzien van een energielabel, tenzij de koper een andere makelaar is of de transactie een historisch gebouw betreft. De richtlijn is in mei 2014 in werking getreden en voorziet in een omzettingstermijn van twee jaar, maar de Belgische regering heeft tot op heden gefaald de richtlijn om te zetten. De Belgische wet op de verkoop van onroerend goed vermeldt duidelijk dat er alleen een notariële akte nodig is om de transactie af te ronden. De verzekeringsmaatschappij weigert Rossi een polis te verstrekken, omdat zijn appartement geen energielabel heeft. Hij is woedend en wil de makelaar voor het gerecht dagen om hem te dwingen het energielabel te leveren. Een paar weken later, zich nog steeds bezinnend op een rechtszaak, vergeet Rossi de kraan dicht te draaien, nadat hij zijn tanden heeft gepoetst. Als hij laat op de avond thuiskomt, is zijn houten vloer verpest. Omdat hij geen verzekering heeft door de afwezigheid van een energielabel is zijn persoonlijke financiële schade aanzienlijk. Rossi is nu klaar met de hele situatie. Hij komt naar u toe vanwege uw specialisme in de doorwerking van Europees Recht in de nationale rechtsordes. Denkt u dat u meneer Rossi aan een energielabel kunt helpen? En, ongeacht uw eerdere antwoord, denkt u dat u hem kunt helpen zijn schade vergoed te krijgen?
Rechtstreekse werking en richtlijnconforme interpretatie. Hoe weet je of het over doorwerking gaat? Als het nationaal recht afwijkt van het EU-recht, dan is doorwerking iets wat van belang is. De tweede hint die kan zien is al een zaak zich afspeelt voor de nationale rechter. Rechtstreekse werking of conforme interpretatie?
Conforme interpretatie? Als er een vage norm is het makkelijker om richtlijnconform te interpreteren. Het gaat hier moeilijk worden omdat erin de Belgische wet staat er alleen een notariële akte nodig is en in de richtlijn staat dat je ook een energielabel nodig hebt. Dat is contra legem, dus er is geen richtlijnconforme interpretatie mogelijk.
Rechtstreekse werking? Arrest Faccini Dori, er mag geen horizontale werking zijn van een richtlijn.
Marshall: richtlijnen hebben verticale rechtstreekse werking. Betekent dat dit artikel kan worden ingeroepen tegen de staat om een energielabel te krijgen? Dat kan niet, want de verkoper moet hem een energielabel geven. Het enige wat je kan zeggen is dat de lidstaat die richtlijn moet omzetten.
Het lukt allebei niet, dus hij kan geen energielabel krijgen.
Kan hij nog schadevergoeding krijgen?
Ja, van de lidstaat via staatsaansprakelijkheid. Want zij hebben gefaald om de richtlijn om te zetten. Twee criteria: Voldoende gekwalificeerde schending en het moet bescherming bieden aan particulieren. Het doel is milieubescherming van de richtlijn, maar er staat wel duidelijk dat de koper een energielabel moet krijgen en dat is wel een recht. Is de schade van de burger hier veroorzaakt door de schending van België om die richtlijn om te zetten? Er is eigenlijk niet een direct causaal verband, omdat hij zelf de kraan open heeft gelaten. Er moet direct causaal verband zijn. Dus hij kan geen schadevergoeding vorderen.
Als het duidelijk is dat er een verbod is op horizontale rechtstreekse werking, dan hoef je dus niet per se voldoende duidelijk en onvoorwaardelijk te bespreken. Als je het niet 100% weet, dan wel noemen.
Vervolg: Alle onrust rond de flat van Rossi bleef niet onopgemerkt. De Belgische overheid zet snel de richtlijn met betrekking tot energielabels voor gebouwen om; maar maakt gebruik van de uitzondering in de richtlijn voor ‘historische gebouwen’. Makelaars in onroerend goed zijn uiteindelijk wettelijk verplicht om een energielabel te verstrekken. Rossi is opgelucht, omdat hij nu zijn verzekering op orde kan krijgen. Het blijkt echter dat de Belgische overheid de uitzondering van de richtlijn met betrekking tot ‘historische’ gebouwen zodanig heeft geïnterpreteerd dat een energielabel niet vereist is voor ‘oude gebouwen’. Hoofdstuk 5 van de Belgische wet ter omzetting van de richtlijn luidt nu als volgt: De partij die een onroerend goed verkoopt, moet de koper voorzien van een energielabel, tenzij de koper een andere makelaar is of de transactie een oud gebouw betreft. In artikel 1 (‘Definities’) van de Belgische wet wordt voorts vermeld dat onder ‘oud gebouw’ moet worden verstaan: ‘Ieder gebouw waarvan de eerste oplevering heeft plaatsgevonden voor 1 januari 1940’. De Belgische wet vereist daarom geen energielabel voor het gebouw waarin het appartement van Rossi is gevestigd, zegt de makelaar graag. Rossi sleept de makelaar opnieuw voor het in casu bevoegde Belgische gerecht. U bent de nationale rechter. Wat is uw uitspraak in deze zaak met betrekking tot de Europeesrechtelijke dimensie?
