Hoorcollege
Twee kernthema's:
Bevoegdheden: wat mag de Eu doen en wat mag de EU niet doen?
Wetgevingsinstrumenten en –procedures: hoe handelt de EU?
Attributie:
Wat mag de Nederlandse staat eigenlijk doen?
NL is soeverein wat betekent dat zij zelf haarzelf bevoegdheden kan geven, maar wel ingeperkt door mensenrechten, grondrechten, etc --> Kompetenz-Kompetenz
EU werkt door attributie van bepaalde bevoegdheden en gezamenlijk uitoefenen van soevereine bevoegdheden. Alles wat de EU kan en mag doen, moet door de lidstaten zijn overgedragen aan de EU doormiddel van een Verdrag
Art. 5 lid 2 VEU: “Krachtens het beginsel van bevoegdheidstoedeling handelt de Unie enkel binnen de grenzen van de bevoegdheden die haar door de lidstaten in de Verdragen zijn toegedeeld om de daarin bepaalde doelstellingen te verwezenlijken. Bevoegdheden die in de Verdragen niet aan de Unie zijn toegedeeld, behoren toe aan de lidstaten.”
Waarden en doelen geven aan wat de EU wil bereiken (art. 2 en 3 VEU)
Bevoegdheden geven de EU de middelen om deze waarden en doelen te realiseren (art. 5 VEU en art. 2ff VWEU)
Bevoegdheden zijn te onderverdelen in drie categorieën:
De Europese Unie heeft verschillende vormen van bevoegdheid: exclusieve, gedeelde en aanvullende bevoegdheden. (VWEU) Als de Unie bindende regels wil vaststellen, moeten deze een basis hebben in het VWEU onder art. 3, art. 4 of art. 6. Het is belangrijk om te definiëren of de maatregelen die de commissie voorstelt vallen onder de bevoegdheden voor de interne markt (4.2 a VWEU) of onder de menselijke gezondheid (6 a VWEU). Artikel 114 biedt de rechtsbasis voor wetgevingshandelingen die de interne markt willen bevorderen.
De Unie heeft drie verschillende soorten bevoegdheden (art. 2 VWEU):
Exclusieve bevoegdheden (art. 3 VWEU) --> Dingen die alleen aan de Unie toebehoren en waar lidstaten niks over kunnen bepalen
- Douane-unie (belangrijkrijk voor Brexit)
- Vaststelling van mededingingsregels die voor de werking van de interne markt nodig zijn
- Monetair beleid voor de lidstaten die de euro als munt hebben
- Gemeenschappelijke handelspolitiek (belangrijkrijk voor Brexit)
Gedeelde bevoegdheden (art. 4 VWEU) --> lidstaten kunnen optreden zolang er op Europees niveau niet is opgetreden.
a. bescherming en verbetering van de menselijke gezondheid;
b. industrie;
c. cultuur;
d. toerisme;
e. onderwijs, beroepsopleiding, jongeren en sport;
f. civiele bescherming;
g. administratieve samenwerking.
Ondersteunende, aanvullende bevoegdheid (art. 6 VWEU):
Bescherming en verbetering van de menselijke gezondheid;
Industrie;
Cultuur;
Toerisme;
Onderwijs, beroepsopleiding, jongeren en sport
Civiele bescherming
g. administratieve samenwerking.
Het Tabaksreclame arrest (Zaak C-376/98) van het Hof van Justitie illustreert dat het gebruik van een onjuiste rechtsgrondslag de ongeldigheid van een handeling kan meebrengen. (zie r.o. 32, r.o. 77-79, r.o.88 e.v.)
Ook in het Bewaring van gegevens arrest (zaak C-301/06) stond het gebruik van art. 114 VWEU als juiste rechtsgrondslag ter discussie: Het Hof van Justitie oordeelt hier echter dat art. 114 VWEU wel de juiste rechtsgrondslag vormt
Bevoegdheden en rechtsbases:
Rechtsbasis: Vertaling van een bevoegdheid in een soort concrete handleiding die door de EU kan worden gedaan. Dit is dus een artikel die zegt wat de EU kan doen, voor welk doel, wanneer dit mag worden gedaan en in welke vorm
Een verdragsartikel dat de instellingen van de EU de bevoegdheid geeft om via een bepaalde procedure een rechtshandelingen aan te nemen
De rechtsbasis is zo belangrijk volgens het beginsel van attributie dat iedere rechtshandeling die de EU aanneemt een duidelijke verwijzing naar een rechtsbasis moet bevatten
Functies rechtsbasis:
Geeft concrete bevoegdheid om doelstelling te bereiken
Bepaalt soort bevoegdheid (exclusief, gedeeld, ondersteunend)
Bepaalt procedure voor aannemen handeling
Bepaalt soort rechtshandeling (soms)
Rechtsbasis voorbeeld:
Art. 114 VWEU (interne markt): “Tenzij in de Verdragen anders is bepaald, zijn de volgende bepalingen van toepassing voor de verwezenlijking van de doeleinden van artikel 26 (geeft concrete bevoegdheid om doelstelling te bereiken). Het Europees Parlement en de Raad stellen volgens de gewone wetgevingsprocedure (bepaalt procedure voor aanneming rechtshandeling) en na raadpleging van het Economisch en Sociaal Comité de maatregelen vast inzake de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de lidstaten die de instelling en de werking van de interne markt betreffen.”
