Staatsrecht 2 - RUG - Werkgroepopdrachten 2017/2018 - Week 5


Vragen

Vraag 1

Zijn niet-eenieder verbindende bepalingen van verdragen waar het Koninkrijk partij bij is, toepasbaar in de Nederlandse rechtsorde?

Vraag 2

Het Handboek verwijst op p. 716-719 enkele malen naar het Spoorwegstaking-arrest. In dat arrest sprak de HR zich uit over de vraag hoe de rechter toepassing moet geven aan de art. 93 en 94 Gw. In het arrest CAN/de Staat bespreekt de HR dezelfde vraag.

  1. Op welke wijze moet de rechter volgens de HR in CAN/De Staat beoordelen of een verdragsbepaling eenieder verbindend is in de zin van art 93 en 94 Gw?
  2. In een noot (na te lezen in AB 2015/21) bespreken Philipsen en De Wit hoe de benadering in het arrest CAN/de Staat zich verhoudt tot eerdere jurisprudentie, waaronder het Spoorwegstaking-arrest. Zij concluderen ‘’dat bij een onverkorte toepassing van deze (CAN/staat benadering in een veel groter aantal gevallen sprake zal zijn van (schending) van rechtstreeks werkend verdragsrecht’’. Waarom komen de nootschrijvers tot deze conclusie?

Vraag 3

In het artikel Rechtstreekse werking van internationale verdragen: een Hollands probleem met een Amerikaanse of Franse oplossing? Bespreken de auteurs onder meer een initiatief van het kamerlid Taverne om de staatsrechtelijke regels rondom goedkeuring van verdragen aan te passen. Daarnaast maken ze een vergelijking tussen de staatsrechtelijke regeling van de doorwerking en voorrang van verdragsrecht in Nederland, Frankrijk en de VS.

  1. Is voor de interpretatie van verdragsbepalingen door de Nederlandse rechter bepalend wat de wetgever ten tijde van de verdragsgoedkeuring daaromtrent heeft gesteld?
  2. Inmiddels is het voorstel-Taverne in gewijzigde vorm aanvaard en heeft het geleid tot art. 2, tweede lid van de Rwg&bw. Waarin verschilt die bepaling van het oorspronkelijke voorstel van Taverne, zoals Van Rossem en Spijkers het beschrijven?
  3. Vertoont de Nederlandse doorwerkingsregel meer verwantschap met die van Frankrijk of die van de VS?

Vraag 4

De Rwg&bv geeft enkele voorschriften over de goedkeuring van een verdrag dat van de Gw afwijkt.

  1. Waarom verplicht het tweede lid van art. 6 Rwg&bv tot vermelding van de toepasselijkheid van art. 91, derde lid van de Gw?
  2. Hoe kunnen de Tweede, respectievelijk de Eerste Kamer uitdrukking geven aan hun overtuiging dat een goed te keuren verdrag van de Gw afwijkt, in het geval de regering meent dat van zo’n afwijking geen sprake is?

Vraag 5

 Waarop berust naar het oordeel van het Hof van Justitie in het arrest Costa/ENEL de voorrang van het EU-recht t.o.v. het recht van de lidstaten?

Vraag 6

Het Handboek bespreekt op p. 737-741 de rechtstreekse werking en voorrang van Unierecht. In het Rusttijden-arrest oordeelt de HR over vragen naar de verhouding tussen gemeenschapsrecht en nationaal recht.

  1. Waarop baseert de HR zijn oordeel over de doorwerking van Europees recht?
  2. Hoe verhoudt dit oordeel van de HR zig tot de Nederlandse Grondwet? Betrek in uw antwoord het citaat van de aan Oxford verbonden jurist Elefteriadis, zoals dat in noot 33 op p. 738 van het Handboek wordt gegeven.

Vraag 7

Het Handboek schetst op p. 745-747 de invoering én gedeeltelijke afschaffing van de instemmingsrechten van de S-G bij Europese besluitvorming.

  1. Waarom zijn de instemmingsrechten van de S-G bij de goedkeuring van het Verdrag van Lissabon (2007) vrijwel allemaal vervallen?
  2. Volgens de art. 5, derde lid en 12 onder b van het Verdrag betreffende de Europese Unie zien de nationale parlementen toe op de eerbiediging van het subsidiariteitsbeginsel. Hebben de S-G daarmee bevoegdheden gekregen die vergelijkbaar zijn met de inmiddels (goeddeels)vervallen instemmingsrechten zoals ze die op grond van een nationale wet konden uitoefenen?

Antwoordindicatie

Vraag 1

Ja, die zijn toepasbaar. In Grenstractaat/Aken is bepaald dat een verdrag werking heeft in de Nederlandse rechtsorde zodra het verdrag is gesloten, ongeacht het verdrag eeniederverbindend of niet-eeniederverbindend is. Dit verschil is alleen van belang bij een botsing met nationaal recht. Nationaal recht wijkt slechts voor eeniederverbindende verdragsbepalingen. 

