Vrijwilligerswerk, vijfde blog

Maandag 28 januari
Toen wij vandaag op het Youth Center aankwamen om vervolgens even te computeren kwamen we erachter dat de langverwachtte nieuwe computers in dat lokaal waren geinstalleerd. Al deze nieuwe computers waren mogelijk gemaakt door het geld dat Unicef aan AYISE had gegeven, en onder andere hebben ze er nieuwe computers van gekocht, om binnekort de jeugd slimmer te maken, door middel van ICT training. Ze waren van plan deze week nog van start te gaan met de ICT training, die onder meer Microsoft Word, Powerpoint, Excel, internet en basis PC kennis zou gaan onderwijzen. Wie dat de mensen zouden gaan leren, was nog niet bekend (hint, hint). Dus inderdaad, wij hadden onszelf opgeofferd om ICT training te geven. Ik ben niet een ICT-er, of een bovengemiddeld expert van computers, maar ik weet wel hoe Microsoft Word werkt. Waarom niet dan? Zo ging het plan van AYISE door. Ze hadden gratis leraars en leraressen. Ik vond het wel leuk om te doen, was wel spannend. Maar nadat we dat besproken hadden, de vrijwilligers onderling, viel de stroom uit en zaten we met de gebakken peren op het Youth Center. Na 3 of 3 en een half uur ging de stroom weer aan, wat ook onverwachts was. Toen konden we eindelijk weer op de computer, en de overzichten van alle teams maken op de PC. We hadden ongeveer 60 teams. En die hadden gemiddeld zo’n 15 spelers, wat op 900 spelers terecht komt, van 9 tot 16 jaar. Daar moesten we allemaal een foto van maken, maar we hadden inmiddels al net meer dan de helft, ongeveer 550 ventjes, voor een muur gesleurd en gedwongen om te lachen. Maar lachen deden ze niet. We hadden alle 550 ventjes in 2 dagen op de foto gekregen. En beide dagen was het zonnig. En ze keken tegen de zon in. Dus in plaats van blije jongens, hadden we jongens die net keken alsof ze moesten poepen, of eruitzagen alsof ze ernstig ruzie met ons zochten. Ze moesten, nadat we elke foto hadden genomen, daarna ook hartelijk lachen over hoe apart ze erop stonden. Maar dat maakte ons niks uit, hoe moeilijk ze ook keken, we hadden maar 1 foto nodig. Van de 550 foto’s die we dus op de harde schijf van een computer hadden gepleurd, moesten we dus even uitvogelen welke bij welk team hoorden. We hadden dat in mijn Fokke & Sukke schrift, dat eigenlijk vorig jaar voor school bedoelt was. Maarja he, zoveel aantekeningen heb ik er niet in gemaakt, dus ik kon hem gewoon meenemen naar Afrika. Geheime opbiechting: ik heb het aantekeningschrift geeneen keer gebruikt. Maar ik had genoeg andere. Heb ze trouwens heel vrolijk weggegooid toen ik had gehoord had dat ik geslaagd was, maar dat terzijde. Dit lichtgroene Fokke & Sukke schrift valt inmiddels al een beetje uit elkaar, en heeft zoveel informatie in zich. Die zou ik niet graag kwijtraken. In dit schrift stond ook welk fotonummer bij welke speler hoorde. Daarnaast stond de naam en geboortedatum. De geboortedatum houdt in, wat de spelers zelf denken. Bij sommige spelers staat een vraagteken, en sommige spelers hadden zichzelf bedacht nadat we zeiden dat het 2013 was, en niet het jaar 3000. Vele maakten een rekensommetje in hun hoofd, even heel snel. Ze dachten: ‘Oke, ik zit in een onder 12 team. Het is 2013. Dus dan moet ik 2013-12=2001 geboren zijn. Welke datum? Even kijken wat de speler voor me heeft gezegd. Oh, die heeft 5 januari 2000 gezegd. Dan doe ik wel iets anders!’ Na voor een minuutje onduidelijk aangekeken te hebben, zegt menig speler vervolgens: ‘1 januari, 2001’. We lieten het maar gaan, maar we wouden we een paspoort van de spelers hebben, iets wat hun leeftijd en geboortedatum vaststeld. Want dat hebben we nodig voor de ID kaarten. Dus we hadden ze verteld dat ze Health Passports of Birth Certificates mee moesten nemen, een soort van paspoort. Iedereen zei ja, maar een week later hebben we er 7 binnen. Geeft maar eens aan hoe traag het gaat, en hoe lang het gaat duren als je dat documentje van 900 spelers nodig heeft. 900/7=129 weken, minimaal. Dat is bijna 2 en een half jaar, in dit tempo. Dan zijn wel al een tijdje weg, ja, dat drong ook tot ons door. We hadden geen andere keuze dan het keer op keer vertellen dat het heel hard nodig was om iets op te bouwen. Maar we hadden alle 550 foto’s op een harde schijf. Man o man, ik dwaal echt vaak af. Voel me net meneer Leppink (ongetwijfeld je beste en leukste geschiedenisleraar ooit), die weer eens in de vergetelheid raakt met een prachtig verhaal naast de geschiedenis zelf. Hij eindigt dan met bijvoorbeeld een flesje cola, terwijl het bij de Eerste Wereldoorlog begon. Raar af en toe. Maar nu even serieus. Die 550 teams moesten we dus in 3 verschillende leeftijdcategorieen zetten, en bij elke leeftijscategorie ongeveer 20 teams. Maar we hadden dat in mijn eerder genoemde Fokke & Sukke schrift geschreven, dus we konden al die troep ietwat klakkeloos overschrijven. Dat was fijn. Het was ook weer saai maar nodig administratiewerk, iemand moest het doen. We waren er wel 2 uurtjes zoet mee, en daarna gingen we weer naar huis.

