Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>

Basis tot Homeostase HC30&31: Gaswisseling en -transport

HC30&31: Gaswisseling en -transport

Algemene informatie

  • Welke onderwerpen worden behandeld in het hoorcollege?
    • In dit college wordt de uitwisseling en transport van O2 en CO2 van de atmosfeer naar het bloed uitgelegd
  • Welke onderwerpen worden besproken die niet worden behandeld in de literatuur?
    • Alle onderwerpen in dit college worden ook behandeld in de literatuur
  • Welke recente ontwikkelingen in het vakgebied worden besproken?
    • Er zijn geen recente ontwikkelingen besproken
  • Welke opmerkingen worden er tijdens het college gedaan door de docent met betrekking tot het tentamen?
    • Er zijn geen opmerkingen over het tentamen gemaakt
  • Welke vragen worden behandeld die gesteld kunnen worden op het tentamen?
    • Er zijn geen mogelijke vragen behandeld

Alveolair gastransport

Gastransport vindt in het menselijk lichaam op twee manieren plaats:

  • Alveolair transport en diffusie van gassen (O2 en CO2)

    • A = alveolair
  • Transport van gassen in het bloed
    • a = arterieel

Er is een ventilatie-perfusie verhouding. Druk kan op twee manieren uitgedrukt worden:

  • 1 kPa = 7,5 mm Hg
  • 1 mm Hg = 1,35 cm H2O

Het drukverschil is de drijvende kracht voor verplaatsing van gas tussen compartimenten → gas diffundeert van hoge naar lage druk:

  • De buitenlucht heeft op zeeniveau een zuurstofdruk (PO2) van 20 kPa (150 mm Hg)
  • In de mitochondriën is de zuurstofdruk bijna 0
  • Bij transport door het lichaam wordt de druk steeds lager
  • De alveolaire PAO2 is lager dan de PO2 in de buitenlucht → de concentratie van water en CO2 is hier hoog → de buitenlucht mengt hiermee → de PAO2 wordt minder

De alveolaire zuurstofdruk is te berekenen met de arteriële CO2-druk en de inspiratoire O2-druk:

  • PAO2 = PiO2 - 1,25 x PaCO2

    • PAO2: de hoeveelheid zuurstof in de alveoli
    • PiO2: de hoeveelheid ingeademde zuurstof
    • PaCO2: de hoeveelheid CO2 in arterieel bloed

Dit wordt afgeleid uit de wet van Dalton.

Diffusie en perfusie:

De wet van Fick beschrijft de diffusie:

  • V = (D x A x (P1 - P2))/L2

    • D = diffusieconstante
    • A = area/oppervlak
    • P1 - P2 = het drukverschil
    • L = lengte/afstand

Het alveolaire gastransport kan beperkt worden door diffusie of perfusie (doorbloeding):

  • Perfusielimitatie: als bij het gastransport tussen alveolus en capillair de zuurstof (PAO2 en PiO2) een evenwicht wordt bereikt → in het capillair is de PO2 hetzelfde als in de alveolaire ruimte

    • Als het bloed sneller zou stromen, zou er geen zuurstof meer opgenomen kunnen worden
    • In het capillair wordt een evenwicht bereikt → transport verandert relatief weinig op diffusieveranderingen → perfusie geeft de beperking
    • Er wordt dus snel een evenwicht bereikt → er is reservetijd in de contacttijd
    • Perfusiegelimiteerd betekent: "afhankelijk van de perfusie"
    • Vindt plaats bij O2 en CO2
  • Diffusielimitatie: een arteriole heeft een bepaalde tijd waarin het contact maakt met het longblaasje: zuurstof kan dan worden opgenomen → bij een toename van diffusie neemt het transport toe
    • In de capillair wordt geen evenwicht bereikt → transport verandert relatief weinig op perfusieveranderingen → diffusielimitatie
    • Diffusiegelimiteerd betekent: "afhankelijk van de diffusie"
    • Vindt plaats bij CO

Koolstofmono-oxide:

Bij CO (koolstofmono-oxide) wordt er geen evenwicht bereikt: hoeveel CO het bloed ook opneemt, de concentratie wordt niet hetzelfde als in de alveoli → er komt geen evenwicht. Dit omdat hemoglobine een hele grote affiniteit voor CO heeft en het meteen opneemt → er is sprake van diffusielimitatie. De PCO bouwt nauwelijks op. De CO kan niet snel genoeg diffunderen door het membraan om het bloed te verzadigen:

  • Als de perfusie sneller wordt, wordt de contacttijd met de alveoli korter → er komt evenredig minder CO in het bloed
  • Als de perfusie trager wordt, wordt de contacttijd met de alveoli langer → er komt evenredig meer CO in het bloed

Er is dus geen sprake van perfusielimitatie.