Vraag 2

  1. R.o. 3.5.1/3.5.2: Er moet adhv de maatstaven van het Verdrag van Wenen worden getoetst of een verdragspebepaling rechtstreekse werking toekomt. Als er niet uit de tekst of uit de totstandkomingsgeschiedneis volgt dat er geen rechtstreekse werking is, dan is de inhoud doorslaggevend, waarbij er gekeken moet worden of het 1. Onvoorwaardelijk en 2. Voldoende nauwkeurig is om als objectief recht te kunnen gelden! Is dit het geval, dan pas is het een eeniederverbindende verdragsbepaling.
  2. Ze komen tot deze conclusie omdat er in het CAN arrest is bepaald dat er een contextuele benadering is, de omstandigheden van het geval zijn heel belangrijk. Dit geeft meer ruimte aan de rechter. R.o. 3.5.3. De omstandigheid dat de wetgever de vrijheid heeft om regelgeving te maken over nationale bepalingen, zorgt er niet gelijk voor dat je te maken hebt met een niet-eeniederverbindende verdragsbepaling (stap 2 van spoorwegstaking, die sinds het CAN-arrest achterhaald is) 

Vraag 3

  1. Uit art. 93 en 94 Gw vloeit voort dat het de rechter is die het eindoordeel heeft tav de eenieder of niet-eenieder verbindendheid van een verdragsbepaling. Zie p. 150 van de klapper.
  2. Taverne wilt niet dat er stilzwijgende goedkeuring kan worden gegeven voor verdragen die bepalingen bevatten die rechtstreeks werken. De verplichte uitdrukkelijke goedkeuring van verdragen die eenieder verbindende bepalingen bevatten is niet nodig, zie art. 2 lid 2.
  3. De Nederlandse doorwerkingsregel vertoont meer verwantschap met Frankrijk, vooral vanwege de voorkeur voor de contextuele benadering. Een andere overeenkomst is dat hogere wetgeving net als in Nederland voorrang heeft op lagere wetgeving, zie pagina 153 van de klapper. 

Vraag 4

  1. Deze vermelding zorgt ervoor dat de S-G weet dat er als gevolg van de afwijking van de Grondwet er met een meerderheid van stemmen (2/3) gestemd moet worden. 
  2. De Tweede Kamer zou met zijn amendementsrecht het verdrag kunnen amenderen. De Eerste Kamer heeft dit recht niet en zou het verdrag slechts kunnen verwerpen (of aannemen). 

Vraag 5

Volgens het Hof berust de voorrang op het feit dat het verdragsrecht ‘’op grond van zijn bijzonder karakter niet door enig voorschrift van nationaal recht opzij kan worden gezet, zonder zijn Gemeenschapsrechtelijk karakter te verliezen en zonder dat de rechtsgrond van de Gemeenschap zelf daardoor wordt aangetast’’, zie blz 137 van de klapper. 

Vraag 6

  1. r.o. 3.5: De HR oordeelt dat de rechtstreekse toepasselijkheid van een verordening meebrengt dat ze inwerking treedt in het nationale recht zonder een maatregel tot opneming hiervan. De HR zegt dat de doorwerking niet gebaseerd is op art. 93 en 94 van de Grondwet maar op een nietgeschreven regel(Grenstractaat/Aken). 
  2. Elefteriadis is het meer eens met het Bundesverfassungsgericht, die ervanuit gaat dat het Europese recht doowerkt omdat de Duitse Grondwet dit mogelijk maakt. In veel andere lidstaten Eu wordt ook geaccepteerd dat de Grondwet de reden is dat verdragen doorwerken.

Vraag 7

  1. De instemmingsrechten zijn vrijwel allemaal vervallen omdat het vanwege het feit dat het Europees parlement de medezeggenschap over besluitvorming heeft er niet echt een noodzaak meer bestaat voor instemmingsrechten van de S-G. Het europese parlement heeft als gevolg hiervan veel meer rechten gekregen.
  2. Nationale parlementen gebruiken nu een procedure waarbij er gebruik wordt gemaakt van een gele en een oranje kaart. De subsidiariteitscontrole wordt uitgevoerd: bij de gelekaartprocedure moet de commissie motiveren waarom iets niet lager wordt geregeld (1/3 stemmen) BIj de oranje kaartprocedure gaat het om de helft van de stemmen en dan gelden er zwaardere motiveringsverplichtingen.
Page access
Public
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

How to use and find summaries?


Online access to all summaries, study notes en practice exams

Using and finding summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Starting Pages: for some fields of study and some university curricula editors have created (start) magazines where customised selections of summaries are put together to smoothen navigation. When you have found a magazine of your likings, add that page to your favorites so you can easily go to that starting point directly from your profile during future visits. Below you will find some start magazines per field of study
  2. Follow authors or (study) organizations: by following individual users, authors and your study organizations you are likely to discover more relevant study materials.
  3. Search tool: quick & dirty - not very elegant but the fastest way to find a specific summary of a book or study assistance with a specific course or subject. The search tool is available at the bottom of most pages or on the Search & Find page
  4. Tags & Taxonomy: gives you insight in the amount of summaries that are tagged by authors on specific subjects. This type of navigation can help find summaries that you could have missed when just using the search tools. Tags are organised per field of study and per study institution. Note: not all content is tagged thoroughly, so when this approach doesn't give the results you were looking for, please check the search tool as back up

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study (main tags and taxonomy terms)

Field of study

Quick links to WorldSupporter content for universities in the Netherlands

Follow the author: Law Supporter
Comments, Compliments & Kudos

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.
Promotions
Image

Op zoek naar een uitdagende job die past bij je studie? Word studentmanager bij JoHo !

Werkzaamheden: o.a.

  • Het werven, aansturen en contact onderhouden met auteurs, studie-assistenten en het lokale studentennetwerk.
  • Het helpen bij samenstellen van de studiematerialen
  • PR & communicatie werkzaamheden

Interesse? Reageer of informeer