College-aantekeningen bij Wetenschapstheorie aan de Rijksuniversiteit Groningen

Samenvatting colleges

Hoorcollege 1

Dit college over boekje, rest over artikelen

Filosofie fundamenten van wetenschap

  • Wat is wetenschappelijke kennis?
  • Is zekere kennis mogelijk?
  • Wat is het verband tussen wetenschap en technologie?
  • Is er vooruitgang?
  • Is er een basismethode?
  • Wat doen wetenschappers? à meer sociologie en geschiedenis

Verandering:
Normatief (zo moet het) à descriptief (zo gaat het)
Epistemologie (kennis) à ontologie (wat bestaat er, praktijk)

Casus (1988): klassieke sociaal psychologische studie (facial feedback hypothese)
Effect gezichtsuitdrukkingen hebben invloed op ervaren emoties
Theorie 1: cognitief (bewust) à emotie past aan uit zelfwaarneming (concluderen)
Theorie 2: onbewust en fysiologisch

Wat is wetenschap?
Karl Popper: demarcatie-criterium

  • Falsificatie: eis voor wetenschap à precies en riskante beweringen

Als niet falsifieerbaar: pseudowetenschap (psychoanalyse & Marxisme à kunnen namelijk alles verklaren, sluit niks uit)

    • Maar: wetenschappers zijn niet constant aan het toetsen (laten nooit theorie vallen als gefalsifieerd) à praktijk is anders
    • Maar: niet alleen daarmee bezig, wetenschap is divers (andere criteria voor andere disciplines)

Gevolgtrekking (conclusies à inferentie)

  1. Inductie

    1. Specifiek à algemeen
    2. Niet zeker/hoogstens wsl (veel gebruikt)
  2. Deductie           
    1. Algemeen à specifiek
    2. Waar als premissen waar zijn: basis falsificatie
  3. Inference to the best explanation
    1. Wat is de meest waarschijnlijke verklaring gegeven bepaalde data à parsimoni (eenvoudigst)
  4. Waarschijnlijkheid
    1. Frequentistisch à objectief (kans)
    2. Bayesiaanse statistiek: overtuiging kwantificeren (bijstellen) à subjectief

Verklaren

Carl Hempel (empirist): covering law model of explanation à 1 wetmatigheid

  • Probleem: symmetrie werkt niet altijd, feit dat niet relevant is wordt aangedragen, oorzakelijkheid zien we niet

Werkelijkheid: verhouding wetenschappelijke kennis en werkelijkheid

  1. Realisme

    1. Werkelijkheid onafhankelijk van ons – beschrijft werkelijkheid zoals hij is
  2. Anti-realisme
    1. Werkelijkheid hangt van ons af – empirisch adequaat
    2. Instrumentalisme (psychologie)

Hilary Putman: ‘no miracles’ argument à tegen anti-realisme: reden dat theorie werkt: zou wonder zijn als theorie niet waar is, maar wel werkt.

Paul Meehl: theoretische problemen en H0

  • Psychoanalyticus, terwijl voorstander Popper
  • Niet best gesteld met ‘soft psychology’
    • Fenomeen: theorie tijdje populair à wordt steeds ingewikkelder à nieuwe theorie
  • 20 redenen waarom psychologie zo moeilijk is
  • Weinig riskante hypotheses in psychologie
  • Crud factor: alles hangt wel beetje samen à H0 altijd weerleggen

 

Hoorcollege 2

Klassieke wetenschapsfilosofie: normatief à discussiëren hoe het moet

Kuhn: normatief à descriptief

Logisch empiristen         Reichenbach (ook Popper)

  • Discovery:         theorie bedenken, hypothese testen
  • Justification:     falsificatie, onderling over eens worden, wat doe je met bedachte theorieën

Het maakt dus niet uit hoe of door wie een theorie is bedacht à het gaat over wat je ermee doet (dat is normatief)

Wetenschapsgeschiedenis niet relevant voor beslissingen over theorieën à dat verandert door Kuhn