Dinsdag 29 januari
We gingen in de ochtend naar het Youth Center, om daar vervolgens weinig uit te spoken. We hadden het administratiewerk afgemaakt, want we waren nog niet klaar met de 2 uurtjes van gisteren, we hadden ook weer vandaag 2 uurtjes in het administratiewerk gestopt. We gingen die middag trainen, en kwamen tegen de schemer erachter dat het wel tijd was om naar huis te gaan. We moesten Marcel een paar dingen vragen over de cheque, en we waren in zijn kantoor. Toen hij zijn thee inschonk en wat koekjes innam met de boodschap dat dit zijn eerste maal van de dag was, vertelde hij ons hoe de cheque in zijn werk ging. Wies en ik waren van plan om een grote hoeveelheid geld over te maken naar de bankrekening van AYISE, en dat geld vervolgens op een cheque te gooien. Het bedrag zou meer dan 1000 euro zijn, en dat zouden we uitgeven aan het weggeven van spullen. We hadden al een klein ideetje van wat we wouden. We wouden een soort van wedstrijd of toernooi organiseren, en daarbij allemaal spullen weggeven. Niet alleen aan de winnaars, maar elk team dat meedeet. Zodat elk team en elke speler en ook elke coach er op vooruit gaat. We dachten aan ballen voor elk team, en shirt voor de winnende teams. Maar we moesten er nog meer over denken. Eerst een budget maken, maar aangezien dat budget makkelijk de 1000 euro overschijdt, vroegen we eerst informative aan Marcel. Bart en Kelly hadden dit ook gedaan om de daycare te helpen en geld voor hun eigen reis te krijgen. Het voordeel van overmaken en de cheque is niet twintig keer of meer moeten pinnen, en de daarbij horende transactiekosten betalen. Dat scheelt veel gedoe, tijd en geld. Prima dus. Nadat we bij Marcel zoals altijd uitgelopen zijn omdat hij net zoals mijn vroegere geschiedenisleraar meneer Leppink verhalen vertelt die soms niet van de orde zijn. Maar beiden bedoelen ze het lief. Marcel wil alles toelichten, hij heeft ons zelf het complete verhaal vertelt hoe een cheque wordt gemaakt, verzonden en hoe het geld overgemaakt word. Na dat alles aan te hebben gehoord en anderhalf uur verder te zijn, gingen we naar ons huisje een paar meter verder, waar 3 meiden zich aan het opmaken waren. Waarvoor schoot ons onmiddelijk te binnen. We zouden die avond uiteten gaan voor de verjaardag van Cynthia, waar was nog een raadsel. Maar snel gedouched, omgekleed en opgefrist waren we nog op tijd om meet e gaan met Dennis. We reden richting Blantyre, en na een klein halfuurtje kwamen we in het pikkedonker aan in een straatje. We zagen van een paar plekke licht af komen, en parkeerden de auto tegenover een van die plekken. We keken naar binnen in een behoorlijk gezellig restaurant. Gezellig rustig, met een balkonnetje, een uitgebreide bar en leuke, sfeervolle verlichting. We liepen naar binnen en werden verwezen naar een tafeltje, dichtbij een hoek, waarbij een 6 mans tafel bezet was. We gingen met z’n 5en zitten, Dennis lieten we achter bij de auto totdat we klaar waren. We hadden lekker gegeten en gedronken, de 3 dames nog iets meer. Het was dan ook niet wonderlijk dat de Canadezen en de Zweedse erna uitgingen, in Doogles, pal naast een enorm busstation. Wies en ik gingen weer terug, we hadden er niet zo veel zin, plus die dag daarna hadden we weer afgesproken om met Marcel te praten, over de opslag van onze spullen. Daarvoor konden we drunken noch moe zijn, dus slapen gingen we.

