Hoofdstuk 10: Hoe is wereldwijde vrede en veiligheid geregeld?
10.1 Wat is de ontwikkeling van vrede en veiligheid wereldwijd?
Internationaal recht beschermt de veiligheid van staten. Als staten tekortschieten in de bescherming van individuen, worden deze individuen ook beschermd door het internationaal recht. Internationaal recht regelde na de Tweede Wereldoorlog voornamelijk internationale gewapende conflicten. Hedendaags zijn gewapende conflicten binnen staten een groter probleem. Een gevolg hiervan is dat het onderscheid tussen internationale vrede en veiligheid, en veiligheid binnen staten niet zo scherp meer is.
10.2 Wat zijn de kernbegrippen?
Het sleutelbegrip is het 'Gebruik van geweld'. Het begrip 'Gewapende aanval' is een nauwer begrip, niet elk gebruik van geweld is een gewapende aanval tegen een staat. Het begrip 'Bedreiging van vrede en veiligheid' is ruimer dan het sleutelbegrip. Een bedreiging hoeft niks met geweld te maken te hebben. Het begrip 'Agressie' valt vaal samen met het sleutelbegrip 'Gebruik van geweld'. Het gebruik van geweld vormt prima facie bewijs van agressie. Dreigen met geweld is geen agressie. De term 'Oorlog' is in de praktijk vervangen door het begrip 'Gewapend conflict'. Het begrip 'Gewapend conflict' verwijst naar geweld tussen staten, dit wordt vastgesteld aan de hand van de feitelijke situatie.
10.3 Wat is de ontwikkeling en organisatie van vrede en veiligheid?
Geweld was een rechtmatig middel van internationale politiek. Daarom is de bescherming van vrede en veiligheid een nieuwe taak van de internationale rechtsorde. Het verbod van geweld werd voor het eerst vastgelegd in het volkenbondverdrag van 1919. Oorlog was een aangelegenheid dat de gehele Volkenbond aanging. De Volkenbond slaagde er echter niet in om de Tweede wereldoorlog te voorkomen, mede doordat de Verengde Staten niet lid wilde worden. In het huidige systeem bepaald de Veiligheidsraad van de VN wanneer er geweld gebruikt mag worden. Regionale organisaties spelen naast de VN ook een grote rol.
10.4 Wat is het verbod op geweld?
Geweld tussen staten is verboden. Dit is de basisregel. Deze regel behoort tot het gewoonterecht. Leden van de VN moeten hun geschillen langs een vreedzame weg oplossen en op een zodanige wijze dat internationale vrede en veiligheid en de gerechtigheid niet in gevaar gebracht wordt. Staten moeten dus gebruik maken van vreedzame methoden voor geschillenbeslechting. Het verbod van geweld geldt ook voor internationale organisaties. Geweld tegen organen of eigendommen van een staat is ook niet toegelaten. Acties die gericht zijn op evacuatie worden niet aangemerkt als een gebruik van geweld.
Het verbod van het gebruik van geweld is niet van toepassing binnen een staat. Een staat kan binnen zijn grenzen wel geweld gebruiken tegen eigen burgers of groeperingen. Het gebruik van geweld mist zijn toepassing in de grote meerderheid van moderne conflicten. Geweld binnen een staat kan echter niet verboden worden. Regeringen moeten de middelen hebben om een opstand te onderdrukken.
Een staat kan ook toestemming verlenen aan een andere staat om geweld te gebruiken op zijn grondgebied. Dit kan bijvoorbeeld als een staat steun wilt van andere staten tegen een gewapende groepering.
Het verbod van het gebruik van geweld kent twee uitzonderingen. De VN mag gebruik maken van geweld (dit houdt ook in dat staten geweld mogen gebruiken namens de VN) en een staat heeft recht op het gebruik van geweld als zelfverdediging.
