
Volgens Popper (1959) zijn alle theorieën onjuist. Echter, sommige theorieën zijn meer onjuist dan anderen. Er zijn namelijk theorieën die voordelig zijn voor wetenschappelijke kennis en ervoor zorgen dat wetenschappers voorspellingen kunnen doen over de toekomst onder bepaalde omstandigheden. Er is een verschil tussen formele theorieën en theorieën in verbale vorm. De eerste worden gebruikt in de ‘harde’ wetenschap zoals wiskunde en de tweede in de ‘zachte’ wetenschap zoals psychologie. Formele theorieën worden de laatste tijd ook toegepast op de zachte wetenschap, het geeft meer precisie en consistentie. Ook verminderd het verschillende biases. Een theorie kan erg nuttig zijn wanneer er wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
1). Descriptive adequacy. Komt de theorie overeen met gedrags-, psychische en neurowetenschappelijke data? Waarschijnlijk is dit het belangrijkste criterium. Data wordt voornamelijk verzameld door vragenlijsten, labexperimenten of psychologische metingen, maar ook gesprekken en neuro-anatomische data speelt een rol in de psychologie. Vaak wordt er gebruik gemaakt van hypothese –en significantie toetsen. Dit houdt in dat er (vaak twee) hypothesen worden opgesteld waarvan er één juist blijkt te zijn wanneer de theorie ook juist is. Het gebruiken van deze methode leidt tot onderbouwing voor de conclusie of er een verandering heeft plaatsgevonden. De theorie wordt zo getest tegen de data. Echter het is niet mogelijk om op deze manier te constateren dat er géén verschil is. het kan altijd zijn dat er te weinig proefpersonen meededen of dat het effect er wel was, maar te klein. Het gevaar is dat dat er niet een theorie wordt geformuleerd en getest wordt door hypothese-testen, maar dat er een eindeloze set problemen wordt geproduceerd.
Het voordeel van een formeel model is dat het goed laat zien hoe de theorie aansluit op de data (Pitt & Myung, 2002). Daarnaast kan het opstellen van een formeel model meer inzicht geven in de relatie tussen variabelen gegeven de waarden van de parameters. Zo kunnen er meer vragen worden gesteld en er kan beter worden verwoord dat de data precies betekent.
2). Precision and consistency. Is de theorie duidelijk genoeg beschreven zodat er geen ambiguïteit ontstaat in het interpreteren ervan? Een kritiekpunt van psychologische theorieën is dat er vaak vage en niet precieze taal wordt gebruikt. Dit zorgt ervoor dat het niet duidelijk is welke data de theorie zou ontkrachten. Ook ontstaat hierdoor verwarring over of een theorie aansluit bij andere experimentele situaties.
3). Coherence and consistency. Hierbij gaat het erom dat een theorie geen logische fouten bevat, hier moet vooral voor gewaakt worden wanneer een theorie in verbale vorm wordt gepresenteerd. Een veelvoorkomend probleem is dat een theorie vaak circulaire beweringen doet, daarnaast moet een theorie consistent zijn. Zowel binnen de psychologie als daarbuiten. Daar wordt mee bedoeld dat op dit moment natuurkundige wetten de beste verklaring geven voor hoe de wereld in elkaar zit. Theorieën die hierop aansluiten blijven beter bewaard.
4). Predictions and falsifiability. Een theorie moet falsifieerbaar zijn (Popper, 1959). Op die manier kan iemand niet-ambigue voorspellingen afleiden uit de theorie. Daarnaast kunnen er alleen dan testen gedaan worden die de theorie eventueel ontkrachten. Het verifiëren van voorspellingen zorgt voor een sterker geloof in de theorie. Echter voorspellingen die de theorie juist ontkrachten geven meer informatie dan voorspellingen die de theorie bevestigen.
5). Postdiction and explanation. Voorspellen is alleen mogelijk onder erg strikte voorwaarden in het lab, maar niet in een natuurlijke omgeving. De verklaringen die worden gegeven voor gedrag zijn vaar niet predictief, maar postdictief, die zwakker zijn dan predictieve verklaringen. Echter, het geven van predictieve verklaringen kan geen doel op zich zijn behalve in zeer beperkte omstandigheden. In plaats daarvan wordt er een verklaring gegeven nà het gedrag – postdictief.
6). Parsimony. Volgens Ockham's razor is de meest simpele theorie de beste theorie, wanneer er kan worden gekozen voor meerdere verklaringen van een fenomeen. Het is belangrijk dat een theorie past bij de gevonden data én dat het de simpelste verklaring is. zowel descriptive adequacy en parsimony worden tegelijkertijd nagestreefd.
