Postbezorger - Arrest

Postbezorger (HR 11-11-2011, ECLI:NL:HR:2011:BR5215)

Feiten

Verweerster werkt als postbezorger bij TNT Post als zij tijdens het werk uitglijdt over een plak bevroren sneeuw of ijs. Hierdoor breekt zij haar enkel. Een half jaar na het ongeluk is zij weer volledig arbeidsgeschikt. Na een (hernieuwde) operatie, kon zij niet meer haar werk als postbezorger uitvoeren. Zij stelt TNT aansprakelijk op grond van art. 7:658 BW en art. 7:611 BW. Zij beroept zich op oudere arresten van de Hoge Raad (de zgn. “1 februari-arresten”). In die arresten hadden werknemers tijdens hun werk met de auto een ongeval kregen. De Hoge Raad bepaalde dat er een verzekeringsplicht van de werkgever gold.

De kantonrechter oordeelt dat TNT (die zijn postbezorgers bij indiensttreding o.a. advies geeft over de te dragen schoenen) niet is tekortgeschoten in de zorgplicht van artikel 7:658 BW. Wel is TNT aansprakelijk wegens schending van een op artikel 7:611 BW gebaseerde verplichting om te voorzien in een behoorlijke verzekering.

Hoge Raad

In oudere zaken had de Hoge Raad dus een verzekeringsplicht van de werkgever aangenomen. Bij gebrek hieraan, zou de werkgever aansprakelijk zijn jegens de werknemer. De Hoge Raad maakt i.c. echter een einde aan de steeds verdergaande uitbreiding van aansprakelijkheid van werkgevers voor schade die werknemers in de uitoefening van hun werk hebben opgelopen wegens het ontbreken van een ‘behoorlijke verzekering’.

De werkgever moet op grond van art. 7:658 BW adequate maatregelen nemen om zo bedrijfsongevallen te voorkomen. Deze zorgplicht hangt o.a. af van de mate waarin de werkgever zeggenschap heeft over waar de werknemer de werkzaamheden verricht. De Hoge Raad stelt dat het feit dat dat risico buiten de zorgplicht van de werkgever ligt, niet betekent dat op de werkgever ten aanzien van dat risico geen verantwoordelijkheid rust.

Er moet naar de omstandigheden van het geval worden gekeken of de werkgever de verantwoordelijkheid voor het risico op schade draagt. Deze verantwoordelijkheid is niet beperkt tot werknemers die tijdens het werk deelnemen aan het verkeer. Tot waar de verantwoordelijkheid van de werkgever reikt, wordt o.a. bepaald door de aard van het ongeval, de gevolgen daarvan voor de werknemer, de mogelijkheid van de werkgever om daarvoor een voorziening te treffen, en de inhoud van de voorziening die in dat kader redelijkerwijs van de werkgever mag worden verwacht. Als wordt gekeken naar de aard van het ongeval is ook van belang, de mate waarin dat ongeval een gevolg is van de aard en inhoud van de werkzaamheden, en de omstandigheden waaronder het werkt wordt verricht.

Uit art. 7:611 kan niet een verplichting van TNT worden afgeleid om zorg te dragen voor een behoorlijke verzekering ter dekking van het risico van een eenzijdig voetgangersongeval zoals aan deze werkneemster is overkomen.

Kern

Een postbezorger die gedurende het werk uitglijdt vanwege gladheid en hierdoor ernstige schade oploopt, kan zich niet succesvol op de ‘verzekeringsplicht’ van de werkgever beroepen. De verzekeringsplicht van art. 7:611 BW (goed werkgeverschap) is beperkt tot ongevallen waarin de bijzondere risico’s van verkeersdeelname aan de orde zijn. Bij structureel gevaarlijk werk kan ook geen aansprakelijkheid uit hoofde van goed werkgeverschap worden aangenomen, als de werkgever de verplichtingen van art. 7:658 BW is nagekomen. Dit artikel geeft namelijk geen absolute waarborg voor bescherming van de werknemer. Een eenzijdig voetgangersongeval van de werknemer kan wel vallen onder het bereik van art. 7:658 BW.