Woensdag 30 januari
In de ochtend waren Wies en ik naar het Youth Center gelopen, en zoals afgesproken hadden we Marcel even uit een meeting geplukt om vervolgens even gezellig te babbelen. We gingen praten over de opslag van onze goaltjes. Zoals jullie weet hebben we 2 goaltjes, maar we zijn van plan er nog 2 te maken. Die konden niet in het huis van Abau worden opgeslagen. Het Youth Center bestaat uit 2 gebouwen, en de achterste, waar ampere en levende ziel valt te zien, hadden we in gedachte als opslagplaats. Het werd letterlijk voor niks gebruikt, en alle 16 onderdelen konden er makkelijk in. Eerst hadden we de plaats voor het computerlokaal in gedachte, waar onder andere veel troep van de Daycare lag en de netten, maar dat was net aan genoeg voor 1 goal, 4 onderdelen. Stel dat het er 16 waren, zou nooit lukken joh. We hadden er met Marcel over gepraat, en hij stelde voor dat we een Memorandum of Understandig maakte, een soort van deal maar dan op papier, heel officieel. Want hij wilt niet dat AYISE verantwoordelijk is als de onderdelen uit het gebouw worden gestolen, wat begrijpelijk is. Daarom moeten we zo’n contract opstellen, dat AYISE toestemming geeft voor de opslag van de goals in hun gebouw, maar niet verantwoordelijk is voor schade of diefstal. We hadden het positief opgevat. Een goede kans dat de goals daar, vrij veilig, opgeslagen zouden worden in de toekomst. Ongeveer een half uur erna kwamen Wies en ik erachter dat we bijna een maand illegal waren in Malawi, de eerste 30 dagen tot 7 januari waren al op. We moesten dus naar immigratie, waar dat ook mocht zijn. We hadden geen idee hoe het zou gaan verlopen, hoe lang het zou duren en of er kosten aan verbonden waren, maar zoveel zin om te gaan betalen en zoveel zin in ongelooflijk veel gedoe hadden we niet. Al helemaal niet als we op 7 mei vliegen en ons eruit proberen te praten. We moesten naar immigratie dus. En wel snel. Vrijdag zouden Wies en ik gaan, maar eerst moesten we weten waar het kantoor zich bevond, we hoopten vurig dat het in de buurt was. Monica kwam met de welcome boodschap dat het/een immigratiekantoor zich in het CBS van Blantyre bevond. Kan makkelijk, dus! Vrijdag zouden we naar Blantyre gaan, met de aanwijzingen van Monica, waar het immigratiekantoor nou precies was, op papier. We hadden er zin in! Grapje.

Donderdag 31 januari
Op deze donderdagochtend kwamen wij erachter dat het een heerlijke ochtend was. Er was geen wolkje aan de lucht te herkenne, wat af en toe wel mogelijk is. Wies en ik stonden, uitgeslapen, rond half 9 op om vervolgens de rest van de ochtend in het zonnetje door te brengen, terwijl de dames aan het bijkomen waren van hun legendarische avond uit, wat later zou blijken. We waren tegen het middaguur aardig bijgebruind, en op de hoogte gebracht van de activiteiten van de dames van die nacht. Die middag gingen we weer een toernooitje doen zoals vaker beschreven. 2 goaltjes opgezet met te grote netten, en vervolgens er lekker op los voetballen met 4 teams, met leiders als Wies, Abau, Herbert en ikzelf. Echt tof! Het weer zat ook mee, kortom; een hele leuke voetbalmiddag. Lekker actief, en lekker moe in de namiddag naar huis gelopen. Bij terugkomst plof je meestal in een houding neer, en daar blijf je dan 10 minuten zitten voordat een andere actie word ondernomen. Na wat eten en even te hebbe gedouched was het voor Wies en mijzelf tijd om te gaan slapen. Hoelaat weet ik niet meer, maar ik weet wel dat ik kapot was.

