Maternal Rigidity in Infancy and Level of Intelligence at School Age in Children Born Preterm - Butcher et. al. - 2004 - Artikel
Veel studies hebben uitgewezen dat te vroeg geboren kinderen slechtere cognitieve vaardigheden hebben kinderen die rond de uitgerekende datum ter wereld zijn gekomen. Er zijn twee groepen factoren die bijdragen aan de verschillen in cognitieve vaardigheden. Deze twee groepen zijn biologische factoren en omgevingsfactoren. Enkele biologische factoren zijn het geboortegewicht en de aard van de medische complicaties en deze zijn geassocieerd met de cognitieve prestaties in de eerste levensjaren. Omgevingsinvloeden, zoals sociaaleconomische status, het gedrag van ouders en sociale steun worden belangrijker op wat oudere leeftijd. Op de lange termijn kunnen beschermende omgevingsfactoren compenseren voor de negatieve effecten van biologische factoren, maar negatieve omgevingsfactoren zullen de impact van negatieve biologische factoren juist vergroten. De invloed van omgevingsfactoren op cognitieve vaardigheden zal het grootst zijn voor kinderen die een lage biologische risico hebben.
De gevoeligheid van de ouders is een beschermende omgevingsfactor. Gevoeligheid wordt gezien als de vaardigheid om het gedrag van kinderen te interpreteren in termen van zijn/haar karakteristieken en ontwikkelingsbenodigdheden en hier op de goede manier op te reageren. Gevoelige responsen dragen bij aan de ontwikkeling van de cognitieve, sociale en emotionele vaardigheden van het kind. Veel studies hebben gevonden dat gevoelige responsen significant geassocieerd worden met positieve ontwikkelingsuitkomsten. Omgevingsinvloeden zoals sociaaleconomische status en sociale steun zijn geassocieerd met de kwaliteit van ouderschap. Bepaalde eigenschappen van de moeder, zoals persoonlijkheid en attitudes zijn echter het sterkst geassocieerd met de kwaliteit van het ouderschap. Persoonlijkheid en attitudes zijn belangrijk, omdat ze als stabiele eigenschappen worden gezien die het gedrag in verschillende situaties beïnvloeden. Deze hebben dan ook lange termijn gevolgen op het ouderlijke gedrag.
Het aanpassingsvermogen en flexibiliteit zijn belangrijk persoonlijkheidstrekken voor gevoelig ouderschap. Moeders moeten in staat zijn om hun algemene ideeën over het opvoeden van een kind aan te passen aan de specifieke behoeften van het kind. Daarnaast moeten moeders ook in staat zijn om hun opvoedstijl aan te passen aan de veranderende vaardigheden en behoeftes van het kind. Daarom zal rigiditeit zonder flexibiliteit waarschijnlijk een negatieve invloed hebben op de ontwikkeling van het kind. Rigiditeit verwijst naar het continue handelen volgens bepaalde vaste patronen en ideeën in plaats van te handelen na het analyseren van de situatie. Simpele of bekende situaties zullen gedrag oproepen dat eerder is vertoond en dat is in dat geval prima. Echter, als zich een complexe of nieuwe situatie voordoet, dan moet de moeder eigenlijk alles analyseren en bedenken wat de beste respons in dat geval is. Moeder die meer rigide zijn, zullen ook moeilijker inzien dat de behoeftes van hun kinderen veranderen en zullen hun gedrag niet aanpassen aan deze behoeftes.
Er is enigszins bewijs voor een associatie tussen rigiditeit en ontwikkelingsuitkomsten in kinderen die niet te vroeg geboren zijn. Onderzoek heeft gevonden dat het aanpassingsvermogen van de moeder samenhangt met positieve sociale en cognitieve uitkomsten van vierjarige kinderen die niet te vroeg geboren waren. Daarnaast heeft onderzoek ook uitgewezen dat kinderen van moeders die hoger scoren op rigiditeit minder goed sociaal ontwikkeld zijn dan kinderen van moeders die niet zo hoog scoren op rigiditeit. Rigiditeit hangt ook samen met andere factoren van ouderschap. Zo is er uit onderzoek gebleken dat moeders die hoger scoorden op rigiditeit ook meer moeite hadden om te interacteren met hun te vroeg geboren kinderen. Verder wees onderzoek ook uit dat moeders die hun kinderen mishandelden ook meer rigide zijn in hun interactie patronen. Te vroeg geboren kinderen zijn moeilijker ‘af te lezen’ en minder voorspelbaar dan kinderen die niet te vroeg geboren zijn. Tijdens hun jeugd laten deze kinderen meer gedragsproblemen zien. De zorg voor een te vroeg geboren kind kan daarom mogelijk meer moeite vergen van de ouders. De associatie tussen de rigiditeit van moeders en negatieve uitkomsten kan heel sterk zijn bij deze kinderen. In dit artikel werd er gekeken naar het verband tussen de rigiditeit van moeders en cognitieve uitkomsten van kinderen die te vroeg geboren waren. De hypothese van de onderzoekers was dat de rigiditeit van moeders negatief geassocieerd was met de mate van cognitieve ontwikkeling. Omdat de invloed van persoonlijkheid en attitudes sterker wordt mettertijd, verwachtten de onderzoekers dat die associatie sterker zal zijn bij kinderen van 7,5 jaar zijn dan bij kinderen van drie of veertien maanden. De onderzoekers dachten dat de associatie tussen rigiditeit en cognitieve ontwikkeling hetzelfde zou blijven als er gecontroleerd werd voor de kwaliteit van de omgeving en biologische risico’s.
