Zeedijk - Arrest

Zeedijk (HR 06-12-1983, NJ 1984, 442)

Relevant wetsartikel

Art. 27 Sr.

Casus

Verbalisanten hadden de verdachte, die blank is, in gesprek gezien met een aantal negers op de Damrak in Amsterdam. Daarna zagen zij de verdachte met de negers in een auto voorbijrijden in een auto met een Duits kenmerk. Vervolgens zagen ze de auto geparkeerd staan met een medeverdachte achter het stuur, de verdachte kwam zojuist aangelopen. Toen de verbalisanten de straat overstaken om bij de auto te komen, renden de negers weg. Daaropvolgend werden de verdachte en medeverdachte aangehouden op grond van art. 2 Opiumwet.

Rechtsvraag

Kon in casu een redelijk vermoeden van schuld in de zin van art. 27 Sr worden aangenomen?

Rechtsgang

In hoger beroep werd verweerd dat het bewijsmateriaal onrechtmatig verkregen was, aangezien de verbalisanten geen redelijk vermoeden van schuld aan enig strafbaar feit gehad konden hebben ten tijde van de aanhouding. Het Hof oordeelt dat dit verweer verworpen moet worden. De verbalisanten konden gelet op hun politie-ervaring en de bekende feiten en omstandigheden ter plekke een redelijk vermoeden van schuld in de zin van art. 27 Sr hebben.

De Hoge Raad oordeelt dat het Hof in deze omstandigheid juist heeft geoordeeld omtrent de rechtmatigheid van de aanhouding en de verkrijging van het bewijsmateriaal. Het Hof doelde, volgens de Hoge Raad, op de omstandigheid dat de verbalisanten in dienst waren als respectievelijk hoofdagent, agent en brigadier van de gemeentepolitie, en dus veel ervaring hadden. Daarbij zijn de agenten ervan op de hoogte dat er grote kans is dat er in deze omgeving drugs wordt verhandeld, en dat dit vermoeden zeker rijst wanneer er buitenlandse blanken en negers in de omgeving Zeedijk-Damrak contact met elkaar hebben. Bovendien zagen zij de negers wegrennen. Het Hof heeft dus juist geoordeeld.

Conclusie

Er waren in casu genoeg aanwijzingen om een redelijk vermoeden van schuld in de zin van art. 27 Sr aan te nemen, zodoende zijn de aanhouding en de verkrijging van het bewijsmateriaal rechtmatig.