Praktisch fiscaalrecht - Damen - 4e druk - BulletPoints

Hoofdstuk 1

  • Belastingheffing heeft naast de opbrengstfunctie ook een regulerende of stimulerende functie.

  • Het draagkrachtbeginsel houdt in dat de sterkste schouders de zwaarste lasten dragen.

  • Het profijtbeginsel wil zeggen dat degene die profijt heeft van een bepaalde voorziening, er voor moet betalen. Zo betalen alleen weggebruikers wegenbelasting.

  • Materiële belastingwetgeving legt vast waarover we belasting moeten betalen en hoeveel. Voorbeelden hiervan zijn de Wet op de inkomstenbelasting en de Wet loonbelasting.

  • Formele belastingwetgeving legt vast hoe de belasting uiteindelijk bij de overheid terecht komt. Dit is onder andere geregeld in de Algemene wet bestuursrecht.

  • De bronnen van het belastingrecht zijn belastingwetgeving, uitvoeringsregelingen en uitvoeringsbesluiten, Europese richtlijnen, algemene beginselen van behoorlijk bestuur, jurisprudentie en resoluties.

  • De belangrijkste beginselen die een rol spelen in het belastingrecht zijn het vertrouwensbeginsel en het gelijkheidsbeginsel.

Hoofdstuk 2

  • De meer specifieke Algemene wet inzake rijksbelasting (AWR) heeft voorrang boven de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

  • Inkomsten- en vennootschapsbelasting worden geheven over personen dan wel lichamen die in Nederland gevestigd zijn. Personen die niet in Nederland wonen maar hun inkomen hier wel verdienen moeten ook inkomstenbelasting in Nederland betalen.

  • In de AWR is vastgelegd aan welke regels een aangifte moet voldoen. Tevens zijn de regels omtrent verschillende aanslagen vastgelegd.

  • In het geval van aanslagbelastingen kennen we voorlopige, definitieve en navorderingsaanslagen.

  • In de Awb zijn de regels omtrent bezwaar en beroep vastgelegd. Bezwaar kan worden ingediend bij de belastinginspecteur, beroep dient bij de rechtbank, en eventueel bij het Hof en de Hoge Raad.

  • Alleen de kosten die zijn gemaakt ten behoeve van rechtsbijstand in een bezwaar- en/of beroepsprocedure kunnen worden vergoed. Dit gebeurt alleen wanneer het bezwaar of beroep geheel of gedeeltelijk wordt toegekend.

  • De belastinginspecteur dient zich te houden aan het vertrouwensbeginsel en het gelijkheidsbeginsel.

Hoofdstuk 3

  • Voor inkomstenbelasting is sprake van een boxensysteem. In box 1 wordt inkomen uit werk en woning belast, in box 2 het inkomen uit aanmerkelijk belang en in box 3 inkomen uit sparen en beleggen.

  • Box 1 en 2 kunnen negatief zijn, box 3 niet. Het inkomen in deze box is altijd positief of nihil.

  • Persoonsgebonden aftrekposten verminderen eerst het inkomen in box 1, vervolgens box 3 en als laatste box 2. Verder verminderen dan tot nihil gaat hier niet.

  • De algemene heffingskorting heeft tot doel het verschaffen van een basisinkomen.

  • In artikel 1.2 Wet IB is het begrip partner opgenomen. Om volgens deze wet als partner te worden aangewezen is het niet noodzakelijk dat men getrouwd is. Zo kunnen bloedverwanten in sommige gevallen ook als partner aangemerkt worden.

  • Wanneer er sprake is van partners kan in sommige gevallen de ‘weggevallen’ heffingskorting van de minst verdienende partner alsnog worden uitbetaald.

Hoofdstuk 4

  • Om van een onderneming te kunnen spreken moet het gaan om een duurzame organisatie van kapitaal en arbeid, die deelneemt aan het economische verkeer, waarbij winst het doel is en dit ook redelijkerwijs verwacht mag worden.

  • Winst uit onderneming is het bedrag van de gezamenlijke voordelen die uit een onderneming worden verkregen.

  • In artikelen 3.14 t/m 3.17 Wet IB zijn kosten opgenomen die vanwege het privé-element niet aftrekbaar zijn.

  • Door goed koopmansgebruik wordt bepaald in welk jaar een bepaald voordeel of bepaalde gemaakte kosten geplaatst mogen worden.

  • Ondernemersfaciliteiten kunnen worden gezien als extra aftrekposten op de fiscale winst.

  • Voor enkele ondernemersfaciliteiten moet worden voldaan aan het urencriterium. Dit houdt in dat een ondernemer minimaal 1225 uur per jaar aan zijn onderneming moet hebben besteed. Hier zijn wel enkele uitzonderingen op.