7). Originaliteit. Theorieën kunnen erg verschillend lijken, maar in de bredere implicaties hetzelfde zijn. Dan is het moeilijk de twee te vergelijken. Wanneer mensen bijvoorbeeld letters moeten identificeren kan dezelfde theorie ondersteund worden, maar er kunnen andere leer-assumpties zijn gebruikt. Twee studies kunnen exact dezelfde voorspellingen doen, gebaseerd op andere assumpties.
8). Breadth. In de natuurkunde wordt er voornamelijk naar gestreefd dat fenomenen zoveel mogelijk worden samengenomen, terwijl in psychologie deze juist worden opgesplitst. Echter, dan houdt je theorie slechts stand onder hele specifieke condities. Vandaar dat ernaar wordt gestreefd dat een theorie zo breed mogelijk is.
9). Usability. Goede wetenschappelijke theorieën moeten actuele sociale problemen aanpakken. In het ‘’Science: The endless frontier’’ legt Vannevar Bush (1945) uit dat wanneer het gaat om technologische innovatie, basisonderzoek en toegepast onderzoek aan het andere eind van het continuüm staan. Recentelijk is er een nieuwe assumptie gekomen dat basis –en toegepast onderzoek ook kan worden gecombineerd (Stokes, 1997). Op die manier sluit een goed onderzoek (en de theorie) aan op het vervullen van een sociale behoefte.
10). Rationality. Maakt de theorie beweringen over het bewustzijn die redelijk zijn gegeven de evolutietheorie? Bijvoorbeeld; Anderson (1990) beweert dat het cognitieve systeem is wat het is omdat het zich zo heeft aangepast in de evolutie. Op die manier kan worden beargumenteerd dat psychologische processen door omgevingsfactoren worden bepaald. Het is niet altijd makkelijk om de relevante omgevingsfactor te identificeren, echter wanneer dat lukt geeft het een krachtig bewijs om een theorie te ondersteunen.
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>

Contributions: posts
Spotlight: topics
Online access to all summaries, study notes en practice exams
- Check out: Register with JoHo WorldSupporter: starting page (EN)
- Check out: Aanmelden bij JoHo WorldSupporter - startpagina (NL)
How and why use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?
- For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
- For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
- For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
- For compiling your own materials and contributions with relevant study help
- For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.
Using and finding summaries, notes and practice exams on JoHo WorldSupporter
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
- Use the summaries home pages for your study or field of study
- Use the check and search pages for summaries and study aids by field of study, subject or faculty
- Use and follow your (study) organization
- by using your own student organization as a starting point, and continuing to follow it, easily discover which study materials are relevant to you
- this option is only available through partner organizations
- Check or follow authors or other WorldSupporters
- Use the menu above each page to go to the main theme pages for summaries
- Theme pages can be found for international studies as well as Dutch studies
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
- Check out: Why and how to add a WorldSupporter contributions
- JoHo members: JoHo WorldSupporter members can share content directly and have access to all content: Join JoHo and become a JoHo member
- Non-members: When you are not a member you do not have full access, but if you want to share your own content with others you can fill out the contact form
Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance
Main summaries home pages:
- Business organization and economics - Communication and marketing -International relations and international organizations - IT, logistics and technology - Law and administration - Leisure, sports and tourism - Medicine and healthcare - Pedagogy and educational science - Psychology and behavioral sciences - Society, culture and arts - Statistics and research
- Summaries: the best textbooks summarized per field of study
- Summaries: the best scientific articles summarized per field of study
- Summaries: the best definitions, descriptions and lists of terms per field of study
- Exams: home page for exams, exam tips and study tips
Main study fields:
Business organization and economics, Communication & Marketing, Education & Pedagogic Sciences, International Relations and Politics, IT and Technology, Law & Administration, Medicine & Health Care, Nature & Environmental Sciences, Psychology and behavioral sciences, Science and academic Research, Society & Culture, Tourisme & Sports
Main study fields NL:
- Studies: Bedrijfskunde en economie, communicatie en marketing, geneeskunde en gezondheidszorg, internationale studies en betrekkingen, IT, Logistiek en technologie, maatschappij, cultuur en sociale studies, pedagogiek en onderwijskunde, rechten en bestuurskunde, statistiek, onderzoeksmethoden en SPSS
- Studie instellingen: Maatschappij: ISW in Utrecht - Pedagogiek: Groningen, Leiden , Utrecht - Psychologie: Amsterdam, Leiden, Nijmegen, Twente, Utrecht - Recht: Arresten en jurisprudentie, Groningen, Leiden
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
547 |
Add new contribution