Personality assessment: An overview - Cohen & Swerdlik - 2018 - Artikel

§11.1. Wat zijn eigenschappen?

Net als persoonlijkheid hebben ook eigenschappen geen vaste definitie. Volgens Gordon Allport zijn persoonlijkheidseigenschappen “de mentale structuren binnen de persoonlijkheid”. Een eigenschap is volgens Allport “een gegeneraliseerd en gefocaliseerd neuropsychologisch systeem met de mogelijkheid om verschillende prikkels op functioneel niveau gelijk te stellen en consistente (gelijkmatige) vormen van aanpassend en expressief gedrag aan te vangen en te sturen”.

Volgens Robert Holt zijn er daadwerkelijke structuren binnen de mens die het gedrag op een wetmatige manier sturen. Die structuren ontstaan door chemische veranderingen in het brein, die gebeuren wanneer de mens leert. Volgens Holt zorgt leren voor “submicroscopische structurele veranderingen binnen het brein, voornamelijk binnen het biochemische gedeelte.”

Raymond Catell geloofde ook dat eigenschappen te maken hadden met structuur, maar zag die structuren niet als een fysieke entiteit.

Robert Guilford zag eigenschappen als simpelweg “Elke onderscheidbare, relatief stabiele en langdurige manier waarop het ene individu verschilt van de ander.”

Het is belangrijk om de woorden onderscheiden en relatief goed te onthouden. Vriendelijk gedrag moet bijvoorbeeld te onderscheiden zijn van onvriendelijk gedrag. Relatief heeft te maken met de context waarin een eigenschap wordt toegekend. Een gesprek tussen twee vrienden tijdens de lunch is beleefd, maar datzelfde gesprek tijdens een speech op een bruiloft is onbeleefd. Dus: de gebruikte eigenschapsterm in afhankelijk van het vertoonde gedrag, en de context waarin dat gedrag plaatsvindt.

Stabiliteit is ook niet altijd even consistent. Veel persoonlijkheidseigenschappen zullen per persoon variëren afhankelijk van de context. Een misdadiger zal niet gewelddadig zijn tijdens zijn hoorzitting, maar zal zich thuis wel gewelddadig gedragen. Andere eigenschappen waarbij stabiliteit niet altijd van toepassing is zijn:

  • Eerlijkheid

  • Punctualiteit

  • Conformiteit

  • Houding tegenover autoriteiten

  • Introvert/Extrovert

§11.2 Wat zijn persoonlijkheidstypes?

Een persoonlijkheidstype kun je definiëren als de samenkomst van persoonlijkheidseigenschappen in een patroon dat toegekend kan worden aan een bepaalde persoonlijkheid.

Persoonlijkheidseigenschappen zijn de verschillende aspecten die een persoon tot een persoon maakt, terwijl een persoonlijkheidstype een omschrijving is van de persoon.

Er bestaan verschillende typologieën die door de jaren heen zijn ontwikkeld:

  • Volgens Myers hebben mensen voorkeuren in de manier waarop zij personen en hun omgeving observeren, en de manier waarop zij conclusies trekken over deze personen/hun omgeving.

  • Volgens John Holland zijn er zes persoonlijkheidstypes:

  1. Artistiek

  2. Ondernemend

  3. Onderzoekend

  4. Sociaal

  5. Realistisch

  6. Conventioneel

  • Volgens Meyer Friedman en Ray Rosenman zijn er slechts twee; type A en type B. Type A is competitief, gesneld, ongeduldig, rusteloos en heeft een drang naar dominantie en prestatie. Type B is precies het tegenovergestelde van type A.

  • De meest populaire typologie maakt een persoonlijkheidsprofiel op basis van de score die een persoon behaalt op een MMPI test. Een persoonlijkheidsprofiel geeft een omschrijving van een persoon op basis van eigenschappen, type, en staat.

§11.3. Wat zijn persoonlijkheidsstaten?