Algemene en aspecifieke rechtsbases:
Algemene rechtsbasis (dingen die breed zijn. Hoe breder ze zijn, hoe strikter te procedure en hoe machtiger de lidstaat dus is):
- art. 114 VWEU --> gewone wetgevingsprocedure (interne markt) --> dit kan bijvoorbeeld bij belemmeringen (ook toekomstige belemmeringen) van concurrentie art. 26 VWEU. Art. 168 (rechtsbasis voor volksgezondheid) wordt harmonisatie uitgesloten.
ANDERS: in strijd met attributiebeginsel
- art. 115 VWEU (interne markt)
- art. 352 VWEU (doelstellingen EU/onverwachte omstandigheden)
Specifieke rechtsbasis (dingen die niet zo breed zijn):
- art. 46 VWEU
- art. 83 lid 1 VWEU
- art. 157 lid 3 VWEU
Hoe kies je een rechtsbasis:
Soms is voor één onderwerp meerdere rechtsbasis beschikbaar zijn, met bijvoorbeeld verschillende procedures
Dit is erg belangrijk voor het attributiebeginsel
Het Hof heeft zich erover gepraat in het Titaniumdioxide-arrest. Hierin ging het over de vraag of de Eu wel een rechtsbasis had om een verordening aan te nemen en als er meerdere zijn welke de rechtsbasis moet zijn. In deze casus waren er twee rechtsbasis. Bij de een had negatieve gevolgen voor het Europees Parlement en bij de andere rechtsbasis gaf het veel macht aan de Commissie. Het Hof gaf een toets, waarin het gebaseerd moet zijn op objectieve criteria. Het is dus niet een willekeurig keuze. Er wordt rekening gehouden met het doel en inhoud van de maatregel. Welke argumenten je gaat gebruiken:
Is er een hoofddoel/zwaartedoel?
Maar als er meerdere doeleinden zijn met de rechtsbases? Dan verwijs je ze naar allemaal en tel je de procedures bij elkaar op, indien wel dat de procedures bij elkaar passen en elkaar niet uitsluiten.
Tenzij de twee rechtsbases niet compatibel zijn qua procedure, bij conflict, kies de basis die rechten Europees Parlement meest beschermt. Dus als bijvoorbeeld de ene rechtsbasis zegt unanimiteit bij Raad van Ministers en andere rechtsbasis zegt gewone wetgevingsprocedure, dan past dat niet bij elkaar.
Hoe moeten deze bevoegdheid worden gebruikt:
Subsidiariteit --> moet de EU wel handelen? Of een lagere autoriteit, zoals lidstaten of provincies
Proportionaliteit --> Evenredigheid. Hoe ver mag de EU gaan?
Subsidiariteit:
Art. 5 lid 3 VEU: “Krachtens het subsidiariteitsbeginsel treedt de Unie op de gebieden die niet onder haar exclusieve bevoegdheid vallen, slechts op indien en voor zover de doelstellingen van het overwogen optreden niet voldoende door de lidstaten op centraal, regionaal of lokaal niveau kunnen worden verwezenlijkt, maar vanwege de omvang of de gevolgen van het overwogen optreden beter door de Unie kunnen worden bereikt.”
De EU slechts mag optreden als dat wat ze willen bereiken niet beter op een lager bestuurlijk niveau kan worden geregeld. Dit kan zijn lidstaten, regio's of stadhuizen
Bij exclusieve bevoegdheden geldt dit natuurlijk niet. Daar mag de EU altijd bepalen en hebben lagere niveaus niks te zeggen
Handhaving subsidiariteit:
Subsidiariteit is een primair politiek argument --> Lidstaten kunnen dit opbrengen bij de Raad van Ministers die medewetgever is.
Hof van Justitie is terughoudend in het oordelen van subsidiariteit. Lastig juridisch vorm te geven. De wetgevers zijn de Commissie die een voorstel doet en de Raad van Ministers en Europees Parlement moet instemmen. In de Raad van Ministers zitten de Ministers van de lidstaten. Hun regeringen zaten het dus wel zitten dat de wetgeving op Europees niveau werden genomen. Subsidiariteit is dus moeilijk af te dwingen
Proportionaliteit:
Art. 5 lid 4 VEU: “Krachtens het evenredigheidsbeginsel gaan de inhoud en de vorm van het optreden van de Unie niet verder dan wat nodig is om de doelstellingen van de Verdragen te verwezenlijken.”