Kuhn (1962): structure of scientific revolutions

  • Wat gebeurt er nou eigenlijk? Popper keek naar rationele reconstructie (zonder detail)
  • Realiteit komt niet overeen met Poppers rationele reconstructie à discrepantie filosofie en geschiedenis à filosofie herzien
    • Normale wetenschap:
      • Paradigma (sociaal en inhoudelijk): kader van werken (aan paradigma wordt niet getwijfeld)
        • Disciplinaire matrix: theorieën waar iedereen over eens is en welke problemen en oplossingen er zijn
        • Exemplars: klassieke (voorbeeld) onderzoeken binnen paradigma die iedereen kent voor probleem oplossen à norm
      • Anomalieën: probleem dat niet opgelost kan worden met bestaand paradigma à twijfel paradigma
      • Crisis
      • Revolutie
      • Nieuwe paradigma à niet rationeel
  • Geen onderscheid context of discovery en context of justification à combineert sociaal en filosofie, normen zijn sociaal
  • Ander paradigma à andere wereld: bepaalt wat je ziet
    • Incommensurabiliteit: twee paradigma’s kan je niet vergelijken (geen maatstaaf) à geen gedeelde normen, niet neutraal
    • Incompatilibiliteit: wel vergelijken à dit kan volgens ene wel en andere niet
    • Theorie-geladenheid: geen neutrale beschrijving theorie
      • Empiristen: wel atypische theorie, Popper eens met Kuhn
      • Elke bewering: veronderstellingen geen neutrale manier om observaties te beschrijven (ook tussen paradigma’s)
  • Geen algoritme voor keuze tussen theorieën à dus niet zoals Popper etc zeiden

Replicatie

Popper: basis (falsificatie) à modus tollens
T à O                 theorie zo streng mogelijk, leidt tot observatie                t = theorie
~ O                      geen observatie                                                                      o = observatie
à ~ T                  theorie niet waar (ook al maar 1 observatie)                    ~ = niet

Quine: bewering staat nooit op zichzelf, altijd heel netwerk erom heen toetsen à geeft betekenis

  • Holisme (netwerk beweringen)
  • Als ~ O à ander deel netwerk veranderen

Meehl: modus tollens gaat niet op (Quine)
T (A. C) à O                                                                                                         a = hulphypothese
~ O                                                                                                                         . = en
à ~ T v A v C                                                                                                        c = context
Oftewel: kan van alles zijn                                                                                 v = en/of

Popper: logic of scientific discovery à wetenschap niet alleen falsifieren, ook repliceren (methode zegt hoe het werkelijk uitgevoerd moet worden: intersubjectief toetsbaar)

Meehl benadrukte à replicatieproblemen

VOORBEELD onderzoek: platwormen (McConnel)

  • Conditioneren: licht en stroomstoot (Pavlov)
  • Chemische overdracht herinneringen: zelfde respons als platworm geconditioneerde platworm opeet
  • Replicatie: soms wel effect, soms niet
  • Voor sommige replicatie: goede vaardigheden (vaag) nodig (klopt niet met Popper: goede instructies)
  • Ungar: zoogdieren (ratten à muizen): angst voor donker conditioneren
  • Collings: jaren 70 uitgedoofd onderzoek à geen doorslaggevend onderzoek/resultaat van bestaan/verwerpen scotophobine (stofje)

VOORBEELD onderzoek: facial feedback hypothese (1988)

  • Gezicht in uitdrukking: invloed op emotie à bewust of onbewust?
  • Wagenmakers: 17 laboratoria voor replicaties met n>1900 (discussie altijd: is hetzelfde?)
  • Geen effect (ook metaanalyse): falsificatie
    • Videocamera: mensen voelen bekeken à zenuwachtig à niet meer spontaan/grappig
    • Cartoons niet meer grappig
    • Kwijlen door de pen
  • Stroebe: gaat niet om nulresultaten, maar om de wel gevonden effecten

Crisis (in psychologie)

