1. Wat zijn de veranderingen in de hoorcolleges?
- De onderwerpen, besproken door prof. dr. S.S.M. Peters en G. Vonk, zijn grotendeels hetzelfde gebleven, maar soms aangevuld. De volgende onderwerpen worden in 17/18 behandeld die niet in 16/17 voorkwamen:
- Deelgebieden arbeidsrecht: in welke deelgebieden zien we de beschermings- en ordeningsfunctie vooral.
- Bronnen arbeidsrecht.
- Definitie van sociale zekerheid: ‘regelingen die inkomensbescherming bieden tegen sociale risico’s of bij behoeftigheid’.
2. Welke onderwerpen worden besproken die niet worden behandeld in de literatuur.
- Het enige onderwerp dat voorkomt in het hoorcollege, maar niet precies in de literatuur, is de eigen conclusie van docent uit de Nederlandse jurisprudentie over het element ‘partijbedoeling’ uit art. 7:610 BW:
- De partijbedoeling is vooral relevant in de situatie dat de rechtsverhouding trekken vertoont van zowel een arbeidsovereenkomst als van een andere overeenkomst. Als de feitelijke rechtsverhouding tussen partijen echter heel anders is dan wat partijen op papier hebben gezet als hun bedoeling, is de partijbedoeling bijna niet relevant. Dan gaat ‘het wezen voor de schijn’. Dit volgt uit het Gouden Kooi-arrest.
- Als de partijbedoeling en de feitelijke uitvoering uiteen lopen, kan de uitvoering van de overeenkomst niet strekken ter interpretatie van de bedoeling. Wezen gaat dus weer voor de schijn. Dit volgt uit het Beurspromovendi UvA-arrest.
- De docent geeft daarnaast extra voorbeelden, namelijk:
- ‘Rana Plaza drama’ in Bangladesh en ‘Gebruik Noord-Koreaanse slaven bij bouw Nederlandse schepen: nog steeds confrontaties met slechte arbeidsomstandigheden.
- Arresten Logidex, Beurspromovendi UvA, Gouden Kooi en ABVAKABO/RUG: over het element ‘arbeid’ uit art. 7:610 BW.
- Arresten Groen/ Schroevers, Gouden Kooi en PostNL-zaken: over het element ‘gezagsverhouding’ uit art. 7:610 BW.
- Arresten Gouden Kooi, Verzekeringspositie prostituees en Dubbele woonplaats Ned Marokko: over personele werkingssfeer.
3. Welke recente ontwikkelingen in het vakgebied worden besproken?
- Er zijn (verder) geen recente ontwikkelingen die de docent aanhaalt.
4. Wat is belangrijk voor het tentamen?
- Ten eerste moet je gedurende de hele periode goed bedenken dat het tentamen uit meerkeuzevragen bestaat.
- De jurisprudentie is bij dit vak erg belangrijk, want het wordt uitgebreid in de hoorcolleges aan de orde gebracht. Vooral de conclusie van de docent over de Nederlandse jurisprudentie is van belang, want hieruit blijkt wat zij belangrijk vindt.
- Schema’s uit de hoofdstukken 1 en 2 van het boekje ‘Socialezekerheidsrecht in kort bestek’.
- Zelfstudie is ook een belangrijk onderdeel van dit vak. Denk daarom niet dat de onderwerpen die niet in de hoorcolleges zijn besproken niet belangrijk zijn.
Oefenvragen bij de hoorcolleges van week 1
1. In het arrest Groen/Schoevers is door de Hoge Raad beslist dat bij de beantwoording van de vraag of sprake is van een arbeidsovereenkomst:
- De maatschappelijke positie van degene die krachtens de overeenkomst arbeid verricht relevant is.
- De partijbedoeling van doorslaggevende betekenis is.
- Aan de partijbedoeling geen betekenis toekomt indien de bewoordingen van het contract duidelijk zijn.