10.5 Wat is collectieve veiligheid?
10.5.1 Wat is de omschrijving van collectieve veiligheid?
De veiligheidsraad is heeft als enige orgaan het recht om te beslissen of geweld gebruikt mag worden. De Algemene Vergadering heeft hierin een subsidiaire rol. Eenzijdig gebruik van geweld door staten verboden door het VN. Zo werd collectieve veiligheid de nieuwe norm. Lidstaten hebben de verantwoordelijkheid voor de handhaving van de internationale vrede en veiligheid of voor geschillen overgedragen aan de Veiligheidsraad. De Veiligheidsraad heeft een primaire verantwoordelijkheid voor de handhaving van vrede en veiligheid. De Algemene Vergadering kan ook optreden als de veiligheidsraad is verlamd. Dit laat zien dat de Veiligheidsraad geen exclusieve bevoegdheid heeft ten aanzien van de handhaving van vrede en veiligheid. De Veiligheidsraad kan echter wel dwangmaatregelen opleggen. De Algemene Vergadering blijft daarin afhankelijk van de instemming van de staat. De Algemene Vergadering kan aanbevelingen richten tot leden voor het gebruik van collectieve maatregelen, onder andere het gebruik van geweld.
10.5.2 Wat zijn de voorwaarden voor gebruik van hoofdstuk VII?
De Veiligheidsraad kan gebruik maken van zijn bevoegdheden onder hoofdstuk VII. Hiervoor moet de Veiligheidsraad eerst wel vaststellen dat er een bedreiging van de vrede of een daad van agressie is. Hierin heeft de Veiligheidsraad een vergaande vrijheid. Grootschalige schendingen van de rechten van de mens is een voorbeeld van een bedreiging van vrede. De VN kan na het beëindigen van het conflict de controle teruggeven aan de territoriale staat, maar dit kan ook zorgen voor meer chaos. In het laatste geval moet de VN lang aanwezig blijven voor het opbouwen van het land.
Door het vetorecht kwam de VN moeilijk tot de vaststelling van een bedreiging van de vrede, verbreking van de vrede of een daad van agressie volgens artikel 39 VN-Handvest. Dit was zelfs het geval bij evidente schendingen van artikel 2 lid 4. De raad heeft een politieke verantwoordelijkheid om op te treden. Als de Veiligheidsraad vastgesteld heeft dat er een bedreiging van vrede is, doet hij aanbevelingen of neemt hij maatregelen tot handhaving. Aanbevelingen zijn in tegenstelling tot maatregelen niet bindend. Dwangmaatregelen kunnen met het gebruik van geweld zijn of zonder het gebruik van geweld.
10.5.3 Wat zijn dwangmaatregelen zonder geweld?
De Veiligheidsraad kan staten opdragen om maatregelen te nemen waarbij geen geweld wordt toegepast. Het verbreken van economische betrekkingen is hier een voorbeeld van. De Veiligheidsraad kan dergelijke sancties ook opleggen tegen staten, individuen en een regime. Meer specifieke sancties worden 'smart sanctions' genoemd.
Maatregelen kunnen in Europa omgezet worden in vorderingen van de EU. De maatregelen vallen op sommige gebieden binnen de exclusieve bevoegdheid van de EU. Handelsbeleid is hier een voorbeeld van. Vorderingen zijn rechtstreeks toepasselijk in de lidstaten.
10.5.4 Wat zijn dwangmaatregel met geweld?
De Veiligheidsraad reageert met militaire middelen bij een bedreiging van de internationale vrede en veiligheid. Lidstaten moeten hiervoor troepen ter beschikking stellen. Op grond van artikel 47 VN-Handvest wordt er een Generaal strafcomité ingesteld die de strategische leiding neemt van deze troepen. Hier is echter in de praktijk nooit gebruik van gemaakt. Staten zijn niet bereid de verantwoordelijkheid voor het gebruik van geweld over te dragen aan een internationale organisatie. De Veiligheidsraad heeft daarom het delegeren van de bevoegdheid tot het gebruik van geweld aan staten of regionale organisaties en het zenden van troepen voor vredesbewaring gekozen als andere wegen.