  • Problemen: veel onderzoek niet degelijk
  • Wagenmakers: meer replicaties, alles voor 2011 opnieuw (direct replications)
  • Stroebe: directe replicaties niet interessant, want variabiliteit in alles, inherent aan object van onderzoek
  • Bij psychologie: (relatief) verschil tussen groepen voornamelijk onderzocht (ipv absoluut)
  • Experimenters’ regress: juiste resultaat is dat van een competent uitgevoerd experiment

Maar: niet eens over wat competent is (geen criterium)

Artikel Earp & Trafimow: aanbevelingen

  • Replicatie is geen toets à nieuw informatie

    • Controverse niet rationeel afgelopen na veel onderzoek: zelfde als bij wormen, replicatie is één onderdeel in onderzoeksproces
  • Directe replicatie informatief als:
    • Ander lab en onderzoeker
    • Precieze kopie procedure
    • Veel power

 

Hoorcollege 3

Verhouding theorieën en feiten

Common sense: theorie n.a.v. feiten
Maar ook: theorie produceert wat wij als feiten accepteren

Rashomon (1950, ging over 11e eeuw): film waarin iemand is vermoord, verkracht en bandiet à 3 verhalen/perspectieven

  • Bandiet: man overvallen en vrouw verleid, die zich over gaf. Daarna duel met man en hij verloor.
  • Vrouw: verzet en daarna verkracht, geschrokken van vastgebonden man, viel flauw. Toen ze wakker werd was man dood.
  • Man (samurai): hij kon lijden vrouw niet aanzien en zichzelf neergestoken.

Feiten kloppen à interpretaties onduidelijk

Rashomon: inbreuk cinematografische conventies

  • Camera als onbetrouwbare verteller (3 verhalen)
  • Open einde: soms is waarheid niet te achterhalen à Kurosawa: eigen waarheid + onthouden dingen in ons voordeel

à Rashomon effect: door tegenstrijdige verhalen onmogelijk waarheid vast te stellen

  • Zelf ook ambigu
  • Zelfde meemaken à andere herinneringen
  • ‘You liked Rashomon’ ‘That’s not how I remember’

Rashomon effect: 3 lezingen

  • Tegenstrijdige verklaringen, zelfde gebeurtenis
  • Tegenstrijdige interpretaties, zelfde gebeurtenis
  • Tegenstrijdige herinneringen, zelfde gebeurtenis à leidt tot eerste 2

Popper: zuivere observaties bestaan niet à theorie-geladen (observatie begint met vermoeden)

  • Feit hangt af van achtergrondtheorie
  • Bewijs theorie stuurt feiten: Unabomber

Unabomber

  • Mei 1978: pakje met bom op plein
  • Na 3 bommen: UNABOMB à hout als hint?
  • 4e bom: president Wood à campagne gaande
  • Tot 1987: nog 9 aanslagen (daarna even stilte)
  • Technische beta groep als doelwit
  • Enige duidelijke ‘feit’: modus operandi à (slimme) dwaalsporen zoals plek, afzender en geadresseerde
  • Vanaf 1993: nog 4 slachtoffers
  • Brief van F.C. aan New York Times met opeising
  • 7 persoonlijk afgeleverd, 10 per post à 9 levens unabomber (want riskant)
  • 1995: brief Gelenter (slachtoffer, heel beledigend) en NYT à manifest publiceren, dan zal hij stoppen met bommen

à Publicatie Unabomber-Manifest (aka: Industrial Society and its Future): negatief over technologische ontwikkelingen, contrarevolutie nodig (einde technologie). Bijvoorbeeld: mogelijkheden worden verplichtingen (auto en antidepressiva)

  • Conventionele technologiekritiek 1960
  • Antipsychiatrie (medicalisering) 1970
  • Club Rome (milieu)
  • Luddieten
  • Je moet soms iets opofferen

Schoonzus begon herkenning, broer (David) ging manifest lezen: ‘you can’t eat your cake and have it too’ à bewijs (tweestrijd)

