Actuele criminologie van Van Dijk - BulletPoints

Hoofdstuk 1

  • Criminologie : wetenschap van het bestuderen van het gedrag dat door de wetgever strafbaar is gesteld. Door middel van kennis wordt gezocht naar de meest effectieve en menselijke manier van aanpak van criminaliteit.

  • Accusatoir systeem: misdrijven worden beschouwd als particuliere aangelegenheden waarvan de oplossing door overheidsbemiddeling tot stand komt.

  • Inquisitoir systeem: misdrijven worden gezien als schendingen van het vorstelijke vredesgebod, waar de overheid met inzet van alle mogelijke middelen tegen dient op te treden.

  • Hoofdstromingen in criminologie: antropologieschool en Franse milieuschool.

  • Vijf domeinen binnen criminologie:

  1. beschrijvende criminologie

  2. etiologie

  3. reacties op criminaliteit & preventie van criminaliteit

  4. slachtofferkunde

  5. zware criminaliteit

  • Onderdelen van zware criminaliteit:

  1. levensdelicten

  2. internationale misdrijven

  3. terrorisme

  4. georganiseerde misdaad

  5. witteboordencriminaliteit

  • Penologie: het onderzoek naar de effectiviteit van formele straffen.

  • Victimologie: de aandacht en interesse voor slachtoffers, in laatste jaren toegenomen door toevoegen van spreekrecht tijdens zitting in de rechtbank.

  • Etiologie: onderzoek nar de oorzaken van crimineel gedrag.

  • Police science: onderzoek naar de kenmerken en het functioneren van de politie.

  • Forensic science: onderzoek naar technieken die worden gebruikt bij opsporing.

Hoofdstuk 2

  • Dark number: het gedeelte van de werkelijk gepleegde criminaliteit, dit gedeelte is zichtbaar voor de politie.

  • Typen dark number onderzoek:

  1. zelfrapportagestudie

  2. slachtofferenquête

  • Zelfrapportagestudie: hierin worden mensen gevraagd of en hoe vaak ze bepaalde delicten hebben gepleegd.

  • Slachtofferenquête: algemeen publiek wordt gevraagd of zij slachtoffer zijn geweest van (een) delict(en), of zij dit hebben gemeld bij de politie en of de politie dit heeft geregistreerd.

  • Criminaliteitsindex: methode van het CBS waarbij wordt gekeken naar het aantal delicten per 100.000 inwoners.

  • Forward time telescoping: mensen beschouwen delicten als minder kort geleden dan ze daadwerkelijk zijn.

  • Veiligheidsparadox: mensen die zich het minst veilig voelen, hebben de kleinste kans slachtoffer te worden van een delict.

Hoofdstuk 3

  • Onderdelen strafrechtelijke systeem:

  1. de strafwetgever

  2. de politie en andere instanties met opsporingsbevoegdheid

  3. het Openbaar Ministerie

  4. de zittende magistratuur (rechters)

  5. het gevangeniswezen

  6. de reclassering

  • Drie belangrijkste schakels in strafrechtelijke keten zijn de politie, het OM, en de rechterlijke macht.

  • Prestatiemaat/ophelderingspercentage : het percentage ter kennis van de politie gekomen misdrijven waarvan een verdachte bekend wordt.

  • Alternatieven OvJ voor vervolging:

  1. hij kan de zaak terzijde leggen (seponeren)

  2. hij stelt bepaalde voorwaarden aan het niet vervolgen (transactie)

  3. de officieren van justitie kunnen voor bepaalde delicten, buiten de rechter om,

  4. zelf de schuld van de verdachte vaststellen.

  • Vormen van selectiviteit binnen strafrecht:

  1. onvermogen politie en justitie

  2. regionale beleidsverschillen

  3. selectiviteit op de persoo n

  • Categorieën die van invloed zijn op vervolgbeslissing van het OM:

    • delictskenmerken (ernst, soort, omstandigheden)

    • slachtofferkenmerken (relatie met dader, leeftijd, geslacht)

    • kenmerken van de verdachte (justitieel verleden, leeftijd etc.)

    • kenmerken van het justitiële apparaat (verwerkingscapaciteit, pressie vanuit de politie, capaciteit van gevangeniswezen)

    • politieke invloeden.

  • Benaderingen in strafrechtelijk beleid:

  1. economische benadering

  2. maatschappelijke/instrumentele benadering

  3. beleidsmatige/juridische benadering

  • Sanctiepercentage: aantal strafrechtelijke sancties per 100 geregistreerde strafbare feiten.

  • BOS (beslissingsondersteuningssysteem): richtlijnen voor OM waarbij volgens puntensysteem wordt berekend hoe men moet handelen.

Hoofdstuk 4

  • Subtypen waar criminologie gebruik van maakt, vanuit de psychologie:

  1. leerpsychologie

  2. persoonlijkheidspsychologie

  3. sociale psychologie

  4. ontwikkelingspsychologie

  • Antisociaal gedrag: het bestaat uit riskant gedrag, dat niet wetsovertredend, maar wel riskant is, zoals roken.