  • Van staking is bijvoorbeeld sprake bij verkoop van de onderneming, bij stoppen of bij het overlijden van de eigenaar.

  • Bij staking van de onderneming moet de stakingswinst worden berekend. Dit bestaat uit de stille reserves, de vrijval van fiscale reserves, de goodwill en de desinvesteringsbijtelling.

Hoofdstuk 5

  • Loonheffing kan worden gezien als een voorheffing op de inkomstenbelasting.

  • Werkzaamheden die geen winst uit onderneming zijn en ook niet onder loon vallen worden gerekend tot overige werkzaamheden.

  • Er kan sprake zijn van een negatieve uitgave van een inkomensvoorziening. Dit is bijvoorbeeld het geval wanneer een teveel aan betaalde premie lijfrente later wordt terugbetaald.

  • Een lijfrente is een bedrag dat periodiek aan een bepaalde begunstigde wordt uitbetaald. Deze lijfrenteverzekering wordt voor de uitkering aangekocht door een eenmalige storting of periodieke premiebetaling.

  • Met eigen woning wordt bedoeld de in bezit zijnde woning die als hoofdverblijf gebruikt wordt.

  • Het eigenwoningforfait behelst de waarde van het woongenot. Dit wordt berekend door middel van een percentage van de WOZ-waarde.

Hoofdstuk 6

  • Van een aanmerkelijk belang in een bv is sprake wanneer iemand ten minste 5% van de aandelen van die bv bezit.

  • In sommige gevallen kan van een aanmerkelijk belang sprake zijn, ook al is de 5%-drempel niet gehaald. Er is dan een situatie die valt onder de meesleepregeling of de meetrekregeling of er is sprake van een fictief aanmerkelijk belang.

  • Het meest gebruikte reguliere voordeel is het dividend. Hierop mogen aftrekbare kosten in mindering worden gebracht.

  • Wanneer door bijvoorbeeld verkoop of schenking van aandelen de aanbiedende partij een voordeel oplevert, spreken we van vervreemdingsvoordeel.

  • Doorschuiving is mogelijk in drie situaties, te weten wanneer art. 4.16 lid 1 onder g Wet IB van toepassing is, bij fusies, of als artt. 4.17 t/m 4.17c Wet IB van toepassing zijn.

  • Indien na doorschuiving het aandelenbezit onder de 5%-grens zakt, spreken we van een fictief aanmerkelijk belang.

Hoofdstuk 7

  • Het forfaitair rendement is wettelijk vastgesteld op 4%. Dat betekent dat men geacht wordt jaarlijks 4% opbrengst te halen uit hun vermogen.

  • De ouderentoeslag geldt voor personen die de pensioengerechtigde leeftijd hebben en een rendementsgrondslag van maximaal €279.708 hebben (art. 5.6 onder a en b Wet IB).

  • De voorheffing van box 3 bestaat, net als bij box 2, uit dividendbelasting.

  • In box 3 kunnen bijvoorbeeld panden die worden verhuurd aan derden vallen, maar bijvoorbeeld ook vakantiehuizen.

  • Een schuld wordt geacht de bezitting te volgen. Een huis dat behoort tot box 1 brengt met zich mee dat de geldlening die hiervoor is aangegaan ook behoort tot box 1.

  • Van vrijstellingen kan sprake zijn wanneer men bijvoorbeeld een stuk bos aankoopt of wanneer men op een andere manier ‘groen’ belegt.

  • De waardering van onroerend goed verloopt via de WOZ-waarde. Deze wordt elk jaar door de gemeente vastgesteld.

  • Voor effecten of aandelen geschiedt de waardevaststelling door de instelling die belast is met het beheer ervan. Jaarlijks krijgt elke belegger een waardeoverzicht toegestuurd.

Hoofdstuk 8

  • Loonheffing bestaat uit de gezamenlijke heffing van de loonbelasting en volksverzekeringpremies.

  • Om van een dienstbetrekking te kunnen spreken moet sprake zijn van een gezagsrelatie, een verplichting tot het betalen van loon en een verplichting tot het persoonlijk verrichten van arbeid.

  • Loonheffing dient ook te worden berekend over loon in natura. Het gaat om voordelen die men, als men geen werknemer zou zijn, ook niet zou hebben gehad.

  • De waarde van loon in natura wordt bepaald door te kijken wat in het normaal economische verkeer een gebruikelijke prijs is.

  • In artikelen 10 en 11 van de Wet Loonbelasting staan een aantal vrijstellingen opgenomen. Hierover hoeft dus geen loonheffing te worden berekend.