Vrijdag 1 februari
Wij stonden redelijk uitgeslapen rond half 9 op, om aanstalten te make nom naar de immigratiedienst te gaan. Na het ontbijt, Kellogg’s cornflakes met plasticachtige melk dat niet in een kartonnen pak komt, maar een plastic zakje kwam, wat aan het begin van ons verblijf wel vraagtekens deed rijzen, gingen we op weg. Met paspoort en een brief van AYISE bij ons, waarom de Executive Director Marcel vroeg om mee te werken met Wies en mij. We hadden er vertrouwen in. Toen we voor het Sunbird hotel stonden vroegen we ons af wat de volgende weg was. We hadden aanwijzingen gekregen van Monica, maar we keken een beetje vertwijfeld rond oms heen. Totdat we op een gegeven moment: ‘Hey! Hey you! Mister! Mister man! Yes, my friend, how are you?’ hoorden van achter ons. Een meneer kwam met een paar kaarten in zijn hand, en een andere uitgestoken hand naar ons toe lopen. Wies deed een paar stoppen naar hem toe, maar ik bleef staan waar ik stond om de indruk te wekken dat ik geen flauw idee had wie die vent was. Maar Wies was al vrolijk hem aan het begroeten toen ik erachter kwam dat het een souvenir verkoper was, die ons nadat we de berg in Blantyre hadden belopen bij Food Plaza kwam lastigvallen met kaarten. De meiden hadden toen wat van hem gekocht. Ik besloot ook maar om wat kaarten te kopen, en surprise surprise! Hij stelde voor om ons te vergezellen op onze trip. Wij hadden nog steeds vrij weinig idee waar het was, dus waarom niet dachten wij. Toen wij bij immigratie kwamen, moesten we niet te lang wachten voordat we aan de beurt waren. We vertelden onze situatie. We waren tot 7 januari legaal, dus bijna een maand illegal. Ze zeiden dat we eerst ons visum met 2 maanden moesten verlangen. Dat kan apart, dus twee keer 1 maand verlengen. 1 maand extra is 5.000 mK. Dus voor 2 maanden extra 10.000 mK betalen, en dan waren we legaal tot 7 februari. Geen onzinnige deal vonden wij. Maar dan waren we over 6 dagen weer illegaal, en dan, vroegen we. Daarna moesten we een Temporarily Visitors Permit aanvragen. Dat kon een tijdje duren zeiden ze, dus ze gaven ons papieren. Het was een behoorlijk lading aan informative, ook over het paspoort. We zouden dat thuis allemaal in gaan vullen, en dan konden we het de volgende week weer inleveren, zodat ze de procedure konden starten. De procedure, om de aanvraag voor de T.R.P. goed te keuren, kon wel een tidje duren zeiden ze, maar dat moest binnen anderhalve week wel goedgekeurd zijn. Wies en ik waren blij met ons bezoek. We hadden overigens direct de stempel gekregen voor de 2 maanden verlenging. Eindelijk weer legaal. We hadden er overigens niks van gemerkt, van het illegaal zijn. Het boeit de politie geen bal lijkt het wel. In Europa… Poeh, zou je inmiddels in de cel zitten. Maar bij de immigratie waren ze prachtig laidback over deze situatie, veels te laidback, zou later blijken. Na immigratie was het tijd om een kapper voor Wies te zoeken. Wies zijn haar was al lang bij aankomst, maar hij vond dat zijn haar inmiddels te lang was. De vent, de verkoper wiens naam ik niet weet, escorteerde ons naar een klein winkelcentrumpje, en toen we daardoor liepen rook het al lekker naar haarproducten. We liepen door een kapperszaak voor dames heen, en achter in die zaak was een kleine ruimte voor mannenkappers. Wies ging zitten, ik pakte een krant, die vent leunde tegen de deuropening aan, en een van de twee kappers kwam naar Wies toe. Wies vertelde wat hij wilde. Iets korter. Rond de 3 of 4 centimeter korter. De kapper knikte, en zij afwezig ja. Soms kan je dat als mensen herkennen, als je aan hun vraagt of ze je begrijpen zeggen ze ja, maar in hun ogen zie je dat ze er geen ene bal van begrijpen, helemaal niks. Dat werd ook duidelijk toen de kapper na een minuutje in een kast graaien een tondeuze pakte. Er werd stroom opgezet en hoppa, 6 centimeter korter op slag. Toen hij het complete kapsel van Wies 6 centimeter korter had geschoren, zei Wies: ‘Yes, it is okay now, thank you!’ De kapper antwoordde met een ja, en ging vervolgens door. Nog weer 2 en een halve centimeter eraf. Lekker hoor! En opnieuw wou Wies ophouden met zichzelf kaal te maken, en de kapper zei wederom: ‘Oooooooke’, en ging weer door. Na die laatste centimeter vond ik het ook wel lachwekkend genoeg. Samen met Wies zeiden we 8 keer achter elkaar ‘It is enough, you can stop nou’, om die niet-begrijpende blik uit zijn ogen te krijgen. Toen hij de tondeuze uit het stopcontact haalde stopten we met hem waarschuwen om op te houden met scheren. Wies moest om de spiegel lachen. Niet om de spiegel, maar zijn haar in de spiegel. Het leek net een berg. De lengte was op zoveel punten verschillend, en met gel kon je het ook niet in model brengen, net zoals een berg. Nadat hij 1 minuut hardop had gelachen samen met de kappers die uiteraard geen idee hadden waarom ze lachtten, gingen we weg. De knipbeurt was overigens 1.200 mK, 2 euro en 40 cent. Vergelijk dat in Nederland, 25 euro voor je haar net iets korter maken. 10 keer goedkoper, echt belachelijk. Maargoed we gingen weg van die kapper, gingen weer richting immigratie om een pasfoto te laten schieten. Dat kan ook op de markt, pasfoto’s laten schieten. Afdingen kan daar trouwens ook. Met wat kan je niet afdingen in Malawi, begon ik mezelf af te vragen. Daarna gingen we naar shoprite, en de vent hebben we een kleine 200 mK gegeven voor zijn behulpzame bijdrage die middag. We haalden wat, ik herinner me niet meer wat. Daarna waren we rond 3 uur terug in het compound. De rest van de middag gezond, en in de avond niets merkwaardigs gedaan dan slapen.

Zaterdag 2 februari
Ik werd deze dag ziek wakker. Kloppende hoofdpijn, alsof een dwerg met een hamer tegen je schedel slaat, elke keer dat je opstaat lijkt het alsof er water uit mijn hoofd gezogen word en ik val bijna flauw. Kan je je dat voorstellen? Elke keer dat je opstaat, helemaal wankelend van de hoofdpijn. Maar ik wil me niet aanstellen, maar dat was erg, zoals ik nog niet had meegemaakt. Natuurlijk dacht ik dat het malaria was of iets dergelijks, maar toen kwam mijn vader weer op in mijn hoofd. ‘Stel je niet aan, mafkees’. Juist. Niks mis met me, gewoon even doorzetten. Ik had die dag onder andere een kaartenhuis gebouwd, wat me nog nooit gelukt is. Wel apart. Ik was die dag ook vreselijk moe maar ik kon niet slapen. Die avond had Wies mij bijgebracht van de weinige gebeurtenissen die dag op en rondom het Youth Center. Ik voelde me wat beter toen hij er was. Was niet zo’n leuke dag, maar die heb je altijd. Moeten wel een paar mindere dagen in een verblijf van 5 maanden zitten.