Evenredigheid:
Er is een legitiem doel dat wordt bereikt. Dat wordt gedaan met een rechtsbasis
Het optreden mag niet verder gaan dan wat nodig is
Hoe handelt de EU:
Rechtsbronnen en instrumenten
Procedures
Hoe kan de EU een bevoegdheid gebruiken?
Rechtsbronnen hiërarchisch:
EU Verdragen (primair recht) --> VEU, VWEU, Handvest, toetredingsverdragen
Algemene beginselen van Unierecht --> primair unirecht
Wetgevende handelingen (art. 288 en 289 lid 1 en 2 VWEU --> secundair recht, want handelingen voortkomend uit het verdrag wat primaire recht is)
Niet wetgevende handelingen:
- Gedelegeerde handelingen (art. 290 VWEU)
- Uitvoerende handelingen (art. 291 VWEU)
Rechtsinstrumenten. Vormen van secundair recht:
Verordening --> heeft algemene strekking. Zij is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat (art. 288 VWEU). Een verordening is “rechtstreeks toepasselijk” en vormt als zodanig onderdeel van de interne rechtsorde van de lidstaten. Een verordening hoeft dus niet te worden omgezet in nationale wet- en regelgeving. Sterker nog, verordeningen mogen zelfs niet worden omgezet. Dit wil evenwel niet zeggen dat lidstaten geen uitvoeringsmaatregelen moeten of mogen treffen wanneer de verordening daarin voorziet en dus rechtstreeks toepasselijk (art. 288 VWEU). Dit is dus een rechtshandeling van de Unie. Voorwaarden van onvoorwaardelijk, voldoende duidelijk en nauwkeurig (Van Gend&Loos) blijven bestaan als een burger op een verordening wil beroepen. EEN VERORDENING KAN WEL HORIZONTALE WERKING HEBBEN (Sturgeon). Ook hebben ze voorrang op nationaal recht (Costa/Enel en Simmenthal) en inroepbaar bij de nationale rechter. De nationale rechter zal de nationale rechter het tegenstrijdige Unierecht buiten toepassing moeten laten
Richtlijn --> is verbindend ten aanzien van het te bereiken resultaat voor elke lidstaat waarvoor zij bestemd is, doch aan de nationale instanties wordt de bevoegdheid gelaten vorm en middelen te kiezen. Het wordt dus aan de lidstaten overgelaten binnen een bepaalde termijn om het doel te behalen (art. 288 VWEU). EU-richtlijnen binden de lidstaten, maar niet de burgers. Dit is dus een rechtshandeling van de Unie. Kijk dan naar arrest Franchini Dori en Pfeiffer.
Besluit --> is verbindend in al haar onderdelen. Indien de adressaten worden vermeld, is zij alleen voor hen verbindend (art. 288 VWEU)
Procedures:
Primair recht: verdragswijziging
- Art. 48 VEU
- Unanimiteit (alle lidstaten eens zijn voor wijziging)Secundair recht:
- Gewone wetgevingsprocedures (art. 294 VWEU)
- Bijzondere wetgevende procedure (bijv. Art. 109 VWEU, art. 115 VWEU of art. 218 VWEU)
- Niet wetgevende procedures (Geen EP, bijv. Art. 31 VEU, art. 242 VWEU)
Gewone wetgevingsprocedure:
Art. 294 VWEU
Commissie (vertegenwoordigd belang van Europese Unie) recht van initiatief
Raad (vertegenwoordigd belang lidstaat) en EP (vertegenwoordigd belang van burgers van Europese Unie) nemen aan
Beiden kunnen amenderen
Alle belangen worden dus geraakt, zowel van lidstaten als burgers als EU
Stemmen in de Raad:
Soms unanimiteit (hierdoor elk land een veto) of eenvoudige meerderheid (bijzondere wetgevingsprocedures)
Meestal gekwalificeerde meerderheid (gekwalificeerde meerderheid) (gewone wetgevingsprocedure)
Als er in een rechtsbasis staat dat de Raad stemt met unanimiteit of eenvoudige meerderheid weet je dat het een bijzondere wetgevingsprocedure is
Bijzonder systeem van stemmen voor kleine lidstaten te beschermen en grote lidstaten niet teveel macht te geven:
- Art. 16 lid 4 VEU
- 55% van lidstaten (15 lidstaten minimaal) + 65% van de bevolking van de Europese Unie
- Als dit wordt geblokkeerd moet deze ministers 4 lidstaten hebben en tenminste 35% van de bevolking
Tabaksreclame:
De EU wilde de reclame van tabaksproducten verbieden. Dit deden ze op basis van art. 114 VWEU was toeziet op het functioneren van de interne markt. Dit is dus een algemeen rechtsbasis. Als je het adverteren verbiedt gaat dit ook over de bescherming van gezondheid. Een verbod op tabaksproducten is een aanpassing op nationale wetgeving, maar harmonisatie wordt echter uitgesloten art. 168 lid 5. Art. 168 lid 1 VWEU eist dat bij elk optreden van de Unie een hoog niveau van bescherming van de menselijke gezondheid wordt verzekerd. Nu is de vraag of dit lid kan worden gebruikt.