10.5.5 Hoe wordt het gebruik van geweld gedelegeerd?
De Veiligheidsraad kan staten de bevoegdheid geven om militaire middelen te gebruiken om een einde te maken aan een bedreiging van vrede en veiligheid. De bevoegdheden van de Veiligheidsraad worden gedelegeerd aan staten. Geweld mag wel alleen onder gespecificeerde voorwaarden gebruikt worden. In machtigingsresoluties wordt vaak geen rechtsbasis benoemd. De machtigingen moeten wel uitdrukkelijk gegeven worden door de Veiligheidsraad. Vaak is een machtiging een bepaling dat lidstaten alle noodzakelijke middelen (all necessary means) mogen nemen om het doel van een resolutie te bereiken. Het doel hangt af van de omstandigheden van een geval. Dit kan zijn om een invasie te beëindigen of om de burgerbevolking van een andere staat te beschermen.
Een machtiging is geen verplichting, staten kunnen ervoor kiezen om geen troepen ter beschikking te stellen. Het commando blijft rusten bij de deelnemende staten, niet bij de VN. De financiering wordt ook gedragen door de deelnemende staten. De Veiligheidsraad behoudt echter wel het gezag en de politieke verantwoordelijkheid voor de operatie. De machtiging verloopt vaak na een zekere periode, dan moet er weer een nieuw besluit genomen worden.
10.5.6 Wat is vredesbewaring?
Vredesbewaring (peacekeeping) wordt gebruikt door de Veiligheidsraad. Troepen worden gezonden om de vrede tussen twee of meerdere staten te bewaren. Het instrument is ontstaan tijdens de Koude Oorlog. De Algemene Vergadering had de eerste gewapende vredesbewarende troepenmacht ingezet, na het uitblijven van een optreden van de Veiligheidsraad. Tegenwoordig worden vredesmachten ingesteld door de Veiligheidsraad. De secretaris-generaal krijgt de bevoegdheid om operationele aspecten te regelen. Vredestroepen worden beschouwd als hoofdstuk VI-maatregelen. De troepen hebben echter wel het recht op het begruik van geweld en dat hoort thuis in hoofdstuk VII.
Vredesmachten zijn hebben vijf kenmerken. Ten eerste vindt vredesbewaring plaats met de toestemming van de staat waar de troepen worden gelegerd. Ten tweede worden de troepen op vrijwillige basis door lidstaten ter beschikking gesteld. Ten derde staan vredesmachten onder gezag en commando van de Veiligheidsraad. De kosten worden ook gedragen door de organisatie. Ten vierde zijn vredesmachten neutraal. Zij ondersteunen politieke oplossingen voor conflicten. Ten vijfde gebruiken vredesmachten in beginsel geen geweld. Geweld wordt alleen gebruikt bij zelfverdediging of als het in het mandaat is opgenomen.
Sommige moderne vredesmachten hebben de machtiging gekregen om geweld te gebruiken bij de bescherming van burgers. Mensenrechten spelen hedendaags een grotere rol in de taakvervulling van vredesmachten. Vredesmachten worden ook zwaarder bewapend om een afschrikkende werking te hebben (robust peacekeeping). Vredesbewaring is gebaseerd op instemming en vertrouwen van de lidstaten. Dit vertrouwen kan verdwijnen zodra de troepen geweld gebruiken.
Vredesmachten worden ook gebruikt voor vredesopbouw (peacebuilding). Zij helpen bij de wederopbouw van het overheidsgezag.
10.5.7 Wat is de rol van regionale organisaties?
Het systeem van collectieve veiligheid is afhankelijk van regionale organisaties. Deze organisaties zijn beter in staat om op kortere termijn actie te ondernemen. De activiteiten van deze organisaties moeten verenigbaar zijn met de doelstellingen en beginselen van de VN. De bevoegdheid tot het optreden met geweld kan de Veiligheidsraad ook delegeren aan regionale organisaties. Regionale vredesmachten kunnen met instemming van de staat een vredesbewarende functie uitoefenen. Hierbij is een mandaat van de Veiligheidsraad niet nodig. Geweld mag dan wel alleen gebruikt worden bij zelfverdediging.
