Aansprakelijkheid advocaat - Arrest

Aansprakelijkheid advocaat (HR 18-09-2015, ECLI:NL:HR:2015:2745)

Feiten

I.c. gaat het om de beroepsaansprakelijkheid een advocaat-partner en een advocaat in loondienst. Breeweg heeft een opdracht tot advisering gegeven aan de maatschap Weinans en Wijnkamp Advocaten. De werkzaamheden werden verricht door Wijnkamp (zijn praktijkvennootschap Wijnkamp Advocaten B.V. was lid van de maatschap) en Van Peer (medewerker van de maatschap).

Breeweg had namelijk een lening van 1 miljoen euro verstrekt aan Alasco Vastgoed B.V. Wijnkamp en Van Peer hebben hierover aan Breeweg advies gegeven over hypothecaire zekerheid op een perceel grond. De geldlener Alasco ging echter failliet en daarom werd de schuld aan Breeweg niet voldaan. Achteraf bleek de grond maar een waarde te hebben van 140.000 euro.

Breeweg claimt dat Wijnkamp en Van Peer toerekenbaar tekort zijn geschoten en daarom onrechtmatig hebben gehandeld. Hij eist een schadevergoeding. Breeweg stelt dat Wijnkamp en Van Peer de waarde van de grond niet hebben onderzocht en hem hierover niet hebben geadviseerd. Breeweg sprak (in plaats van zijn contractspartij Weinans & Wijnkamp advocaten) de uitvoerend advocaten Wijnkamp en Van Peer aan met een vordering uit onrechtmatige daad. Zij hebben een beroepsfout (onjuist advies) begaan.

Levert het schadeveroorzakend handelen van de betrokken advocaten die, in de uitvoering van de opdracht van Breeweg een beroepsfout hebben begaan, een onrechtmatige daad op jegens Breeweg? Het hof stelt dat de advocatenmaatschap wel aansprakelijk is wegens wanprestatie (vanwege de beroepsfout van de advocaten), maar de advocaten zelf niet.

Hoge Raad

De Hoge Raad volgt het hof niet en stelt dat een advocaat in privé kan worden aangesproken voor onrechtmatige daad, ook als aansprakelijkheid op grond van de artikelen 7:400, 7:404 en 7:407 BW niet mogelijk is, omdat de advocaat in privé geen maat is of zulke aansprakelijkheid in algemene voorwaarden is uitgesloten.

De Hoge Raad oordeelt: “Bij de beoordeling van de klacht is uitgangspunt dat een advocaat als beroepsbeoefenaar de zorgvuldigheid dient te betrachten die van een redelijk bekwaam en redelijk handelend vakgenoot mag worden verwacht. Deze zorgvuldigheidsplicht brengt onder meer mee dat een advocaat die een cliënt adviseert in het kader van een door een cliënt te nemen beslissing over een bepaalde kwestie, de cliënt in staat stelt goed geïnformeerd te beslissen (vgl. HR 29 mei 2015, ECLI:NL:HR:2015:1406, NJ 2015/267).

Als de cliënt de advocaat aanspreekt die de opdracht feitelijk heeft uitgevoerd, maar die niet zijn contractuele wederpartij is, kan aansprakelijkheid slechts worden aangenomen met inachtneming van de daarvoor in art. 6:162 BW gestelde eisen. Een dergelijk geval doet zich bijvoorbeeld voor als de cliënt een opdracht heeft gegeven aan een advocatenmaatschap, maar de opdracht feitelijk wordt uitgevoerd door een werknemer van die maatschap of door een advocaat die feitelijk aan de maatschap deelneemt door tussenkomst van een praktijkvennootschap. Ook in een zodanig geval is de hiervoor in 3.4.1 omschreven maatstaf mede bepalend voor de beoordeling van de gegrondheid van de vordering.”

Kern

Een beroepsfout van een advocaat kan niet alleen aan de opdrachtnemer worden tegengeworpen, maar ook aan de uitvoerend advocaat uit hoofde van onrechtmatige daad. Aansprakelijkheid van een uitvoerend advocaat, die niet de contractuele wederpartij van zijn cliënt is, kan alleen worden aangenomen met inachtneming de eisen van art. 6:162 BW.