Is hier een conflict tussen nationaal en Europees recht? Is een historisch gebouw hetzelfde als een oud gebouw? Er is dus wel een verschil tussen de begrippen oud en historisch en er is dus een conflict. Kan je dus de richtlijn conform interpreteren? Nee, dat wordt erg lastig. Maar je moet dit zelf goed beredeneren en uitleggen, dan kan het beide kanten opgaan. Naar mijn mening heeft Rossi dus waarschijnlijk geen van slagen, omdat er dus wel een degelijk verschil is tussen de begrippen oud en historisch waardoor je het niet richtlijnconform kan uitleggen.
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
Europees recht werkgroepuitwerkingen jaar 2018/2019
- Europees recht werkgroepuitwerkingen week 1
- Europees recht werkgroepuitwerkingen week 2
- Europees recht werkgroepuitwerkingen week 3
- Europees recht werkgroepuitwerkingen week 4
- Europees recht werkgroepuitwerkingen week 5
- Europees recht werkgroepuitwerkingen week 6
- Europees recht werkgroepuitwerkingen week 7
Contributions: posts
Spotlight: topics
Online access to all summaries, study notes en practice exams
- Check out: Register with JoHo WorldSupporter: starting page (EN)
- Check out: Aanmelden bij JoHo WorldSupporter - startpagina (NL)
How and why use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?
- For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
- For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
- For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
- For compiling your own materials and contributions with relevant study help
- For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.
Using and finding summaries, notes and practice exams on JoHo WorldSupporter
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
- Use the summaries home pages for your study or field of study
- Use the check and search pages for summaries and study aids by field of study, subject or faculty
- Use and follow your (study) organization
- by using your own student organization as a starting point, and continuing to follow it, easily discover which study materials are relevant to you
- this option is only available through partner organizations
- Check or follow authors or other WorldSupporters
- Use the menu above each page to go to the main theme pages for summaries
- Theme pages can be found for international studies as well as Dutch studies
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
- Check out: Why and how to add a WorldSupporter contributions
- JoHo members: JoHo WorldSupporter members can share content directly and have access to all content: Join JoHo and become a JoHo member
- Non-members: When you are not a member you do not have full access, but if you want to share your own content with others you can fill out the contact form
Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance
Main summaries home pages:
- Business organization and economics - Communication and marketing -International relations and international organizations - IT, logistics and technology - Law and administration - Leisure, sports and tourism - Medicine and healthcare - Pedagogy and educational science - Psychology and behavioral sciences - Society, culture and arts - Statistics and research
- Summaries: the best textbooks summarized per field of study
- Summaries: the best scientific articles summarized per field of study
- Summaries: the best definitions, descriptions and lists of terms per field of study
- Exams: home page for exams, exam tips and study tips
Main study fields:
Business organization and economics, Communication & Marketing, Education & Pedagogic Sciences, International Relations and Politics, IT and Technology, Law & Administration, Medicine & Health Care, Nature & Environmental Sciences, Psychology and behavioral sciences, Science and academic Research, Society & Culture, Tourisme & Sports
Main study fields NL:
- Studies: Bedrijfskunde en economie, communicatie en marketing, geneeskunde en gezondheidszorg, internationale studies en betrekkingen, IT, Logistiek en technologie, maatschappij, cultuur en sociale studies, pedagogiek en onderwijskunde, rechten en bestuurskunde, statistiek, onderzoeksmethoden en SPSS
- Studie instellingen: Maatschappij: ISW in Utrecht - Pedagogiek: Groningen, Leiden , Utrecht - Psychologie: Amsterdam, Leiden, Nijmegen, Twente, Utrecht - Recht: Arresten en jurisprudentie, Groningen, Leiden
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
1749 | 1 |
Add new contribution