10.5.8 Wat is de rol van Nederland geweest?
In de artikelen 97 en 100 GW. ligt de rechtsbasis voor het optreden van Nederlandse troepen. Nederland heeft een krijgsmacht dat het koninkrijk kan beschermen en dat kan gebruikt worden voor de bescherming en bevordering van de internationale rechtsorde. De regering voert het opperbevel over de krijgsmacht. De Staten-Generaal moet wel ingelicht zijn door de regering, ze hebben geen instemmingsrecht. Bij gebruik van geweld uit zelfverdediging speelt de Staten-Generaal geen rol. Een operatie moet berusten op een duidelijk mandaat. Deze mandaat kan neergelegd zijn in een resolutie van de Veiligheidsraad maar kan ook gegeven zijn door een regionale organisatie De bevoegdheden zijn neergelegd in een geweldinstructie.
10.6 Wat is het gevolg bij eenzijdig gebruik van geweld?
10.6.1 Wat houdt zelfverdediging in?
Een staat die slachtoffer is van een gewapende aanval heeft het recht op zelfverdediging, de staat mag dan gebruik maken van geweld. Dit staat vast in artikel 51 van het VN-Handvest. Het recht op zelfverdediging behoort tot het gewoonterecht. Een gewapende aanval vindt plaats op het grondgebied van de staat en is gericht tegen personen of goederen. Een aanval tegen een ambassade wordt ook als een gewapende aanval gekwalificeerd. Niet al het gebruik van geweld is een gewapende aanval. Het moet een zekere omvang hebben. Sommige activiteiten kunnen als bedreiging met het gebruik van geweld gezien worden. Bij deze activiteiten heeft een staat geen recht op zelfverdediging. Wel kan een staat tegenmaatregelen nemen zonder geweld.
Een staat heeft ook geen recht op zelfverdediging tegen een aanval van terroristen vanaf een andere staat zijn grondgebied, indien het niet toerekenbaar is aan die staat.
In het algemeen is wel aangenomen dat een staat het recht heeft om zelfverdediging uit te oefenen bij een dreigende aanval. Dit wordt anticiperende zelfverdediging genoemd. Er bestaat brede steun in de internationale gemeenschap voor het recht op anticiperende zelfverdediging.
Het recht van zelfverdediging kan op verschillende manieren uitgevoerd worden. Een staat kan terugvuren met schepen of met militairen. Er moet alleen voldaan worden aan de voorwaarden van noodzakelijkheid en proportionaliteit.
10.6.2 Wat is de rol van de Veiligheidsraad?
De Veiligheidsraad oordeelt of zelfverdediging is toegestaan en oordeelt of hij zelf moet optreden. De Veiligheidsraad is namelijk verantwoordelijk voor de bescherming van vrede en veiligheid. De Veiligheidsraad kan het recht op zelfverdediging goedkeuren na de beoordeling. De Veiligheidsraad kan ook staten verplichten om de gewapende handelingen te beëindigen of kan een collectieve actie instellen.
Het recht op zelfverdediging eindigt zodra de Veiligheidsraad optreedt. Als de Veiligheidsraad door het vetorecht of door geen overeenstemming niet optreedt, blijft het recht van zelfverdediging bestaan.
10.6.3 Wat zijn de aanvullende voorwaarden?
Zelfverdediging van een staat moet noodzakelijk en proportioneel zijn. Deze voorwaarden behoren tot het gewoonterecht. Met noodzakelijk wordt bedoeld dat er geen andere mogelijkheid was dan zelfverdediging. Als vreedzame middelen het conflict kunnen oplossen, moet hiervan gebruik worden gemaakt. Noodzakelijkheid houdt ook in dat de zelfverdediging snel wordt uitgevoerd. Als het te lang duurt betekent het dat de zelfverdediging niet noodzakelijk was.
