(Uitslag/ Wolterink) - Arrest

HR 14 november 1997, NJ 1998, 147 (Uitslag/ Wolterink)

Rechtsartikel

3:86 BW (bescherming bij koop beschikkingsonbevoegde)

Casus

September 1992: Uitslag koopt een caravan van Wolterink.

Wolterink had deze caravan gekocht van Koster. Koster had een onderneming die handel dreef in tweedehandscaravans. Zij deed dit op een bedrijfsterrein en gebruikte een caravan die niet duurzaam was verenigd met de grond, als kantoor. Mei 1994: De caravan blijkt gestolen te zijn te zijn op 1 mei 1992 en wordt bij Uitslag opgeëist door de schadeverzekeraar van de bestolene. Uitslag heeft aan de vordering voldaan.

Uitslag heeft de door hem met Wolterink gesloten koopovereenkomst buitenrechtelijk ontbonden en vordert schadevergoeding van Wolterink wegens tekortschieten in diens verplichting tot verschaffing van eigendom.

Rechtsvraag

Kan Wolterink, die de caravan van een beschikkingsonbevoegde (Koster) heeft verkregen, zich beroepen op de bescherming van art. 3:86 BW? Gaat hier de uitzondering bij gestolen zaken van artikel 3:86 lid 3 sub a BW op, dat particulieren die een gestolen goed in een daartoe bestemde bedrijfsruimte, zijnde een gebouwde onroerende zaak, niet hoeve te vrezen dat degene van wie het goed is gestolen nog drie jaar kan revindiceren?

Hoge Raad

De Hoge Raad concludeert dat het hof artikel 3:86 lid 3 BW conform de strekking daarvan zoals te vinden is in de parlementaire geschiedenis heeft uitgelegd en toegepast. Ook al was de caravan waar vanuit Koster zijn onderneming in tweedehands caravans dreef niet duurzaam met de grond verenigd, het hof mocht tot de beslissing komen dat de uitzondering van artikel 3:86 lid 3 sub 1 BW opging. In het licht van de omstandigheden en de beschermingsbepaling van artikel 3:86 BW mocht in dit geval de caravan gelijk worden gesteld met een onroerende zaak.