  • De tarieven voor loonsbelasting zijn gelijk aan de tarieven voor box 1 van de Wet Inkomstenbelasting.

  • Een eindheffing naar keuze kan worden toegepast bij naheffingsaanslagen volgens art. 31 lid 1 Wet LB en bij vergoedingen en verstrekkingen volgens art. 31 lid 1 onder f Wet LB.

Hoofdstuk 9

  • Wanneer stichtingen en verenigingen in concurrentie treden, drijven zij een onderneming en zijn ze belastingplichtig voor vennootschapsbelasting.

  • Het belastbaar bedrag waarover de vennootschapsbelasting dient te worden betaald is de belastbare winst minus de verliezen.

  • Verliezen kunnen worden verrekend met de belastbare winst van het jaar ervoor, en vervolgens met de belastbare winst van de negen komende jaren.

  • Gelieerde lichamen zijn lichamen die met leiding, toezicht of kapitaal deelnemen in een ander lichaam.

  • Indien een verlies uit deelneming wordt geleden dat is veroorzaakt door liquidatie van een bv, dan is vrijstelling niet van toepassing en is het verlies dus gewoon aftrekbaar. Dit wordt liquidatieverlies genoemd.

  • Artikel 15 lid 1, 2 en 3 Wet VPB schetst een achttal voorwaarden waar aan moet worden voldaan wil er sprake zijn van een fiscale eenheid.

  • De aangifte vennootschapsbelasting bestaat uit een commerciële en fiscale begin- en eindbalans, een commerciële en fiscale winst- en verliesrekening, een kapitaalsvergelijking en een berekening van het belastbaar bedrag.

Hoofdstuk 10

  • Met het begrip omzetbelasting uit de Wet op de Omzetbelasting wordt hetzelfde bedoeld als btw, ofwel bruto toegevoegde waarde.

  • Wanneer er geen sprake is van een ondernemer in de zin van de Wet OB, dan is er ook geen sprake van omzetbelasting.

  • Een ondernemer is een ieder die een bedrijf of beroep zelfstandig uitoefent.

  • Van levering van een goed kan sprake zijn bij koop, huur of natrekking. Bij dit laatste wordt het geleverde goed bestanddeel van de hoofdzaak die al in het bezit was van de eigenaar.

  • Volgens artikel 4 lid 1 Wet OB zijn alle leveringen die niet als goed zijn aan te merken, aan te merken als dienst.

  • Medische beroepen zijn vrijgesteld voor de Wet OB. Hierdoor hoeft bijvoorbeeld een huisarts geen omzetbelasting te betalen.

  • Wanneer er sprake is van vrijgestelde prestaties die een ondernemer verricht, dan heeft deze ondernemer geen recht op aftrek van voorbelasting.

  • De plaats waar een levering wordt verricht is, ingeval het goed in verband met de levering wordt verzonden of vervoerd, de plaats waar de verzending of het vervoer aanvangt of, in andere gevallen, de plaats waar het goed zich bevindt op het tijdstip van de levering.

  • De plaats van een dienst is de plaats waar de afnemer de zetel van zijn bedrijfsuitoefening heeft gevestigd dan wel de plaats van de vaste inrichting indien de diensten voor deze vaste inrichting van de afnemer worden verricht.

  • Een ondernemer dient na elke levering van goed of dienst een factuur uit te reiken aan de ontvanger. Deze moet worden uitgereikt voor de 15e dag na de maand waarin de levering is verricht.

Image

Access: 
Public

Image

Image

 

 

Contributions: posts

Help other WorldSupporters with additions, improvements and tips

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.

Image

Spotlight: topics

Image

Check how to use summaries on WorldSupporter.org

Online access to all summaries, study notes en practice exams

How and why use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?

  • For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
  • For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
  • For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
  • For compiling your own materials and contributions with relevant study help
  • For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.

Using and finding summaries, notes and practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Use the summaries home pages for your study or field of study
  2. Use the check and search pages for summaries and study aids by field of study, subject or faculty
  3. Use and follow your (study) organization
    • by using your own student organization as a starting point, and continuing to follow it, easily discover which study materials are relevant to you
    • this option is only available through partner organizations
  4. Check or follow authors or other WorldSupporters
  5. Use the menu above each page to go to the main theme pages for summaries
    • Theme pages can be found for international studies as well as Dutch studies

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance

Main summaries home pages:

Main study fields:

Main study fields NL:

Submenu: Summaries & Activities
Follow the author: Law Supporter
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Statistics
755
Search a summary, study help or student organization