2. Vader Weasly is Brits onderdaan en gaat drie jaar werken als manager van een afdeling bij Texaco, Amsterdam. Hij behoudt zijn huis in Engeland. Zijn vrouw en kinderen wonen ook bij hem in Nederland. Mevrouw heeft geen werk. De kinderen gaan in Amsterdam naar de internationale school. Is mevrouw Weasley gedurende haar verblijf in Nederland verzekerd voor de AOW?
- Ja, want vader Weasley is verzekerd op grond van art. 6, lid 1 onder b AOW
- Nee, want ingezetenschap kan pas ontstaan na drie jaar verblijf
- Nee, want moeder Weasley heeft geen sociale binding met Nederland
3. Wat is correct?
- In de eerste Wet op de Arbeidsovereenkomst uit 1907 kwam vooral de ordeningsfunctie van het arbeidsrecht nadrukkelijk naar voren.
- ‘Maatschappelijk verantwoord ondernemen’ (mvo) was ook eind 19e eeuw een duidelijke trend in Nederland.
- In art. 7:672 BW zien we zowel voorbeelden van ‘driekwartdwingend recht’ als van ‘vijfachtste dwingend recht’.
- Geen van de bovenstaande stellingen is correct.
4. Wat is juist?
- In het Beurspromovendi-arrest is door de Hoge Raad bepaald dat het feit dat beurspromovendi een duidelijk eigen belang bij hun onderzoekswerkzaamheden hebben (kennisvermeerdering, ervaring opdoen, opbouwen naamsbekendheid), niet uitsluit dat zij op basis van een arbeidsovereenkomst werkzaam zijn voor de universiteit.
- Het verschil in de uitkomst tussen de uitspraken over de beurspromovendi van de UvA en de bursalen van de RUG, zat in het criterium of arbeid werd verricht.
- Als in een contract uitdrukkelijk staat dat het geen arbeidsovereenkomst is, kan de rechter de overeenkomst niet als een arbeidsovereenkomst kwalificeren.
5. Marleen Evers is lid van de geloofsgemeenschap “De Heilige Discipelen”. Zij verricht sinds 1979 fulltime werkzaamheden als bejaardenverzorgster in een bejaardentehuis dat wordt geëxploiteerd door een stichting. Deze is opgericht door de genoemde geloofsgemeenschap. Zij geniet kost en inwoning. Evers heeft nog nooit vakantie opgenomen, behoudens een week in 1995 die samen met de leden van de geloofsgemeenschap is doorgebracht in Friesland. Marleen heeft elk jaar vakantiegeld van (laatstelijk) € 700 en een kerstgratificatie van (laatstelijk) € 500 ontvangen.
Kan Marleen werkzaam zijn op basis van een arbeidsovereenkomst?
- Ja, indien ook aan de elementen arbeid en gezag wordt voldaan, zal gelet op de gegeven omstandigheden sprake zijn van een arbeidsovereenkomst.
- Nee, want uit de gegeven omstandigheden kan worden afgeleid dat aan het element loon niet is voldaan.
- Nee, want uit de overeenkomst blijkt dat geen van beide partijen de bedoeling had om een arbeidsovereenkomst te sluiten en er wordt al 39 jaar overeenkomstig de gesloten overeenkomst gewerkt.
6. De volksverzekeringen AOW, Anw en de sociale bijstand (WWB) zijn minimumbehoefteregelingen. Welke bewering over deze verzekeringen is juist?
- De hoogte van de uitkeringen is afgestemd op de individuele draagkracht van de gerechtigden (middelentoets).
- De hoogte van de uitkeringen is afgeleid van het wettelijk minimumloon.
- Bij de vaststelling van de uitkering rekening wordt gehouden met de leefvorm van de gerechtigde: alleenstaand, gehuwd, eenouder of woningdeler.