De getroffen maatregelen moeten proportioneel, ook wel evenredig, zijn. Zelfverdediging moet in evenredigheid staan tot de aard en schaal van de gewapende aanval zelf.
10.6.4 Wat is collectieve zelfverdediging?
Collectieve zelfverdediging vindt plaats door één of meer staten die een staat die aangevallen wordt, te hulp schieten. Het is alleen rechtmatig als de aangevallen staat een verzoek heeft gedaan aan de andere staten om met geweld op te treden. Collectieve zelfverdediging is vaak vastgelegd in verdragen. In het NAVO-Verdrag staat vast dat een aanval tegen een staat, een aanval tegen alle lidstaten is.
10.6.5 Wat is humanitaire interventie?
Gewapend ingrijpen wordt toegelaten als er sprake is van grootschalige schending van de rechten van de mens en als de Veiligheidsraad niet optreedt. De internationale rechtsorde erkent deze interventie echter niet. Er bestaat namelijk een gevaar voor misbruik. Er bestaat geen duidelijke criteria waaraan voldaan moet worden.
10.7 Wat is de rol van internationaal humanitair recht?
10.7.1 Wat houdt internationaal humanitair recht in?
Bij een gewapend conflict zijn er twee rechten te onderscheiden. Het jus ad bellum is het recht om oorlog te voeren en het jus in bello is het recht dat geldt tijdens een oorlog. Het jus in bello wordt ook wel het internationaal humanitair recht genoemd. Het recht wordt gebruikt om een gewapende strijd zo humaan mogelijk te maken. Staten en gewapende groepen passen de regels van het internationaal humanitair recht toe. Het bieden van bescherming kan op lange termijn strategische zijn. Elke groepering loopt namelijk risico om zelf in handen te komen van de tegenstander.
Internationaal humanitair recht wordt beheerst door twee belangen. Ten eerste moeten de burgers die niet bij de strijd zijn betrokken beschermd worden. Ten tweede willen beide partijen een militaire overwinning. Er wordt een afweging gemaakt tussen de belangen van humaniteit en militaire noodzaak.
Het internationaal humanitair recht is vastgelegd in twee verdragen. Het recht van Den Haag betreft het recht van oorlogvoering en welke middelen er gebruikt mogen worden. Het recht van Genève ziet toe op de bescherming van oorlogsslachtoffers. Tijdens een gewapend conflict blijven de rechten van de mens van toepassing. Deze rechten geven echter te weinig aanvullende bescherming. De rechten van de mens worden in een gewapend conflict uitgelegd en toegepast in het licht van internationaal humanitair recht.
10.7.2 Wat is de organisatie van internationaal humanitair recht?
Internationaal humanitair recht heeft geen bijbehorende organisatie. Hierin verschilt het met de rechten van de mens. De Algemene Vergadering en de Veiligheidsraad houden wel toezicht op de toepassing van het internationaal humanitair recht.
Handelt een persoon in strijd met het internationaal humanitair recht, dan kan hij aansprakelijk gesteld worden voor oorlogsmisdrijven. Hij kan dan door staten en internationale tribunalen worden berecht.
10.7.3 Wanneer is internationaal humanitair van toepassing?
Internationaal humanitair recht is van toepassing bij een gewapend conflict. Het toepasselijke recht hangt echter af van de aard van het conflict. Er kan sprake zijn van een niet-internationaal gewapend conflict (intern conflict). De toepasselijke rechtsregels zijn in dit geval beperkt. Er kan ook sprake zijn van een niet-internationaal conflict tussen een staat en een partij met een hoge mate van organisatiegraad. Hier is additioneel protocol II van toepassing.
De meeste regels gelden voor internationale gewapende conflicten. Het conflict wordt gevoerd tussen twee staten.
Bezittingsrecht is van toepassing als een staat een deel van een andere staat bezet. Het grondgebied moet zich onder het gezag van een vijandelijk leger bevinden. De bezettende macht moet dan de openbare orde herstellen.