Zondag 3 februari
Ik voelde me wat beter die ochtend, en ging full-in op het feit dat ik het ging maken naar het Youth Center zonder flauw te vallen of andere rare dingen te doen. Na een stevig ontbijt en 2 of 3 liter water naar binnen te hebben gewerkt, gingen Wies en ik op weg. Ik was uitgeput, ongelooflijk bezweet en ik had braakneigingen toen ik er aankwam, maar ik had het gehaald. Een verdiend halfuur in een stoel gezeten, helemaal niks gezegd en zowat stil gezeten voor de zekerheid. We hadden die middag weer wat foto’s genomen van de spelers, ongeveer een stuk of 100 of meer. Toen we die middag weer thuis waren en ik een tijdje op bed lag, voelde ik de absolute definitie van beroerdheid. De dwerg met de hamer was wederom weer teruggekeerd, dus ik besloot Marcel in te schakelen om me te vergezellen naar het ziekenhuis. Ik had me voorgehouden om geeneen keer naar het ziekenhuis te gaan in Malawi, ik ben een gezonde, sterke en lange Europeaan, ik kan zoveel aan. Maar deze hoofdpijn had me bij de keel, en na een telefoongesprek met Marcel kwam Chibarro, of Ragga ookwel genoemd, me ophalen om naar het ziekenhuis te gaan. Een taxi zou ons daar brengen en terughalen. Chibarro zou mij vergezellen in het ziekenhuis, aangezien ik moeite met recht lopen had. Maar toen we Nthandizi benaderden kwam hij met de boodschap dat hij naar de kerk ging. Verbaasd en verdoofd van de pijn zei ik ja, ga maar lekker. Ik had geen idee wat er ging gebeuren in het ziekenhuis, ik moest mezelf maar redden. We reden onder andere door Limbe Market, maar meer dan dat herinner ik me niet meer van de autoreis. We kwamen bij het ziekenhuis aan. Naast het ziekenhuis was een gebouw ongelooflijk hard muziek aan het afspelen, met een harde boem boem boem, Malawiaanse clubmuziek. Fijn, kan er ook nog wel bij. Ik liep het ziekenhuis binnen, moederzieltje alleen, en verbaasde me over de schone vloer, de rustigheid van de wachtkamer, de ruimte, en de ruim 25-inch flatscreen TV die in hoge kwaliteit de live wedstrijd Nigeria – Ivoorkust voor de Africa Cup afspeelde. Ik ging naar de receptive, zei dat ik een full-bodycheck wou, dat ik hoofdpijn had en dat het wachten wel kon duren, omdat ik een prima wedstrijd kon zien. Ik mocht na een kort-durende 15 minuten naar binnen waarna een dokter me vriendelijk begroette. Hij stelde een paar vragen, en verwees me naar het lab om een bloedmonster test te doen. Eerst moest ik weer naar de receptie om opnieuw te dokken. Ik ging 5 minuten daarna het lab binnen, wat er zeer professioneel uitzag, dure spullen enzo. Gaf me een goede indruk, dit zoekenhuis. Met de resultaten op papier, een paar minute nadat er een schone wegwerpnaald bloog wegzoog uit mijn rechterarm, liep ik weer terug naar de dokter. Ik had niet gehuild toen ik werd geprikt, ik was wel trots op mezelf. De dokter zei vervolgens dat er niet veel met me aan de hand was. Ik had wel een verhoging, maar niks was levensbedreigend. Me vader zou zich schamen voor zijn zoon.. Ik was blij dat ik oke was, maar ik vond het teleurstellend dat ik toch een aansteller bleek te zijn. Maar op de terugweg pikten we Chibarro weer op op Nthandizi, terwijl we naar de radio luisterden met het bericht dat Emenike had gescoord voor Nigeria, en terwijl ik de eerste paracetamol plus met een slok water innam. Ik was uiteraard niet zonder cadeautjes weggegaan bij het ziekenhuis, echt niet! Ik had een stok of 20 goede pijnstillers, paracetamol plus, en antibiotic gekregen. Antibiotica twee keer per dag innemen, paracetamol plus wanneer je zin hebt, was het advies van de pillen afdeling van het ziekenhuis die middag. Ik kwam thuis en vertelde iedereen hoe pleasant het ziekenhuis was, en dat ik niks had behalve souvenirs van het ziekenhuis. Ik kon die avond toch wel beter slapen, met de gedachte dat ik maar een aansteller was, en niet ziek was.