De Commissie, Raad en EP zeggen dat als we in één land zeggen dat het is toegestaan en het andere land niet, belemmert dit de interne markt. Dit verschil in regels inzake tabaksreclame kan vrij verkeer en concurrentie belemmeren. Een verbod haalt deze potentiële belemmering weg en kan dus op basis van nu art. 114 VWEU.
Duitsland daartegenover zei dat het daadwerkelijke doel is gezondheid en daar mag EU niet harmoniseren (art. 168 lid 5 VWEU). Effect van verschil in wetgeving tabaksreclame is marginaal en niet genoeg om bevoegdheid onder art. 114 VWEU te creëren.Het Hof zei in para. 78: Deze bepaling (art. 168) houdt evenwel niet in dat op basis van andere verdragsbepalingen vastgestelde harmonisatiemaatregelen geen invloed kunnen hebben op de bescherming van de volksgezondheid. Je mag dus wel een interne markt maatregel opnemen die ook de volksgezondheid helpt. Maar in para 79 staat ook dat het gebruik van andere artikelen van het Verdrag als rechtsgrondslag mag er echter niet toe leiden dat de uitdrukkelijke uitsluiting van harmonisatie in artikel 168 lid 5 van het Verdrag wordt omzeild. Je mag die maatregel niet doen om het Harmonisatieverbod te omzeilen.
In para 83 staat dat in hun onderlinge samenhang gelezen, blijkt uit die bepalingen dat de in artikel 114 lid 1 VWEU van het Verdrag bedoelde maatregelen de voorwaarden voor de instelling en de werking van de interne markt dienen te verbeteren. Een uitlegging van dat artikel volgens welke de gemeenschapswetgever daarin een algemene bevoegdheid wordt verleend om de interne markt te reglementeren, zou niet alleen indruisen tegen de tekst zelf van bovengenoemde bepalingen, maar zou ook onverenigbaar zijn met het in artikel 5 VWEU neergelegde beginsel dat het bij de bevoegdheden van de Gemeenschap om toegekende bevoegdheden gaat.
Je mag dus regels aannemen om de interne markt beter te laten functioneren. Maar je mag niet zomaar de interne markt reglementeren. Dus je mag niet zomaar regels aannemen die de interne markt vormgeven, want zo’n bevoegdheid zou tegen de grenzen van het attributiebeginsel zijn. De EU heeft hier geen Kompetenz-Kompetenz. Ze mag alleen iets doen wat door de lidstaten is aangenomen en dat is geen bevoegdheid om maar regels om de interne markt aan te nemen, alleen maar om te beter te maken. Als er belemmeringen zijn mag je daar regels op maken, maar niet hoe ze moeten functioneren.
Dit staat in para 84: Bovendien moet een op basis van artikel 114 VWEU vastgestelde handeling metterdaad ten doel hebben, de voorwaarden voor de instelling en de werking van de interne markt te verbeteren. Zo de loutere vaststelling van verschillen tussen nationale regelingen en van het abstracte risico van daaruit voortvloeiende belemmeringen van de fundamentele vrijheden of mededigingsverstoringen volstond... zou het rechterlijk toezicht... niet doeltreffend meer kunnen zijn.
Maar: in para. 86 staat dat als de EU toekomstige belemmering ziet van vrij verkeer van goederen bijvoorbeeld dan mag de EU wel optreden.
Duitsland had dus gewonnen. De richtlijn werd door het Hof van Justitie nietig verklaard wegens overschrijden bevoegdheid. Maar het Hof geeft duidelijk aan hoe richtlijn aangepast moest worden.
Een richtlijn mag wel gedeeltelijk op bijvoorbeeld volksgezondheid worden gebaseerd zolang het belangrijkste doel maar de interne markt betreft. Artikel 95 EG-verdrag, thans artikel 114 VWEU, kan alleen als rechtsgrondslag dienen indien zij beoogt de interne markt te verbeteren. Een richtlijn die op grond van deze bepaling is opgesteld moet dus beogen om de belemmeringen in het vrij verkeer weg te nemen om de interne markt te bevorderen. Daarnaast geldt dat harmonisatie van de wetgeving op het gebied van volksgezondheid niet geoorloofd is (art. 168 VWEU). Maar hierbij dient een kanttekening gemaakt te worden: als bescherming van de volksgezondheid een zijdelings doel is van de opgestelde richtlijn dit wel geoorloofd is.
Als het primaire doel de interne markt dient en secundair de volksgezondheid dient mag dit wel, maar als het primaire doel de interne markt is EN volksgezondheid of als primaire doel volksgezondheid en secundair de interne markt, mag dit niet.