Het woord staat heeft verschillende betekenissen. In de een wordt staat gezien als de afgeleide psychodynamische aanleg die gebruikt wordt om de dynamiek tussen het id, het ego en het superego in permanent conflict te weerleggen. In de ander, en dit is de definitie die in dit boek gehanteerd wordt, is de staat een tijdelijke ervaring van een bepaalde persoonlijkheidseigenschap. Iemand die zich gespannen voelt vanwege een tentamen is in een gespannen staat. Dat betekent niet dat hij/zij over het algemeen een gespannen persoon is.

§11.4 Wat is assessment van de persoonlijkheid?

In de meest algemene zin helpt basis onderzoek met persoonlijkheidsassessment met het valideren en invalideren van gedragstheorieën en bij het generen van nieuwe hypotheses.

Benaderingen van persoonlijkheidsassessments verschillen in termen van bij wie de assessment wordt afgenomen, waarom het assessment wordt afgenomen, waar en hoe.

In veel gevallen omvat een persoonlijkheidsassessment vormen van self-report, een proces waarbij de cliënt zelf informatie geeft. Self-report wordt vaak gebruikt om iemands self-concept te onderzoeken. Self-concept kan gedefinieerd worden als iemands overtuigingen, meningen, houding, gedachten over zichzelf. Om achter hier achter komen wordt vaak een self-concept measure ingezet. Er zijn ook een aantal self-concept measures voor kinderen ontwikkeld. De term self-concept differentiation is ook belangrijk. Dit houdt de mate in waarin iemand verschillende self-concepts in verschillende rollen heeft. Aangenomen dat een cliënt goed inzicht heeft van zijn eigen binnenwereld en gedrag en aangenomen dat hij/zijn eerlijk zal antwoorden, dan kunnen self-reports erg waardevol zijn. Mensen kunnen echter ook motieven hebben om de self-reports niet eerlijk in te vullen.

In sommige gevallen is het, het beste om een derde partij in te schakelen voor de assessment, bijvoorbeeld een ouder of leraar. Dit is erg bruikbaar als de derde partij de cliënt goed kent, maar voorzichtigheid is geboden. De volgende begrippen zijn hier van belang:

  • Leniency error: een bias om iemand in een bepaalde richting te scoren (bv erg positief/negatief).

  • Error of central tendency: de neiging om iedereen rond het midden van elke schaal te scoren.

Partijen kunnen biased oordelen maken, bewust en onbewust, omdat het in hun eigen voordeel werkt. Andere factoren kunnen ook bijdrage in de bias.

§11.4.1. Wat wordt assessed wanneer een persoonlijksheidsassessment wordt gedaan?

Instrumenten om persoonlijkheid te meten zijn instrumenten die proberen inzicht te verkrijgen in iemands gedachten, gevoelens en gedrag gerelateerd aan alle aspecten van het menselijk bestaan. Sommige instrumenten zijn ontworpen om specifieke eigenschappen of staten te meten, en andere zijn ontwikkeld om beschrijvingen van gedrag te geven in bepaalde contexten.

De meeste huidige tests meten gelijk hoe iemand antwoord geeft, bekijken dus de response style van een persoon. Response style is de neiging om op een bepaalde manier antwoord te geven op test items ongeacht wat de inhoud van het item is.

De term impression management is een term dat gebruikt wordt om de poging om anderen te manipuleren door bepaalde informatie wel te geven en andere informatie achter te houden, te beschrijven.

§11.4.2. Hoe worden persoonlijkheidsassessments gestructureerd en afgenomen?

De reikwijdte van een instrument kan heel wijd zijn, en heel gericht zijn.

De mate waarin instrumenten gebaseerd zijn op een persoonlijkheidstheorie verschilt behoorlijk. Sommige zijn volledig gebaseerd op een theorie en andere nauwelijks. Als het instrument nauwelijks gebaseerd is op een theorie, geeft het de gebruikers de ruimte om hun eigen theoretische voorkeuren te gebruiken bij de resultaten.