  • Externaliserend en internaliserend gedrag:

    • onder externaliserend gedrag valt grensoverschrijdend gedrag en agressief gedrag.

    • onder internaliserend gedrag vallen teruggetrokkenheid, lichamelijke klachten en angst/depressie.

  • Agressie: gedrag dat de intentie heeft iemand kwaad te doen. Juridisch gezien gaat het hierbij altijd om opzettelijk gedrag.

  • Biologische factoren die van invloed kunnen zijn:

  1. erfelijkheid

  2. fysiologische factoren

  3. hormonen

  4. psychische aandoeningen

  • Epigenetica: bestudeert processen die invloed hebben op de activiteit van genen.

  • Vijf persoonlijkheidsfactoren, the big five:

  1. neuroticisme

  2. extraversie-introversie

  3. agreeableness (vriendelijkheid)

  4. zorgvuldigheid (conscientiousness)

  5. het open staan voor nieuwe ervaringen (openness).

  • Drie vormen van leren:

  1. klassieke conditionering

  2. instrumenteel leren

  3. sociaal leren

  • Generality of deviance: mensen die op een bepaald gebied deviant gedrag vertonen, doen dit vaak ook op andere vlakken.

Hoofdstuk 5

  • Filosofen op economisch perspectief:

  • Beccaria: stelde voorop dat alle individuen van nature eigen rechten op vrijheid hebben en dat die rechten in principe belangrijer zijn dan de rechten van de individuen.

  • Bentham: bouwde voort op het idee van Beccaria. Hij stelde echter dat de hoogte van de straf net hoog genoeg moet zijn om toekomstige daders ervan te weerhouden een delict (opnieuw) te plegen.

  • Economische theorie: een economische theorie veronderstelt dat het plegen van strafbare feiten het resultaat is van een afweging door de dader van de voor- en nadelen, van de baten en kosten ervan.

  • Strafrisico: gemiddelde sanctie die een regelovertreder kan verwachten als gevolg van het optreden van politie en justitie. Is product van pakkans en strafmaat.

  • Pakkans: de gemiddelde kans dat een regelovertreder een sanctie opgelegd zal krijgen.

  • Strafmaat: zwaarte van de sanctie

  • Sociologische verklaringen:

  1. anomie en straintheorie

  2. sociale-controletheorie

  3. sociale desorganisatietheorie

  4. sociale labelingtheorie

  • 5 reactiepatronen onderscheiden: conformiteit, vernieuwing, ritualisme, terugtrekking, rebellie/verzet.

  • 3 onderscheiden subculturen:

  1. criminele subcultuur

  2. conflictsubcultuur

  3. afzonderingssubcultuur

  • Hirschi onderscheidt vier elementen in het socialisatieproces:

  1. gehechtheid

  2. betrokkenheid

  3. gebondenheid

  4. normen en waarden

  • Labelingtheorie: Mensen die een delict plegen krijgen door de maatschappij een criminele identiteit toegewezen waardoor zij zich daarnaar zullen gedragen.

  • Self-fulfilling prophecy: het vertonen van het gedrag dat van een persoon wordt verwacht.

Hoofdstuk 6

  • Onderscheidingen in dadergerichte preventie:

  1. Primaire preventie vindt plaats bij de hele bevolking of een bevolkingsgroep. Dit is bijvoorbeeld een voorlichting over alcohol en drugs in alle brugklassen van middelbare scholen.

  2. Secundaire preventie vindt plaats bij groepen die een hoger risico lopen dan anderen. Dit kan gaan om het oprichten van een jeugdhonk in een kansarme buurt.

  3. Tertiaire preventie vindt plaats bij mensen die al strafbare feiten hebben gepleegd en waarbij men ze er van wil onthouden opnieuw te gaan plegen. Dit kan bijvoorbeeld nagestreefd worden met reclassering. Al deze interventies zijn dadergericht.

  • Noodzakelijke voorwaarden voor interventie door burgers:

    • waarneming van het incident

    • criminele definitie

    • betrokkenheid bij verloop of afloop

    • interventiekeuze

  • Criminaliteitspreventie: gaat buiten het strafrecht om en gaat om alle gedragingen door burgers, particuliere bedrijven en de overheid die erop gericht zijn om strafbare gedragingen te voorkomen.

  • Environmental design: tegengaan van gelegenheidscriminaliteit, door bijvoorbeeld meer straatverlichting aan te brengen en straten open te bouwen zodat er weinig plekken zijn waarop men niet zichtbaar is.

  • Sociopreventie: verzameling van plannen en pogingen om criminaliteit te voorkomen door middel van de mogelijkheden tot informele sociale controle in een omgeving.

Hoofdstuk 7

  • Vergeldingstheorie: bedoeling van straf is bij deze theorie puur om de daad te vergelden.

  • Generale preventie: gekeken naar de in ieder mens aanwezige dispositie tot crimineel gedrag.