Als er geen perfusielimitatie is, bepaalt de diffusielimitatie van de membraandoorgang de druk die wordt opgebouwd. Dit kan met CO getest worden:

  • Als het in de long komt en het allemaal verdwijnt, heeft het membraan een goede doorgang
  • Als het in de long komt en er nog veel aanwezig is, is het membraan slecht doorlaatbaar (bijv. dikker)
    • Bij inspanning kan dit lastig zijn: het bloed gaat sneller langs → het evenwicht wordt niet bereikt →

Arterieel gastransport

O2-transport:

Het zuurstof in bloed is grotendeels opgenomen in erytrocyten gebonden aan hemoglobine:

  • Zuurstof gebonden aan Hb = HbO2

Naarmate de zuurstofspanning stijgt, stijgt ook de saturatie van hemoglobine.

De hoeveelheid zuurstof die oplost in bloed is heel weinig. De kleine hoeveelheid opgeloste zuurstof bepaalt de zuurstofsaturatie (SaO2), ofwel de O2-content. Met de zuurstofsaturatie wordt berekend hoeveel zuurstof is gebonden aan hemoglobine:

  • SaO2= [HbO2]/([Hb] + [HbO2]) → de hoeveelheid hemoglobine met zuurstof gedeeld door de totale hoeveelheid hemoglobine

Zuurstof wordt dus getransporteerd door hemoglobine: het is geen opslagmiddel maar een transportmiddel. Voor het opslaan van 1 gram zuurstof is 535 gram hemoglobine nodig. De kleine hoeveelheid opgeloste zuurstof bepaalt de zuurstofdruk en daarmee het transport van en naar andere compartimenten.

De relatie tussen de zuurstofconcentratie en de PaO2 geeft de zuurstof content curve. Deze geeft de relatie tussen de zuurstofconcentratie en de zuurstofdruk in de arteriën. De relatie tussen SaO2 en PaO2 wordt weergegeven in de zuurstofsaturatiecurve. Beiden kunnen weergegeven worden in een grafiek:

  • Y-as links: hemoglobinesaturatie
  • Y-as rechts: O2-content (ml O2/dl bloed)
  • X-as: PO2 (mm Hg)
  • Bij een hoge PCO2 verbetert O2-afgifte in weefsels → de curve schuift naar rechts → bij spieren en organen wordt door hemoglobine meer zuurstof afgegeven
    • Bij een bepaalde PO2 blijft minder zuurstof gebonden aan hemoglobine
  • Bij een lage PCO2 wordt is er meer O2-opname door het bloed → de curve schuift naar links
  • De pH heeft ook invloed op de saturatiecurve

Hemoglobine kan zuurstof opnemen en afgeven. Doordat de curve verschuift is hemoglobine het ideale transportmiddel → er is een Bohr effect: als de concentratie van CO2 toeneemt, neemt de afgifte van zuurstof aan cellen toe.

Het bloed heeft een PO2 van ongeveer 13 kPa. Zuurstoftransport heeft dus een aantal kenmerken:

  • Gas wordt verplaatst van hoge naar lage druk
  • Diffusie vindt plaats van de alveolus naar erytrocyt en wordt bepaald door: A, L en P-verschil
  • In bloed is er weinig fysisch opgelost O2 maar dat bepaalt wel de PO2
  • Hemoglobine is een ideaal transportmiddel: er is een S-vormige en verschuivende saturatiecurve
  • Saturatie is afhankelijk van de PO2, niet andersom
  • Het O2-gehalte is niet hetzelfde als de O2-saturatie, maar de curves zijn bijna gelijk

CO2-transport:

CO2 in het bloed wordt op een andere manier vervoerd:

  • CO2+ H2O <-> HCO3 <-> H++ HCO3-
  • 5% opgelost CO2
  • 90% HCO3
  • 0% HCO3
  • 5% carbamino-CO2: CO2 dat aan een eiwit gebonden CO2 gebonden is

Dit is een open buffersysteem: CO2 kan uitgeademd worden. Mensen met diabetes hebben vaak een ontregelde bloedsuikerspiegel → krijgen ketonen → het bloed wordt zuurder. Om dit te compenseren gaan ze koolzuur uitademen.