Maandag 4 februari
De moeilijkste dag van de week wouden Wies en ik beginnen met een presentatie voor de coaches. We wouden de boodschap benadrukken dat de Health Passports en de Birth Certificates voor dit weekend in de meerderheid binnen moesten zijn, of Wies en ik zouden het ID-kaart en contract project niet meer voortzetten. We hadden het gehad met een of 2 van die documenten per dag, ze moesten morgen al met tientallen tegelijk binnenstromen, of we hadden het gehad met de Afrikaanse mentaliteit op belangrijke dingen. We maakten ze duidelijk dat ‘we dit niet voor niets deden, de documenten zijn niet geldig als we geen geregistreerd bedrijf zijn, maar we gaan onszelf registreren als bedrijf, en dan hebben we geldige documenten om onze spelers te identificeren en te verkopen tegen een hoge prijs, wat is er dan mis mee? Breng die stomme documenten dan!’ – samenvatting van de meeting. Iedereen leek het eens, maar dat zegt nooit iets of het die tijd erna ook gaat gebeuren. Met Abau als vertaler duurde de meeting die we heel vroeg in de ochtend hadden voorbereid ongeveer 2 en een half uur, terwijl de presentatie origineel een halfuur zou duren. Omdat Abau in Chichewa alles uitlegt aan de coaches die moeite hebben met Engels, gecombineerd met het feit dat hij zelfs in het Engels dingen zegt die niks met het onderwerp te maken hebben, plus dat Wies en ik niet wisten wat hij precies zei, gaf Abau de vrijheid om te zeggen wat hij wou. Omdat hij alles zo uitgebreid doet, duurde het verschrikkelijk lang. We vroegen Abau 3 keer om het central hadden, nadat we duidelijk door hadden dat hij onzin aan het verkopen was aan de trainers. Hij we daarachter kwamen was als volgt: Ik vertelde 1 volledige zin. Die was niet lang, een stuk of 10 Engelse woorden. Ik wachtte totdat Abau het zou vertalen. Nadat hij na 10 minuten nog niet klaar was, ging er een lampje bij Wies en mij branden: ‘Hey, Abau vertelt veel meer dan de bedoeling is!’ We kapten hem direct af met de boodschap dat het sneller moest, we hadden niet de hele dag. Nou ja, die hadden we uiteindelijk wel, maar we hadden niet zoveel te vertellen, dus het moest een soort van bulletin zijn, terwijl het met Abau niks anders dan een documentaire was. Maarja, da’s Abau. Voor de rest hebben we die dag vrij weinig uitgespookt.

Dinsdag 5 februari
In de ochtend gingen we samen met Abau naar de Football Association of Malawi. Daar hadden we weer het idee om weer eens met die Casper te babbelen, die al bijna anderhalve maand niks van zich had laten horen, terwijl zijn belofte heel erg anders was. Het was niet diezelfde week, we hadden twijfels of het wel hetzelfde jaar zou zijn. We waren iets meer assertiever die ochtend, maar Casper bleef vriendelijk zoals altijd dus het was niet makkelijk om boos op die kerel te worden. Hoe hij het deed was een raadel. Hij bleef heel aardig en rustig, en hij kwam over alsof hij niet kon wachten om met ons samen te werken. Ik was benieuwd hoe hij was als wij uit zijn kantoor waren, wat hij toen deed, dat hij anderhalve maand geen reactie had gegeven op onze mail, dat nog niet eens 2 minuutjes was. Hij verzekerde ons dat hij vandaag zelfs of ander morgen zou reageren met de taak dat hij het contract zou veranderen. Met veranderen bedoele hij, hoe de F.A.M. het zou accepteren als een geldig document. Die middag was ere en meeting zonder ons, kregen we die avond te horen van Baulin. Hij vertelde ons dat hij het had geregeld, om nog een laatste keer te zeggen dat wij geen grappen maken. Inleveren, die documenten. En snel. Voor de rest hebben wij helemaal niks uitgevoerd, anders dan douchen, eten en slapen.

Woendag 6 februari
In de ochtend op het Youth Center hebben Wies en ik de fixtures gemaakt voor het aanstaande weekend. We hadden alle wedstrijden mooi naast elkaar gezet, en zo in een document de pioneer voor volgende fixtures (wedstrijdschema’s) gemaakt. Voor de volgende hoefde je alleen maar simple de teamnamen te veranderen en dan had je weer een nieuw schema. Het schema zelf uit de grond stampen was ook niet zoveel werk. Nog niet eens een kwartiertje, maar het is wel vermeldingswaardig om het even te zeggen, aangezien het de organisatie betreft. We hadden die middag ook onze papieren voor het immigratiekantoorbezoek die vrijdag klaargemaakt. We moesten onze pasfoto’s van de markt met wat motivatiebrieven bij elkaar doen. We moesten onze bankrekening uitprinten om te laten zien dat we genoeg geld hadden voor die 6 maanden die het T.R.P. zou gaan duren, en evenals de informative die we van het immigratiekantoor zelf hadden gekregen, ingevuld. Daar stonden onder andere dingen in zoals naam, achternaam, geboortedatum en plaats, hoelang je paspoort nog geldig was, wat je reden was voor je bezoek etcetera. Basic knowledge die het kantoor wel van je moet bezitten. We moesten nog wel wat maken en uitprinten, maar dat kon ook nog wel in Blantyre zelf, in een internetcafe of zoiets dergelijks, die heb je daar toch genoeg.