Het Hof van Justitie illustreert dat het gebruik van een onjuiste rechtsgrondslag de ongeldigheid van een handeling kan meebrengen. (zie r.o.32, r.o. 77-79, r.o.88 e.v.)
Tweede richtlijn aangenomen (zonder asbakken en met vrijverkeersclausule). Wederom aangevochten door Duitsland, maar geaccepteerd door Hof van Justitie (Tabacco advertising II). En dus mocht de richtlijnen blijven bestaan.
Bewaringsrichtlijn-arrest:
Het ging over het bewaren van metadata van telecommunicatie. Dit betekent dat ik nu mijn moeder bel, moet het telecombedrijf bewaren hoe lang ik heb gebeld, maar de inhoud van het gesprek niet. Toch is dit moeilijk als je de suicidetelefoon belt dan is de inhoud van het gesprek wel duidelijk. Mocht de EU zo’n bewaringsrichtlijn aannemen? Moesten de lidstaten de telecommunicatie te dwingen op metadata op te slaan. EU deed dit weer op art. 114 VWEU en dus weer algemene rechtsbasis.
Ierland vecht rechtsbasis bewaringsrichtlijn aan. Ierland zei dat het weer niet gaat om het goed functioneren van interne markt, maar EU wil hiermee tegen georganiseerde misdaad en terrorisme zorgen (art. 30 EU, maar nu artikel 87 lid 1 VWEU).
Ierland zegt dat als dit het doel is, heb ik een veto want gaat via de bijzondere wetgevingsprocedure.
Het Hof zegt dat er moet worden gekeken naar de verschillen tussen de nationale regelingen inzake de bewaring van gegevens betreffende elektronische communicatie de werking van de interne markt rechtstreeks konden beïnvloeden en dat kon worden verwacht dat die invloed nog sterker zou worden. Die situatie rechtvaardigde dat de gemeenschapswetgever het doel van bescherming van de geode werking van de interne markt nastreefde door de vaststelling van geharmoniseerde regels (para. 71 en 72).
Als de verschillen alleen is niet voldoende, maar als ze dermate groot zijn en kosten van bewaring van gegevens tussen lidstaten zo groot zijn dat ze de werking van interne markt zo beïnvloeden, dan kunnen we het wel op art. 114 baseren. Dit is hier gebeurd. Het functioneren van elektronische communicatie op interne markt kan worden beïnvloed. Daardoor is art. 114 VWEU, want het gaat hier wel op het goede werken van de interne markt. De rechtsbasis wordt dus wel goedgekeurd.Kortom, Het Hof oordeelde dat de richtlijn op de juiste rechtsbasis was aangenomen, om dat de richtlijn overwegend betrekking had op de werking van de interne markt.
Conclusie: twee kernthema's:
Bevoegdheden: wat mag de EU en wat mag de EU niet doen --> attributie, want EU geen soevereine lidstaat en daardoor zichzelf geen bevoegdheden toekennen. Slechts wat de lidstaten de EU geeft, maar de lidstaten worden daardoor niet minder soeverein.
Wetgeving en instrumenten: Hoe handelt de EU --> gewone wetgevingsprocedure en bijzondere wetgevingsprocedures
Nu twee soorten rechten: Europees recht dat is geattribueerd maar ook de nationale rechtsorde.
Verhouding EU vs. Nationaal recht:
Hof van Justitie van de Europese Unie
Zij bepalen voorrang en doorwerking
Leerstukken ontwikkeld door het Hof
Rechtstreekse werking (Van Gend & Loos)
Voorrang (Costa ENEL)
Richtlijnconforme interpretatie
Hof van Justitie van EU:
Instelling van de Europese Unie
Rechtscollege van de EU (bestaat uit: Hof van Justitie en het Gerecht --> eerste aanleg)
Waakt over toepassing EU recht (art. 19 EU)
- Interpreteren van Verdragen en secundair Unierecht
- Kan secundaire wetgeving nietig verklaren (enige instelling die nietig kan verklaren)
- Hulp aan nationale rechters (art. 267 VWEU --> prejudiciële vragen)Samenstelling Hof van Justitie:
- Eén rechter per lidstaat, maar niet voor het leven benoemd. Benoeming voor zes jaar (art. 19 lid 2 VEU)
- 27 rechters gegroepeerd in kamers: Kamers (3 of 5 rechters), Grote Kamer (15), voltallige zitting (27)
- 11 advocaten-generaal: adviseur, verschaffen conclusies
- Referendaires in het cabinet van de rechters
- Griffie
- Ondersteunende diensten: vertaling, documentatie
1963: Van Gend & Loos:
Van Gend&Loos is een Nederlands transportbedrijf dat een stof invoerde uit Duitsland. Dit bedrijf moest daar op grond van Nederlandse regelgeving een invoerheffing van 8% betalen. Van Gend&Loos wil niet betalen en beroept zich op artikel 12 EG “De Lidstaten onthouden zich ervan onderling nieuwe in- en uitvoerrechten of heffingen van gelijke werking in te voeren en de rechten en heffingen te verhogen welke zij in hun onderlinge handelsbetrekkingen toepassen.” Het kwam bij de Tariefcommissie en maakte prejudiciële vraag aan Hof van Justitie. Hof formuleerde arrest. Er is een nieuwe rechtsorde waar ze hun soevereiniteit hebben begrensd. Dit betekent dat onderdanen gerechtigd zijn om er een beroep te doen EU-recht en dus hoeven ze niet te betalen.