Methode
Er deden 44 kinderen die te vroeg geboren waren tussen juni 1989 en maart 1991 mee en hun moeders deden ook mee. De criteria waren verder dat de kinderen geen tweeling waren, dat beide ouders Nederlands zijn, dat hun moeder minder dan 20 uur in de week werkt en dat de kinderen geen congenitale abnormaliteiten hadden. De geboorteweken varieerden van 24 tot 34 weken. Er werd ook gekeken wat de neurobiologische risicofactoren waren en hoe intensief deze waren. Dit werd gemeten met de Nursery Neurobiological Risk (NBRS) scores. Daarna werd er ook gekeken hoe lang de pasgeboren kinderen in het ziekenhuis bleven na hun geboorte. Dit varieerde van 21 tot 136 dagen. Er deden twintig meisjes en 24 jongens mee. De ouders werden op basis van hun educatie en banen gegroepeerd in een van de vijf sociaaleconomische categorieën.
Er werd naar twee maten van rigiditeit gekeken. De eerste was rigiditeit als persoonlijkheidstrek en de tweede was rigiditeit als een opvoedattitude. Rigiditeit als persoonlijkheidstrek werd gemeten met de Nederlands Persoonlijkheidsvragenlijst (NPV) en deze ziet rigiditeit als een behoefte aan orde, moeite met het aanpassen aan veranderende omstandigheden, het wantrouwen van ideeën van anderen en niet open staan voor alternatieven. Om rigiditeit in het opvoeden van kinderen te meten, werden er vragenlijsten gebruikt. Een voorbeeld van zo’n vraag is ‘Ik houd me aan het voedingsschema, zelfs als mijn baby huilt voordat het tijd is om gevoed te worden’. Daarnaast werden de cognitieve vaardigheid en intelligentie van de kinderen gemeten.
De gegevens werden op vier verschillende momenten gemeten. De eerste keer was zodra dokters dachten dat de baby’s buiten gevaar waren. Moeders vulden de NPV in. Toen de kinderen drie maanden oud waren, kwamen ze met hun moeders naar het laboratorium en vulden de moeders de vragenlijsten over opvoedattitudes rigiditeit in en werd de cognitieve vaardigheid van de kinderen gemeten. Toen de kinderen 14 maanden waren, kwamen ze weer terug en vulden de moeders beide vragenlijsten voor rigiditeit in en werden de cognitieve vaardigheden van de kinderen weer gemeten. Toen de kinderen 7.5 waren, kwamen ze terug naar het laboratorium en werden hun intelligentie, gezondheid en motorische vaardigheid gemeten.
Resultaten
Uit de gegevens bleek dat de kinderen van drie maanden en veertien maanden cognitief net zo presteerden als de generale populatie kinderen. Echter, op 7.5 jarige leeftijd was de intelligentie lager dan van kinderen uit de generale populatie. Verder is gevonden dat de omgevingsfactoren en biologische factoren geen invloed hadden op de cognitieve vaardigheid van kinderen van drie maanden. Omgevingsinvloeden speelden een grotere rol vanaf veertien maanden en ze speelden een nog grotere rol bij 7.5 jaar. De rigiditeit van moeders was significant en negatief geassocieerd met intelligentie. Ruimtelijke vaardigheden waren meer geassocieerd met rigiditeit dan verbale vaardigheden dat waren. De gegevens over het functioneren komen overeen met de gegevens van andere studies.
