Het beest in ons – door Yvonne Hospers

Het is donderdag ochtend, ik loop door de gang op werk. Ik heb niet helemaal lekker geslapen en zit nog in mijn maag met een aantal dingen die waren besproken tijdens de vergadering de dag ervoor. De gemoederen waren hoog opgelopen. In gedachten loop ik door de gang en kom ik nou net die ene collega tegen die ik op dit moment liever even wil vermijden. Tijdens het passeren zegt ze “Oh, nog even over die vergadering van gister..”. Haar stem gaat al snel een octaaf omhoog en het volume wordt 2 tandjes harder. Ik merk dat bij mij ook de ademhaling een stukje sneller gaat. Automatisch. Al snel wordt het een discussie. Ik hoor opeens een hard geluid en merkte dat het mijn pieper is: een spoedje. Ik laat het gesprek voor wat het is en loop weg met de adrenaline nog in mijn lijf. 

Door alle drukte ben ik het gesprek daarna grotendeels vergeten. Totdat ik enkele dagen later een bijscholingscursus heb. Eerlijk gezegd heb ik hier niet altijd zin in. Vaak is het herhaling. Toch: deze dag dwingt me weer even terug te blikken op die ene dag in de gang. 

Tijdens deze cursus wordt verteld dat je “minder verstandig” wordt als je spanning voelt in je lijf. De mens heeft 3 hersenniveaus van functioneren: functioneren via het reptielenbrein, het zoogdierenbrein en het menselijk brein. 

Ons oudste brein is ons reptielenbrein en – de naam zegt het al –die hebben we gemeen met reptielen. Het bestaat voornamelijk uit de hersenstam. Hier zitten de basisfuncties, zoals ademhaling en hartslag, en een beperkt leervermogen. In dit brein zit ook het ‘vechten, vluchten of bevriezen (fight, flight or freeze)’-systeem. Een al veel besproken fenomeen (klik hier voor meer informatie via een youtube filmpje). Het komt erop neer dat wanneer je je in een gevaarlijke situatie bevindt – ik zie gelijk een beer voor me – je dan vaak één van de drie bovengenoemde dingen doet. Een overlevingsmechanisme. 

Het zoogdierenbrein is in de loop van de miljoenen jaren ontwikkeld en bevindt zich boven het reptielenbrein. Dit brein is sterk in lichaamscommunicatie, emoties en het inschatten van andere mensen. Dit hersendeel kan ook leren, bijvoorbeeld via straf en beloning. 

Dan komt het menselijk brein: de hersenschors. Dit maakt het intelligente denken mogelijk. Hierdoor kunnen wij communiceren met taal. Maar helaas is deze structuur een zwak systeem. Het reptielenbrein en het zoogdierenbrein zijn krachtiger. 

En hier begint het. Dit is precies wat er gebeurde in de gang! Mijn reptielenbrein en zoogdierenbrein namen het over van mijn menselijk brein. Ik merkte op dat zij harder en hoger ging praten. Dit werd door mijn breinsystemen geïnterpreteerd als ‘gevaar!’. Vervolgens ging mijn ademhaling sneller en mijn hartslag omhoog. Mijn brein ging over op de overlevingstand. Dit was de oorzaak van de discussie. Ik was op dat moment letterlijk minder goed in staat rustig na te denken over opmerkingen en werd geleid door emotie. Het lukte niet om ‘verstandig’ na te denken. 

En dan nu? Zijn we overgeleverd aan ons reptielenbrein? Zal ik altijd achteraf denken… “Oh oh.. had ik maar…”? Iets wat in ieder geval kan helpen is te letten op je ademhaling. Je ademhaling zit in je reptielenbrein en gaat in situaties van ‘gevaar’ automatisch sneller. Wanneer je dit opmerkt, kan je bewust proberen deze ademhaling weer te vertragen. Op het moment dat je ademhaling weer trager wordt, zal je brein concluderen dat het gevaar is geweken. Langzamerhand kan je dus weer je menselijke brein gebruiken. En hopelijk is dat nog net op tijd om die discussie nog om te draaien naar een productief gesprek. 

Access: 
Public
Comments, Compliments & Kudos

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.
Related topics:
Competences and goals for meaningful life:
Statistics
1733