7. Een vrouw uit Tunesië krijgt een verblijfsvergunning voor verblijf bij haar echtgenote die de Nederlandse nationaliteit bezit. Na ongeveer een jaar wordt er uit het huwelijk een meisje geboren, Marije. De dochter heeft de Nederlandse nationaliteit. Niet lang na de geboorte verlaat de vrouw uit Tunesië haar man. Zij wordt met Marije ondergebracht in een blijf van mijn lijf huis. De moeder heeft geen eigen inkomsten en weinig contact met de Nederlandse samenleving. Is zij verzekerd voor de volksverzekeringen?
- Nee, want de vrouw heeft onvoldoende binding met Nederland
- Ja, want de dochter heeft de Nederlandse nationaliteit
- Ja, want haar ex man heeft de Nederlandse nationaliteit
8. Het socialezekerheidsstelsel als driepijlerstelsel heeft betrekking op het onderscheid tussen:
- Preventie, bescherming en re-integratie.
- Werknemersverzekeringen, volksverzekeringen en voorzieningen.
- Het publieke stelsel, het collectieve stelsel (werkgevers en werknemers) en eigen spaarvormen.
9. Welke van de volgende beweringen is niet juist?
- De kring der verzekerden van de werknemersverzekeringen is van toepassing op personen die in privaatrechtelijke of in publiekrechtelijke dienstbetrekking staan.
- De kring der verzekerden van de volksverzekeringen is van toepassing op ingezetenen en niet-ingezetenen die in Nederland werkzaam zijn.
- De WWB geeft alle in Nederland woonachtige, rechtmatig verblijvende personen ongeacht hun financiële situatie recht op uitkering ter hoogte van het sociaal minimum.
Antwoorden van de oefenvragen
Vraag 1: het goede antwoord is a, de Hoge Raad oordeelde: ‘wat tussen partijen heeft te gelden wordt bepaald door hetgeen hen bij het sluiten van de overeenkomst voor ogen stond. Hierbij is niet één enkel kenmerk beslissend. De verschillende gevolgen die partijen aan hun verhouding hebben verbonden moeten in onderling verband worden bezien’. Onder andere dus met de maatschappelijke positie van de werknemer.
Vraag 2: a= onjuist, want dat is sinds 1950 al niet meer het geval. B= ook onjuist, want dat staat nergens in de wet. C is dus het goede antwoord: wel discutabel a.d.h.v. de feiten. We gaan er dan maar vanuit dat er genoeg sociale binding is met Nederland. Bij twijfel: wegstrepen, je moest hier wel op c uitkomen.
Vraag 3: het goede antwoord is d. Wat betreft b: juist niet, want in de 19e eeuw was de industriële revolutie aan de gang. Wat betreft a: juist de beschermingsfunctie kwam nadrukkelijk naar voren. Wat betreft c: we zien alleen driekwartdwingend recht, want afwijking is mogelijk bij cao of bij een regeling door/namens bestuursorgaan.
Vraag 4: het goede antwoord is a, want als de persoon actief betrokken is bij verwezenlijking van het primaire doel kan er onder omstandigheden worden gesproken van een arbeidsovereenkomst. Ook al was dit niet de partijbedoeling, zie ‘Beurspromovendi UVA’. In ABVAKABO/RUG gaat het om de gezagsverhouding, niet om het criterium van arbeid. Wat betreft c: klopt niet, want wat er woordelijk staat is niet doorslaggevend.
Vraag 5: het goede antwoord is a, want onder loon wordt verstaan: ‘de door de werkgever aan de werknemer krachtens de arbeidsovereenkomst verschuldigde vergoeding ter zake van bedongen arbeid’. Onder het loonbegrip valt niet het werkgeversdeel van de premies die de werkgever krachtens de socialeverzekeringswetgeving aan derden verschuldigd is. Ingevolge 7:617 lid 1 sub d BW kan loon ook worden betaald in de vorm van voorzieningen door of voor rekening van de werkgever te verrichten, “kost en inwoning daaronder begrepen” = loon in natura. Zowel de kost en inwoning als het vakantiegeld zijn aan te merken als loon. Conclusie: er is zeker aan het element loon voldaan. Belangrijk: er kan dus ook sprake zijn van loon als:
- Het loon anders is vormgegeven dan gebruikelijk is bij een ao (aldus HR in Huize Bethesda, de casus is hierop gebaseerd).
