Inleiding
Emoties ontstaan wanneer een persoon bewust of onbewust een gebeurtenis evalueert als relevant voor zijn of haar doelen. Emoties komen tot stand, worden gehandhaafd, veranderen of beëindigen de relatie tussen de persoon en de omgeving, afhankelijk van de betekenis die de emotie voor de persoon. In dit onderzoek worden twee aspecten van emoties en sociale doelen bestudeerd, namelijk de sociale doelen die worden geuit door de emotie en de gekoppelde sociale gevolgen die de emotie expressie veroorzaakt. De reden dat deze twee onderwerpen gekoppeld zijn, is dat de ontvangers van emotie verschillend kunnen reageren op verschillende emoties omdat zij de emotie interpreteren als de expressie van een sociaal doel of intentie.
Hoe emoties van elkaar worden onderscheiden
In het onderzoek werd gekeken of kinderen dachten dat woede een ander effect op sociale interactie zou hebben dan angst of verdriet en of kinderen dachten dat degene die de emotie uitte, doelen had in sociale interactie die geassocieerd zijn met de expressie van één emotie maar niet met een andere emotie. Onderzoek suggereert dat de appraisal (beoordeling) van de gefocuste gebeurtenis bepaalt waarom een bepaalde negatieve emotie ervaren wordt in plaats van een andere negatieve emotie. Deze appraisals omvatten een analyse van onze doelen in relatie tot de gefocuste gebeurtenis. Maar de reden dat een emotie eerder geuit wordt dan een ander kan ook een ander aspect van doelen omvatten, namelijk de sociale doelen van een persoon naar een ander persoon toe. Kennis van de effecten van de emotie expressie op interactie kan er namelijk toe leiden dat we onze expressie herzien.
Het kan zijn dat onze ervaring van emotie ook beïnvloed wordt door onze analyse van onze sociale context. Het is bijvoorbeeld niet alleen zo dat iemand die regelmatig verdrietig is de negatieve gebeurtenissen in de wereld interpreteert als zijn eigen schuld (intern) en dat het onmogelijk is om iets te veranderen (stabiel), maar ook dat degene bescherming en comfort wil van andere mensen.
Twee categorieën van sociale regulatie: dominantie en prosociaal gedrag
De sociaal-regulerende aspecten van emoties zijn onderzocht door middel van twee categorieën, namelijk dominantie binnen relaties en prosociaal gedrag. Er wordt verwacht dat kinderen wel onderscheid kunnen maken tussen de emoties woede, verdriet en angst.
Dominantie
Woede wordt weer vaker opgewekt als een persoon denkt dat een negatieve gebeurtenis expres wordt opgeworpen. De schuld van de gebeurtenis wordt dus buiten de persoon zelf gezocht (extern) en is veranderbaar. Woede wordt geassocieerd met dominantie (power) en angst en verdriet met onderwerping (powerlessness). Een aantal onderzoekers hebben gesuggereerd dat woede een emotie is die kracht of dominantie signaleert en een reactie van anderen teweeg brengt die een poging reflecteert om om te gaan met de dominantie van de expressor. Het kan zo zijn dat wanneer de ontvanger van woede de autoriteit of dominantie van de andere persoon ervaart, dat de ontvanger kan reageren met zijn eigen tegenbod voor dominantie.
Uit onderzoek blijkt ook dat agressief gedrag eerder beantwoord wordt met woede en hostiliteit dan met depressief gedrag. Echter, als de persoon tegen wie de agressie wordt geuit zich onderdanig voelt ten opzichte van de andere persoon, is er juist een grote kans op een angstige of verdrietige reactie. Dit is ook afhankelijk van de persoon naar wie de agressie geuit wordt (vrouwen zullen eerder angstig/verdrietig reageren dan mannen), zijn appraisal van de gebeurtenis en het doel dat hij heeft in relatie tot de andere persoon.
Prosociaal gedrag
Bij pro-sociaal gedrag handelt een persoon om de doelen van een ander persoon te vergemakkelijken of eraan mee te werken. Uit literatuur komt naar voren dat zelfs erg jonge kinderen comfort en hulp bieden wanneer zij een ander persoon in wanhoop zien. Verdriet en angst roepen meer pro-sociaal gedrag op dan agressief gedrag. Pro-sociaal gedrag uit zich in het dichterbij iemand komen, het op z'n gemak stellen en het helpen van de andere persoon en het verontschuldigen. Interessant is echter, dat respondenten wel eerder denken dat het hun eigen schuld is als ze een woedende reactie over zich heen krijgen, dan als de expressor verdrietige of angstige reacties uit.
