Rechtbank Zutphen 3 augustus 2013 - Arrest

Feiten

De vrouw verzoekt in een echtscheidingsprocedure kinderalimentatie voor haar zoon. De man is de biologische vader van het kind. Hij is geen verwekker, maar donor. De vrouw had op dat moment een relatie met een andere vrouw, met wie zij een geregistreerd partnerschap was aangegaan. De man had sporadisch contact met het kind. Na beëindiging van de relatie van de vrouw met haar partner zijn partijen getrouwd. Dit huwelijk is enkele jaren in stand gebleven.

De vrouw stelt dat de man onderhoudsplichtig is omdat hij de biologische vader van de zoon is en hij tevens family life met hem heeft opgebouwd. Voor zover de onderhoudsplicht niet gebaseerd zou kunnen worden op artikel 1:394 BW, moet deze volgens haar worden gegrond op artikel 8 van het EVRM. De man heeft de visie van de vrouw bestreden en heeft aangevoerd dat hij donor was en dat partijen daarover afspraken hebben gemaakt.

Rechtbank

De rechtbank ziet aanleiding om i.c. een onderhoudsplicht van de man aan te nemen. De ex-partner van de vrouw heeft geen onderhoudsplicht jegens het kind en hij was ook niet onderhoudsplichtig als donor. Echter door de samenwoning en het huwelijk van de man met de vrouw is een nieuwe situatie ontstaan. De man is biologische ouder met family life en stiefouder geworden. De man heeft feitelijk gedurende langere tijd een deel van de zorg, waaronder de financiële zorg, voor het kind op zich genomen. Hij is dus een verplichting aangegaan die in de gegeven omstandigheden niet eindigt door het eindigen van het huwelijk. Voor zover partijen afspraken op papier hebben gesteld, is een overeenkomst waarbij de onderhoudsplicht van de man opzij gezet wordt nietig, ook als de onderhoudsplicht is gebaseerd op artikel 8 EVRM.

De rechtbank kijkt dan ook nog naar de behoefte en de draagkracht. Bij de bepaling van het gezinsinkomen worden de kinderalimentatie en partneralimentatie die de man heeft betaald voor zijn eerdere gezin op het inkomen in mindering gebracht. Vervolgens wordt de behoefte vastgesteld, ook van het kind van de man uit zijn eerdere huwelijk. Gelet op de voorrangsbepaling van artikel 1:400 BW worden de kosten van beide kinderen, voor zover deze voor rekening van de man (worden geacht te) komen, in mindering gebracht op zijn draagkracht. Er bestaat geen grond voor matiging partneralimentatie op basis van wangedrag.

Kern

De rechtbank bepaald dat een bekende spermadonor met ‘family life’ wel onderhoudsplichtig is jegens zijn kind. Ondanks het feit dat de man niet als de verwekker of de instemmende levensgezel van de moeder kon worden gezien, neemt de rechtbank aan dat hij onderhoudsplichtig is. De man heeft immers gedurende langere tijd de financiële zorg op zich genomen. Het eindigen van het huwelijk beëindigd niet de verplichting die de man is aangegaan in de gegeven omstandigheden.