10.7.4 Wat zijn de algemene beginselen voor internationale conflicten?
Het internationaal humanitair recht wordt beheerst door drie fundamentele beginselen. Het eerste beginsel is onderscheid. Er wordt binnen het internationaal humanitair onderscheid gemaakt tussen combattanten en non-combattanten. Tegen non-combattanten mag geen geweld worden gebruikt. Combattanten zijn personen die horen bij een van de partijen bij het gewapend conflict. Zij hebben vaak een vast herkenbaar onderscheidingsteken en dragen hun wapens openlijk.
Gevangen combattanten worden behandeld als krijgsgevangenen. Zij zijn in gevangenschap om te voorkomen dat zij zich weer aansluiten bij hun eigen eenheden. Deze krijgsgevangenen kunnen wel vervolgd en berecht worden voor oorlogsmisdaden. Krijgsgevangenen moeten op humanitaire wijze behandeld worden.
Burgerbevolking en civiele objecten mogen geen militair doelwit zijn. Een aanval hierop is onrechtmatig. De grens tussen civiele objecten en militaire objecten is niet eenvoudig te trekken tijdens de periode van een gewapend conflict.
Het tweede beginsel van internationaal humanitair recht is het proportionaliteitbeginsel. Een afweging tussen militaire voordelen enerzijds en de schade aan civiele objecten en het verlies aan mensenlevens anderzijds is vereist.
Het derde beginsel is het voorkomen van onnodige en buitensporige leed. Partijen bij een gewapend conflict zijn beperkt in de keuze van wapens. Internationaal recht verbiedt een aantal wapens die te veel onnodige en buitensporige leed veroorzaken.
10.7.5 Wat zijn de algemene beginselen voor interne conflicten?
Geweldsdaden zijn onderworpen aan de regels van het nationaal strafrecht. Een staat kan leden van een gewapende groep niet bestraffen op het feit dat ze deel van de groep zijn. Ook moeten beide partijen bij een intern conflict enkele minimale verplichtingen naleven. Personen die niet deelnemen aan de vijandelijkheden moeten menslievend behandeld worden. De burgerbevolking mag geen doelwit worden van een aanval.
10.8 Wat zijn de regels bij terrorisme?
Terrorisme is een belangrijke bedreiging van de internationale vrede en veiligheid. Terrorisme heeft in veel gevallen een internationale component. Met terrorisme worden geweldshandelingen die erop zijn gericht om onrust onder de burgerbevolking te veroorzaken, bedoeld. Hiermee willen ze politieke doeleinden realiseren. In een aantal verdragen worden handelingen als terrorisme betitelt en strafbaar gesteld. Partijen zijn verplicht deze regelingen op te nemen in hun nationale wetgeving. De Veiligheidsraad probeert de financiële basis weg te nemen van terroristische handelingen. Staten moeten ook de financiering en steun aan terrorisme voorkomen en stoppen.
10.9 Wat zijn de regels van wapenbeheersing?
Het beperken van wapens zorgt voor een betere bescherming van vrede en veiligheid. Dit is echter niet realistisch, bewapening is noodzakelijk voor de verdediging van de staat. De VN heeft wel een verdrag opgericht dat de handel van wapens reguleert. Het VN-Wapenhandelsverdrag.
Het Verdrag inzake de niet-verspreiding van kernwapens is gebaseerd op drie beginselen. Het verdrag moet het verspreiden van kernwapens voorkomen, kernwapens ontwapenen en zorgen voor vreedzaam gebruik van nucleaire energie. Kernwapenstaten mogen deze kernwapens niet verspreiden naar niet-kernwapenstaten. De kernwapenstaten moeten ook onderhandelen over een verdrag over volledige ontwapening. Het gebruik van nucleaire energie is toegestaan maar is onderworpen aan controle door het Internationaal Atoomagentschap. Zij voorkomen dat er kernwapens worden gefabriceerd.
