Arresten en jurisprudentie: uittreksels en studiehulp - Thema
- 12062 reads
Al-Adsani v. the United Kingdom, ECHR, Strasbourg, 21-11-2001
Casus:
De heer Al-Adsani was een onderdaan van het Verenigd Koninkrijk. Hij werd in Koeweit ontvoerd en gemarteld omdat hij in het bezit was van videotapes met belastende beelden van de regerende familie. Terug in Groot-Brittannië wilde hij de staat Koeweit aanspreken, naar aanleiding van onder meer Artikel 5, Universele Declaratie van de Mensenrechten.
Overwegingen:
Marteling is in diverse artikelen en bepalingen verboden en strafbaar gesteld. Deze bepalingen hebben zelfs het karakter van een jus cogens aangenomen, waardoor zij een hoge status genieten. Bij eerdere zaken van marteling betrof het echter een persoon die deze handelingen had verricht. In deze zaak betreft het echter de Staat van Koeweit die aansprakelijk gesteld wordt in een civiele procedure voor de schade die in dat land is toegebracht.
In het Verenigd Koninkrijk was echter de 1978 Act aangenomen die andere staten per definitie immuniteit gaf van de Britse rechter, met als enige uitzondering wanneer de marteling wordt voltrokken binnen het Verenigd Koninkrijk, wat in deze zaak niet het geval is. Deze immuniteit zou ingetrokken moeten worden als de Staat iemands dood of persoonlijk leed had veroorzaakt tegen de mensenrechten in, maar meestal wordt de immuniteit gehandhaafd. Er zijn twee ontwikkelingen geweest: een wijziging in de Foreign Sovereign Immunities Act (FSIA) door de VS en de uitspraak in de ex parte Pinochet, maar geen van beide geeft een goede basis om de immuniteit in een civiele procedure terug te roepen, en zeker niet aangezien de uitspraak in 1996 plaatsvond.
De wijziging in de FSIA is gebonden aan slachtoffers met Amerikaanse nationaliteit, en de Staat die de rechten heeft geschonden moet de terroristische handeling hebben ondersteund (dus verantwoordelijkheid hebben). In de Pinochet-zaak werd er geen immuniteit gegeven, maar had dit betrekking op ratione materiae, en zegt dit niets over de immuniteit ratione personae van een Staat in civiele procedures. Het toepassen van de 1978 Act getuigt niet van een verhindering van de toegang tot het rechtssysteem.
Uitspraak:
Er bestaat geen rechtsbasis waarop de immuniteit van Staten in civiele procedures ingetrokken zou moeten worden. Noch artikel 3 noch artikel 6 (1) van de Conventie zijn geschonden.
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Main summaries home pages:
Main study fields:
Business organization and economics, Communication & Marketing, Education & Pedagogic Sciences, International Relations and Politics, IT and Technology, Law & Administration, Medicine & Health Care, Nature & Environmental Sciences, Psychology and behavioral sciences, Science and academic Research, Society & Culture, Tourisme & Sports
Main study fields NL:
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
651 |
Add new contribution