EHRM 15 mei 2007 (Ramsahai vs Nederland) - Arrest

EHRM 15 mei 2007 (Ramsahai vs Nederland)

Casus

Eisers zijn de nabestaanden van hun door een politieagent doodgeschoten zoon. Het incident vond plaats op 19 Juli 1998. Moravia Ramsahai dwong de eigenaar van een scooter deze af te staan. Vervolgens ging Moravia Ramsahai er op deze scooter vandoor. De eigenaar allarmeerde de politie.

Na een eerdere mislukte achtervolging, slagen twee agenten erin bij de scooterdief in de buurt te komen. De agenten willen dhr Ramsahai aanhouden, maar zien dat deze gewapend is. In een worsteling die ontaat, weigert de verdachte zijn pistool weg te leggen. Integendeel, hij trekt zijn pistool en richt het kort op een van de agenten. Op dat moment schiet de collega van de op dat moment bedreigde agent, de jongen neer. Hij overlijdt ten gevolge van dit schot. Eisers stellen dat art. 2 EVRM is geschonden. Tevens zijn zij van mening dat het onderzoek naar aanleiding van dit schietincident onvoldoende effectief en onafhankelijk heeft plaatsgevonden.

Rechtsvraag

Is er sprake van schending van art. 2 EVRM? Heeft het onderzoek n.a.v. het schietincident op onvoldoende effectieve en onafhankelijke wijze plaatsgevonden?

Conclusie

De agenten wilden in eerste instantie dhr Ramsahai aanhouden, en maakten hierbij gebruik van licht geweld; er ontstond een worsteling. Pas toen bleek dat de verdachte een pistool had, deze heeft hij ook actief getrokken. De verdachte is toen duideiljk gevraagd het pistool te laten vallen, dit heeft hij niet gedaan. De rechtbank vindt het daarom geen abnormale inschatting van de agent dat hij zichzelf en/of zijn collega in levensgevaar vond verkeren (het pistool was een reeële dreiging) en ook hiernaar handelde. Het gebruik van dodelijk geweld door de agent is in deze zaak geen schending van artikel 2 EVRM.

Het onderzoek

De rechtbank oordeelt dat de beslissing om de agent niet te voor de rechtbank te laten komen voor zijn acties niet onredelijk is; de agent handelde niet in strijd met de wet. 
Echter, de manier waarop het onderzoek naar de dood van dhr Ramsahai had plaatsgevonden, was aldus de rechtbank niet volgens de van toepassing zijnde normen. Het onderzoek werd namelijk uitgevoerd door de politie van Amsterdam/Amstelland, waar de agenten die onderzocht werden, zelf ook onderdeel van uitmaakten. De rechtbank oordeelde daarom dat het onderzoek inderdaad onvoldoende effectief en onafhankelijk had plaatsgevonden.