Ontwikkelingsveranderingen in het begrip van kinderen op de sociaal-regulerende aspecten van emotie
Een ander doel van het onderzoek was om te begrijpen hoe het begrip van de sociaal-regulerende aspecten van emotie bij kinderen verandert met de leeftijd. Wanneer kinderen ouder zijn, worden zij beter in het maken van het onderscheid tussen echte en schijnbare emoties. Zij zijn ook beter in staat om hun gevoelens te maskeren en om meer sociaal acceptabele emoties te laten zien, zelfs wanneer hun interne ervaring negatief is. Uit onderzoek blijkt ook dat kinderen onderscheid maken tussen de effecten van positieve en negatieve emoties op hun sociale interacties.
Methode
In totaal namen er 108 kinderen deel aan het onderzoek, met een leeftijd tussen de 6 en 12 jaar. De kinderen werden random toegeschreven aan een van de drie emotie condities, namelijk verdriet, angst of woede. Zij kregen dezelfde drie vignetten voorgelezen in elke conditie, waarbij enkel de emotie-woorden veranderd zijn. Meisjes kregen verhalen voorgelezen waarin meisjes de hoofdrol speelden en jongens kregen verhalen voorgelezen waarin jongens de hoofdrol speelden. De drie verhalen omvatten inter-persoonlijke gebeurtenissen. In het verhaal ‘Broken Toy’, laat de emotie-toner een emotie zien wanneer zijn/haar geleende speelgoed stukgemaakt is door de ontvanger (degene die de emotie ontvangt). In het verhaal ‘Rejection’, laat de emotie-toner een emotie zien wanneer de ontvanger hem/haar niet mee laat doen in een spel. In het verhaal ‘Harm’, laat de emotie-toner een emotie zien wanneer hij/zij te hard op de schommel geduwd is door de ontvanger (broer/zus) en er daardoor vanaf valt. Vervolgens werd er per vignet aan de kinderen gevraagd wat de ontvanger zou voelen, welke actie de ontvanger zou ondernemen, hoe krachtig of krachteloos de emotie-toner zich voelde ten opzichte van de ontvanger en wat de doelen waren van de emotie-toner bij het uitdrukken van de emotie. De drie vignetten gingen elk gepaard met een cartoon illustratie. Dezelfde illustratie werd gebruikt voor elke emotie conditie en er werden geen gezichtsuitdrukkingen, emotionele gebaren, of emotionele houdingen gebruikt in de illustratie. Echter, bij het lezen van het verhaal wees de experimentator naar het kind die de emotie heeft en vroeg aan het kind over de effecten van deze emotie op het andere kind.
Resultaten
Gevoelens van de ontvanger
Uit het onderzoek bleek dat de hypothese, dat de woede conditie meer woede bij de ontvangers zou veroorzaken dan de verdriet of angst condities, enkel gesteund werd in het ‘Harm’ verhaal. Het effect was echter relatief zwak.
De voortgevloeide maatregelen van de ontvanger
Hiernaast werd duidelijk dat de angst en verdriet condities eerder doel herplaatsing en comfort veroorzaakten dan in de woede conditie het geval was. In reactie op woede was de ontvanger eerder geneigd om te reageren door zich van de emotie-toner af te wenden. Resultaten duiden er ook op dat woede, in contrast met verdriet en angst, meer agressie veroorzaakte.
Dominantie
Vijftig procent van de kinderen die blootgesteld werden aan de woede conditie dacht dan ook dat de emotie-toner zich sterker zou voelen dan de ontvanger, terwijl maar nul tot twintig procent van de kinderen dacht dat de emotie-toner zich sterker zou voelen na het tonen van angst of verdriet. Bij alle verhalen is het geval dat verdriet en angst significant verschilt van woede, maar dat verdriet en angst niet significant van elkaar verschillen.
Doel van de expressor
Bij het tonen van de woede waren kinderen hiernaast ook eerder geneigd om te denken dat het doel was om de ontvanger weg te laten gaan, dan wanneer verdriet of angst werden uitgedrukt. Bij het tonen van angst of verdriet waren kinderen namelijk eerder geneigd om te denken dan de emotie-toner comfort wilde dan als er woede werd getoond.