Ted Kaczynski (1942): altijd jongste kind à veel gepest en geisoleerd
In 1971: living off the land in Montana

Broer en moeder (Wanja): hij was niet toerekeningsvatbaar (TBS) à na opname in ziekenhuis als baby ander kind geworden (trauma): autisme

Kaczynski: wilde geen ‘sickie’ zijn à weigert toe te geven aan ontoerekeningsvatbaarheid à ontsloeg advocaten die hiervoor pleitten, hij wilde zichzelf verdedigen: mocht als mentaal gezond (à testen)

Sally Johnson: forensisch psychiater

  • Gesprekken (22 uur), dagboeken, gecodeerd logboek, autobiografieën, correspondentie
  • Diagnoses: schizofrenie, paranoïde type
    • Waan 1: beheerst door moderne technologie
    • Waan 2: psychologische mishandeling ouders

Nu schizofreen in remissie (stabiel) à terecht geteld en plea bargain (volledige bekentenis in ruil voor levenslang)

Silva et al. (2003)

  • Geen wanen, maar overtuigingen
  • Beperking sociale interactie, beperking beroep, repetitief gedrag (bommen), geen taal en cognitieve stagnatie
  • Syndroom Asperger à onder verdedigd in delinquent
  • Maar: gebrek empathie, isolement (hij kon zich niet over laten halen door anderen)
  • Misschien psychopaat of narcist?

Alton Chase: niet psychiater

  • Ook aan Harvard gestudeerd en blokhut à manifest ideeën uit lesmateriaal
  • Schreef autobiografieën

Magid (2000): Indiana Law Journal

  • Extreem geval cognitieve dissonantie à geen psychiatrische problemen
  • Ontdoen dan dissonantie door delinquent gedrag

Psychiatrisch Rashomon: waar lijdt hij nou werkelijk aan?

  • Feit: geen psychoses. Maar wat bewijst dan: A) in remissie, B) geen zelfinzicht etc.
  • Logboek en brieven andere motieven (discrepantie)
  • Feiten schizofrenen: zelfverwaarlozing
    • Johnson: soms wel, som niet
    • Silva: ongenoemd
    • Chase: hoort erbij (mountain people)
  • Ook: was blokhut een troep
    • Johnson: ongenoemd
    • Silva: ongenoemd (netjes zou beter uitkomen bij ASS)
    • Chase: slim en praktisch ingericht
  • Feiten kunnen niet beslissen tussen posities, maken deel uit van posities (volgen uit theorie) à verschil: interpretatie

Conclusie:

  • Elke theorie produceert andere feiten
  • Kan dus niet weerleggen
  • Voor Popper: onbruikbaar

Herinneringen

  • Hindsight bias: gekoppeld aan wat je weet wat die persoon geworden is, voorspelbaar, ‘I knew it’
  • Confirmation bias: je vindt steeds meer bevestiging perceptie

 

Hoorcollege 4

Meer aandacht voor wat doen wetenschappers doe eigenlijk? (Kuhn)

Standaard beeld wetenschap (common sense)

  • Logisch positivisten: onafhankelijke waarnemingen
  • Ontdekken door systematische waarnemingen à hoe verbinden we deze waarnemingen

1 methode & eenheid wetenschap

Tegen standaardbeeld: Popper à je kan niet zomaar observeren

  • Het begint met theorie/hypothese
  • Waarnemingen zijn niet zuiver (theoriegeladen)
  • Kennis is nooit zeker (alleen wat niet zeker is: falsificatie)

Maar: nog steeds normatief

Maar: nog steeds onafhankelijk (realisme)

Science and Technology Studies (empirisch)
Onderzoek naar wetenschap(pers) à wetenschap in actie
Constructie (1 stroming)

  • Bloor: theorieën construeren (ook Collins, Kuhn) à werkelijkheid bepaalt niet theorie (Quine: ergens in netwerk van theorie iets aanpassen zodat theorie nog klopt). Sociale factoren geven doorslag
  • Weinig ‘natuur’ in lab à door mensen gemaakt en fenomenen produceren
  • Wetenschap essentieel materiele en sociale omgeving: maatschappelijk omgeving (verweven)
  • Kinds (soorten): classificatie (bv DSM) wordt niet afgedwongen door wereld, maar door mensen (nominalisme) à pragmatisch