Van Gend & Loos was een groot vervoerbedrijf. Er waren net vier vrijheden opgericht: vrijheid van personen, diensten, goederen en kapitaal. Het Hof zegt dat we een gemeenschappelijk markt hebben, dat het de ingezeten rechtstreeks betreft en dat het een overeenkomst is dat meer moet zijn dan een klassiek multilateraal volkenrechtelijk verdrag. We hebben dus niet zomaar een handelsverdrag, maar een nieuwe rechtsorde. De lidstaten hebben op beperkte gronden hun soevereiniteit begrensd, want de lidstaten hebben bevoegdheden geattribueerd (attributiebeginsel). En waarbinnen niet slechts deze lidstaten, maar ook hun onderdanen gerechtigd zijn (rechtstreekse werking). De marktgebruikers moeten er iets mee kunnen.
We hebben dus onze soevereiniteit beperkt! Veel lidstaten zijn hierop tegen, maar toch is het gebeurd. Eigenlijk wordt de soevereiniteit niet overgedragen, maar alleen de rechten. Als je soevereine rechten overdraagt heb je daar veel meer aan, dan soevereiniteit overdragen.
Het Unierecht kan onafhankelijk van de wetgever der lidstaten rechten en plichten scheppen welke die particulieren uit eigen hoofde kunnen geldig maken. Je kan er iets mee, onafhankelijk van nationaal recht. Anders zou het ook niet werken met 27 lidstaten. Elk burgers kan zich dan ook beroepen op het Unierecht tegen de staat en tegen andere burgers in alle 27 lidstaten.
Het moet ook rechtstreekse werking hebben. Als een nationale rechter een prejudiciële vraag stelt aan de Europese rechter moet dit dan ook worden opgevolgd. Dit moet in alle lidstaten op dezelfde manier worden gebruikt.
Het Hof zei dat het rechtstreekse werking heeft als het duidelijke en onvoorwaardelijke bepaling zijn van het EU recht. Geen voorbehoud voorzien door lidstaten, onmiddellijk effect in rechtsbetrekkingen tussen lidstaten en justitiabelen:
1. Duidelijk
2. Onvoorwaardelijk
3. Voldoende nauwkeurigDus geen voorbehouden!
Er zijn dus grenzen, niet alles heeft rechtstreekse werking. Wel bij art. 157 VWEU: gelijke beloning van mannen en vrouwen voor pensioen, of art. 45 VWEU: vrije verkeer werknemers, als een Duitser in NL werkt.
Het is rechtstreeks toepasselijk als het in het verdrag staat op grond van art. 288 VWEU, maar alleen rechtstreekse werking als aan de voorwaarden van duidelijkheid, onvoorwaardelijk en voldoende nauwkeurig zijn geformuleerd. De werking betekent dat burgers op dit recht kunnen beroepen. De rechtstreeks werkende regel, mag de rechtszoekende zich rechtstreeks op deze regel beroepen en komt de nationale recht er niet toe aan conform interpretatie
Richtlijnen omdat ze naar de staat zijn gericht hebben alleen rechtstreekse werking als ze duidelijk, onvoorwaardelijk en voldoende nauwkeurig in verticale verhouding. Niet horizontaal!
Betekenis: Rechtstreekse werking, dus geen omzetting. Rechtstreeks van toepassing
Dus:
Rechtstreekse werking --> inroepbaar EU recht voor nationale rechter
Moet mogelijk zijn in zowel verticale (individu tegen overheid) en horizontale rechtsverhouding (individu tegen individu)
Voorwaarden: duidelijk, onvoorwaardelijk en voldoende nauwkeurig
Of heeft zelf het laatste woord of dit het geval is
Is zo bij bepalingen die rechtsreeks toepasselijk zijn in nationale rechtsorde
1964: Costa vs. ENEL:
Europees recht voorrang op nationaal recht
Art. 93 en 94 GW
Vervolg op Van Gend&Loos-arrest. Costa was Italiaanse advocaat die aandelen in een elektriciteitsmaatschappij die werd ingelijfd bij ENEL op basis van een nationale wet. Costa wilde deze nationale wet laten toetsen aan het gemeenschapsrecht. De kantonrechter in Milaan stelde hierover een prejudiciële vraag aan Hof van Justitie. Hof oordeelde dat het niet in strijd is met EU-recht. Toch was het baanbrekend, want “een eigen rechtsorde” --> herhaling Van Gend&Loos maar “niet kunnen ingaan met een later, eenzijdig afgekondigd wettelijk voorschrift”
Toevoeging bij Van Gend&Loos: niet mogelijk om EU-recht opzij te zetten in nationale wetgeving. Dus eenmaal iets bepaald dan boven nationaal recht. Nationaal recht dient te wijken voor EU recht
Hof zegt dat we ene eigen rechtsorde in het leven hebben geroepen en bindend is voor lidstaten en onderdanen. Nationale rechters zijn Europese rechters geworden, burgers kunnen namelijk op Europees recht beroepen voor de nationale rechter, waarna die rechter een prejudiciële vraag kan stellen.
