Arresten en jurisprudentie: uittreksels en studiehulp - Thema
- 12093 reads
A.A. t. Verenigd Koninkrijk (EHRM 20 september 2011, JV 2011, 484)
A.A. is op 13-jarige leeftijd in het kader van gezinshereniging naar het Verenigd Koninkrijk gekomen, waar hij bij zijn moeder is gaan wonen. In 2002 wordt hij, op 15-jarige leeftijd, veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier jaar. Hij gedraagt zich na zijn vervroegde vrijlating in 2004 ‘voorbeeldig’ (middelbareschool- en masterdiploma en een vaste baan). Ook blijft hij contact onderhouden met zijn in het Verenigd Koninkrijk woonachtige moeder en twee zussen en hij bezoekt regelmatig de kerk.
Gelet op het door klager begane strafbare feit en de veroordeling daarvoor, maakt het Verenigd Koninkrijk in 2003 het voornemen bekend om hem uit te zetten. In dit verband wordt hem op 27 juni 2004 in detentie een uitzettingsbesluit uitgereikt. Zijn beroep hiertegen wordt in 2007 ongegrond verklaard door de vreemdelingenrechter en het beroep hiertegen wordt op 25 januari 2008 niet-ontvankelijk verklaard. De uitzettingsbeslissing is nog niet ten uitvoer gelegd.
Is de uitzetting naar Nigeria in strijd is met het recht op respect voor het gezins- en privéleven als bedoeld in artikel 8 EVRM?
Volgens het Hof is het niet noodzakelijk is om de vraag te beantwoorden of hier sprake is van inmenging in het gezinsleven, nu, ongeacht het bestaan daarvan, de uitzetting van een gevestigde vreemdeling een inmenging in zijn recht op respect voor privéleven vormt.
Voorts is het Hof van oordeel dat, bij gebrek aan specifieke feiten van de kant van de Staat die staven dat de uitzetting tevens het doel van ‘openbare veiligheid’ en ‘bescherming van rechten van anderen’ zou dienen, de uitzetting in dit geval slechts geacht moet worden het legitieme doel van het voorkomen van wanordelijkheden en strafbare feiten te dienen. Het Hof hanteert (een aantal van) de Üner-criteria om te beoordelen of de beperking noodzakelijk is in een democratische samenleving. De weging van deze criteria door de vreemdelingenrechter paste op zichzelf voldoende binnen de aan de Staat toekomende ‘margin of appreciation’. De proportionaliteit van de uitzetting is evenwel niet meer getoetst sinds de uitspraak van vreemdelingenrechter in 2007 en daarmee acht het Hof de toetsing toch te beperkt.
Voor wat betreft de beoordeling van de proportionaliteit van de uitzetting onder artikel 8 EVRM ziet het Hof geen reden om een andere benadering aan te nemen dan die het hanteert onder artikel 3 EVRM. Het is de taak van het Hof de verenigbaarheid met het EVRM te beoordelen naar het moment van daadwerkelijke uitzetting en niet naar het moment van de finale uitzettingsbeslissing. (De proportionaliteit van de uitzetting moet in ‘artikel 8 EVRM-
gevallen’ dus steeds ex nunc worden getoetst).
Onder omstandigheden als hier aan de orde moet de Staat met aanvullend bewijs komen dat redelijkerwijs verwacht kan worden dat opnieuw openbare ordedelicten zullen worden gepleegd die uitzetting zouden kunnen rechtvaardigen.
Het Hof neemt uiteindelijk een schending van artikel 8 EVRM aan, wanneer uitzetting naar Nigeria volgt.
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Main summaries home pages:
Main study fields:
Business organization and economics, Communication & Marketing, Education & Pedagogic Sciences, International Relations and Politics, IT and Technology, Law & Administration, Medicine & Health Care, Nature & Environmental Sciences, Psychology and behavioral sciences, Science and academic Research, Society & Culture, Tourisme & Sports
Main study fields NL:
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
759 |
Add new contribution