Dus: geen weerspiegeling van de wereld, maar besluit

  • Constructie psychologische werkelijkheid: nieuwe manieren van zijn (bv gedragingen naar DSM of juist er tegen verzetten)

Kritiek op constructie: Dawkins à relativistisch
Constructie is anti-wetenschap en politiek onverantwoord (pseudowetenschap)
Latour: wetenschappers mobiliseren (in netwerk) à actor-netwerk theorie à netwerk binnenhalen

Actor-netwerk theorie

  • Constructie geradicaliseerd
  • Onderscheid natuur en cultuur is zelf constructie: geen onderscheid maken (vervlochten)
  • Technoscience: sociale verbanden in stabiel à technoscience maakt maatschappij stabiel
  • Maatschappij collectief: menselijk en nietmenselijk (human en nonhuman)
  • Tegen dualisme à geen scheiding (bv lichaamgeest), alles hangt samen: nonhumans ook actoren (heterogeen)
  • Denken in netwerken en deze vormen

Representatie (hoort bij ANT): hoe weten we dat dat waar is?

  • Geen relevante vraag: inscriptie à sporen op papier (bv kaart): mobiel, stabiel, plat en opnemen
    Inscriptie: omgezette fenomenen
  • Kloof verdwijnt door inscriptie

 

Hoorcollege 5

Enhancement: gezonder dan gezond zijn
Gezondheid: steeds belangrijker wordend onderwerp
Ongezond presteren: oa burn-outs

Gecorreleerd met methylfenidaat en amfetaminen productie (en voorschrijven kinderen)

Gezondheid (WHO): volledig fysiek, geestelijk en sociaal welbevinden en niet van louter ontbreken van ziekte à veeleisend en vaag/breed
Nietzsche: hoeveelheid ziekte waarmee ik nog steeds de wezenlijke dingen kan doen
Nieuwe definitie: ability to adapt and self manage à want acuut en medicalisatie

Positieve gezondheid: dagelijks functioneren, lichaamsfuncties, mentaal welbevinden, zingeving, kwaliteit van leven, sociaal-maatschappelijk functioneren à wetenschappers en ‘zieken’ zijn niet eens over wat belangrijk is à voor wie is zorgstelsel eigenlijk bedoeld?

Hoe verklaar je toenemend gebruik middelen, terwijl niet toenemend enhancement? à medisch

  • We diagnosticeren beter (criteria breder) à maar er is ook afname in middelen?
  • Minder zware gevallen gediagnosticeerd
  • Beter geïnformeerd à eerder hulp zoeken
  • Medicalisatie
  • Meer lasten in samenleving
  • Genetisch en/of hersenziekten

Maar waarom gebruiken studenten? à meer emotioneel dan cognitieve effecten (uit survey)

Astonishing hypothese: brein/genen verklaren alles

Nieuw adolescentenstrafrecht (neurorecht):

  • 30% van de verdachten 1523 jaar
  • Hersens nog niet ontwikkeld à wetenschappelijk onderbouwd
  • Grens 22 en 23 normatief willekeurig
  • Wetenschap ondersteunt, dicteert niet

Geestelijke gezondheidszorg
Classificatie: begon al in biologie (planten en dieren) à maken wij mensen zelf
Drie modellen (Kendler)

  • Essentialistisme: bv periodiek systeem

    • Een bepaald nummer is goud, dus goud is dat nummer
    • Makkelijk classificeren en behandelen
    • Geen voorbeelden in praktijk
  • Sociaal constructivisme: bv homo in DSM
    • Verklaart historische en culturele variabiliteit
    • Relativistisch, willekeurig, geen grond om op te bouwen, geen klinische implicaties
  • Pragmatisme: als het maar praktisch is
    • Gaat om het nut cliënt, wat werkt, flexibel
    • Geen leidraad, willekeurig

