Arresten en jurisprudentie: uittreksels en studiehulp - Thema
- 12084 reads
De eiser is, nadat hij zijn rijbewijs in 1995 was kwijtgeraakt, slachtoffer geworden van identiteitsfraude. Een groot aantal auto’s is door derden met behulp van het vermiste rijbewijs in het kentekenregister op zijn naam gesteld. Hierdoor zijn hem boetes en belastingaanslagen opgelegd, is hij wegens wanbetaling meermalen gegijzeld, en is hem een bijstandsuitkering geweigerd omdat hij als autohandelaar werd beschouwd. De eiser is in 1997/1998 vervolgens ondergedoken tot begin 2004. Op 8 januari 2004 is hij opnieuw gegijzeld. Dat heeft de eiser ertoe gebracht bij brief van 13 januari 2004 de Staat te sommeren de gijzeling te beëindigen en aansprakelijk te stellen voor de schade als gevolg van de gijzelingen, de boetes en de belastingaanslagen. Ook heeft hij aan de RDW verzocht de kentekenregistraties aan te passen, heeft hij op 12 februari 2004 een klaagschrift ingediend en heeft hij in juni 2004 beroep ingesteld tegen de opgelegde boetebeschikkingen.
Het EHRM oordeelde in 2012 dat de Nederlandse Staat het privéleven van deze man ernstig had verstoord en dat hij recht had op een schadevergoeding van € 9.000. In de huidige procedure bij de Rechtbank stelt de eiser de Staat aansprakelijk op grond van onrechtmatige overheidsdaad. Hij stelt dat de Staat onrechtmatig jegens hem heeft gehandeld, zowel waar het heeft geacteerd op basis van enkel de gegevens uit het kentekenregister, zonder dat vaststond dat hij zelf betrokken was bij de overtredingen, als in het kader van de tenuitvoerlegging van de gijzeling. Ook zou de Staat “als registerhouder van het kentekenregister” onrechtmatig jegens hem hebben gehandeld door niet te waarborgen dat het register de juiste gegevens bevat, door deze gegevens vervolgens zonder verificatie aan andere overheidsinstanties te verstrekken en ook te weigeren tot correctie van dat register (met terugwerkende kracht) over te gaan. Hij komt tot een eis van € 190.731,86.
De Staat beroept zich op verjaring van de vordering tot schadevergoeding. Dit beroep slaagt.
De eiser moet bekend zijn geweest met de schade en de aansprakelijke persoon op het moment dat de rechter voor het eerst uitspraak deed. Op dat moment kon hij weten dat hem in nationaal verband geen rechtsherstel werd geboden: het besluit van de RDW bleef in stand en ook alle daar op geënte beslissingen. Dat betekent dat in dat geval de verjaring is aangevangen op 8 december 2005 en geacht moet worden te zijn gestuit in augustus 2008. De advocaat van de eiser heeft toen aan de Staat bericht met het oog op de procedure bij het EHRM de verjaring te willen stuiten, onder verwijzing naar zijn eerdere brief van 13 januari 2004. Op 22 augustus 2008 is een nieuwe verjaringstermijn van 5 jaar aangevangen, die afliep op 22 augustus 2013. De eerste brief waarin opnieuw aan de Staat wordt bericht dat aanspraak wordt gemaakt op schadevergoeding, dateert echter van 17 april 2014. De vordering was toen al verjaard. Dat de Staat het door het EHRM op 14 februari 2012 vastgestelde bedrag van € 9.000 heeft betaald (zo dit al is gebeurd vóór 22 augustus 2013) is onvoldoende aanknoping om erkenning aan te nemen (in de zin van art. 3:318 BW).
Als de procedure die de eiser aanhangig heeft gemaakt bij het EHRM op 10 februari 2006 moet worden beschouwd als het instellen van een eis als bedoeld in art. 3:316 lid 1 BW, geldt dat de op 14 januari 2004 aangevangen verjaringstermijn met ingang van eerstgenoemde datum in beginsel is gestuit en verder opnieuw is aangevangen. Stuiting wordt in dat geval geacht niet te hebben plaatsgevonden als de eis wordt afgewezen, tenzij tijdig (binnen 6 maanden) opnieuw een eis wordt ingesteld en deze alsnog tot toewijzing leidt. Ingevolge lid 2 van dat artikel had de eiser dus, gegeven het feit dat zijn eis tot vergoeding van schade door het EHRM bij uitspraak van 14 februari 2012 grotendeels is afgewezen, om de verjaring te stuiten een nieuwe eis bij de civiele rechter moeten instellen binnen zes maanden nadat de uitspraak van het EHRM in kracht van gewijsde ging, te weten uiterlijk op 14 augustus 2012. Dat heeft de eiser niet gedaan. Ook langs deze weg beredeneerd is de vordering dus verjaard.
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Main summaries home pages:
Main study fields:
Business organization and economics, Communication & Marketing, Education & Pedagogic Sciences, International Relations and Politics, IT and Technology, Law & Administration, Medicine & Health Care, Nature & Environmental Sciences, Psychology and behavioral sciences, Science and academic Research, Society & Culture, Tourisme & Sports
Main study fields NL:
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
1050 |
Add new contribution