De schrijvers van dit artikel hebben gevonden dat rigiditeit van moeders samenhangt met cognitief functioneren op schoolleeftijd. Het kan zijn dat kinderen met minder flexibele moeders zelf ook een minder flexibele manier van omgaan met problemen hebben. Intelligentie kan ook gezien worden als het vermogen om problemen op te lossen. Het is echter jammer dat de intelligentie van de moeder niet werd gemeten. Het zou namelijk kunnen dat er een associatie tussen de intelligentie van de moeder en de 7.5 jarige is. Intelligentie en educatie zijn gerelateerd en de onderzoekers van dit artikel hebben de regressie analyse nog een keer uitgevoerd onder controle van de educatie van de moeder. Het verband tussen de rigiditeit van moeders en het cognitief functioneren van hun kinderen bleef behouden. Dit wil dus zeggen dat de intelligentie van de moeders niet zorgt voor het cognitief functioneren van kinderen.
Rigiditeit heeft een invloed op de kwaliteit van de opvoeding. Rigiditeit kan ervoor zorgen dat de vaardigheid van moeders om hun opvoedstijl aan te passen aan de veranderende cognitieve en sociale behoeften van het kind beperkt is. Uit de resultaten kwam naar voren dat de rigiditeit van moeders samenhing met het cognitief functioneren. Het lijkt erop dat rigide moeders het moeilijk vinden om aan de behoefte van hun kinderen voor autonomie te voldoen. Moeders moeten hun kinderen dingen meer zelf laten reguleren. De resultaten van deze studie laten zien dat door het verhogen van het begrip van moeders voor de ontwikkeling van het kind, de cognitieve ontwikkeling verbeterd wordt. Rigide responsen zijn het resultaat van onzekerheid over de eigen vaardigheid om met complexe, onbekende situaties om te gaan. De moeders moeten meer leren over de veranderende behoeften van het kind en ze zullen dan in staat zijn meer vertrouwen te hebben in hun eigen beslissingen.
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
Contributions: posts
Spotlight: topics
Online access to all summaries, study notes en practice exams
- Check out: Register with JoHo WorldSupporter: starting page (EN)
- Check out: Aanmelden bij JoHo WorldSupporter - startpagina (NL)
How and why use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?
- For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
- For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
- For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
- For compiling your own materials and contributions with relevant study help
- For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.
Using and finding summaries, notes and practice exams on JoHo WorldSupporter
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
- Use the summaries home pages for your study or field of study
- Use the check and search pages for summaries and study aids by field of study, subject or faculty
- Use and follow your (study) organization
- by using your own student organization as a starting point, and continuing to follow it, easily discover which study materials are relevant to you
- this option is only available through partner organizations
- Check or follow authors or other WorldSupporters
- Use the menu above each page to go to the main theme pages for summaries
- Theme pages can be found for international studies as well as Dutch studies
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
- Check out: Why and how to add a WorldSupporter contributions
- JoHo members: JoHo WorldSupporter members can share content directly and have access to all content: Join JoHo and become a JoHo member
- Non-members: When you are not a member you do not have full access, but if you want to share your own content with others you can fill out the contact form
Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance
Main summaries home pages:
- Business organization and economics - Communication and marketing -International relations and international organizations - IT, logistics and technology - Law and administration - Leisure, sports and tourism - Medicine and healthcare - Pedagogy and educational science - Psychology and behavioral sciences - Society, culture and arts - Statistics and research
- Summaries: the best textbooks summarized per field of study
- Summaries: the best scientific articles summarized per field of study
- Summaries: the best definitions, descriptions and lists of terms per field of study
- Exams: home page for exams, exam tips and study tips
Main study fields:
Business organization and economics, Communication & Marketing, Education & Pedagogic Sciences, International Relations and Politics, IT and Technology, Law & Administration, Medicine & Health Care, Nature & Environmental Sciences, Psychology and behavioral sciences, Science and academic Research, Society & Culture, Tourisme & Sports
Main study fields NL:
- Studies: Bedrijfskunde en economie, communicatie en marketing, geneeskunde en gezondheidszorg, internationale studies en betrekkingen, IT, Logistiek en technologie, maatschappij, cultuur en sociale studies, pedagogiek en onderwijskunde, rechten en bestuurskunde, statistiek, onderzoeksmethoden en SPSS
- Studie instellingen: Maatschappij: ISW in Utrecht - Pedagogiek: Groningen, Leiden , Utrecht - Psychologie: Amsterdam, Leiden, Nijmegen, Twente, Utrecht - Recht: Arresten en jurisprudentie, Groningen, Leiden
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
590 |
Add new contribution