Persoonlijkheid kan op veel verschillen manieren worden gemeten. De benodigdheden voor de afnemer verschillen daarmee ook enorm. Daarnaast verschillen de instrumenten ook in de mate van structuur. Ook kan dezelfde persoonlijkheidseigenschappen op verschillende manieren worden gemeten, bijvoorbeeld via een test op papier of computer of via een interview. Meestal wordt vooraf de eigenschap goede gedefinieerd. Dit is nodig, omdat eigenschappen op verschillende manier gedefinieerd/begrepen kunnen worden.

Een andere belangrijk aspect is de frame of reference. De frame of reference kan gedefinieerd worden als de aspecten van de focus van het onderzoek, zoals de tijdspanne, plaatsen, gebeurtenissen, etc. Hiervoor kan het volgende worden gebruikt:

  • Q-sort technique.

  • Adjectief checklist.

  • Zinsaanvullingen.

Instrumenten voor persoonlijkheidsmetingen verschillen ook in de manier waarop ze conclusies trekken uit de informatie die ze opleveren.

Het is ook zinvol om instrumenten op te delen op basis van een nomothetische of idiografische benadering. Volgens de nomothetische benadering bestaan alle eigenschappen in min of meerdere mate in alle mensen. Een idiografische benadering wordt daarentegen gekenmerkt door pogingen om meer te leren over de unieke constellatie van persoonlijkheidseigenschappen van elk individu, zonder elk persoon te karakteriseren aan de hand van een bepaalde groep kenmerken.

Het is ook belangrijk om te bepalen of de testscores worden vergeleken in relatie tot andere mensen of in relatie tot andere eigenschappen die gemeten worden bij dezelfde persoon. Het eerste wordt de normatieve benadering genoemd en het tweede de ipsatieve benadering.

§11.5. Hoe worden instrumenten om persoonlijkheid te meten ontwikkeld?

De content-oriented benadering tot de ontwikkeling van test houdt het gebruik van logica en reden in. Het gebruik van onderzoek bij het ontwikkelen van tests past bij deze benadering. Hetzelfde geldt voor klinische ervaring bij het bedenken van de items.

Tests kunnen ook ontwikkeld worden op basis van een theorie.

Een andere methode voor het ontwikkelen van huidige test is de data reduction method. Data reduction methods omvatten enkele statistische technieken, samen staan ze bekend als factor analysis. Dit kan gebruikt worden om bijvoorbeeld items te groeperen en te bepalen hoeveel items er minimaal nodig zijn.

De NEO Personality Inventory wordt veel gebruikt in klinische settings en in onderzoek waarbij er gebruik gemaakt wordt van persoonlijkheidsassessment. Het is gebaseerd op een vijf-dimensie model van persoonlijkheid en meet deze vijf dan ook:

  • Emotional stability.

  • Extraversion.

  • Openness.

  • Agreeableness (gaat over interpersoonlijke neigingen).

  • Conscientiousness (gaat over die kant van persoonlijkheid die te maken heeft met plannen, organiseren en afspraken nakomen.

§11.5.1. Wat zijn criterion groups?

Een criterium kan worden gedefinieerd als een norm waarop een beoordeling of beslissing gemaakt kan worden. Met betrekking tot de ontwikkeling van een schaal is een criteriumgroep een referentiegroep van testtakers die specifieke kenmerken hebben en van wie de antwoorden op testitems als norm dient voor de beslissing of een item wel of niet in de definitieve versie van de schaal wordt opgenomen.

Empirical criterion keying is de term die gebruikt wordt voor het proces waarbij gebruik gemaakt wordt van criteriumgroepen voor het ontwikkelen van tests. De ontwikkeling van een test aan de hand van empirical criterion keying kans als volgt worden samengevat:

  1. Maak een grote, voorlopige pool met testitems waaruit de testitems voor de definitieve versie van de test worden geselecteerd.

  2. Geef de voorlopige pool van items aan ten minste twee groepen mensen:
    Groep 1. Een criteriumgroep waarvan bekend is dat zij de bepaalde eigenschap die gemeten wordt bezitten.

    Groep 2: Een willekeurig geselecteerde groep mensen.