Donderdag 7 februari
We hebben de ochtend normaal meegemaakt. Ontbijtje en dergelijke. In de middag hebben we aan ons project gewerkt, we waren niet blij met de hoeveelheid BC’s (Birth Certificates) en HP (Health Passports) die we binnen hadden gekregen, maar stel dat we die vrijdag een stuk of 300 binnen zouden krijgen zou het geen kwaad kunnen om alvast wat werk te doen. We hadden er nu ongeveer 30, van de 600/650 die we moesten hebben. Van die 30 waren er maar 20 die op onze lijst stonden. Met zo’n paspoort moest je iemand hebben die diegene in een team kon plaatsen, dus Abau. Abau was erbij. We pakten een HP of BC, en vroegen hem: ‘In which team does this player play?’ Waarop Abau vervolgens een teamnaam noemde. Wij als een gek bladeren in het groene Fokke en Sukke boek totdat we die teamnaam zien en de bijbehorende leeftijdscategorie, en dan naar de naam van de speler zoeken. Als we die vinden, wat een kans is van 10 op de 15, schrijven we in de computer zijn geboortedatum achter zijn naam, en een vinkje in het groene boek. Dan weten we dat we die speler hebben gehad. Maar dit is extreme administratiewerk, dat traag gaat maar wel uitdagend. Uitdagend voor 5 minuten, en daarna eentonig en frustrerend. Die 10 BC’s en HP’s die we niet terug hebben gevonden in het groene boek, moeten we aan Abau teruggeven, die dan naar de spelers toegaat en om toelichting vraagt. Dan duurde het uiteraard weer een week voordat we die terug hadden. Hoe meer spelers we in de computer zetten, hoe meer we zagen dat het niks ging worden. We waren aardig negatief aan het einde van de middag. We hoopten op een wonder, op vrijdag.

Vrijdag 8 februari
Vandaag was het tweede bezoek voor immigratie voor Wies en mijzelf. We moesten nog wat dingen uitprinten en regelen voordat we onze documenten voor de T.R.P. moesten inleveren. We gingen bij de supermarkt People’s naar binnen, 5 minuutjes van het kantoor ver weg, en achter in de supermarkt was een internetcafe, dat geen onderdeel van de People’s was. Wel apart! Maar ook nuttig, het was redelijk druk bezet. We printten wat dingen uit, gingen weg, liepen om het hoekje een ander kantoor binnen en toen gaf Abau een medewerkster een taak. Ze moest voor ons de motivatiebrief schrijven. Waarom we hier waren, en vooral waarom we hier langer moesten blijven. Dat kon zij voor ons doen volgens Abau. Na 10 minuten wachten was ze klaar, en had zee en officieel uitziende brief zonder spelfouten aan ons onverhandigt, tegen 100 mK. We gingen naar het kantoor, gingen voorbij de grote wachtkamer en gingen in de rij staan in de kleine wachtkamer. We leverden het document in met de verwachting dat het zou goedkomen, maar daarentegen kregen we de boodschap wdat het niet goedgekeurt werd. De blijkbaar chagrijnige vrouw zei dat de motivatiebrief beter moest, met wat aanpassingen erbij. We liepen extreme heethoofdig terug naar het kantoor en lieten dezelfde mevrouw hetzelfde werk doen met wat aanpassingen. Na 10 minuten konden we weer terug naar immigratie. Wat een gedoe zeg. Maar er is meer! We kwamen weer in de kleine wachtkamer, en de mevrouw die ik toenertijd in het Nederlands als het dikke zwijn omschreef stuurde ons weer terug, omdat het weer niet goed was. We hadden alles precies gedaan wat ze vroeg, maar de stomme dame had zich blijkbaar bedacht. De mafkees. We liepen weer terug, weer naar de mevrouw in het kantoor, weer tien minute wachten, weer 5 minuten teruglopen, weer een kwartier in de rij, weer de onopgevoedde big tegenover ons, maar nu wel de boodschap dat het goed was. Ze was nog steeds niet blij maar het kon me niet minder schelen. Abau, Wies en ook ik hadden het gehad met deze instantie. Ookal was het de eerste keer van Abau, hij vond het ook niet bepaald soepel lopen, en het proces vraagt gewoon om problemen. Nadat we eindelijk weg waren met de gedachte dat we er helaas nog een keer terug moesten komen om te kijken of ons T.R.P. als was goedgekeurd door de hogere instanties, gingen we naar een advocaat, die ons zou gaan helpen met het registreren van Bangwe Community Sports Development. We kwamen binnen in zijn kantoor dichtbij de rotonde, die dichtbij het winkelcentrum in Blantyre is. Hij vertelde ons onder andere dat hij een advocaat was (echt waar?), en dat hij 10.000 per uur verdiende, en dat er 10 uur zou gaan zitten in het registreren van B.C.S.D. als een organisatie. We wisten het niet zeker, althans, Wies wist niet zeker. Ik dacht persoonlijk gewoon doen, maar Wies had er andere ideeen over. Maar we zijn met z’n tweeen, en als er 1 het er niet mee eens is is het lastig om een plan door te laten gaan. Dus we hadden de advocaat geen opdrachten of stapeltjes met groene 1000 kwacha’s gegeven. In plaats daarvan gingen we weg, en wouden we eerst meer informatie om daarna door te gaan met de advocaat. 100.000 mK is toch wel 250 euro. Niet niks, zelfs als je met z’n 2’en betaalt. We kwamen er diezelfde dag ook achter dat we te veel tijd hadden verspilt om nog naar Mount Mulanje te gaan, Wies en ik, dit weekend. We besloten de avond niks te doen, en morgenochtend te gaan. We hadden het gehad met deze dag en wouden deze snel eindigen met een slaapje, en dat kwam mooi uit want de volgende ochtend zouden we dan vroeg op moeten om een lange dag in Mulanje te moeten hebben.