De lidstaten hebben hier zelf voor gekozen. Als je het niet meer wilt kan je de Unie verlaten en dus behouden ze soevereiniteit.
Als we willen dat het Unierecht uniform en consistent moet worden toegepast, berekent dat het EU recht boven de nationale rechtsorde moet gelden
Betekenis: voorrang
Uit de arrest Costa-ENEL en Van Gend&Loos blijkt dat de voorrang van EU recht gebaseerd is op het EU recht zelf en niet op nationaal recht
Voorrang EU recht: Simmenthal-arrest:
Nationale rechter is verplicht om:
- Eerder aangenomen strijdig nationaal recht buiten toepassing te verklaren en rechtstreeks werkende bepalingen van EU recht toe te passen om een bepaalde zaak op te lossen
- Later aangenomen strijdig nationaal recht buiten toepassing te verklaren en rechtstreeks werkende bepalingen van EU recht toe te passen om een bepaalde zaak op te lossen
- Elke bepaling van nationaal recht (inclusief grondwettelijke bepalingen) buiten toepassing te verklaren en rechtstreeks werkende bepalingen van EU recht toe te passen om een bepaalde zaak op te lossenBeginsel van voorrang nationale regelgeving dat niet in lijn in met Europese wetgeving moet vernietiging is fout! Europees recht gaat over wat wel of niet kan worden toegepast. De nationale rechter moet niet nationale wet vernietigingen, maar moet het buiten toepassing verklaring. Dit is wat anders
Dit arrest voegde dus toe op Costa-ENEL dat de nationaler rechter het nationale recht buiten toepassing moet laten
Simmethal ging verder dan Costa/ENEL dat EU recht ook altijd voorrang heeft boven nationaal constitutioneel recht en latere nationale wetten in formele zin. Dan mag je de nationale regels niet meer toepassen, indien dit met EU-recht botst
Europese Hof van Justitie zei niet dat nationale wetgeving dan nietig is, maar dat ze slechts niet mogen worden toegepast.
Voorrang EU recht: Pfeiffer:
Wat als nationaal recht strijdig blijkt met niet rechtstreeks werkende bepaling van EU recht? Dus niet Simmenthal
Bijvoorbeeld een te laat omgezette richtlijn in een horizontale rechtsverhouding
Of als de rechter zegt dat hij het buiten toepassing verklaring te ver vindt gaan en er nog iets aan wil doen
Uit het loyaliteitsbeginsel en het feit dat nationale rechters functioneren als schakel tussen de nationale en Europese rechtsorde heeft het Hof afgeleid dat de nationale rechter er altijd naar moet streven om het nationale recht in lijn met het gehele EU-recht te interpreteren. Deze plicht geldt ook (of zelfs juist) voor EU-recht dat geen rechtstreekse werking heeft, om welke reden dan ook.