  3. Voer een itemanalyse uit om items te selecteren die aantonend behoren tot de criteriumgroep. Items in de voorlopige pool die op een statistisch significante wijze onderscheid maakt tussen de groepen, moeten opnieuw worden gedefinieerd en worden opgenomen in de uiteindelijke vorm van de test.

  4. Verkrijg gegevens over de testprestaties van een gestandaardiseerde steekproef van testpersonen die representatief zijn voor de populatie waaruit toekomstige testers zullen komen.

§11.6. Hoe gaat persoonlijkheidsassessment en cultuur samen?

In dit gedeelte is het begrip acculturation belangrijk. Acculturation is het doorgaand proces waarbij de gedachten, het gedrag, de waarden, het wereldbeeld en identiteit van een individu zich ontwikkelen in relatie tot het algemene gedrag, gedachten, gewoontes en waarden van een bepaalde culturele groep via de ouders, media, leeftijdsgenoten, etc.

Enkele tests zijn ontwikkeld om inzicht te krijgen in de mate van acculteration van een individu in zijn originele cultuur of in de dominante cultuur.

Een interviewer moet er op het volgende bedacht zijn bij het stellen van de vragen:

  • In sommige culturen zijn mensen niet zo bereid om informatie te geven over familie of andere zaken die ze te persoonlijk achten.

  • De interviewer moet bereid zijn woorden te veranderen als hij het begrip van de vraag voor het individu wil vergroten (bijvoorbeeld vanwege een andere moedertaal van het individu dan van de interviewer).

  • De interviewer moet niet twijfelen meer vragen te stellen als hij denkt dat dit waardevolle informatie oplevert.

  • De relevantie van elke vraag verschilt per individu, omdat elk individu andere ervaringen en achtergrond heeft.

Een ander belangrijk begrip is waarden. Waarden zijn de idealen waar een individu in gelooft.

Rokeach maakte onderscheid tussen instrumentele en terminale waarden. Instrumentele waarden zijn leidende principes bij het helpen bereiken van een bepaald doel (bv: eerlijkheid, ambitie). Terminale waarden zijn leidende principes en een gedragswijze die een eind doelstelling zijn (bv: een gelukkig leven, zelfrespect). 

De verschillende waarden die mensen uit verschillende culturen meenemen naar de assessment, kunnen zich laten zien in zeer uiteenlopende motivatie- en stimuleringssystemen (incentive). Het begrijpen van de waarden van een persoon is een integraal onderdeel van het begrijpen van de persoonlijkheid.

Het begrip identiteit is ook van belang hier. In deze context kan identiteit gedefinieerd worden als een groep cognitieve en gedragskenmerken waarbij individuen zich definiëren als behorende bij een bepaalde groep. Identificatie kan dan gezien worden als een proces waarin individu gedragspatronen van andere mensen aanneemt.

Wereldbeeld is de unieke manier waarop mensen hun percepties interpreteren en betekenis geven als gevolg van hun ervaringen, culturele achtergrond en gerelateerde variabelen.

Image

Access: 
Public

Image

Join WorldSupporter!
Search a summary

Image

 

 

Contributions: posts

Help other WorldSupporters with additions, improvements and tips

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.

Image

Spotlight: topics

Image

Check how to use summaries on WorldSupporter.org

Online access to all summaries, study notes en practice exams

How and why use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?

  • For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
  • For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
  • For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
  • For compiling your own materials and contributions with relevant study help
  • For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.

Using and finding summaries, notes and practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Use the summaries home pages for your study or field of study
  2. Use the check and search pages for summaries and study aids by field of study, subject or faculty
  3. Use and follow your (study) organization
    • by using your own student organization as a starting point, and continuing to follow it, easily discover which study materials are relevant to you
    • this option is only available through partner organizations
  4. Check or follow authors or other WorldSupporters
  5. Use the menu above each page to go to the main theme pages for summaries
    • Theme pages can be found for international studies as well as Dutch studies

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance

Main summaries home pages:

Main study fields:

Main study fields NL:

Follow the author: Vintage Supporter
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Statistics
523