Alcohol-Specific Parenting, Adolescents’ Self-Control, and Alcohol Use: A Moderated Mediation Model - Koning, van den Eijnden & Vollebergh - Artikel

Het drinken van alcohol komt vrij veel voor bij adolescenten. In Nederland hebben de meeste adolescenten van 15 jaar oud al alcohol gedronken en de helft doet dit wekelijks. Ouders zijn van invloed op het alcoholgebruik van hun kinderen dor de manier waarop ze hen opvoeden met betrekking tot het gebruik van alcohol, dit heet alcohol-specifiek-opvoeden. Door het stellen van regels en door de wijze waarop ouders communiceren met hun kinderen over alcohol, kunnen ze het alcoholgebruik van hun kinderen beïnvloeden tijdens de adolescentie. Daarnaast lijken persoonlijkheidstrekken, zoals zelfbeheersing, beïnvloedt te worden door omgevingskenmerken zoals de opvoeding. Het is onbekend of dit ook geldt voor de effecten van alcohol-specifiek-opvoeden. In de huidige studie wordt daarom gekeken of de vaardigheid van adolescenten om hun gedrag te controleren een mediator is bij de invloed van alcohol-specifiek-opvoeden op het gebruik van alcohol door adolescenten.

Eerder onderzoek heeft aangetoond dat alcohol-specifiek-opvoeden van invloed is op het alcoholgebruik door kinderen. Gedurende de adolescentie blijven ouders hierop van invloed. Strenge regels zijn de sterkste voorspeller van vroeg en later alcoholgebruik. Deze regels moeten met de adolescent worden besproken door middel van communicatie. De wijze waarop ouders spreken over zaken met betrekking tot alcohol en het niveau van wederzijds begrip en respect tussen ouders en kind wordt gezien als de kwaliteit van de communicatie over alcohol. Er is hier nog weinig onderzoek naar gedaan maar wel is naar voren gekomen dat een hogere kwaliteit van communicatie gerelateerd is aan minder drinken. Naast factoren met betrekking tot de ouders is ook de mate van zelfbeheersing van een adolescent een sterke en consistente voorspeller van middelengebruik. Ouders blijken echter weer een belangrijke rol te spelen bij de ontwikkeling van zelfbeheersing. Een ondersteunende autonome opvoeding waarbij sprake is van veel betrokkenheid van de ouders en structuur zorgt voor hoger niveau van zelfregulatie bij adolescenten.

Conclusie

De directe relatie tussen strikte regels van ouders over alcohol en beter ontwikkelde zelfregulatie aan de ene kant en minder alcoholgebruik aan de andere kant is overeenkomstig eerdere studies. Er is echter geen directe relatie gevonden tussen de kwaliteit van communicatie en het gebruik van alcohol. Er was de verwachting dat een autonome en ondersteunende omgeving (duidelijke regels met een hoge kwaliteit van communicatie) zou leiden tot hogere niveaus van zelfbeheersing bij adolescenten. Deze verwachting is uitgekomen in de zin dat een effectieve alcohol-specifieke opvoeding inderdaad zorgde voor minder nuttigen van alcohol door een toename in de zelfbeheersing van de adolescent. Dit bevestigt eerder onderzoek waarin werd gesteld dat opvoeding het effectiefst is als er sprake is van duidelijke regels in combinatie met warmte vanuit de ouders. Duidelijke regels zorgden bij adolescenten voor een toename in hun vaardigheid om hun gedrag te controleren, onafhankelijk van de kwaliteit van de communicatie tussen ouder en kind. Echter, meer zelfcontrole zorgde alleen voor minder alcoholgebruik bij adolescenten waarbij thuis sprake was van een hoge kwaliteit van communicatie. Bij adolescenten waar sprake was van een lagere kwaliteit van communicatie, werd er geen relatie gevonden.