Arresten en jurisprudentie: uittreksels en studiehulp - Thema
- 10136 reads
A / B
Casus
A en B zijn op 24 augustus 1972 gehuwd in gemeenschap van goederen. Op 18 april 1986 is voor notaris Krepel een akte gepasseerd waarbij A en B verklaarden dat zij met het oog op het (toekomstig) beroep van de man als notaris huwelijkse voorwaarden wilden maken, zodanig dat er tussen hen geen enkele gemeenschap van goederen zou bestaan en dat zij voorafgaande daaraan de tot dat moment bestaande algehele gemeenschap van goederen wilden scheiden naar de toestand per 1 februari 1986. De man A, die sinds 1973 als kandidaat-notaris bij het kantoor van Krepel werkte en dit kantoor in augustus 1986 heeft overgenomen, heeft de tekst van de akte opgesteld zoals die gepasseerd is. Het huwelijk van A en B is op 16 mei 1997 ontbonden door inschrijving van de tussen hen gegeven echtscheidingsbeschikking in de registers van de burgerlijke stand. B heeft vervolgens A gedagvaard en gevorderd de rechtshandeling waarbij de huwelijksgemeenschap tussen partijen op 18 april 1986 werd opgeheven te vernietigen. Primair op grond van bedrog, misbruik van omstandigheden en dwaling en subsidiair op grond van onrechtmatig handelen van de man jegens de vrouw. De Rb heeft de in het geding zijnde rechtshandeling vernietigd. Tegen dit vonnis heeft A hoger beroep ingesteld. Het hof heeft het vonnis bekrachtigd. Hiertegen heeft A cassatie ingesteld.
Rechtsvraag
Is er in casu aanleiding om op grond van een redelijke bewijslastverdeling van de hoofdregel van art. 150 Rv af te wijken?
Rechtsregel
In het onderhavige geval brengt een redelijke bewijslastverdeling met zich mee dat de man had dienen te bewijzen dat de vrouw de strekking en de gevolgen van de akte van huwelijkse voorwaarden kon overzien. Weliswaar rust volgens de hoofdregel van art. 150 Rv in verbinding met art. 6:228 lid 1 BW de bewijslast met betrekking tot de feiten die een beroep op dwaling kunnen opleveren, op degene die zich op dwaling beroept, maar in het onderhavige geval vloeit uit de eisen van redelijkheid en billijkheid een andere verdeling van de bewijslast voort.
Er was in casu sprake van een uitzonderlijke situatie waarin A (de man) in strijd met het vertrouwen dat B (de vrouw) in hem als haar echtgenoot (in een goede huwelijksrelatie) en als notarieel jurist in een vertrouwensfunctie mocht stellen, hoogst onzorgvuldig heeft gehandeld doordat hij heeft verzuimd haar goed en onpartijdig omtrent de vermogensrechtelijke gevolgen van de akte voor te lichten. Daarom kon het hof toepassing geven aan de uitzonderingsbepaling.
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Main summaries home pages:
Main study fields:
Business organization and economics, Communication & Marketing, Education & Pedagogic Sciences, International Relations and Politics, IT and Technology, Law & Administration, Medicine & Health Care, Nature & Environmental Sciences, Psychology and behavioral sciences, Science and academic Research, Society & Culture, Tourisme & Sports
Main study fields NL:
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
681 |
Add new contribution