Het Haldane-effect beschrijft dat de hoeveelheid zuurstof invloed op het CO2-transport heeft. Bij een lage zuurstofcondities bevat het bloed meer CO2 dan bij hoge zuurstofcondities. Op het punt dat de pO2 in weefsel daalt, kan het bloed meer CO2 oppakken en vervoeren naar de longen.

De PO2 beïnvloedt dus het CO2-transport en omgekeerd. Dit wordt beschreven in het Bohr- en het Haldane-effect.

Ventilatie-perfusieverhouding

Ventilatie en perfusie zijn niet perfect op elkaar afgestemd. De ventilatie-perfusieverhouding verschilt in verschillende plekken in de long:

  • Bij lage druk (bovenin de long) zijn de longblaasjes groot en open
  • Bij hoge druk (onderin de long) kunnen de longblaasjes zich met kleinere drukverschillen in grootte aanpassen en zijn ze kleiner
  • Er is een verschil tussen de alveolaire en arteriële hoeveelheid zuurstof: het A-a verschil
    • Wordt berekend met de alveolaire gasvergelijking en bloedgasbepaling: PA2= PiO2 - 1,25 x PaCO2
    • Wordt voor 1/3 verklaard door de anatomische shunts: 
      • Er gaat een beetje zuurstofarm bloed vanuit de vena bronchialis naar het zuurstofrijke bloed in de vena pulmonalis naar het linkeratrium
      • Afsluitingen in de bronchioli zorgen voor shunts
      • Afsluiten in de bloedvaten zorgen voor een grotere dode ruimte
    • Wordt voor 2/3 verklaard door V-Q mismatch: ventilatie-perfusie mismatch veroorzaakt door de zwaartekracht
      • In het bovenste deel is de alveolaire druk hoog en de perfusiedruk laag → het bloed staat stil → er is vrijwel geen perfusie
      • In het onderste deel is de arteriële druk hoog en de alveolaire druk laag → de perfusie gaat te snel → er kan weinig zuurstof door het bloed worden opgenomen → er is tekort aan ventilatie: de V-Q verhouding is laag

Iedereen heeft dus een arteriële PO2 die iets onder de alveolaire PO2 ligt. Echter is de ventilatie van de long basaal wel het hoogste. Daartussenin ligt ergens de ideale verhouding: de alveolaire wandspanning is lager en de perfusiedruk is hoger. Op de IC wordt geëxperimenteerd met de houding van patiënten om een zo klein mogelijke V-Q mismatch te krijgen.

 

Image

Access: 
Public

Image

This content is used in:

Collegeaantekeningen bij Basis tot Homeostase 2019/2020

Search a summary

Image

 

 

Contributions: posts

Help other WorldSupporters with additions, improvements and tips

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.

Image

Spotlight: topics

Check the related and most recent topics and summaries:
Activity abroad, study field of working area:
Institutions, jobs and organizations:
This content is also used in .....

Image

Check how to use summaries on WorldSupporter.org

Online access to all summaries, study notes en practice exams

How and why would you use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?

  • For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
  • For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
  • For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
  • For compiling your own materials and contributions with relevant study help
  • For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.

Using and finding summaries, study notes and practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Use the menu above every page to go to one of the main starting pages
    • Starting pages: for some fields of study and some university curricula editors have created (start) magazines where customised selections of summaries are put together to smoothen navigation. When you have found a magazine of your likings, add that page to your favorites so you can easily go to that starting point directly from your profile during future visits. Below you will find some start magazines per field of study
  2. Use the topics and taxonomy terms
    • The topics and taxonomy of the study and working fields gives you insight in the amount of summaries that are tagged by authors on specific subjects. This type of navigation can help find summaries that you could have missed when just using the search tools. Tags are organised per field of study and per study institution. Note: not all content is tagged thoroughly, so when this approach doesn't give the results you were looking for, please check the search tool as back up
  3. Check or follow your (study) organizations:
    • by checking or using your study organizations you are likely to discover all relevant study materials.
    • this option is only available trough partner organizations
  4. Check or follow authors or other WorldSupporters
    • by following individual users, authors  you are likely to discover more relevant study materials.
  5. Use the Search tools
    • 'Quick & Easy'- not very elegant but the fastest way to find a specific summary of a book or study assistance with a specific course or subject.
    • The search tool is also available at the bottom of most pages

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance

Field of study

Follow the author: nathalievlangen
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Statistics
1685