Sommige symptomen in DSM bij stoornis zijn tegenstrijdig (veel/weinig slaap bij depressie) en er wordt weinig gezegd over intensiteit
227 soorten depressie (als je alle symptomen bekijkt) à kleine kans toeschrijven biologisch

Geschiedenis DSM

  • DSM I en II: Freudiaans en psychodynamisch
  • DSMIV-TR: symptomen beschrijving (geen etiologie meer)
  • BOGSAT methode: blijft mensenwerk, lukt niet biologisch verklaren (groep mensen om tafel)
  • DSM meer bedacht vanuit deskundigen (wetenschappers) dan patiënten à positieve gezondheid

Steeds meer erkenning omgevingsinvloeden, ondanks dominante neuro-denken. Ook meer aandacht voor filosofie.

 

Hoorcollege 6

Kwalitatieve onderzoeksmethodes (Hammersley) à verschillende definities: hoe ervaren mensen dingen (beleving) en nadruk op woorden (verbaal)
Mixed methods: kwalitatief en kwantitatief

Verschil: essentie en proces knowlegde producten

  • Kwalitatief: mensen maken eigen waarheid à subjectief
  • Kwantitatief: universele waarheden à objectief

Aannames/argumenten kwalitatief:

  • Onderzoek echte wereld (geen laboratorium)
  • Natuurlijk gedrag (in het wild à geen opdrachten)
  • Spreken vanuit beleving (beleving/betekenis à subjectief)
  • Complexiteit en context belangrijk (interpretaties)

Nadelen: verwachtingen (wil men aan voldoen) en vragen kunnen leiden tot gedachten en gedrag

Elementen

  • Inductief: vanaf data naar theorie (dus niet testen) à flexibel

Vraag à methode à data

  • Data relatief ongestructureerd à subjectief
  • Veel kleinere n (kleinschalig onderzoek)
  • Natuurlijke vorm en context (vragen/meedoen)
  • Verbale data en analyse

VOORBEELD artikel: stress bij tiener

  • Open interviews (kwalitatief)
  • Thematische analyse (TA) à inductief (thema’s herkennen uit interviews)
  • Woorden pp thematiseren
  • Dit onderzoek: boosheid bij stress à gevoel geen controle
  • Niet universeel, generaliseerbaar

VOORBEELD artikel: baby factory

  • Hoe onderzoek doen bij baby’s à participerende observatie (ook praten onderzoekers)
  • Baby’s: moeilijk onderzoeksobject
  • Strategieën bedacht (niet wetenschappelijk)
    • Flexibel protocol
    • Stacking the deck
    • Falen wordt deugd
    • Terugwerken vanuit statistische significantie
  • Het is allemaal niet zo lineair (ook kwantitatief niet)

Kwantitatief: komt uit logisch positivisme à waarheid bestaat en is te ontdekken
Kwalitatief: waarheid is geconstrueerd en in elke context anders

Hammersley: waarheid geconstrueerd

  • Interpretivisme (reactie positivisme): van binnenuit à begrijpen (context): verschil human/nonhuman
  • Critical research: politiek, macht, betekenis kennis (intentie, waarom)
  • Constructionisme: proces, geen onafhankelijke waarheid

Bewustzijn en reflectie: wetenschapper niet neutraal
Kuhn: paradigma à constructionisme
Postmodernisme (’90): wetenschappelijke kennis en een ‘soort’ kennis à er is meer

Verschillende methodes (kwalitatief onderzoek)

  • Discoursanalyse: taalgebruik
  • Diepte interviews
  • Case study: situatie onderzoeken (diverse methodes)
  • Focus groep: interviewen groep mensen
  • Participerende observaties
  • Fotografie en film

 

Hoorcollege 7

Standaardbeeld wetenschap à klassiek realisme

  • Goed onderzoek dekt de werkelijkheid
  • Wetenschapstheoristen denken: dat kan niet
  • Doel gaat vooraf aan wat je wil ontdekken (normatief)