  • Speciale preventie: gekeken naar de persoon van de dader. Men is gericht op het voorkomen van toekomstig crimineel gedrag van de dader.

  • Verenigingstheorieën: zij willen een combinatie maken van absolute en relatieve theorieën. Straftoemeting kan hierbij nooit gebaseerd zijn op slechts één van de vormen, bijvoorbeeld speciale preventie. Altijd moet rekening worden gehouden met de meerdimensionale werking van de straf.

  • Sanctiestelsel Nederland:

    • Hoofdstraffen

    • Bijkomende straffen

    • Maatregelen

    • Hoofdstraffen:

    • geldboetes

    • taakstraffen

    • hechtenis

    • gevangenisstraf

    • Bijkomende straffen:

    • openbaarmaking rechterlijke uitspraak

    • ontzetting uit bepaalde rechten

    • verbeurdverklaring

    • Maatregelen:
      Tbs, PIJ, ISD, psychiatrisch ziekenhuis, onttrekking aan het verkeer, betalen aan de staat.

  • Factoren bij toepassen jeugdstrafrecht:

    • ernst van de daad

    • persoonlijkheid van dader

    • omstandigheden rondom de daad

  • Interventietrap: model dat het patroon van de opbouw van justitiële interventies weergeeft. Het laat zien welke interventies een bepaald persoon in een bepaalde tijd heeft ondergaan.

Hoofdstuk 8

  • Onderverdeling groepen voor slachtoffers:

    • primaire slachtoffers (rechtstreeks schade)

    • secundaire slachtoffers (met gevolgen geconfronteerd)

    • tertiaire slachtoffers (hele gemeenschap ondervindt schade)

  • Victimless crimes: delicten die geen duidelijk slachtoffer hebben, zoals illegaal gokken of het gebruiken van illegale drugs.

  • Groepen die verhoogd risico op slachtofferschap hebben:

  1. inwoners van grote steden

  2. mannen

  3. jongeren en kinderen

  • Risicoverhogende factoren:

  1. nabijheid

  2. aantrekkelijkheid

  3. blootstelling

  • Herhaald slachtofferschap: komt vaak voor bij slachtoffers van huiselijk geweld en bij auto- en woninginbraken.

  • Bijzondere risicogroepen:

    • toeristen

    • slachtoffers die daders worden

  • Modellen van slachtofferhulp:
    • Bestuursrechtelijk verzorgingsmodel
    • Strafrechtelijke genoegdoeningsmodel
    • Herstelrechtelijke model
  • Posttraumatisch stresssyndroom: last van herbeleving, angst, woede-uitbarstingen en wantrouwen jegens anderen.

Hoofdstuk 9

  • Vijf zware vormen van criminaliteit:

  1. levensdelicten

  2. internationale misdrijven

  3. terrorisme

  4. georganiseerde misdaad

  5. witteboordencriminaliteit

  • Onderscheiden vormen van moord:

  1. kinderdoding

  2. partnerdoding

  3. ouderdoding

  4. overige doding in de familiesfeer

  5. roofmoord

  6. overige moorden in de criminele sfeer

  7. moorden bij ruzies

  8. seksuele moorden

  9. overige moorden.

  • Internationale misdrijven:

    • genocide

    • oorlogsmisdrijven

    • misdaden tegen de menselijkheid

    • misdaden van agressie

  • Terrorisme is te omschrijven als:

    • Toepassen van geweldsmiddelen tegen personen

    • door personen die daartoe niet bevoegd zijn

    • met de bedoeling daardoor de bevolking en/of de regering te beïnvloeden.

    • Georganiseerde misdaad zijn groepen van personen die:

    • primair gericht zijn op illegaal gewin

    • systematisch misdaden plegen met ernstige gevolgen voor de samenleving

    • in staat zijn deze misdaden op betrekkelijk effectieve wijze af te schermen, met name door de bereidheid te tonen fysiek geweld te gebruiken of personen door onder andere corruptie uit te schakelen.

Image

Access: 
Public

Image

Image

 

 

Contributions: posts

Help other WorldSupporters with additions, improvements and tips

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.

Image

Spotlight: topics

Image

Check how to use summaries on WorldSupporter.org

Online access to all summaries, study notes en practice exams

How and why use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?

  • For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
  • For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
  • For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
  • For compiling your own materials and contributions with relevant study help
  • For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.

Using and finding summaries, notes and practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Use the summaries home pages for your study or field of study
  2. Use the check and search pages for summaries and study aids by field of study, subject or faculty
  3. Use and follow your (study) organization
    • by using your own student organization as a starting point, and continuing to follow it, easily discover which study materials are relevant to you
    • this option is only available through partner organizations
  4. Check or follow authors or other WorldSupporters
  5. Use the menu above each page to go to the main theme pages for summaries
    • Theme pages can be found for international studies as well as Dutch studies

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance

Main summaries home pages:

Main study fields:

Main study fields NL:

Submenu: Summaries & Activities
Follow the author: Vintage Supporter
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Statistics
1318
Search a summary, study help or student organization