10.10 Wat zijn de gevolgen van cyberaanvallen?
Bij een cyberaanval wordt met digitale middelen computersystemen of netwerken van een tegenstander verstoort, misleid, verandert of vernietigd. Dit is een nieuw domein voor oorlogsvoering. Cyberaanvallen waarvan de gevolgen gelijk zijn met die van een conventionele aanval worden gezien als het gebruik van geweld. Het bestaande recht kan in veel gevallen niet toegepast worden op cyberaanvallen. De ontwikkeling van een cyberverdrag heeft hierdoor veel voorkeur.
Tentamentips:
- De rol van de Veiligheidsraad binnen het gebruik van geweld is van groot belang. Je moet weten wat de Veiligheidsraad allemaal doet en wat wel of niet is toegestaan zonder de beoordeling van de Veiligheidsraad.
- Het recht van zelfverdediging is een belangrijk recht, er mag echter niet snel gebruik van gemaakt worden. Je moet de voorwaarden weten en weten wat gezien wordt als een gewapend conflict.
- Alle algemene beginselen moet je weten.
- Het gebruik van geweld is niet de enige oplossing voor een conflict. Je moet weten wat voor acties een staat nog meer kan ondernemen bij een conflict.
- Ken de bijbehorende jurisprudentie en alle schuingedrukte woorden.
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
Contributions: posts
Spotlight: topics
Online access to all summaries, study notes en practice exams
- Check out: Register with JoHo WorldSupporter: starting page (EN)
- Check out: Aanmelden bij JoHo WorldSupporter - startpagina (NL)
How and why use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?
- For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
- For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
- For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
- For compiling your own materials and contributions with relevant study help
- For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.
Using and finding summaries, notes and practice exams on JoHo WorldSupporter
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
- Use the summaries home pages for your study or field of study
- Use the check and search pages for summaries and study aids by field of study, subject or faculty
- Use and follow your (study) organization
- by using your own student organization as a starting point, and continuing to follow it, easily discover which study materials are relevant to you
- this option is only available through partner organizations
- Check or follow authors or other WorldSupporters
- Use the menu above each page to go to the main theme pages for summaries
- Theme pages can be found for international studies as well as Dutch studies
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
- Check out: Why and how to add a WorldSupporter contributions
- JoHo members: JoHo WorldSupporter members can share content directly and have access to all content: Join JoHo and become a JoHo member
- Non-members: When you are not a member you do not have full access, but if you want to share your own content with others you can fill out the contact form
Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance
Main summaries home pages:
- Business organization and economics - Communication and marketing -International relations and international organizations - IT, logistics and technology - Law and administration - Leisure, sports and tourism - Medicine and healthcare - Pedagogy and educational science - Psychology and behavioral sciences - Society, culture and arts - Statistics and research
- Summaries: the best textbooks summarized per field of study
- Summaries: the best scientific articles summarized per field of study
- Summaries: the best definitions, descriptions and lists of terms per field of study
- Exams: home page for exams, exam tips and study tips
Main study fields:
Business organization and economics, Communication & Marketing, Education & Pedagogic Sciences, International Relations and Politics, IT and Technology, Law & Administration, Medicine & Health Care, Nature & Environmental Sciences, Psychology and behavioral sciences, Science and academic Research, Society & Culture, Tourisme & Sports
Main study fields NL:
- Studies: Bedrijfskunde en economie, communicatie en marketing, geneeskunde en gezondheidszorg, internationale studies en betrekkingen, IT, Logistiek en technologie, maatschappij, cultuur en sociale studies, pedagogiek en onderwijskunde, rechten en bestuurskunde, statistiek, onderzoeksmethoden en SPSS
- Studie instellingen: Maatschappij: ISW in Utrecht - Pedagogiek: Groningen, Leiden , Utrecht - Psychologie: Amsterdam, Leiden, Nijmegen, Twente, Utrecht - Recht: Arresten en jurisprudentie, Groningen, Leiden
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
782 |
Add new contribution