- Het overeengekomen loon niet een reëel loon is (bijvoorbeeld veel lager dan gebruikelijk).
Vraag 6: b is het goede antwoord. Er is namelijk geen middelentoets bij de AOW, wel bij de WWB. Er wordt rekening gehouden met de leefvorm, maar de woningdeler zit alleen bij de WWB.
Vraag 7: a is het goede antwoord, want ze heeft geen band met de Nederlandse nationaliteit. Dit is vereist om te worden aangemerkt als ingezetene en is dus nodig om een zorgverzekering te krijgen.
Vraag 8: c is het goede antwoord.
Vraag 9: a: wel juist, zie art. 3 lid 1. B: ook juist, staat in het boek. C: onjuist, niet ongeacht de financiële situatie.
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
Contributions: posts
Spotlight: topics
Online access to all summaries, study notes en practice exams
- Check out: Register with JoHo WorldSupporter: starting page (EN)
- Check out: Aanmelden bij JoHo WorldSupporter - startpagina (NL)
How and why use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?
- For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
- For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
- For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
- For compiling your own materials and contributions with relevant study help
- For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.
Using and finding summaries, notes and practice exams on JoHo WorldSupporter
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
- Use the summaries home pages for your study or field of study
- Use the check and search pages for summaries and study aids by field of study, subject or faculty
- Use and follow your (study) organization
- by using your own student organization as a starting point, and continuing to follow it, easily discover which study materials are relevant to you
- this option is only available through partner organizations
- Check or follow authors or other WorldSupporters
- Use the menu above each page to go to the main theme pages for summaries
- Theme pages can be found for international studies as well as Dutch studies
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
- Check out: Why and how to add a WorldSupporter contributions
- JoHo members: JoHo WorldSupporter members can share content directly and have access to all content: Join JoHo and become a JoHo member
- Non-members: When you are not a member you do not have full access, but if you want to share your own content with others you can fill out the contact form
Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance
Main summaries home pages:
- Business organization and economics - Communication and marketing -International relations and international organizations - IT, logistics and technology - Law and administration - Leisure, sports and tourism - Medicine and healthcare - Pedagogy and educational science - Psychology and behavioral sciences - Society, culture and arts - Statistics and research
- Summaries: the best textbooks summarized per field of study
- Summaries: the best scientific articles summarized per field of study
- Summaries: the best definitions, descriptions and lists of terms per field of study
- Exams: home page for exams, exam tips and study tips
Main study fields:
Business organization and economics, Communication & Marketing, Education & Pedagogic Sciences, International Relations and Politics, IT and Technology, Law & Administration, Medicine & Health Care, Nature & Environmental Sciences, Psychology and behavioral sciences, Science and academic Research, Society & Culture, Tourisme & Sports
Main study fields NL:
- Studies: Bedrijfskunde en economie, communicatie en marketing, geneeskunde en gezondheidszorg, internationale studies en betrekkingen, IT, Logistiek en technologie, maatschappij, cultuur en sociale studies, pedagogiek en onderwijskunde, rechten en bestuurskunde, statistiek, onderzoeksmethoden en SPSS
- Studie instellingen: Maatschappij: ISW in Utrecht - Pedagogiek: Groningen, Leiden , Utrecht - Psychologie: Amsterdam, Leiden, Nijmegen, Twente, Utrecht - Recht: Arresten en jurisprudentie, Groningen, Leiden
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
640 |
Add new contribution