Richtlijnconforme interpretatie voorkomt dat er strijd ontstaat tussen de nationale en de Europese rechtsorde. Dit ontslaat een lidstaat echter niet van zijn plicht om het nationale recht in lijn te brengen met het Unierecht. In het arrest Pfeiffer stelde het Hof van Justitie dat de nationale rechter bij conforme uitleg “het gehele nationale recht” in beschouwing moet nemen. Deze plicht is evenwel niet absoluut: richtlijnconforme interpretatie tegen de wet in (contra legem) mag niet. (In casu lijkt een richtlijnconforme interpretatie mogelijk. Artikel 5bis van de milieuwet gebruikt vage termen zoals “onrendabel”)
De rechter zou dit kunnen interpreteren door te zeggen dat boerderijen met minder dan 30 koeien als rendabel moet gelden (omdat ze bijdragen aan het landschap). Er zou echter ook beargumenteerd kunnen worden dat conforme interpretatie niet mogelijk is omdat het gebod (“dienen … te worden gesloten” en “worden … geslacht”) weinig ruimte laat en een interpretatie zou dwingen die contra legem is.Richtlijnconforme is als de richtlijn niet tijdig, foutief of niet zijn omgezet hebben geen rechtstreekse werking. De nationale rechter is alsnog verplicht het gehele nationale recht in overeenstemming met richtlijn te interpreteren. De plicht tot richtlijnconforme interpretatie geldt ook voor richtlijnbepalingen die geen rechtstreekse werking hebben, ook waar dit recht niet tot doel heeft het Europese recht te implementeren. Dit ligt immers politiek beter dan nationaal recht buiten toepassing laten zoals Costa/ENEL en Simmenthal. Italië had richtlijn niet tijdig omgezet maar voldeed wel aan criteria Van Gend&Loos en dus inroepbaar. Grens is wel dat het niet contra legem mag zijn. Maar niet omgezette richtlijn heeft geen horizontale werking (burger-burger), maar wel verticaal (burger-staat)
Richtlijn conform interpretatie kan dus gebruikt worden om vervolgens schadevergoeding te krijgen via Francovich arrest. Dit is dus meer individueel gericht, dus voor jouw schadevergoeding
Dit kan door richtlijnconforme interpretatie:
- Omdat EU recht in ingeroepen kan worden kan rechter het ook niet direct toepassen
- Maar volgens het Hof is rechter verplicht het nationale recht zodanig te interpreteren dat het recht kan worden uitgelegd in overeenstemming met de bepalingen en doelstellingen van de richtlijn
- Rechter krijgt ruimte om nationaal recht ruim te interpreteren. Hierdoor zorgt ervoor dat de uitkomst door deze interpretatie toch het Europees recht dient
- Beperking mag nooit contra legem zijn. Als nationaal recht duidelijk zegt dat iets zo is, kan de rechter het niet zodanig omdraaien om het Europees recht te dienen. De wet moet dus ruimte kunnen bieden voor de rechter, anders mag dit niet.Uit het loyaliteitsbeginsel en het feit dat nationale rechters functioneren als schakel tussen de nationale en Europese rechtsorde heeft het Hof afgeleid dat de nationale rechter er altijd naar moet streven om het nationale recht in lijn met het gehele EU-recht te interpreteren. Deze plicht geldt ook (of zelfs juist) voor EU-recht dat geen rechtstreekse werking heeft, om welke reden dan ook.
Mogelijkheid voor schadevergoeding naar Francovich-arrest
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
Contributions: posts
Spotlight: topics
Online access to all summaries, study notes en practice exams
- Check out: Register with JoHo WorldSupporter: starting page (EN)
- Check out: Aanmelden bij JoHo WorldSupporter - startpagina (NL)
How and why use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?
- For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
- For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
- For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
- For compiling your own materials and contributions with relevant study help
- For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.
Using and finding summaries, notes and practice exams on JoHo WorldSupporter
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
- Use the summaries home pages for your study or field of study
- Use the check and search pages for summaries and study aids by field of study, subject or faculty
- Use and follow your (study) organization
- by using your own student organization as a starting point, and continuing to follow it, easily discover which study materials are relevant to you
- this option is only available through partner organizations
- Check or follow authors or other WorldSupporters
- Use the menu above each page to go to the main theme pages for summaries
- Theme pages can be found for international studies as well as Dutch studies
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
- Check out: Why and how to add a WorldSupporter contributions
- JoHo members: JoHo WorldSupporter members can share content directly and have access to all content: Join JoHo and become a JoHo member
- Non-members: When you are not a member you do not have full access, but if you want to share your own content with others you can fill out the contact form
Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance
Main summaries home pages:
- Business organization and economics - Communication and marketing -International relations and international organizations - IT, logistics and technology - Law and administration - Leisure, sports and tourism - Medicine and healthcare - Pedagogy and educational science - Psychology and behavioral sciences - Society, culture and arts - Statistics and research
- Summaries: the best textbooks summarized per field of study
- Summaries: the best scientific articles summarized per field of study
- Summaries: the best definitions, descriptions and lists of terms per field of study
- Exams: home page for exams, exam tips and study tips
Main study fields:
Business organization and economics, Communication & Marketing, Education & Pedagogic Sciences, International Relations and Politics, IT and Technology, Law & Administration, Medicine & Health Care, Nature & Environmental Sciences, Psychology and behavioral sciences, Science and academic Research, Society & Culture, Tourisme & Sports
Main study fields NL:
- Studies: Bedrijfskunde en economie, communicatie en marketing, geneeskunde en gezondheidszorg, internationale studies en betrekkingen, IT, Logistiek en technologie, maatschappij, cultuur en sociale studies, pedagogiek en onderwijskunde, rechten en bestuurskunde, statistiek, onderzoeksmethoden en SPSS
- Studie instellingen: Maatschappij: ISW in Utrecht - Pedagogiek: Groningen, Leiden , Utrecht - Psychologie: Amsterdam, Leiden, Nijmegen, Twente, Utrecht - Recht: Arresten en jurisprudentie, Groningen, Leiden
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
1553 |
Add new contribution