Zaterdag 9 februari
We stonden 6 uur op om naar Tondole te lopen. Daar aangekomen liepenw e een eindje door naar de Weaving Factory, een stop dichtbij de markt van Namiyango, eentje verder dan Tondole. We staken over, en liepen een paar busjes langs, om vervolgens bij een busje te stoppen met een houten bordje met ‘Mulanje Border, Thyolo’ erop. Dat was ons busje, en we vroegen de conducteur hoeveel. 1.200 kwacha, was het eerste bod. We wisten dat 800 een goede prijs was, dus ik stelde 800 kwacha voor. Hij zei nee, en we liepen door. 2 stappen later zei hij oke, stap in, 800 kwacha. Toch onze zin gekregen; goed begin van de dag. We zaten vervolgens ruim een uur in het busje voordat we op een of andere kleine markt moesten uitstappen. We vroegen wat de volgende optie was en hij stelde ons een ander busje voor die we gretig instapten. Na dat busje van ongeveer 40 minuten stapten we op Mulanje Market uit, en vervolgens gingen we op zoek naar een fietstaxi om ons bij de Likubula Falls te brengen, huisjes die we kunnen huren om daar de nacht door te brengen. Maar eerder gezegd, de fietstaxi’s zochten ons, dan wij hun. Na 3 seconden waren er 7 fietstaxi’s om ons heen geparkeerd met de boodschap dat zij ons waar dan ook naartoe konden brengen. We stuurden er 5 weg, en gingen met 2 onderweg. Eerst een vlijtige afdaling van anderhalf minuutje, en daarna zaten we een uur en een kwartier een ijzeren achterste te vormen. Spierpijn kwam op toen we na een uur opstonden omdat zee en heuvel niet opkwamen. We hadden duidelijk de amateurs uitgekozen. Het laatste kwartier mochten we nog mooi 3 keer afstappen omdat de ventjes het niet redden, wat een belabberde klantenservice. Maar bij de tweede keer dat we afstapten kwam ere en vent haastig naast ons lopen. Deze man werd onze uiteindelijke gids in Mount Mulanje. Leek een aardige vent. We kwamen wederom bij een klein marktje uit, kochten wat bananen en koekjes, en gingen vervolgens naar boven, uiteraard met onze gids. We kwamen bij een klein hokje na 20 minuutjes een heuvel/bergje te hebben opgelopen, en daarnaast bevondt zich een stalling voor ongeveer 10 souvenirverkopers, die ons gretig aankeken, maar een minuut later beteuterd nakeken. We liepen gewoon door, en bij de ‘poort’ betaalden we 100 kwacha entrée. Werkelijk. 20 cent. Grappig. Maar we liepen een eind door naar de receptie, dat nog een behoorlijk eindje omhoog was. We kwamen daar aan, praatte een tijdje met de dame van de receptie en gingen vervolgens met een sleutel in onze handen een chalet voor 2 personen uitchecken. Zag er heel erg goed uit. Keuken, toilet en douche, slaapkamer met twee aparte eenpersoonsbedde, een huiskamer met een bank, 2 stoelen een tafel met daaronder een kleed, en een stenen vloer die lekker aanvoelde, en veel ramen die de kamer kleurrijk belichtte. We accepteerden de kamer, kleedden ons snel actief aan, en gingen vervolgens, met mooi weer, op weg naar de watervallen van Likubula. De gids wist de weg natuurlijk, en het was een mooie 40 minuten durende wandeling naar de waterval, en we hoorden de waterval al 7 minuten voordat we er aankwamen, zo luid was ie. Het was prachtig! We hebben ere en stuk of 20 Nederanders ontmoet. Ontmoet, niet leren kennen gelukkig. Ik was echt pissig; Wat doen al die Nederlanders hier echt? Ga weg ofzo. Maar ik heb genoten van het koude water dat me na het baden weer fris liet voelen. Het was fijn! Ook nog een paar keer van een 5 meter hoge springplek gesprongen, wat ik altijd leuk vind. Maar toen het ging regenen was het tijd om te gaan. Voordat we goed onderweg waren was ik al goed op m’n plaat gegaan. Maar de regen stopte na een kleine 10 minuutjes, en we waren na de regen al halverwege. De terugweg leek veel sneller te gaan! We betaalden de gids 2.500 mK voor die middag. Hij vroeg om een fooi, we gaven hem geen fooi. Hij vroeg ons nummer, wij gaven met tegenzin het nummer van Wies. Alles draait weer om geld. Ook in Nederland, maar in Malawi word het op een of andere manier tig keer per dag op je neus gedrukt. Maargoed, we hadden heerlijk warm gedouched, en in de avond tot laat gekaart, en heerlijk geslapen in de goede bedden. We wisten nog niet wat we de volgende ochtend gingen doen, weer klimmen of weer terug. We gingen ere en nachtje over slapen.

Follow the author: RubenDeBaas
More contributions of WorldSupporter author: RubenDeBaas:
Comments, Compliments & Kudos

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.
Access level of this page
  • Public
  • WorldSupporters only
  • JoHo members
  • Private
Statistics
468