ABRvS 28 september 2012, NJB 2012, 2321 (vingerafdrukken) - Arrest

Feiten

In meerdere zaken hadden de burgemeesters van Den Haag, Nuth, Skarsterlân en Amsterdam een aanvraag voor een paspoort of identiteitskaart niet in behandeling genomen, omdat de aanvragers weigerden de daarvoor verlangde vingerafdrukken af te geven. In deze specifieke zaak (NJB 2012, 2321) wilde de appellante niet haar vingerafdrukken laten opnemen omdat volgens haar de gevolgen van afgifte van biometrische gegevens niet goed zijn te overzien en dat zij niet zeker is bij welke partijen de gegevens terecht zullen komen.

De rechtbank had overwogen dat de burgemeester terecht had besloten om de aanvraag van de appellante niet in behandeling te nemen.

ABRvS

De Afdeling bundelt de vier vergelijkbare hogerberoepszaken (201205423/1/A3, 201105172/1/A3, 201110242/1/A3 en 201110934/1/A3) waarin de appellanten verschillende argumenten naar voren hebben gebracht ter motivering van hun weigering om hun biometrische gegevens af te staan en van hun betoog dat opslag van biometrische gegevens op een chip in paspoorten en reisdocumenten in strijd is met artikel 8 EVRM.

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State ziet aanleiding om in de vier hogerberoepszaken zogenoemde prejudiciële vragen te stellen aan het Hof van Justitie in Luxemburg. De vraag luidt: “Is artikel 1 lid 2 van Verordening (EG) 2252/2004 van de Raad van 13 december 2004 betreffende normen voor de veiligheidskenmerken van en biometrische gegevens in door de lidstaten afgegeven paspoorten en reisdocumenten, zoals gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 444/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 28 mei 2009 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2252/2004, geldig in het licht van de artikelen 7 en 8 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie en artikel 8 van het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden?

M.a.w. de Raad van State wil van het Hof weten of de Europese verordening, die lidstaten van de Europese Unie verplicht tot het opnemen van vingerafdrukken in paspoorten en reisdocumenten, in strijd is met het recht op privacy. De Afdeling besluit dan ook de vier zaken aan te houden totdat het Hof op de prejudiciële vragen heeft geantwoord.