Leeftijdsverschillen in emotiebegrip
De laatste bevinding was dat jongere kinderen minder differentieerden tussen woede en de andere twee emoties dan de oudere kinderen.
Discussie
Kinderen van zes jaar denken dus dat er andere gevolgen zijn voor de sociale interactie wanneer woede wordt uitgedrukt, dan wanneer angst en verdriet worden uitgedrukt. Zij denken ook dat de sociale doelen van iemand die woede uitdrukt, verschillen van de sociale doelen van iemand die verdriet of angst uitdrukt. Echter, zelfs kinderen van 6 jaar zullen soms hun negatieve emoties niet of minder uiten om sociale consequenties te vermijden.
Verschillen in emoties op de sociaal-regulerende aspecten van emotie
Het is mogelijk dat een focus op sociale doelen en sociale consequenties van emotionele uitingen zullen bijdragen aan het begrip van de ontwikkeling en behoud van de individuele verschillen in emotionele uitingen.
Leeftijdsveranderingen in het begrip van kinderen op de sociaal-regulerende aspecten van emotie
Er is aangetoond dat de kinderen tussen de zes en de negen jaar verschillen in woede, verdriet en angst in termen van sociale doelen en sociale consequenties die geassocieerd zijn met deze emoties. Oudere kinderen kunnen beter differentiëren tussen emoties van woede, verdriet en angst dan de jongere kinderen.
Psychologie van de mens of echt gedrag
Concluderend kan gezegd worden dat kinderen denken dat woede, vergeleken met verdriet en angst, verschillende relationele doelen aankondigt en dit resulteert in verschillende interpersoonlijke consequenties.
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
Contributions: posts
Spotlight: topics
Online access to all summaries, study notes en practice exams
- Check out: Register with JoHo WorldSupporter: starting page (EN)
- Check out: Aanmelden bij JoHo WorldSupporter - startpagina (NL)
How and why use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?
- For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
- For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
- For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
- For compiling your own materials and contributions with relevant study help
- For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.
Using and finding summaries, notes and practice exams on JoHo WorldSupporter
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
- Use the summaries home pages for your study or field of study
- Use the check and search pages for summaries and study aids by field of study, subject or faculty
- Use and follow your (study) organization
- by using your own student organization as a starting point, and continuing to follow it, easily discover which study materials are relevant to you
- this option is only available through partner organizations
- Check or follow authors or other WorldSupporters
- Use the menu above each page to go to the main theme pages for summaries
- Theme pages can be found for international studies as well as Dutch studies
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
- Check out: Why and how to add a WorldSupporter contributions
- JoHo members: JoHo WorldSupporter members can share content directly and have access to all content: Join JoHo and become a JoHo member
- Non-members: When you are not a member you do not have full access, but if you want to share your own content with others you can fill out the contact form
Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance
Main summaries home pages:
- Business organization and economics - Communication and marketing -International relations and international organizations - IT, logistics and technology - Law and administration - Leisure, sports and tourism - Medicine and healthcare - Pedagogy and educational science - Psychology and behavioral sciences - Society, culture and arts - Statistics and research
- Summaries: the best textbooks summarized per field of study
- Summaries: the best scientific articles summarized per field of study
- Summaries: the best definitions, descriptions and lists of terms per field of study
- Exams: home page for exams, exam tips and study tips
Main study fields:
Business organization and economics, Communication & Marketing, Education & Pedagogic Sciences, International Relations and Politics, IT and Technology, Law & Administration, Medicine & Health Care, Nature & Environmental Sciences, Psychology and behavioral sciences, Science and academic Research, Society & Culture, Tourisme & Sports
Main study fields NL:
- Studies: Bedrijfskunde en economie, communicatie en marketing, geneeskunde en gezondheidszorg, internationale studies en betrekkingen, IT, Logistiek en technologie, maatschappij, cultuur en sociale studies, pedagogiek en onderwijskunde, rechten en bestuurskunde, statistiek, onderzoeksmethoden en SPSS
- Studie instellingen: Maatschappij: ISW in Utrecht - Pedagogiek: Groningen, Leiden , Utrecht - Psychologie: Amsterdam, Leiden, Nijmegen, Twente, Utrecht - Recht: Arresten en jurisprudentie, Groningen, Leiden
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
596 |
Add new contribution