Onderzoek zien als poging veranderen werkelijkheid à dan democratische discussie mogelijk over wat goede wetenschap is

  • Meer verantwoordelijkheid nemen        | Responsible research
  • Openheid over wat je doet                       | and innovantion

Directe waarneming voor werkelijkheid

  • Wie het ziet, wat is direct, welk instrument, hoe heet het
  • Directe waarneming = gemedieerde waarneming?
  • Menselijke beslissingen

Einstein: “Zonder theorie geen waarneming”

Popper: zekerheid is nooit mogelijk à afspraken

  • Dus ook over falsificatie
  • Er gebeuren meer rampen uit zekerheid
  • Dit is het beste wat we nu hebben

Klassiek realisme (begin 20e eeuw)
Falsificationisme
Sociaal constructivisme (eind 20e eeuw)
Latour (maken werkelijkheden)

Latour: ontdekken is slechte omschrijving

  • Feiten door mensen gemaakte werkelijkheden
  • Mensen ontdekken niet, maar grijpen in

Nu: realistisch realisme (begin 21e eeuw)

  • Niet slechts sociale constructie
  • Wetenschap kan harde werkelijkheden maken
  • Morele/maatschappelijke vragen mee verbonden
  • Ook talige producten (bv armoede, wat precies is dat) à definities hebben consequenties en deze kiezen we zelf

Realisme: feiten en normen gescheiden
Realistisch realisme: feiten en normen verstrengeldà door getallen: normen verdwijnen en sterkere werking

Foucault: indelen afwijkende mensen à werkelijkheid: homoseksualiteit natuurlijk?

  • DSM I en II: homo als stoornis à behandeling

Fryer (1972): anonieme homo à pleiten voor homo niet als stoornis

  • Toegeven dat homo bestaat, terwijl bedachte wetenschappelijke waarheid

Wetenschap maakt werkelijkheden: construct, besluit

DSM: er hangt geen bordje ‘stoornis’ in brein

Reificeren definities: definities tot dingen maken
Stap 1: eigenschap x à stoornis y
Stap 2: stoornis y à (dus) eigenschap x
Diagnoses: doen alsof realiteit (realisme) à verbergen dat het sociaal geconstrueerd is

Talig en materieel combinatie à harde werkelijkheden

Sociaal constructivisme: Alzheimer bestaat niet (net zoals ADHD, Sinterklaas etc)
Realistisch realist: het bestaat wel, het is overal (rituelen etc)

Onderzoek (menselijk)
Indelen/definiëren à meten etc à interpreteren
Meten: ook verworven: experiment niet neutraal, maar menselijke beslissingen

Meningen à wel goed onderbouwd

Realistisch realisme: meer vertrouwen in wetenschap door soorten kennis te mobiliseren en open te zijn

Image

Access: 
Public

Image

Image

 

 

Contributions: posts

Help other WorldSupporters with additions, improvements and tips

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.

Image

Spotlight: topics

Check the related and most recent topics and summaries:
Institutions, jobs and organizations:
Activity abroad, study field of working area:

Image

Check how to use summaries on WorldSupporter.org

Online access to all summaries, study notes en practice exams

How and why use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?

  • For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
  • For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
  • For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
  • For compiling your own materials and contributions with relevant study help
  • For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.

Using and finding summaries, notes and practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Use the summaries home pages for your study or field of study
  2. Use the check and search pages for summaries and study aids by field of study, subject or faculty
  3. Use and follow your (study) organization
    • by using your own student organization as a starting point, and continuing to follow it, easily discover which study materials are relevant to you
    • this option is only available through partner organizations
  4. Check or follow authors or other WorldSupporters
  5. Use the menu above each page to go to the main theme pages for summaries
    • Theme pages can be found for international studies as well as Dutch studies

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance

Main summaries home pages:

Main study fields:

Main study fields NL:

Follow the author: renskejonker
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Statistics
1804 1