Arresten en jurisprudentie: uittreksels en studiehulp - Thema
- 12091 reads
De verdachte had ongeveer zes jaren meerdere avonden per week zonder ongelukken de klimsport beoefend. Iedere dinsdagavond klom de verdachte met het slachtoffer in casu. In de loop van de avond, voorafgaande aan het ongeval, hadden de verdachte en het slachtoffer allebei ongeveer tien routes geklommen. Tijdens de laatste klimtocht van het slachtoffer is deze driemaal gevallen en telkens goed opgevangen. In de loop van haar klimtocht hebben de verdachte en een andere zekeraar af en toe met elkaar gesproken. Enkele ogenblikken nadat de andere zekeraar en zijn klimmer zich in de richting van de bar wilden begeven is het slachtoffer van twaalf meter hoogte naar beneden gestort. Ondanks pogingen om haar leven te redden overleed ze kort daarna. De verdachte wordt tenlastegelegd dat hij roekeloos, in elk geval grovelijk, aanmerkelijk onvoorzichtig en/of onachtzaam en/of nalatig heeft gehandeld door geen zicht te houden op het slachtoffer en/of het touw dat vast zat aan zijn klimgordel los te maken voordat hij zich ervan vergewist had dat het slachtoffer al beneden was. Hierdoor was het slachtoffer niet gezekerd op het moment waarop zij uit de klimwand viel, waardoor het aan zijn schuld te wijten is geweest dat het slachtoffer zodanig letsel heeft opgelopen dat deze aan de gevolgen daarvan is overleden.
Is in casu sprake van ‘schuld’ in de zin van art. 310 Sr?
Het beroep is ingesteld door de A-G bij het Hof. Het Hof heeft de verdachte vrijgesproken van het hem tenlastegelegde. Het cassatiemiddel klaagt onder andere dat het Hof de grondslag van de tenlastelegging heeft verlaten doordat het een onjuiste uitleg heeft gegeven aan de daarin voorkomende term ‘schuld’. De Hoge Raad oordeelde dat het hof heeft geoordeeld dat wegens het ontbreken van voldoende verwijtbaarheid geen sprake is geweest van min of meer grove of aanmerkelijke schuld als in de tenlastelegging omschreven. Dat oordeel geeft echter niet blijk van een onjuiste uitleg van art. 307 Sr. Het Hof heeft derhalve niet vrijgesproken van iets anders dan is tenlastegelegd. Van grondslagverlating is daarom geen sprake. Deze klacht faalt dus. Met de overweging ‘dat niet van enige nonchalance of nalatigheid van enige aard bij het verrichten van de taak van zekeraar is gebleken’ heeft het hof kennelijk tot uitdrukking willen brengen dat geen sprake was van nonchalance of nalatigheid in de voor min of meer grove of aanmerkelijke schuld vereiste zin.
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Main summaries home pages:
Main study fields:
Business organization and economics, Communication & Marketing, Education & Pedagogic Sciences, International Relations and Politics, IT and Technology, Law & Administration, Medicine & Health Care, Nature & Environmental Sciences, Psychology and behavioral sciences, Science and academic Research, Society & Culture, Tourisme & Sports
Main study fields NL:
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
1920 |
Add new contribution